Zijn christenen idealisten?
Geplaatst: 02 mar 2004, 13:03
Auteur onbekend maar ik vond het wel een aardig stuk en zette me aan het denken Het is mischien wat veel maar kijk maar even
Zijn christenen idealisten?
Deze vraag bleef mij bij na de afgelopen katholieke jongerendag in Utrecht. De theatergroep Switch van Youth for Christ zette een sketch neer die om het thema 'lef' draaide. Wat is 'lef' hebben? Uitkomen voor je idealen en er je leven voor over hebben, is dat geen lef hebben?
"Waarom zou ik mijn idealen niet zoeken in rijkdom, of roem?", was dan de provocerende vraag van een van de spelers op het podium. Het publiek moest het antwoord enigszins schuldig blijven. Stellen wij ons de vraag: is het christelijk geloof geen geloof in een ideale wereld?
Let wel: idealen zijn dingen die je zelf verzint, waarvan je denkt dat ze je gelukkig maken. Ze kunnen zelfs heel edel zijn. Bijvoorbeeld nooit meer oorlog en honger; een wereld waar iedereen van elkaar houdt; waar geen racisme, geen terrorisme en uitbuiting meer heersen; een wereld zonder afbraak van het natuurlijk milieu, waar oerwouden en poolkappen gewoon heel blijven. Kort gezegd: het ideaal van een 'betere wereld'.
Maar die idealen hebben uiteraard geen bal te maken met de realiteit waarin wij leven. Daarom zijn het ook idealen. Toch is het deze wereld die door God geschapen is en uitgekozen om daarin mens te worden. Christenen geloven derhalve ook niet in een 'betere wereld'. Zij geloven in een nieuwe wereld, een "nieuwe hemel; en een nieuwe aarde", wanneer op het einde der tijden God zelf "alle dingen nieuw" zal maken (vgl. Apok. 21, 1.5).
Dat wil niet zeggen dat christenen het aanschijn van deze wereld niet moeten trachten te verbeteren. Ja, wij knokken óók voor een 'betere wereld', wij strijden óók tegen ongerechtigheid en verdrukking. Maar dat is ons 'ideaal' niet. Wij weten dat Gods koninkrijk "niet van deze wereld" is, ook al is het er al. "Midden onder ons", zegt Jezus. Maar als "gist in het deeg" en "het zout in de aarde".
Het is belangrijk stil te staan bij het feit dat het christelijk geloof geen ideaal predikt. Dat corrigeert een (hoe kan het ook anders?) idealistische manier van tegen het geloof aankijken. Jezus zelf was verre van idealistisch. Dat blijkt wel uit uitspraken als "Denkt niet dat ik vrede ben komen brengen, maar het zwaard", of de 'zaligsprekingen', waarin Hij de "armen van geest"en de "treurenden" gelukkig prijst. Zijn dat idealen? Wat Jezus ons leert, is dat het ware geluk erin bestaat te leven wat Hij heeft geleefd. Dat het leven van een christen menselijk gezien kan uitlopen op een totaal echec, een volslagen mislukking, zoals zijn kruisdood dat leek te zijn. Maar dat dwars door lijden en dood heen Gods alles overwinnende liefde zichtbaar wordt. Het is de weg van het "ware geluk", die St.-Franciscus broeder Leo voorhield.
Kijk, de idealisten van vandaag zitten in het paarse kabinet; die denken met euthanasie een einde te hebben gemaakt aan onnodig lijden. De realisten zitten in de Kerk, die wel steeds leger wordt. Maar ook dat heeft Jezus meegemaakt. Wat het christendom tot de meest realistische (de realistische) godsdienst maakt, is juist dit Verbond dat God is aangegaan met onze werkelijkheid, met ons lichamelijk bestaan: "Ja, het Woord is vlees geworden...!" (Joh. 1,14). 't Is aan het kruis dat het Woord pas werkelijk vlees wordt, dat de verlossing wordt voltooid, de opdracht volbracht. En dat is in ons leven nog steeds zo.
Dus niet verlangen naar de ideale Kerk, de ideale parochie, de ideale congregatie, de ideale jongerendag. Gewoon Christus volgen, met velen of met weinigen, tot en met zijn kruisoffer. Dat betekent de realiteit onder ogen zien zoals zij is: met oorlog en tweedracht, honger en eenzaamheid, met al het lijden dat het christendom niet wegneemt. Want juist in deze onvolkomenheden openbaart zich Gods heerlijkheid: "Kracht wordt juist in zwakheid volkomen" (2 Kor. 11,9).
Dat maakt ons ook verdraagzamer ten opzichte van elkaar. Wie accepteert dat de Kerk niet het paradijs op aarde is, voelt zich niet meer geroepen tot kritiek op paus en bisschop, op prior of mijnheer pastoor. Zo iemand draagt de kerk, zoals Christus haar draagt.