Israël nog verbondsvolk?
Israël nog verbondsvolk?
Aangezien Memento nogal lang duurt met zijn uitleg van John Gill, begin ik maar vast met een nieuwe topic.
Onderstaand twee interessante citaten van dr. C. van der Waal, uit het boek ‘Het Verbondsmatig Evangelie’. Het interessante in zijn betoog is dat hij de periode tot 70 n. Chr. als een heel specifieke periode ziet.
“|S|preekt Rom. 11:26 werkelijk van een toekomstige bekering van de Joden?
Paulus spreekt hier in verband met de Joden van zijn dagen . En die dagen waren bepaald door het eigen karakter van de veertig jaren tussen 30 en 70 n. Chr. In die periode sprak de Here Israël op grond van het verbond aan. De tempel was er nog. De conditionele prediking van genade onder Israël werd bestendigd. Dat zou niet altijd zo doorgaan. Er zou een afsluiting komen als de tempel en Jerusalem zouden verwoest worden.
Die afsluiting was er echter nog niet. 2 Thess. 2 was evenmin als Matth. 24 vervuld. Paulus was zelf het bewijs dat er wel Joden waren die het evangelie aannamen (Rom. 11:1-5). ‘Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel gelaten naar de verkiezing der genade.’
Degenen onder het Joodse verbondsvolk die het evangelie aannamen, bevestigden de verbondsbelofte uit Jesaja: ‘De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal de goddeloosheden van Jakob afwenden. En dit is Mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem’ (Rom. 11:26,27; Jes. 59:20, 21).”
“De periode van 30-70 n. Chr. moet dus in rekening gebracht worden bij de uitleg van Rom. 9-11. Doet men dit niet, dan gaat men ongeoorloofde conclusies trekken. De mening ontstaat dan dat de Joden ook thans nog bevoorrecht zijn boven anderen op grond van de beloften aan de voorvaderen. De meeste Joden in die beslissende periode hebben echter het ultimatum verworpen.
Aangezien het ultimatum afgelopen is, dient dit bij de exegese in rekening te worden gebracht. De joden zijn thans een etnos, geen laos meer. Zij kunnen echter weer laos, verbondsvolk, worden als zij zich in de kerk in laten enten.
Toekomstverwachtingen die van een massale jodenbekering spreken, miskennen de aard van het verbond en laten een judaïserende tendens zien. Hetzelfde valt te zeggen ten aanzien van de mening dat de Joden nog enigszins verbondsvolk zijn of zelfs samen met de kerk het volk des Heren uitmaken.”
Onderstaand twee interessante citaten van dr. C. van der Waal, uit het boek ‘Het Verbondsmatig Evangelie’. Het interessante in zijn betoog is dat hij de periode tot 70 n. Chr. als een heel specifieke periode ziet.
“|S|preekt Rom. 11:26 werkelijk van een toekomstige bekering van de Joden?
Paulus spreekt hier in verband met de Joden van zijn dagen . En die dagen waren bepaald door het eigen karakter van de veertig jaren tussen 30 en 70 n. Chr. In die periode sprak de Here Israël op grond van het verbond aan. De tempel was er nog. De conditionele prediking van genade onder Israël werd bestendigd. Dat zou niet altijd zo doorgaan. Er zou een afsluiting komen als de tempel en Jerusalem zouden verwoest worden.
Die afsluiting was er echter nog niet. 2 Thess. 2 was evenmin als Matth. 24 vervuld. Paulus was zelf het bewijs dat er wel Joden waren die het evangelie aannamen (Rom. 11:1-5). ‘Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel gelaten naar de verkiezing der genade.’
Degenen onder het Joodse verbondsvolk die het evangelie aannamen, bevestigden de verbondsbelofte uit Jesaja: ‘De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal de goddeloosheden van Jakob afwenden. En dit is Mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem’ (Rom. 11:26,27; Jes. 59:20, 21).”
“De periode van 30-70 n. Chr. moet dus in rekening gebracht worden bij de uitleg van Rom. 9-11. Doet men dit niet, dan gaat men ongeoorloofde conclusies trekken. De mening ontstaat dan dat de Joden ook thans nog bevoorrecht zijn boven anderen op grond van de beloften aan de voorvaderen. De meeste Joden in die beslissende periode hebben echter het ultimatum verworpen.
Aangezien het ultimatum afgelopen is, dient dit bij de exegese in rekening te worden gebracht. De joden zijn thans een etnos, geen laos meer. Zij kunnen echter weer laos, verbondsvolk, worden als zij zich in de kerk in laten enten.
Toekomstverwachtingen die van een massale jodenbekering spreken, miskennen de aard van het verbond en laten een judaïserende tendens zien. Hetzelfde valt te zeggen ten aanzien van de mening dat de Joden nog enigszins verbondsvolk zijn of zelfs samen met de kerk het volk des Heren uitmaken.”
Zowel het oude verbond als het nieuwe verbond is afesloten met Israël. Paulus zegt terwijl hij spreekt over Israël, zijn broeders naar het vlees, wanneer hij hun voordelen opsomt: hunner zijn de verbonden, meervoud. Rom. 9:4
Paulus haalt dit uit Jeremia 31:31-34, waar de profeet zegt: Zie de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypte te leiden: Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord des Heren. Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zijn zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van dekleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonden niet meer gedenken.
Dus ook het nieuw verbond wordt gesloten met Israël. Dit nieuwe verbond is tot stand gebracht door de Heere Jezus, bij het laatste Avondmaal. De Here Jezus, naar het vlees een Jood, nam omringd door zijn Joodse discipielen, wijst op de tekenen van het nieuwe verbond dat Hij in en met Israël sluit: Zijn gebroken lichaam en Zijn vergoten bloed, tot verzoening van de zonden der wereld, van Joden en niet-Joden, Luc. 22:19-20
Tot nu toe is alles een Joodse aangelegenheid. Ook het Pinksterfeest later is een Joodse aangelegenheid omdat er enkel Joden en Jodengenoten (proselieten) in Jeruzalem aanwezig waren bij de uitstorting van de Heilige Geest, Hand. 2:11. Pas veel later, bij de Romeinse hoofdman Cornelius, wordt tot de stomme verbazing van de gelovigen uit de besnijdenis en van Petrus zelf, ook op de heidenen de Heilige Geest uitgestort, Hand. 10:44-47.
Vanaf dat moment worden niet-Joden toegevoegd aan de kring van hen die behouden worden. Ze worden als vreemde loten ingeënt op de oude wortel, op het nieuwe verbond met Israël, Rom. 11:24
Paulus waarschuwde toen al de heiden-gelovigen: niet jullie dragen de wortel, de wortel draagt jullie, Rom. 11:18. Het is hun verbond waar jullie in Gods genade nu mede deel aan mogen krijgen. En straks gaat God precies doen wat Hij al bij monde van de profeet Jeremia gezegd heeft. Wanneer Zijn genadewerk onder de heidenen voltooid is, gaat Hij gans Israël behouden. Dan zal de Verlosser uit Sion (het hemels Jeruzalem), ot tot Sion (het aardse Jeruzalem) komen en zal Hij zelf de goddeloosheden van Jacob afwenden en hun zonden wegnemen, Rom. 11: 25-27. Als heiden-gelovigen moeten wij dus blij zijn dat God tijdelijk en gedeeltelijk Zijn eigen Joodse volk terzijde heeft geschoven, zodat wij erbij konden komen. Maar straks gaat Hij verder met Israël, omdat Hij trouw is aan Zichzelf en aan Zijn verbond(en), Rom. 11:19-20.
Een ieder die beweert dat God zijn verbondsvolk niet zal herdenken, en zoals Paulus schrijft; hen terug zal brengen, verklaart God als iemand die zich niet houdt aan zijn eigen verbond.
[Aangepast op 31/8/05 door Sabra]
Paulus haalt dit uit Jeremia 31:31-34, waar de profeet zegt: Zie de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypte te leiden: Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord des Heren. Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zijn zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van dekleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonden niet meer gedenken.
Dus ook het nieuw verbond wordt gesloten met Israël. Dit nieuwe verbond is tot stand gebracht door de Heere Jezus, bij het laatste Avondmaal. De Here Jezus, naar het vlees een Jood, nam omringd door zijn Joodse discipielen, wijst op de tekenen van het nieuwe verbond dat Hij in en met Israël sluit: Zijn gebroken lichaam en Zijn vergoten bloed, tot verzoening van de zonden der wereld, van Joden en niet-Joden, Luc. 22:19-20
Tot nu toe is alles een Joodse aangelegenheid. Ook het Pinksterfeest later is een Joodse aangelegenheid omdat er enkel Joden en Jodengenoten (proselieten) in Jeruzalem aanwezig waren bij de uitstorting van de Heilige Geest, Hand. 2:11. Pas veel later, bij de Romeinse hoofdman Cornelius, wordt tot de stomme verbazing van de gelovigen uit de besnijdenis en van Petrus zelf, ook op de heidenen de Heilige Geest uitgestort, Hand. 10:44-47.
Vanaf dat moment worden niet-Joden toegevoegd aan de kring van hen die behouden worden. Ze worden als vreemde loten ingeënt op de oude wortel, op het nieuwe verbond met Israël, Rom. 11:24
Paulus waarschuwde toen al de heiden-gelovigen: niet jullie dragen de wortel, de wortel draagt jullie, Rom. 11:18. Het is hun verbond waar jullie in Gods genade nu mede deel aan mogen krijgen. En straks gaat God precies doen wat Hij al bij monde van de profeet Jeremia gezegd heeft. Wanneer Zijn genadewerk onder de heidenen voltooid is, gaat Hij gans Israël behouden. Dan zal de Verlosser uit Sion (het hemels Jeruzalem), ot tot Sion (het aardse Jeruzalem) komen en zal Hij zelf de goddeloosheden van Jacob afwenden en hun zonden wegnemen, Rom. 11: 25-27. Als heiden-gelovigen moeten wij dus blij zijn dat God tijdelijk en gedeeltelijk Zijn eigen Joodse volk terzijde heeft geschoven, zodat wij erbij konden komen. Maar straks gaat Hij verder met Israël, omdat Hij trouw is aan Zichzelf en aan Zijn verbond(en), Rom. 11:19-20.
Een ieder die beweert dat God zijn verbondsvolk niet zal herdenken, en zoals Paulus schrijft; hen terug zal brengen, verklaart God als iemand die zich niet houdt aan zijn eigen verbond.
[Aangepast op 31/8/05 door Sabra]
De Heere Jezus past Jer. 31: 34 toe op een ieder die in Hem gelooft (zie Joh. 6:45). Het nieuwe verbond geldt de gemeente, bestaande uit Jood en heiden.Zowel het oude verbond als het nieuwe verbond is afgesloten met Israël. Paulus zegt terwijl hij spreekt over Israël, zijn broeders naar het vlees, wanneer hij hun voordelen opsomt: hunner zijn de verbonden, meervoud. Rom. 9:4.
Paulus haalt dit uit Jeremia 31:31-34, waar de profeet zegt: Zie de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten. Niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypte te leiden: Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ik heer over hen ben, luidt het woord des Heren. Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zijn zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de Here: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des Heren, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonden niet meer gedenken.
De Heere Jezus heeft het nieuwe verbond gesloten met Israël. Maar waar begon dat? Bij de Farizeeën, de leiders van het volk? Nee, bij de discipelen, de vertegenwoordigers van het 'ware Israël', namelijk degenen die in Hem geloofden. Op wie is de Heilige Geest uitgestort? Op de Farizeeën, de leiders van het volk? Nee, op de discipelen, het prille begin van de gemeente.Dus ook het nieuw verbond wordt gesloten met Israël. Dit nieuwe verbond is tot stand gebracht door de Heere Jezus, bij het laatste Avondmaal. De Here Jezus, naar het vlees een Jood, nam omringd door zijn Joodse discipelen, wijst op de tekenen van het nieuwe verbond dat Hij in en met Israël sluit: Zijn gebroken lichaam en Zijn vergoten bloed, tot verzoening van de zonden der wereld, van Joden en niet-Joden, Luc. 22:19-20.
Klopt.Tot nu toe is alles een Joodse aangelegenheid. Ook het Pinksterfeest later is een Joodse aangelegenheid omdat er enkel Joden en Jodengenoten (proselieten) in Jeruzalem aanwezig waren bij de uitstorting van de Heilige Geest, Hand. 2:11. Pas veel later, bij de Romeinse hoofdman Cornelius, wordt tot de stomme verbazing van de gelovigen uit de besnijdenis en van Petrus zelf, ook op de heidenen de Heilige Geest uitgestort, Hand. 10:44-47.
Vanaf dat moment worden niet-Joden toegevoegd aan de kring van hen die behouden worden. Ze worden als vreemde loten ingeënt op de oude wortel, op het nieuwe verbond met Israël, Rom. 11:24.
Hier klopt niet veel meer van. Het is “hun” verbond. Van wie dan? Toch niet van de ongelovige joden, want dat zijn afgebroken takken.Paulus waarschuwde toen al de heiden-gelovigen: niet jullie dragen de wortel, de wortel draagt jullie, Rom. 11:18. Het is hun verbond waar jullie in Gods genade nu mede deel aan mogen krijgen. En straks gaat God precies doen wat Hij al bij monde van de profeet Jeremia gezegd heeft. Wanneer Zijn genadewerk onder de heidenen voltooid is, gaat Hij gans Israël behouden. Dan zal de Verlosser uit Sion (het hemels Jeruzalem), tot tot Sion (het aardse Jeruzalem) komen en zal Hij zelf de goddeloosheden van Jacob afwenden en hun zonden wegnemen, Rom. 11: 25-27. Als heiden-gelovigen moeten wij dus blij zijn dat God tijdelijk en gedeeltelijk Zijn eigen Joodse volk terzijde heeft geschoven, zodat wij erbij konden komen. Maar straks gaat Hij verder met Israël, omdat Hij trouw is aan Zichzelf en aan Zijn verbond(en), Rom. 11:19-20.
Als Gods genadewerk onder de heidenen voltooid zal zijn, zal het einde komen! Israël heeft zijn tijd gehad, maar heeft de tijd van zijn bezoeking niet bekend (Luc. 19:44). Er komt niet nóg eens een heilstijd, wij leven in de laatste ure.
God heeft Zijn eigen volk helemaal niet terzijde geschoven. Paulus zegt juist: “Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre! (…) Maar er is in dezen tegenwoordige tijd (de tijd vóór de verwoesting van Jeruzalem, maar ook nu nog) een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.” Juist uit dit laatste blijkt dat God trouw is aan Zijn verbond. Het gaat Hem om het ‘ware Israël’. Het gaat hem om het ware Godsvolk, dat “Hij geroepen heeft, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen” (Rom. 9: 24).
God gedenkt aan Zijn verbondsvolk. Maar de grote vraag is: wat ís Zijn verbondsvolk. Dat is niet (meer) het nationale Israël. God heeft geen twee volken, dat lees ik nergens in de Bijbel. De gemeente is het volk van God, de gemeente uit Jood en heiden!Een ieder die beweert dat God zijn verbondsvolk niet zal herdenken, en zoals Paulus schrijft; hen terug zal brengen, verklaart God als iemand die zich niet houdt aan zijn eigen verbond.
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Afgewezen,
Hoe jij aan die wonderlijke uitleg komt weet ik niet. Ik lees in Jeremia 31 dat de Heere met het huis van Juda en met het huis van Israël een nieuw verbond zal maken. Dat is duidelijke taal, daar is geen woord Frans bij, dat behoeft geen verdere uitleg. Deze tekst wordt geciteerd in Hebr. 8:8.
Hoe jammer je het vindt, we kunnen nergens lezen dat er en verbond met de kerk of zo is gesloten.
Alles kunnen we al lezen in Genesis. De Heere sluit een verbond met Abram en in hem zulllen alle geslachten gezegend worden. Gezegend worden degenen die Israël zegenen en vervloekt die hen vervloeken.
Er komt bij dat Jezus de discipelen uitzond tot de verloren schapen van het huis van Israël en Sabra heeft het helemaal goed dat pas in Hand. 10 er voor de eerste keer sprake is dat de blijde boodschap van het Evangelie naar een heiden ging. Petrus moest door middel van een gezicht van de reine en onreine dieren daartoe ingewonnen worden
Hoe jij aan die wonderlijke uitleg komt weet ik niet. Ik lees in Jeremia 31 dat de Heere met het huis van Juda en met het huis van Israël een nieuw verbond zal maken. Dat is duidelijke taal, daar is geen woord Frans bij, dat behoeft geen verdere uitleg. Deze tekst wordt geciteerd in Hebr. 8:8.
Hoe jammer je het vindt, we kunnen nergens lezen dat er en verbond met de kerk of zo is gesloten.
Alles kunnen we al lezen in Genesis. De Heere sluit een verbond met Abram en in hem zulllen alle geslachten gezegend worden. Gezegend worden degenen die Israël zegenen en vervloekt die hen vervloeken.
Er komt bij dat Jezus de discipelen uitzond tot de verloren schapen van het huis van Israël en Sabra heeft het helemaal goed dat pas in Hand. 10 er voor de eerste keer sprake is dat de blijde boodschap van het Evangelie naar een heiden ging. Petrus moest door middel van een gezicht van de reine en onreine dieren daartoe ingewonnen worden
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Een ieder... Iedereen uit Israël? Dat staat er niet bij.Oorspronkelijk gepost door Toeschouwer
Ik vergeet nog wat.
In Joh. 6 spreekt de Heere Jezus tot Israël, daar spreekt Hij niet tot de heidenen, die komen nog niet aan bod. Jij vermengt dat Afgewezen.
Jezus is gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël. We moeten dat laten staan en er geen rommeltje van maken
En al zouden de heidenen er pas in Openb. 22 bij gekomen zijn, ze HOREN ERBIJ. En als ze erbij horen, horen ze er ook echt bij. Niet half, niet voor spek en bonen, nee, helemaal. Mede-erfgenaam van de belofte.
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Afgewezen,
Ik vind dat jij een vreemde manier van redeneren hebt. Jij opent een topic over "Of Israël nog een verbondvolk is".
Dan begin je opeens over geloven want in Joh. 6:45 staat volgens jou dan dat het verbond is uitgebreid tot de heidenen. Ik lees dat nergens. Voor alle duidelijkheid wil je dan hier op antwoorden. Als Jezus zegt dat de discipelen alleen moesten gaan tot de verloren schapen van het huis Israëls en niet op de weg van de heidenen (Matth. 10:5,6) bedoelt Jezus dan in Joh. 6 wat anders? Lees dan maar eens Joh. 6:49. Tot wie spreekt Jezus eigenlijk? Je moet goed lezen.
Ik vind dat jij een vreemde manier van redeneren hebt. Jij opent een topic over "Of Israël nog een verbondvolk is".
Dan begin je opeens over geloven want in Joh. 6:45 staat volgens jou dan dat het verbond is uitgebreid tot de heidenen. Ik lees dat nergens. Voor alle duidelijkheid wil je dan hier op antwoorden. Als Jezus zegt dat de discipelen alleen moesten gaan tot de verloren schapen van het huis Israëls en niet op de weg van de heidenen (Matth. 10:5,6) bedoelt Jezus dan in Joh. 6 wat anders? Lees dan maar eens Joh. 6:49. Tot wie spreekt Jezus eigenlijk? Je moet goed lezen.
Afgewezen?
Wat doet Dr C vd Waal (in de sloot) met Rom. 11:11?
Zo zeg ik dan: Hebben zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar door hun val is de zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken.
Ik geloof niet dat er volksmatig ooit jaloersheid geweest is. Integendeel.
Wat doet Dr C vd Waal (in de sloot) met Rom. 11:11?
Zo zeg ik dan: Hebben zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar door hun val is de zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken.
Ik geloof niet dat er volksmatig ooit jaloersheid geweest is. Integendeel.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Ik ga er gemakshalve even van uit dat jij Joden die niet in Jezus geloven beschouwt als ongelovige Joden.Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Hier klopt niet veel meer van. Het is “hun” verbond. Van wie dan? Toch niet van de ongelovige joden, want dat zijn afgebroken takken.
Als Gods genadewerk onder de heidenen voltooid zal zijn, zal het einde komen! Israël heeft zijn tijd gehad, maar heeft de tijd van zijn bezoeking niet bekend (Luc. 19:44). Er komt niet nóg eens een heilstijd, wij leven in de laatste ure.
God heeft Zijn eigen volk helemaal niet terzijde geschoven. Paulus zegt juist: “Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre! (…) Maar er is in dezen tegenwoordige tijd (de tijd vóór de verwoesting van Jeruzalem, maar ook nu nog) een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.” Juist uit dit laatste blijkt dat God trouw is aan Zijn verbond. Het gaat Hem om het ‘ware Israël’. Het gaat hem om het ware Godsvolk, dat “Hij geroepen heeft, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen” (Rom. 9: 24).
Ik begin met een voorbeeld, uit een lezing over de positie van Israël:
In de Tweede Wereldoorlog wer een groep Joodse kinderen die de Poolse bossen in getransporteerd, waar een grote kuil was gegraven en waar de faciliteiten waren getroffen om hen te executeren. Een jongetje wist ongemerkt te ontsnappen en hij hoorde en zag van enige afstand dat de rabbijn na toestemming een lied zong met de andere kinderen: 'De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niets', en de rest van psalm 23.
Mij ontbreekt niets, want de Here is mijn Herder. Geen van de kinderen, noch de rabbijn wist van, of geloofde in de Here Jezus als de Goede Herder. Maar zo gingen zij wel de dood in, met de woorden van hun eigen psalmen, iets wat vaak wordt vergeten; het zijn Israëls psalmen, en geen christelijke liederen. Met de woorden van de eeuwige God die Zijn woorden aan Israël heeft geopenbaard gingen deze mensen de eeuwigheid in. Joden kennen God, en God kent de Joden, Zijn volk, Zijn eerstgeboren zoon, Exodus 4:23.
Zijn deze kinderen nu behouden? Of zijn ze voor eeuwig verloren omdat ze Jezus niet kenden? Kunnen wij hier een oordeel over uitspreken? Het oordeel is een zaak van God, en bij Hem is dit oordeel veilig. Vrome Joden kennen God, en dat wordt door christenen weleens vergeten. Wij, van oorsprong heidenen hebben door de bijbel die God aan Israël heeft geopenbaard (dus zowel het eerste als het tweede testament) en door Jezus, deze enige God, de Schepper, de God van Abraham, Isaak en Jacob, de Vader van van de Here Jezus, Hem mogen leren kennen, leren aanbidden en lofprijzen. Hoe God over Zijn volk in de eeuwigheid beslist, is Zijn zaak. Zijn toorn gaat niet enkel over de wereld, maar ook over Israël heen, het blijft Zijn eerstgeboren zoon waarover Hij beslist. Of komt dat oordeel ons wel toe?
Zijn heidenen die God op grond van Zijn werken in de schepping als God vereerden, en die op grond van hun geweten met het ingeschapen besef van goed en kwaad hebben getracht te leven voor eeuwig verloren omdat ze Jezus niet kenden? Het oordeel van God heeft te maken met wat mensen van Hem wisten. Paulus schrijft hierover in de brief aan de Romeinen, Rom. 2:12-16.
Wanneer je God niet geëerd hebt als de Schepper, als je bewust tegen je geweten in handelde, als je als Jood de Thora terzijde schoof, als je de verkondiging die tot ons persoonlijk gericht werd de rug toekeerde, dan heb je geen verontschuldigingen. Dan moeten je, we het ergste verzen, Rom. 1: 18-32. Maar het oordeel blijft Gods zaak, Rom. 1: 1-11 en Rom. 12:17-21.
]
Hier wordt de tweewegenleer gesuggereerd. Het is kennelijk belangrijker dat je Israëlitisch bloed in je aderen hebt vloeien, dan dat je Jezus verwerpt!Oorspronkelijk gepost door Sabra
Ik ga er gemakshalve even van uit dat jij Joden die niet in Jezus geloven beschouwt als ongelovige Joden.
Ik begin met een voorbeeld, uit een lezing over de positie van Israël:
In de Tweede Wereldoorlog wer een groep Joodse kinderen die de Poolse bossen in getransporteerd, waar een grote kuil was gegraven en waar de faciliteiten waren getroffen om hen te executeren. Een jongetje wist ongemerkt te ontsnappen en hij hoorde en zag van enige afstand dat de rabbijn na toestemming een lied zong met de andere kinderen: 'De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niets', en de rest van psalm 23.
Mij ontbreekt niets, want de Here is mijn Herder. Geen van de kinderen, noch de rabbijn wist van, of geloofde in de Here Jezus als de Goede Herder. Maar zo gingen zij wel de dood in, met de woorden van hun eigen psalmen, iets wat vaak wordt vergeten; het zijn Israëls psalmen, en geen christelijke liederen. Met de woorden van de eeuwige God die Zijn woorden aan Israël heeft geopenbaard gingen deze mensen de eeuwigheid in. Joden kennen God, en God kent de Joden, Zijn volk, Zijn eerstgeboren zoon, Exodus 4:23.
Zijn deze kinderen nu behouden? Of zijn ze voor eeuwig verloren omdat ze Jezus niet kenden? Kunnen wij hier een oordeel over uitspreken? Het oordeel is een zaak van God, en bij Hem is dit oordeel veilig. Vrome Joden kennen God, en dat wordt door christenen weleens vergeten. Wij, van oorsprong heidenen hebben door de bijbel die God aan Israël heeft geopenbaard (dus zowel het eerste als het tweede testament) en door Jezus, deze enige God, de Schepper, de God van Abraham, Isaak en Jacob, de Vader van van de Here Jezus, Hem mogen leren kennen, leren aanbidden en lofprijzen. Hoe God over Zijn volk in de eeuwigheid beslist, is Zijn zaak. Zijn toorn gaat niet enkel over de wereld, maar ook over Israël heen, het blijft Zijn eerstgeboren zoon waarover Hij beslist. Of komt dat oordeel ons wel toe?
Zijn heidenen die God op grond van Zijn werken in de schepping als God vereerden, en die op grond van hun geweten met het ingeschapen besef van goed en kwaad hebben getracht te leven voor eeuwig verloren omdat ze Jezus niet kenden? Het oordeel van God heeft te maken met wat mensen van Hem wisten. Paulus schrijft hierover in de brief aan de Romeinen, Rom. 2:12-16.
Wanneer je God niet geëerd hebt als de Schepper, als je bewust tegen je geweten in handelde, als je als Jood de Thora terzijde schoof, als je de verkondiging die tot ons persoonlijk gericht werd de rug toekeerde, dan heb je geen verontschuldigingen. Dan moeten je, we het ergste verzen, Rom. 1: 18-32. Maar het oordeel blijft Gods zaak, Rom. 1: 1-11 en Rom. 12:17-21.
[Aangepast op 1/9/05 door Afgewezen]
Zie vs. 14. Paulus probeert ‘enigen’ uit Israël te behouden, hij denkt dus niet volksmatig.Afgewezen?
Wat doet Dr C vd Waal (….) met Rom. 11:11?
Zo zeg ik dan: Hebben zij gestruikeld, opdat zij vallen zouden? Dat zij verre; maar door hun val is de zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken.
Ik geloof niet dat er volksmatig ooit jaloersheid geweest is. Integendeel.
Zie Matth. 21:43: “Daarom zeg Ik ulieden, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden en een volk gegeven, dat zijn vruchten voortbrengt.” Je kunt natuurlijk dat woord ‘volk’ proberen een andere betekenis te geven, maar dan moet je wel flink je best doen.Waarom zou Israël nu geen verbondsvolk meer zijn? Is die bijbels belofte bij een of andere gelegenheid komen te vervallen? Toch niet bij het zendingsbevel dacht ik ofzo...???
Zie ook Rom. 9: 6. “Want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn.” Binnen Israël ging het om het ware, het gelovige Israël. Dát Israël, aangevuld met de gelovigen uit de heidenen, is het ware, het nieuwe Israël. Dat de gemeente Gods volk is, lezen we in
1 Petr. 3:9 en 10.
Zie ook Rom. 9:25: “Ik zal hetgeen Mijn volk niet was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde.” Deze profetie komt uit Hosea 1:10, en daar slaat zij op het tienstammenrijk. Opvallend dat Paulus deze profetie nu betrekt op de volkeren.
Tot wie Jezus spreekt? Dat lijkt me nogal duidelijk. Maar de vraag is: óver wie spreekt Jezus hier? Over állen die in Hem zullen geloven.Voor alle duidelijkheid wil je dan hier op antwoorden. Als Jezus zegt dat de discipelen alleen moesten gaan tot de verloren schapen van het huis Israëls en niet op de weg van de heidenen (Matth. 10:5,6) bedoelt Jezus dan in Joh. 6 wat anders? Lees dan maar eens Joh. 6:49. Tot wie spreekt Jezus eigenlijk? Je moet goed lezen.
Trouwens, de Heere Jezus heeft Zelf de opdracht aan de discipelen gegeven: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken (…), lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.” Zou dan het onderwijs van Jezus daarbuiten vallen?
Dat Jezus gezonden was tot de verloren schapen van het huis Israëls, gold dus tót Zijn hemelvaart.
Hoe kun je iemand verwerpen die je niet kent? Blijkbaar is vind jij het nogal onrechtvaardig van God dat Hij mensen tot Zich neemt die Jezus niet kennen als hun Messias.
Daarnaast aanbidden wij als christenen de God van de Joden, dat wordt nogal vaak vergeten door mensen. Ons hele geloof is gebaseerd op het Joodse geloof, het is zelfs zo sterk doorgedrongen in onze levens dat wij zelfs trachten de Joodse wet na te leven, althans de orthodoxen onder ons.
Daarnaast aanbidden wij als christenen de God van de Joden, dat wordt nogal vaak vergeten door mensen. Ons hele geloof is gebaseerd op het Joodse geloof, het is zelfs zo sterk doorgedrongen in onze levens dat wij zelfs trachten de Joodse wet na te leven, althans de orthodoxen onder ons.
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47