Een veelbesproken onderwerp. Maar ik kon even geen topic vinden waarin dit on-topic besproken werd.
Het volgende las ik van A Brakel. Zou A Brakel dan ook een praktische remonstrant genoemd worden? (De term die ik vanuit bepaalde hoek van de Ger.Gezindte nog wel eens hoor over mensen die wedergeboorte en geloof niet willen scheiden) Het is mij niet bekend of er reserves bestaan tegen A Brakel? De Redelijke Godsdienst is (mag ik hopen) toch wel algemeen geaccepteerd??
Lees eens mee:
Wat een goudmijn, die Redelijke Godsdienst. Een zeldzaam evenwicht.Vóór de eerste daad des geloofs is de mens dood, hoe vele voorbereiden de bewegingen hij ook mocht ontvangen hebben. Als wij voorbereiding stellen, zo weet, dat wij daardoor niet verstaan beginselen des levens, verre van daar; in alle de voorbereidingen is en blijft de mens dood, en zijn daden kunnen God niet behagen, hoe deugdzaam dat ze schijnen.
Het eerste beginseltje des levens ontvangt hij met de eerste daad des geloofs, geloof en leven zijn in de tijd gelijk, maar in de orde gaat het geloof voor, als een oorsprong des levens; want daar is geen leven dan in de vereniging met Christus, die hun Leven is, en het geloof is het middel van vereniging met Christus. Waaruit blijkt de dwaasheid
dergenen, die eerst verloochening, die éérst heiligheid zoeken; deze stellen zich in het uiterste gevaar om nooit wedergeboren te worden.
XIII. Zo iemand mij vraagt: waaraan bij zijn eerste begin van wedergeboorte zal
kennen?
Ik antwoord: van de eerste daad des geloofs.
Vraagt men verder: wanneer men de eerste daad des geloofs oefent, en of men de tijd niet moet of kan weten?
Ik antwoord: men behoeft die tijd niet te weten, en men kan hem ook niet vast weten.
Begint men van de eerste heftige overtuiging, men had toen, naar alle waarschijnlijkheid, het geloof nog niet; begint men het geloof van de eerste daad des geloofs, die men met bewustzijn en bijzondere hartelijkheid deed, zo rekent men telaat, want naar alle waarschijnlijkheid had men het geloof al te voren; zodat ik acht, dat men de nette tijd van het begin des geloofs en der wedergeboorte niet of zeer zelden weten kan. Ook is het niet nodig zulks te weten, 't is genoeg, als men op goede gronden uit het Woord Gods en uit goede kennis van zijn hart en daden besluiten kan, dat men gelooft en wedergeboren is, waarvan wij in het vervolg zullen spreken.
Men moet niet menen, dat iedere daad zo op elkander en op zo een orde na elkaar in de ziel komt en volgt, als wij ze hier beschreven hebben. Neen, wij kunnen het niet tegelijk zeggen, en daarom moeten wij het een na het andere stellen. Maar al de bovengeschreven bewegingen werken dikwijls in de ziel door elkander; nu komt het een meest op het hart, dan het andere, en soms alle in éne oefening. Zodat niemand ook over de orde zwarigheid moet maken, of in het terugzien hoe bij werkzaam geweest is, of in het beginnen. En ofschoon niemand door een andere weg geleid wordt, als ik hier in deze vierde aanmerking voorgesteld heb, die bekommere zich daardoor ook niet; des Heeren handelingen zijn wonder verschillend.
Ook heb ik ze niet alle hier terneer gesteld. Ik heb sommige met voordacht verzwegen, omdat ze geheel buitengewoon zijn, doch wél door en naar het Woord. En ikzelf zou ze kwalijk geloofd hebben, had ik zulke zielen zelf niet behandeld. Deze gestelde zijn genoeg, en ik zeg dit laatste alleen om een ziel niet te ontrusten, die op een buitengewone wijze overgebracht mocht zijn geworden, als het maar door het Woord geschied is, 't zij dat zij redelijk onderscheiden kennis had van de gronden der waarheid, 't zij dat zijn kennis zeer verward, duister, algemeen en maar van horen prediken, of horen vertellen van iemand was, als hij maar van Christus en Zijn lijden en sterven gehoord heeft, dat noem ik ook door het Woord; want Christus wordt alleen in het Woord geopenbaard. Zodat hij geen uitdrukkelijke Schriftuurplaats behoeft in 't oog gehad te hebben.