Wederom is het koninkrijk der hemelen gelijk een koopman, die schone paarlen zoekt; dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen, en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve. (Matth.13:45,46.)
Er is mij altijd verteld (in de prediking) dat met de parel van grote waarde, Jezus Christus mee bedoelt wordt, maar is dat wel zo? Ik las deze week het gedeelte, en kwam tot de conclusie dat dat niet juist is. Wat zeggen jullie? En hoe is het jullie verteld?
De parel van grote waarde!
De parel van grote waarde!
Liever Turks dan Paaps
"Nu is, in zeker opzicht, deze koopman reeds bij de aanvang het beeld, het type van hen, die Christus zoeken.""
Dit zegt Spurgeon.
Ik weet zo net nog niet dat de "parel van grote waarde" een type van Christus is.
Heeft hij Spurgeon gelijk? Ik meen van niet, om het feit dat de koopman het koninkrijk der hemelen is. De koopman is een type van Christus. Ik denk omdat Christus Zijn parels, gekocht heeft met Zijn dierbaar bloed.
Ik zal me verder moeten verdiepen in deze tekst, om em helemaal uit te kunnen leggen.
Dit zegt Spurgeon.
Ik weet zo net nog niet dat de "parel van grote waarde" een type van Christus is.
Heeft hij Spurgeon gelijk? Ik meen van niet, om het feit dat de koopman het koninkrijk der hemelen is. De koopman is een type van Christus. Ik denk omdat Christus Zijn parels, gekocht heeft met Zijn dierbaar bloed.
Ik zal me verder moeten verdiepen in deze tekst, om em helemaal uit te kunnen leggen.
Liever Turks dan Paaps
Volgens mij staat het er zo: wat is nu het zoeken van het Koninkrijk van God? Om dat te weten te komen, moet je luisteren naar deze gelijkenis. Een koopman zoekt naar parels. Maar er is maar ene parel van belang; als de koopman die gezien heeft, is al het andere niet meer zo belangrijk.
Bij het zoeken van het Koninkrijk van God is ook maar een ding van belang als wij Christus leren kennen: dat wij Hem de onze kunnen noemen. Dus de Parel van grote waarde is Christus.
Bij het zoeken van het Koninkrijk van God is ook maar een ding van belang als wij Christus leren kennen: dat wij Hem de onze kunnen noemen. Dus de Parel van grote waarde is Christus.
Pied, ik begrijp je.
Maar hoe verklaar jij dan de gelijkenis van de schat in de akker?
"Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker."
Maar hoe verklaar jij dan de gelijkenis van de schat in de akker?
"Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker."
Liever Turks dan Paaps
-
ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Hij heeft de schat gezien, maar kan hem nog niet zijn eigendom noemen. Dus hij gaat zo snel mogelijk ervoor zorgen dat deze schat zijn eigendom wordt. Al het andere is hem niets meer waard.
Daarin ligt ook de verklaring: wie Christus ziet, merkt dat al het andere niets waard is in vergelijking met Hem.
Het verschil met die tweede gelijkenis ligt hierin, dat de eerste niet zoekt en toch vindt; en de andere wel zoekt en ook vindt.
Let er bij gelijkenissen overigens wel op, dat het slechts gedeeltelijk over te zetten is.
Daarin ligt ook de verklaring: wie Christus ziet, merkt dat al het andere niets waard is in vergelijking met Hem.
Het verschil met die tweede gelijkenis ligt hierin, dat de eerste niet zoekt en toch vindt; en de andere wel zoekt en ook vindt.
Let er bij gelijkenissen overigens wel op, dat het slechts gedeeltelijk over te zetten is.
-
Orckie
-
Dathenum
44 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een schat, verborgen in een akker, die een mens ontdekte en verborg, en in zijn blijdschap erover gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt die akker.
45 Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen zocht. 46 Toen hij een kostbare parel gevonden had, ging hij heen en verkocht al wat hij had, en kocht die.
Het is dus geen type van Christus, maar van het koninkrijk der hemelen. Dit is echter alleen te betreden door Christus, die de enige Toegang tot de Vader is.
45 Evenzo is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone parelen zocht. 46 Toen hij een kostbare parel gevonden had, ging hij heen en verkocht al wat hij had, en kocht die.
Het is dus geen type van Christus, maar van het koninkrijk der hemelen. Dit is echter alleen te betreden door Christus, die de enige Toegang tot de Vader is.
-
Em.
Ik heb hier pas een preek over gehoord van ds. van de Kraan.
Hij begon er idd mee dat de gangbare uitleg van deze gelijkenis dat de parel Christus is. Maar toen ging hij allerlei dingen aanwijzen. Wie is dan die koopman etc. De koopman kan moeilijk zichzelf kopen.
Ook kan de mens geen koopman zijn die op zoek is. Als de parel Christus is/het Koninkrijk dan is dat immers onbetaalbaar voor mensen.
De uitleg die ds. van de Kraan gaf is deze: de koning van het hemelrijk die alles voor zich op kon eisen is bereid om alles te verkopen om de parel op te eisen.
Hij wil de heerlijkheid van God nog meer heerlijkheid toevoegen.
De parel is de mens. JEzus gaf alles wat Hij had om de mens te redden. Zoveel waarde hechtte Hij aan de mens. De hemel wordt nog heerlijker wanneer de mens er komt. Dit omdat engelen niet weten wat genade is. Mensen mogen dat door Jezus bloed wel weten, en mogen God altijd de lof toezingen. Dit is het heerlijkste lied in de hemel.
Deze preek gaf mij wel nieuw licht op de gelijkenis....!!!
Hij begon er idd mee dat de gangbare uitleg van deze gelijkenis dat de parel Christus is. Maar toen ging hij allerlei dingen aanwijzen. Wie is dan die koopman etc. De koopman kan moeilijk zichzelf kopen.
Ook kan de mens geen koopman zijn die op zoek is. Als de parel Christus is/het Koninkrijk dan is dat immers onbetaalbaar voor mensen.
De uitleg die ds. van de Kraan gaf is deze: de koning van het hemelrijk die alles voor zich op kon eisen is bereid om alles te verkopen om de parel op te eisen.
Hij wil de heerlijkheid van God nog meer heerlijkheid toevoegen.
De parel is de mens. JEzus gaf alles wat Hij had om de mens te redden. Zoveel waarde hechtte Hij aan de mens. De hemel wordt nog heerlijker wanneer de mens er komt. Dit omdat engelen niet weten wat genade is. Mensen mogen dat door Jezus bloed wel weten, en mogen God altijd de lof toezingen. Dit is het heerlijkste lied in de hemel.
Deze preek gaf mij wel nieuw licht op de gelijkenis....!!!
-
Dathenum
Ja ik vind de uitleg van Em. ook beter kloppen.
Ik heb er deze week nog met iemand er over gehad, en die vertelde mij dat ds. G. van Reenen het ook zo uitlegde. Ik zou dit boek nog van die persoon krijgen. Ik scan het dan wel ff in. Kan nog wel ff duren hoor!
Groeten,
Matthijs
Ik heb er deze week nog met iemand er over gehad, en die vertelde mij dat ds. G. van Reenen het ook zo uitlegde. Ik zou dit boek nog van die persoon krijgen. Ik scan het dan wel ff in. Kan nog wel ff duren hoor!
Groeten,
Matthijs
Liever Turks dan Paaps
-
capricornus
Je kan het volgens mij ook anders uitleggen - en ik refereer naar het Onze Vader : de parel is het besef dat er een Vader is en dat die van ons is, dus, dat wij allemaal kinderen zijn van dezelfde Liefde-Vader, die ons uit Liefde Zijn Zoon zond, die de Woorden sprak die de Liefde moet spreken, en die deed wat de Liefde niet anders kon dan doen.
De parel is dan het bewustzijn, de bekering, het Kind-worden, het alleluja van de ziel, de U-turn van het ik, de eindspurt van het eeuwige-in-ons.
Die parel, die ik elke dag koester, gloeit elke dag, in de pracht van de Liefde waarvan zij getuigt, met een kracht die mij kracht geeft, met een zachtheid die mij verandert, met een impuls die mij richting en snelheid geeft.
De parel is dan het bewustzijn, de bekering, het Kind-worden, het alleluja van de ziel, de U-turn van het ik, de eindspurt van het eeuwige-in-ons.
Die parel, die ik elke dag koester, gloeit elke dag, in de pracht van de Liefde waarvan zij getuigt, met een kracht die mij kracht geeft, met een zachtheid die mij verandert, met een impuls die mij richting en snelheid geeft.
-
Dathenum