tongentaal
tongentaal
Dit onderwerp kwam ik ook tegen tijdens de discussie die plaats vind bij het onderwerp over Evangelische gemeente.
Hoe kijken wij hier tegen aan? Kunnen we onze mening bijbels funderen? Of wijze we alleen maar op de historie? Een zwakke basis of niet?
Net zoals bij genezing heb ik over dit onderwerp ook een duidelijke mening. Deze is zeker verdiept bij een discussie met anders-denkende! Eens kijken of we iets kunnen leren van deze discussie!
Kom op mensen laat je mening weten en natuurlijk ook aangeven waar deze op is gefundeerd!
Hoe kijken wij hier tegen aan? Kunnen we onze mening bijbels funderen? Of wijze we alleen maar op de historie? Een zwakke basis of niet?
Net zoals bij genezing heb ik over dit onderwerp ook een duidelijke mening. Deze is zeker verdiept bij een discussie met anders-denkende! Eens kijken of we iets kunnen leren van deze discussie!
Kom op mensen laat je mening weten en natuurlijk ook aangeven waar deze op is gefundeerd!
Charismatische en pinkster gemeentes zijn voor het gebruik van "tongentaal", maar de rest van de evangelische gemeentes niet. Dat mag wel duidelijk wezen. Het is dus niet "evangelisch" om in tongentaal te spreken. Ten minste als het gaat over onverstaanbare klanken die in het gebed gebruikt worden, prive en in de samenkomst.
Beste mensen,
in een eerdere discussie heb ik dit geplaatst. Het past hier denk ik nog veel beter thuis.
---
Nog over de geestelijke genadegaven. In de Bijbel zie ik mensen in tongen spreken waar het niet wordt uitgelegd. Het spreken in nieuwe tongen is de belofte van Jezus voor Zijn discipelen: Markus 16:17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuw tongen zullen zij spreken. Meerdere keren in Handelingen komt deze belofte terug (Hand 2, Hand.10, Hand.19) en voorzover ik het kan zien zonder vertolking.
In Corinthe zien we een rommelige gemeentepraktijk, waar we Paulus terecht orde zien scheppen. Toch is Paulus er zeker niet tegen, hij zegt zelfs in 1 Corinthe 14:5: Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraak… En hij zegt van zichzelf: 1 Corinthe 14:18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek.
Waarom? Omdat het een geestelijke taal is, die je rechtstreeks tot de Here God richt: 1 Cor. 14:2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. Het is dus de meest zuivere taal! Het sticht de mens daarom ook: 1 Cor.14: 4 Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf…
Maar, het is een taal die de gemeente in zijn totaliteit niet lijkt te stichten, als er geen vertolking is! De stichting van de gemeente, daar gaat het om als broeders en zusters bij elkaar komen: 1 Cor.14:12 Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente!!! Dan is de gave van profetie (spreken namens God) een veel hogere gave, zegt Paulus! Daarom kan je het beter maar stil voor jezelf en God doen, als er geen vertolking is: 1 Cor. 14:28 Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken.
Maar Paulus is zeker niet tegen het spreken in tongen (vers 39). Spreken of zingen in tongen is een geweldige gaven van de Heer!
in een eerdere discussie heb ik dit geplaatst. Het past hier denk ik nog veel beter thuis.
---
Nog over de geestelijke genadegaven. In de Bijbel zie ik mensen in tongen spreken waar het niet wordt uitgelegd. Het spreken in nieuwe tongen is de belofte van Jezus voor Zijn discipelen: Markus 16:17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuw tongen zullen zij spreken. Meerdere keren in Handelingen komt deze belofte terug (Hand 2, Hand.10, Hand.19) en voorzover ik het kan zien zonder vertolking.
In Corinthe zien we een rommelige gemeentepraktijk, waar we Paulus terecht orde zien scheppen. Toch is Paulus er zeker niet tegen, hij zegt zelfs in 1 Corinthe 14:5: Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraak… En hij zegt van zichzelf: 1 Corinthe 14:18 Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek.
Waarom? Omdat het een geestelijke taal is, die je rechtstreeks tot de Here God richt: 1 Cor. 14:2 Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. Het is dus de meest zuivere taal! Het sticht de mens daarom ook: 1 Cor.14: 4 Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf…
Maar, het is een taal die de gemeente in zijn totaliteit niet lijkt te stichten, als er geen vertolking is! De stichting van de gemeente, daar gaat het om als broeders en zusters bij elkaar komen: 1 Cor.14:12 Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente!!! Dan is de gave van profetie (spreken namens God) een veel hogere gave, zegt Paulus! Daarom kan je het beter maar stil voor jezelf en God doen, als er geen vertolking is: 1 Cor. 14:28 Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken.
Maar Paulus is zeker niet tegen het spreken in tongen (vers 39). Spreken of zingen in tongen is een geweldige gaven van de Heer!
Christen ik ben het volstrekt niet met je eens. Een erg makkelijke redenatie maar laten we eens verder kijken en hierbij ook de grondtaal gebruiken!
Het citaat hieronder komt uit het boek 'Leer en Leven' van Cammeraat en gaat gelukkig dieper dan het oppervlakig kijken! Lees maar eens!
GLOSSOLALIE EN TONGENTAAL: Vrijwel alle exegeten tot aan de twintigste eeuw vatten het spreken in tongen op als het spreken in een bestaande taal. Heel de Oude Kerk, die het verschijnsel zelf nog meegemaakt heeft(!), en heel de Reformatie zijn wat dit betreft unaniem in hun oordeel. Pas in de twintigste eeuw is men, onder invloed van het op glossolalie gelijkend verschijnsel van tongentaal, schoorvoetend geneigd het op te vatten als een niet bestaande taal.
De eerste die tongentaal introduceert in de eredienst, is Edward Irving (1792-1834), de stichter van de Katholiek-Apostolische Kerk. Vooral door de Pinksterbeweging en de Charismatische Beweging is tongentaal in de twintigste eeuw gemeengoed geworden van de kerk!
De grote vraag is echter of het huidige verschijnsel hetzelfde is als wat zich voordeed in de eerste eeuw. Dat lijkt niet het geval te zijn! Om misverstand te voorkomen noemen we het autenthieke wonder glossolalie of (ver)taalgave en het andere verschijnsel tongentaal.
Glossolalie, het spreken in en/og het vertalen van vreemde, bestaande talen, is een bijzondere gaven van de Heilige Geest. Tongentaal, het spreken in onverstaanbare, vreemde nietszeggende klanken, is dat niet.
De argumenten voor deze stellingname zijn de volgende:
- Het Nieuwe Testament kent maar 1 woord voor 'taal', namelijk 'glossa'. Daarmee wordt steeds een werkelijke bestaande taal bedoeld en geen mysterieus gebrabbel. Als bij tongentaal een andersoortige dan een gewone spreektaal bedoeld zou zijn, zou de Heilig Geest, als de Gever van alle taal daarvoor zeker een ander woord ter onderscheiding hebben gegeven.
- Hetzelfde geld voor de 'uitlegger' van de glossolalie, waarvoor het gewone woord 'hermeneut', dat 'vertaler' of 'tolk' betekent, gebruikt wordt. Een bestaande taal is te vertalen, een niet bestaande taal niet. Juist het gegeven dat Paulus hier spreekt over een uitlegger, maakt duidelijk dat hier glossolalie wordt bedoeld: die is uit te leggen, tongentaal niet.
- Handelingen 2, waar glossolalie voor het eerst duidelijk en alleen voorkomt als het spreken in een bestaande taal, bepaalt de exegese van 1 Kor.12 en 14. Onduidelijke teksten dienen door vergelijking met duidelijke uitgelegd te worden.
- Van de gebeurtenis in Cesarea (Hand.10:44 t/m 47), de tweede plaats waar glossolalie voorkomt, zegt Paulus tegen zijn argwanende mede-apostelen: "Indien dan God hun evengelijke (niet soortgelijke, maat dezelfde) gave gegeven heeft als ook ons...(Hand. 11:17)". Het is hetzelfde talenwonder als zich op de Pinksterdag voordeed.
- Alle wonderen en tekenen zijn controleerbaar. De oor- en ooggetuigen functioneren als betrouwbare getuigen. Glossolalie is volkomen betrouwbaar. De Geest der waarheid is door elke gelovige te onderscheiden. Het kan als bestaande taal geverifieerd woorden door 2, 3 of meer getuigen. Tongentaal daarentegen is oncontroleerbaar en daardoor volstrekt onberouwbaar. Niemand kan verifieren of de uitlegger de waarheid spreekt. Proefnemingen in dezen wijzen uit dat het gewoon onzin is wat er gezegd wordt. Verschillende uitleggers geveb totaal tegenstrijdige vertolkingen van hetzelfde praatje in tongentaal. Het is niet(s) meer dan bedrog.
-Glossolalie heet hoge betekenis. Het houdt de belofte in dat het Evangelie in alle bestaande talen en dialecten verkondigd zal worden onder alle volken. Tongentaal is nog erger dan de Babelse spraakverwarring. Toen verstonden tenminste de mensen die door ingeven van de Heilige Geest dezelfde taal spraken, elkaar nog, maar bij tongentaal verstaat de spreker zichzelf niet eens. Tongentaal heeft gaan enkele betekenis en is volstrekt nutteloos. Er is geen zinnig nems die enig touw kan vastknoppen aan de zin van het spreken in onverstaanbare klanken. Als God spreekt, spreekt Hij verstaanbaar en geen abracadabra.
- Glossolalie is bedoeld als begeleidend en ondersteunend wonderteken bij de verkondiging van het Evangelie aan ongelovigen. Nergens vervult tongentaal deze authentieke functie. Het wordt uitsluitend gezien als een persoonlijk bewijs dat men een geestesdoop ontvangen heeft. Het heeft een totaal andere functie gekregen. Het is geen ondersteuning van het Woord, dat geloofd moet worden, boven alle zintuigelijke ervaring. Tongentaal wil boven het Woord uitgaan: het is een zintuigelijke ervaring en als zodaning niet geestelijk (in overeenkomstig met het Woord van de Heilige Geest), maar louter vleselijk. Het is "eigenwillige godsdienst (...) tot verzadiging van het vlees (Kol.2:23)". Het leidt tot een vertrouwen op de ervaring, buiten het Woord om. Een onschriftuulijke vorm van 'bevinding'.
- Paulus maakt duidelijk dat glossolalie niet in de eredienst thuishoort (1 Kor.14). Tongentaal wordt met name gepraktizeerd in de eredienst, vrijwel altijd zonder uitleg.
- Het is mogelijk voor een en dezelfde persoon vele vreemde talen te spreken (1 Kor.14:18). Als we dit toepassen op tongentaal, dat tach al een onbekende 'taal' is, vraag je je af waar dat goed voor is;
- Als Paulus zich beroept op Jesaja, door wiens mond God Zijn volk dreigt in een vreemde taal toe te spreken, is het ook een bestaande taal, namelijk het Assyrisch (Jes.28:11 en 1 Kor.14:21 en 22).
- De Heere Jezus, Die alle gaven van de Heilige Geest volmaakt bezit en op aarde beoefend, sprak niet in tongen. Maar ook niet in vreemde talen. Dat was ook niet nodig, want Hij was, naar eigen zeggen, allen gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israel. Daarvoor was het voldoende 1 taal te spreken.
- Glossolalie is iets heel bijzonders. Het kunnen spreken in en het kunnen vertalen van een vreemde, niet aangeleerde taal is menselijk gesproken onmogelijk. Het is een groot wonder van God. Tongentaal daarentegen is niets bijzonders. Het is een universeel verschijnsel. Het komt voor in alle religies van niet-christelijke tot christelijke, en daarbuiten. Het heeft niets specifieks christelijk. Het is gewoon een mogelijkheid van de menselijke geest in trance of geestvervoering vreemde klanken uit te slaan. Het kan demonisch zijn!
Voorzover tongentaal voorkomt in de geschiedenis van de christelijke kerk van ca. 100-1900, is dat het geval in buitenkerkelijke, ketterse groepen. Het komt sporadisch voor. De extatische razernij van het Montanisme in de tweede eeuw - zoals de kerkvaders het plegen te noemen - is berucht. De kerk heeft het altijd veroordeeld. Het gaf steeds en het geeft weer grote problemen in het gemeentelven. Hoe kan het ook anders als de geboden van de Heerde in dezen niet in acht worden genomen. De tongentaal functioneert nu totaal anders dan de bedoeling geweest is van de Bijbelse glossolalie
Einde citaat
Lijk me duidelijk!
Groetjes,
Kridje
Het citaat hieronder komt uit het boek 'Leer en Leven' van Cammeraat en gaat gelukkig dieper dan het oppervlakig kijken! Lees maar eens!
GLOSSOLALIE EN TONGENTAAL: Vrijwel alle exegeten tot aan de twintigste eeuw vatten het spreken in tongen op als het spreken in een bestaande taal. Heel de Oude Kerk, die het verschijnsel zelf nog meegemaakt heeft(!), en heel de Reformatie zijn wat dit betreft unaniem in hun oordeel. Pas in de twintigste eeuw is men, onder invloed van het op glossolalie gelijkend verschijnsel van tongentaal, schoorvoetend geneigd het op te vatten als een niet bestaande taal.
De eerste die tongentaal introduceert in de eredienst, is Edward Irving (1792-1834), de stichter van de Katholiek-Apostolische Kerk. Vooral door de Pinksterbeweging en de Charismatische Beweging is tongentaal in de twintigste eeuw gemeengoed geworden van de kerk!
De grote vraag is echter of het huidige verschijnsel hetzelfde is als wat zich voordeed in de eerste eeuw. Dat lijkt niet het geval te zijn! Om misverstand te voorkomen noemen we het autenthieke wonder glossolalie of (ver)taalgave en het andere verschijnsel tongentaal.
Glossolalie, het spreken in en/og het vertalen van vreemde, bestaande talen, is een bijzondere gaven van de Heilige Geest. Tongentaal, het spreken in onverstaanbare, vreemde nietszeggende klanken, is dat niet.
De argumenten voor deze stellingname zijn de volgende:
- Het Nieuwe Testament kent maar 1 woord voor 'taal', namelijk 'glossa'. Daarmee wordt steeds een werkelijke bestaande taal bedoeld en geen mysterieus gebrabbel. Als bij tongentaal een andersoortige dan een gewone spreektaal bedoeld zou zijn, zou de Heilig Geest, als de Gever van alle taal daarvoor zeker een ander woord ter onderscheiding hebben gegeven.
- Hetzelfde geld voor de 'uitlegger' van de glossolalie, waarvoor het gewone woord 'hermeneut', dat 'vertaler' of 'tolk' betekent, gebruikt wordt. Een bestaande taal is te vertalen, een niet bestaande taal niet. Juist het gegeven dat Paulus hier spreekt over een uitlegger, maakt duidelijk dat hier glossolalie wordt bedoeld: die is uit te leggen, tongentaal niet.
- Handelingen 2, waar glossolalie voor het eerst duidelijk en alleen voorkomt als het spreken in een bestaande taal, bepaalt de exegese van 1 Kor.12 en 14. Onduidelijke teksten dienen door vergelijking met duidelijke uitgelegd te worden.
- Van de gebeurtenis in Cesarea (Hand.10:44 t/m 47), de tweede plaats waar glossolalie voorkomt, zegt Paulus tegen zijn argwanende mede-apostelen: "Indien dan God hun evengelijke (niet soortgelijke, maat dezelfde) gave gegeven heeft als ook ons...(Hand. 11:17)". Het is hetzelfde talenwonder als zich op de Pinksterdag voordeed.
- Alle wonderen en tekenen zijn controleerbaar. De oor- en ooggetuigen functioneren als betrouwbare getuigen. Glossolalie is volkomen betrouwbaar. De Geest der waarheid is door elke gelovige te onderscheiden. Het kan als bestaande taal geverifieerd woorden door 2, 3 of meer getuigen. Tongentaal daarentegen is oncontroleerbaar en daardoor volstrekt onberouwbaar. Niemand kan verifieren of de uitlegger de waarheid spreekt. Proefnemingen in dezen wijzen uit dat het gewoon onzin is wat er gezegd wordt. Verschillende uitleggers geveb totaal tegenstrijdige vertolkingen van hetzelfde praatje in tongentaal. Het is niet(s) meer dan bedrog.
-Glossolalie heet hoge betekenis. Het houdt de belofte in dat het Evangelie in alle bestaande talen en dialecten verkondigd zal worden onder alle volken. Tongentaal is nog erger dan de Babelse spraakverwarring. Toen verstonden tenminste de mensen die door ingeven van de Heilige Geest dezelfde taal spraken, elkaar nog, maar bij tongentaal verstaat de spreker zichzelf niet eens. Tongentaal heeft gaan enkele betekenis en is volstrekt nutteloos. Er is geen zinnig nems die enig touw kan vastknoppen aan de zin van het spreken in onverstaanbare klanken. Als God spreekt, spreekt Hij verstaanbaar en geen abracadabra.
- Glossolalie is bedoeld als begeleidend en ondersteunend wonderteken bij de verkondiging van het Evangelie aan ongelovigen. Nergens vervult tongentaal deze authentieke functie. Het wordt uitsluitend gezien als een persoonlijk bewijs dat men een geestesdoop ontvangen heeft. Het heeft een totaal andere functie gekregen. Het is geen ondersteuning van het Woord, dat geloofd moet worden, boven alle zintuigelijke ervaring. Tongentaal wil boven het Woord uitgaan: het is een zintuigelijke ervaring en als zodaning niet geestelijk (in overeenkomstig met het Woord van de Heilige Geest), maar louter vleselijk. Het is "eigenwillige godsdienst (...) tot verzadiging van het vlees (Kol.2:23)". Het leidt tot een vertrouwen op de ervaring, buiten het Woord om. Een onschriftuulijke vorm van 'bevinding'.
- Paulus maakt duidelijk dat glossolalie niet in de eredienst thuishoort (1 Kor.14). Tongentaal wordt met name gepraktizeerd in de eredienst, vrijwel altijd zonder uitleg.
- Het is mogelijk voor een en dezelfde persoon vele vreemde talen te spreken (1 Kor.14:18). Als we dit toepassen op tongentaal, dat tach al een onbekende 'taal' is, vraag je je af waar dat goed voor is;
- Als Paulus zich beroept op Jesaja, door wiens mond God Zijn volk dreigt in een vreemde taal toe te spreken, is het ook een bestaande taal, namelijk het Assyrisch (Jes.28:11 en 1 Kor.14:21 en 22).
- De Heere Jezus, Die alle gaven van de Heilige Geest volmaakt bezit en op aarde beoefend, sprak niet in tongen. Maar ook niet in vreemde talen. Dat was ook niet nodig, want Hij was, naar eigen zeggen, allen gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israel. Daarvoor was het voldoende 1 taal te spreken.
- Glossolalie is iets heel bijzonders. Het kunnen spreken in en het kunnen vertalen van een vreemde, niet aangeleerde taal is menselijk gesproken onmogelijk. Het is een groot wonder van God. Tongentaal daarentegen is niets bijzonders. Het is een universeel verschijnsel. Het komt voor in alle religies van niet-christelijke tot christelijke, en daarbuiten. Het heeft niets specifieks christelijk. Het is gewoon een mogelijkheid van de menselijke geest in trance of geestvervoering vreemde klanken uit te slaan. Het kan demonisch zijn!
Voorzover tongentaal voorkomt in de geschiedenis van de christelijke kerk van ca. 100-1900, is dat het geval in buitenkerkelijke, ketterse groepen. Het komt sporadisch voor. De extatische razernij van het Montanisme in de tweede eeuw - zoals de kerkvaders het plegen te noemen - is berucht. De kerk heeft het altijd veroordeeld. Het gaf steeds en het geeft weer grote problemen in het gemeentelven. Hoe kan het ook anders als de geboden van de Heerde in dezen niet in acht worden genomen. De tongentaal functioneert nu totaal anders dan de bedoeling geweest is van de Bijbelse glossolalie
Einde citaat
Lijk me duidelijk!
Groetjes,
Kridje
Nog een kleine toevoeging uit hetzelfde boek!
En ga nu alstublieft niet zeuren over dat het een citaat is uit een boek en niet uit de bijbel. Het is een bijbelgetrouw citaat die 100% schrift-tuurlijk wil zijn!
[Veranderd op 13/5/02 door Admin]
Code: Selecteer alles
In 1 Kor.13:8 laat Paulus duidelijk doorklinken dat de bijzondere Geestesgaven zullen ophouden.
Na de apostolische tijd zijn de gave ook verdwenen.
We kunnen dan wel zeggen dat we niet naar de geschiedenis moeten kijken.
Maar dat is onzin want als Nederlandse bevolking kunnen we veel leren van onze geschiedenis.
Zo kunnen we ook veel van de kerkgeschiedenis leren.
[Veranderd op 13/5/02 door Admin]
Een vraag en een toevoeging.
Inderdaad is het opvallend dat juist in Korinthe (een grote havenstad) over de tongentaal wordt gesproken. Dit lijkt te pleiten voor een bestaande taal.
Wel moet men i Kor 14 laten spreken waar iets anders gesuggereerd lijkt te worden. De mensen verstaan de taal niet (ook de vreemdelingen niet.) Ook Petrus en Cornelius begrepen elkaar best zonder tongen, waarom daardan deze gave?
Verder is het Montanisme altijd een probleem geweest. Het wordt door veel kerkvaders veroordeeld, maar Tertulianus sloot zich er bijvoorbeeld bij aan.
Vaya con Dios,
parsifal
Inderdaad is het opvallend dat juist in Korinthe (een grote havenstad) over de tongentaal wordt gesproken. Dit lijkt te pleiten voor een bestaande taal.
Wel moet men i Kor 14 laten spreken waar iets anders gesuggereerd lijkt te worden. De mensen verstaan de taal niet (ook de vreemdelingen niet.) Ook Petrus en Cornelius begrepen elkaar best zonder tongen, waarom daardan deze gave?
Verder is het Montanisme altijd een probleem geweest. Het wordt door veel kerkvaders veroordeeld, maar Tertulianus sloot zich er bijvoorbeeld bij aan.
Vaya con Dios,
parsifal
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Beste Kirdje, ik wil best op je verhaal ingaan, maar dan wil ik dat heel CONCREET doen aan de hand van de Bijbel, en ik mis dat toch wel een beetje hier. Ik zie veel stellingnames, (over hoe bepaalde charismatische christenen teksten lezen en uitleggen) maar ik herken het vaak niet eens. Bevraag mij liever over hoe ik iets zie, voordat je mij in de schoenen schuift hoe ik het lees en beleef.
Tongenaal (of spreken in vreemde talen, dat is wellicht inderdaad beter vertaald!), is iets waar ik nog steeds niet 100% uit ben. Ik vind het dan ook prima om dit verder te onderzoeken.
Twee teksten wil ik je eerst meegeven:
1 Kor. 12 (bewust SVV)
2 Want die een vreemde taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het, doch met den g(G?)eest spreekt hij verborgenheden.
Niemand verstaat het, het is verborgen. Het is een vreemde taal. Wat zegt jou dat?
En 1 Kor 13:1 ¶ Al ware het, dat ik de talen der mensen EN DER ENGELEN sprak...
Talen der engelen? Wat zou dat inhouden?
Zomaar wat vragen.
Tongenaal (of spreken in vreemde talen, dat is wellicht inderdaad beter vertaald!), is iets waar ik nog steeds niet 100% uit ben. Ik vind het dan ook prima om dit verder te onderzoeken.
Twee teksten wil ik je eerst meegeven:
1 Kor. 12 (bewust SVV)
2 Want die een vreemde taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het, doch met den g(G?)eest spreekt hij verborgenheden.
Niemand verstaat het, het is verborgen. Het is een vreemde taal. Wat zegt jou dat?
En 1 Kor 13:1 ¶ Al ware het, dat ik de talen der mensen EN DER ENGELEN sprak...
Talen der engelen? Wat zou dat inhouden?
Zomaar wat vragen.
Even terzijde, ik heb me verder niet met deze discussie beziggehouden: In het laatste nummer van 'Onze taal' is een uitgebreid en interessant artikel verschenen over tongentaal, en één van de belangrijkste conclusies is dat ieder mens van nature de aanleg heeft voor het spreken in tongen. Het taaltje dat babies uitslaan is ook een soort tongentaal. Het is aan te leren.
In het RD van 7 mei jl. stond een artikel over tongentaal.
http://www.refdag.nl/website/artikel.as ... m=2002-5-7
limosa
http://www.refdag.nl/website/artikel.as ... m=2002-5-7
limosa
Ik heb die taal van tongen geproken, maar ik begrijp eerlijk gezegd niet wat daar zo bijzonder aan is.
Ik moest eerst de hele tijd haleluja zeggen, en dat zou dan na een tijdje veranderen, en dan moest ik alles gewoon maar laten komen. Dat deed ik, en toen ging ik inderdaad allemaal rare klanken uitstoten.
Maar ik vind dit niet echt bijzonder, want als je de hele tijd het zelfde woord herhaald, dan ga je je verspreken, en als je het dan maar een beetje laat gaan, maar wel de hele tijd geluid blijft maken, dan is het logisch dat je dat soort klanken maken.
Ik heb het ook met andere woorden dan haleluja geprobeerd, en dat lukte ook.
En als je je gewoon zomaar verspreekt stop je altijd ff voordat je het weer goed zegt. Zonder pauze lukt het gewoon niet om weer normale woorden te zeggen
[Veranderd op 23/11/2002 door Matthijs]
Ik moest eerst de hele tijd haleluja zeggen, en dat zou dan na een tijdje veranderen, en dan moest ik alles gewoon maar laten komen. Dat deed ik, en toen ging ik inderdaad allemaal rare klanken uitstoten.
Maar ik vind dit niet echt bijzonder, want als je de hele tijd het zelfde woord herhaald, dan ga je je verspreken, en als je het dan maar een beetje laat gaan, maar wel de hele tijd geluid blijft maken, dan is het logisch dat je dat soort klanken maken.
Ik heb het ook met andere woorden dan haleluja geprobeerd, en dat lukte ook.
En als je je gewoon zomaar verspreekt stop je altijd ff voordat je het weer goed zegt. Zonder pauze lukt het gewoon niet om weer normale woorden te zeggen
[Veranderd op 23/11/2002 door Matthijs]
Hoi Ac,
ik heb niet echt verstand van het spreken in tongen, maar als dit in jouw gemeente op deze manier gebeurt lijkt mij dat je daar beter niet aan mee kunt doen of dat je beter een andere gemeente kunt zoeken..
Paulus schrijft toch dat er verschillende gaven zijn, en dat niet iedereen dezelfde gaven heeft? volgens mij is het niet helemaal kosher als jou wordt ‘opgelegd’ in tongen te spreken, want misschien heb je wel een heel andere gave.
Nou veel verstand heb ik er niet van zoals je leest, ik wens je in ieder geval veel sterkte hiermee.
Lebaoth
ik heb niet echt verstand van het spreken in tongen, maar als dit in jouw gemeente op deze manier gebeurt lijkt mij dat je daar beter niet aan mee kunt doen of dat je beter een andere gemeente kunt zoeken..
Paulus schrijft toch dat er verschillende gaven zijn, en dat niet iedereen dezelfde gaven heeft? volgens mij is het niet helemaal kosher als jou wordt ‘opgelegd’ in tongen te spreken, want misschien heb je wel een heel andere gave.
Nou veel verstand heb ik er niet van zoals je leest, ik wens je in ieder geval veel sterkte hiermee.
Lebaoth
'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'
Lees 1 Korinthe hoofdstuk 12 en 14.
In tongen spreken is niet iets wat je wel even 'aan kunt leren' - het is een van de gaven Gods, de een krijgt de gave van tongentaal, de ander niet, of een andere gave. Als mensen claimen dat ze de taal van de tongen wel even aan kunnen leren - ja ik kan ook wel wartaal uitslaan en in trance raken ofzo - zou ik daar niet aan meedoen. Zo heeft God het niet bedoeld. Het is een spontane uiting van een zo'n overweldigende dankbaarheid aan God dat je niet weet hoe je je uit moet drukken en dat je daarom spontaan God gaat danken in de taal van de Geest. Paulus schrijft dat men geen tongentaal moet gebruiken als er niemand is die het door de Geest verstaat en het uit kan leggen. Lijkt me ook gezond. Wat heeft de gemeente eraan als je wartaal uitslaat en niemand kan het plaatsen? Is dat tot opbouw en stichting van de gemeente?
Groeten, Rose.
In tongen spreken is niet iets wat je wel even 'aan kunt leren' - het is een van de gaven Gods, de een krijgt de gave van tongentaal, de ander niet, of een andere gave. Als mensen claimen dat ze de taal van de tongen wel even aan kunnen leren - ja ik kan ook wel wartaal uitslaan en in trance raken ofzo - zou ik daar niet aan meedoen. Zo heeft God het niet bedoeld. Het is een spontane uiting van een zo'n overweldigende dankbaarheid aan God dat je niet weet hoe je je uit moet drukken en dat je daarom spontaan God gaat danken in de taal van de Geest. Paulus schrijft dat men geen tongentaal moet gebruiken als er niemand is die het door de Geest verstaat en het uit kan leggen. Lijkt me ook gezond. Wat heeft de gemeente eraan als je wartaal uitslaat en niemand kan het plaatsen? Is dat tot opbouw en stichting van de gemeente?
Groeten, Rose.