Onder de wet of onder de genade
Onder de wet of onder de genade
Er zijn er nogal wat op dit forum die menen dat de wet der tien geboden voor christenen afgeschaft is omdat wij nu "door de Geest leven" of "niet meer onder de wet maar onder de genade leven". Daar ben ik tegen:
SCHRIFTPLAATSEN VOOR DE WET:
1. De wet der natuur blijft en verbindt alle mensen (Rom. 2:14,15). De TG is naar inhoud, niet in de manier van geving, dezelfde met de wet der natuur, zo verbindt en blijft ook de TG in de dagen van het NT.
2. De wet is plechtig aan de kerk gegeven zonder enige bepaling van tijd, nooit is er een herroeping van die wet gedaan, nooit is er een tegenwet gegeven. Daarom blijft de wet zolang er een kerk is aan wie ze bekendgemaakt wordt.
3. De Heere Jezus verklaart dat de TG niet zijn afgeschaft maar dat ze altijd een bindende regel blijft. Matth. 5:17-19. Dat hier niet gesproken wordt over de ceremoniële wet, blijkt daaruit, omdat Christus, het lichaam, die ontbonden heeft, dat de apostelen die gepredikt hebben als afgeschaft, dat hij de minste niet is, die ze afgeschaft houdt, en dat leert, dat hij de meeste niet is, die ze nu ook leert en doet. Dat Christus hier spreekt van de TG, blijkt en uit het gezegde, en uit wat nog volgt, waar Christus verschillende van die geboden aanhaalt en de juiste betekenis eraan geeft. Deze wet heeft Christus vervuld. Dat betekent niet dat Hij die gedaan hebbende door Zijn gehoorzaamheid die afgeschaft heeft, of dat Hij het onvolmaakte eraan verbeterd heeft, maar vervullen is DOEN. [Romeinen 13:8, Galaten 6:2, Romeinen 15:19]. Deze wet zegt Christus, zal Ik niet ontbinden.
4. De Heere Jezus gebiedt het goede te doen. Omdat de wet dat eist; daarom blijft de wet een verbindende wet. [Matthéüs 7:12].
5. De onderhouding van de TG in het NT wordt overal voorgesteld en aangedrongen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden:
I Romeinen 3:31 “Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.â€
SCHRIFTPLAATSEN VOOR DE WET:
1. De wet der natuur blijft en verbindt alle mensen (Rom. 2:14,15). De TG is naar inhoud, niet in de manier van geving, dezelfde met de wet der natuur, zo verbindt en blijft ook de TG in de dagen van het NT.
2. De wet is plechtig aan de kerk gegeven zonder enige bepaling van tijd, nooit is er een herroeping van die wet gedaan, nooit is er een tegenwet gegeven. Daarom blijft de wet zolang er een kerk is aan wie ze bekendgemaakt wordt.
3. De Heere Jezus verklaart dat de TG niet zijn afgeschaft maar dat ze altijd een bindende regel blijft. Matth. 5:17-19. Dat hier niet gesproken wordt over de ceremoniële wet, blijkt daaruit, omdat Christus, het lichaam, die ontbonden heeft, dat de apostelen die gepredikt hebben als afgeschaft, dat hij de minste niet is, die ze afgeschaft houdt, en dat leert, dat hij de meeste niet is, die ze nu ook leert en doet. Dat Christus hier spreekt van de TG, blijkt en uit het gezegde, en uit wat nog volgt, waar Christus verschillende van die geboden aanhaalt en de juiste betekenis eraan geeft. Deze wet heeft Christus vervuld. Dat betekent niet dat Hij die gedaan hebbende door Zijn gehoorzaamheid die afgeschaft heeft, of dat Hij het onvolmaakte eraan verbeterd heeft, maar vervullen is DOEN. [Romeinen 13:8, Galaten 6:2, Romeinen 15:19]. Deze wet zegt Christus, zal Ik niet ontbinden.
4. De Heere Jezus gebiedt het goede te doen. Omdat de wet dat eist; daarom blijft de wet een verbindende wet. [Matthéüs 7:12].
5. De onderhouding van de TG in het NT wordt overal voorgesteld en aangedrongen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden:
I Romeinen 3:31 “Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.â€
Amen, Christina. Retorische vraag, nietwaar 
Laten we m.n. de brief aan de Romeinen en die aan de Galaten eens grondig doorlezen.
En leren te begrijpen wat het inhoudt om de wet te vervullen.
Refojongere, kijk eens goed naar schriftplaatsen waar het gaat over 'onder de wet' zijn?
Mijn mening:
- de wet = een gedeelte van Gods wil
- ik mag de gehele wil van God ten uitvoer brengen, in zijn kracht, door het werk van Jezus Christus
- door de wet is géén heiliging mogelijk en de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht
- door het werk van Jezus Christus, het uitvoeren van de gehele wil van God, is wèl heiliging mogelijk, Gods wil = immers onze heiliging!
Groeten, Rose.

Laten we m.n. de brief aan de Romeinen en die aan de Galaten eens grondig doorlezen.
En leren te begrijpen wat het inhoudt om de wet te vervullen.
Refojongere, kijk eens goed naar schriftplaatsen waar het gaat over 'onder de wet' zijn?
Mijn mening:
- de wet = een gedeelte van Gods wil
- ik mag de gehele wil van God ten uitvoer brengen, in zijn kracht, door het werk van Jezus Christus
- door de wet is géén heiliging mogelijk en de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht
- door het werk van Jezus Christus, het uitvoeren van de gehele wil van God, is wèl heiliging mogelijk, Gods wil = immers onze heiliging!
Groeten, Rose.
Leefde Abraham, de vader aller gelovigen, onder de wet?
Nee, leefde hij onder de wet, dan zou hij verloren zijn gegaan. Maar hij is gerechtvaardigd uit het geloof. Dat betekent automatisch dat hij niet onder de wet leven, net zo min als wij dat doen.
Nee, leefde hij onder de wet, dan zou hij verloren zijn gegaan. Maar hij is gerechtvaardigd uit het geloof. Dat betekent automatisch dat hij niet onder de wet leven, net zo min als wij dat doen.
De wet is niet een gedeelte van Gods wil. Welk gedeelte van Gods wil valt dan buiten de wet en waar staat dat?- de wet = een gedeelte van Gods wil
Inderdaad, en dat vraagt de Heere van ons. Om naar Zijn wil te leven (en Zijn wil staat geopenbaard in Zijn geboden).- ik mag de gehele wil van God ten uitvoer brengen, in zijn kracht, door het werk van Jezus Christus
Klopt. Maar de heiliging is wel te herkennen als een leven naar Zijn wet.- door de wet is géén heiliging mogelijk en de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht
Refojongere,
Je geeft zèlf al bijna antwoord op de vraag 'welk gedeelte van Gods wil valt buiten zijn wet'?
1) Want een vroeger voorschrift wordt wel afgeschaft als het zonder kracht en nut is, - immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht - maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen Heb. 7:18-19
2) Want dÃt wil God: uw heiliging 1 Tess. 4:3. Jaagt naar de heiliging zonder welke niemand de Here zal zien Heb. 12:14 Ik jaag naar het volmaakte, of ik het ook grijpen mocht Fil. 3:12
Dus: het trachten te houden van de wet leidt niet automatisch tot de heiliging, tot de volmaaktheid!
Dat zien we bij Paulus - toen hij nog Saulus was. Hij was 'onberispelijk naar de gerechtigheid der wet' - Fil. 3:6. Maar Gods heiliging had nog niet plaatsgevonden in zijn leven.
Maar in Christus kon hij jagen naar het volmaakte, naar de heiliging. In Christus was hij volmaakt gezind. Fil. 3:12-14.
Zie je dat er dus een 'gat' is tussen:
- het trachten te leven naar de wet (leidt niet tot de volmaaktheid)
- de heiliging (leidt tot wel de volmaaktheid)
Ik hoop het. Want dáárin kun je zien dat de gehele wil van God de heiliging van de mens is, doch dat de wet een gedeelte is van Gods wil is - een gedeelte dat zeker vervuld moet worden, een gedeelte dat volledig ten uitvoer zal worden gebracht, wanneer een mens zich tot heiliging stelt en zijn leden ten dienste van de gerechtigheid stelt - Rom. 6:15-23. En de enige manier om dit 'gat' te dichten is te geloven in Jezus Christus, onze hogepriester en voleinder des geloofs, die ons hulp zal geven te gelegener tijd!
Maar rechtvaardigheid verwachten uit werken der wet - de wet trachten te houden zónder van God de kracht te verwachten om zijn gehele wil te doen - zal nooit kunnen leiden tot de volmaaktheid!
Een heel mooi voorbeeld van het vervullen der wet:
'Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Gij zult niet echtbreken.' Matt. 5:27.
Dat was Gods wil. Doch nÃet zijn gehele wil, maar een gedeelte daarvan. Immers, met Gods gehele wil kwam Jezus direct daarna:
'Maar Ik zeg u: een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.' Matt. 5:28.
Het eerste gedeelte van Gods wil was gericht op de uiterlijke zonde: de echtbreuk.
Gods gehele wil is de innerlijke zonden te veroordelen: de begeerte naar het andere geslacht, de hartstocht, de onreine gedachten.
Immers, door die zonden weg te doen uit je leven is het onmogelijk om uberhaupt tot echtbreuk te komen!
'Doodt dan de leden die op aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht...' Kol. 3:5.
Dat is Gods gehele wil!
Nog zo'n voorbeeld:
Een gedeelte van Gods wil stond in de wetten van Mozes:
'Gij hebt gehoord dat tot de oudsten gezegd is: Gij zult niet doodslaan; en: Wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht.' Matt. 5:21.
Jezus Christus komt direct daarna met Gods gehele wil:
'Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: leeghoofd zal vervallen aan de Hoge Raad, wie zegt: dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.' Matt. 5:22.
In toorn leven met iemand betekent voor God hetzelfde als doodslag plegen!
'Het is duidelijk wat de werken van het vlees zijn: (...) veten, twist, uitbarstingen van toorn, tweedracht, partijschappen, nijd (...) wie dergelijke dingen bedrijven zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.' Gal. 5:18-21.
'Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees' Gal. 5:16.
Zie je?
Mozes wet veroordeelde de uiterlijke zonde: de doodslag.
Gods gehele wil veroordeelt de innerlijke zonde: in toorn leven tegen je naaste, haat, nijd etc. Alles wat tot doodslag zou kúnnen leiden wijkt af van Gods wil en moet daarom veroordeeld worden, opdat iemand uberhaupt nÃet tot doodslag zou kunnen komen.
Dat is Gods gehele wil!
Dat betekent impliciet dat de heiliging is te herkennen als een leven naar Gods wet.
Groeten, Rose.
[Veranderd op 17/10/02 door roseline]
Je geeft zèlf al bijna antwoord op de vraag 'welk gedeelte van Gods wil valt buiten zijn wet'?
1) Want een vroeger voorschrift wordt wel afgeschaft als het zonder kracht en nut is, - immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht - maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen Heb. 7:18-19
2) Want dÃt wil God: uw heiliging 1 Tess. 4:3. Jaagt naar de heiliging zonder welke niemand de Here zal zien Heb. 12:14 Ik jaag naar het volmaakte, of ik het ook grijpen mocht Fil. 3:12
Dus: het trachten te houden van de wet leidt niet automatisch tot de heiliging, tot de volmaaktheid!
Dat zien we bij Paulus - toen hij nog Saulus was. Hij was 'onberispelijk naar de gerechtigheid der wet' - Fil. 3:6. Maar Gods heiliging had nog niet plaatsgevonden in zijn leven.
Maar in Christus kon hij jagen naar het volmaakte, naar de heiliging. In Christus was hij volmaakt gezind. Fil. 3:12-14.
Zie je dat er dus een 'gat' is tussen:
- het trachten te leven naar de wet (leidt niet tot de volmaaktheid)
- de heiliging (leidt tot wel de volmaaktheid)
Ik hoop het. Want dáárin kun je zien dat de gehele wil van God de heiliging van de mens is, doch dat de wet een gedeelte is van Gods wil is - een gedeelte dat zeker vervuld moet worden, een gedeelte dat volledig ten uitvoer zal worden gebracht, wanneer een mens zich tot heiliging stelt en zijn leden ten dienste van de gerechtigheid stelt - Rom. 6:15-23. En de enige manier om dit 'gat' te dichten is te geloven in Jezus Christus, onze hogepriester en voleinder des geloofs, die ons hulp zal geven te gelegener tijd!
Maar rechtvaardigheid verwachten uit werken der wet - de wet trachten te houden zónder van God de kracht te verwachten om zijn gehele wil te doen - zal nooit kunnen leiden tot de volmaaktheid!
Een heel mooi voorbeeld van het vervullen der wet:
'Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Gij zult niet echtbreken.' Matt. 5:27.
Dat was Gods wil. Doch nÃet zijn gehele wil, maar een gedeelte daarvan. Immers, met Gods gehele wil kwam Jezus direct daarna:
'Maar Ik zeg u: een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.' Matt. 5:28.
Het eerste gedeelte van Gods wil was gericht op de uiterlijke zonde: de echtbreuk.
Gods gehele wil is de innerlijke zonden te veroordelen: de begeerte naar het andere geslacht, de hartstocht, de onreine gedachten.
Immers, door die zonden weg te doen uit je leven is het onmogelijk om uberhaupt tot echtbreuk te komen!
'Doodt dan de leden die op aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht...' Kol. 3:5.
Dat is Gods gehele wil!
Nog zo'n voorbeeld:
Een gedeelte van Gods wil stond in de wetten van Mozes:
'Gij hebt gehoord dat tot de oudsten gezegd is: Gij zult niet doodslaan; en: Wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht.' Matt. 5:21.
Jezus Christus komt direct daarna met Gods gehele wil:
'Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: leeghoofd zal vervallen aan de Hoge Raad, wie zegt: dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.' Matt. 5:22.
In toorn leven met iemand betekent voor God hetzelfde als doodslag plegen!
'Het is duidelijk wat de werken van het vlees zijn: (...) veten, twist, uitbarstingen van toorn, tweedracht, partijschappen, nijd (...) wie dergelijke dingen bedrijven zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.' Gal. 5:18-21.
'Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees' Gal. 5:16.
Zie je?
Mozes wet veroordeelde de uiterlijke zonde: de doodslag.
Gods gehele wil veroordeelt de innerlijke zonde: in toorn leven tegen je naaste, haat, nijd etc. Alles wat tot doodslag zou kúnnen leiden wijkt af van Gods wil en moet daarom veroordeeld worden, opdat iemand uberhaupt nÃet tot doodslag zou kunnen komen.
Dat is Gods gehele wil!
Dat betekent impliciet dat de heiliging is te herkennen als een leven naar Gods wet.
Groeten, Rose.
[Veranderd op 17/10/02 door roseline]
Ik heb altijd geleerd dat we dankzij Jezus een relatie met God kunnen hebben, en dat wat God van ons wil is Hem boven alles lief te hebben en onze naaste als onszelf. Logischerwijs volgt daaruit dat we ons houden aan de wet: immers, als je je vrouw of man liefhebt, dan hou je je aan haar of zijn 'wet' (je slaat haar of hem niet, je scheld haar of hem niet uit), kortom als je een relatie met God hebt, en je wilt Zijn wil doen, dan zul je je automatisch aan de wet willen houden. Lees Matteus 22:37-40, het grote gebod. Wat is de laatste regel (ongeveer): En hieruit vloeien de profeten en de wet. De Wet is gebaseerd op het feit dat we God lief hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Het in de Geest leven, en niet onder de wet, betekent niet dat je de wet aan de kant schuift, maar dat je Hem juist wilt volgen, hoe moeilijk dat ook is.
Madtice, dat is dan de eerste keer dat ik het totaal met je eens ben. Zie je nu hoe eenvoudig het christendom is?
Rose,
Jij zegt dat Jezus Christus in het Nieuwe Testament de gehele wil van God verklaart. Dat was wel noodzakelijk, want de Farizeen dachten dat ze er wel van af waren door er uiterlijk naar te leven. Maar de Heere Christus zegt ons en hen juist dat het om het hart gaat. Dat we die geboden met een oprecht hart moeten volbrengen.
Als ik het allemaal goed begrijp zijn er nog geen tegenstanders die zeggen dat de Wet der Tien geboden niet meer voor ons geldt.
Ik daag u uit.
Rose,
Klopt, het leven uit het geloof leidt als vanzelfsprekend tot de heiliging. En deze heiliging is te herkennen als een leven naar Gods wet. Als wij door de wet gerechtvaardigd willen worden zullen wij zien dat we het nooit redden, want het enige wat die wet doet is ons vervloeken als we nog niet geborgen zijn in Christus. Maar het leven uit Christus zal zich openbaren aan een houden van Zijn geboden.Dus: het trachten te houden van de wet leidt niet automatisch tot de heiliging, tot de volmaaktheid!
Dat zie jij als de gehele wet. Nou ik ook. En daarom leeft een christen naar de gehele wet. Niet alleen uiterlijk, maar juist innerlijk ernaar leven. Dat maakt het verschil openbaar tussen de naamchristen en de ware christen.'Maar Ik zeg u: een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.' Matt. 5:28.
Jij zegt dat Jezus Christus in het Nieuwe Testament de gehele wil van God verklaart. Dat was wel noodzakelijk, want de Farizeen dachten dat ze er wel van af waren door er uiterlijk naar te leven. Maar de Heere Christus zegt ons en hen juist dat het om het hart gaat. Dat we die geboden met een oprecht hart moeten volbrengen.
Het is niet zozeer een tegenstelling hoor: Mozes' wet en Gods gehele wil. Nee, de fout die de farizeen toentertijd maakten is dat ze de wet Gods, door Mozes aan het volk, de kerk, gegeven, slechts aan het uiterlijke bleven hangen. Terwijl God wilde dat ze ook innerlijk daarnaar leefden, daartoe had God Zijn wet gegeven. Niet dat ze het uiterlijk zouden houden, maar met uw gehele hart, ziel, verstand en al uw krachten.Mozes wet veroordeelde de uiterlijke zonde: de doodslag.
Gods gehele wil veroordeelt de innerlijke zonde: in toorn leven tegen je naaste, haat, nijd etc.
Als ik het allemaal goed begrijp zijn er nog geen tegenstanders die zeggen dat de Wet der Tien geboden niet meer voor ons geldt.
Ik daag u uit.
Refojongere,
Ik heb het ook absoluut niet over tegenstrijdigheden, maar over vervulling van de wet. (Immers, anders zou God zichzelf tegenspreken)
Wanneer Paulus 'de wet' noemt, bedoelt hij daar de wet mee die aan Mozes en het volk in de woestijn gegeven werd. De wet van het oude verbond. Lees Gal. 3:17. 'Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderd dertig jaar later is gekomen...'
Hij heeft het over de belofte aan Abraham en de wet die vierhonderd jaar later dan die beloften kwam. Het volk Israël heeft zo'n vierhonderd dertig jaar in Egypte gewoond. Het gaat over de wet bij de uittocht. De wet in de woestijn. Dáár heeft hij het over als het over 'de wet' gaat, in zijn algemeenheid, en dat moeten we in ons achterhoofd houden als we bijv. de rest van de Galatenbrief lezen.
In deze wet, de wet van Mozes, werd een gedeelte van Gods wil kenbaar gemaakt, zoals ik al voorbeelden noemde: niet doodslaan, niet echtbreken. Openbare zonden werden veroordeeld en bestraft. De mens had echter niet Gods Geest ontvangen, die de innerlijke zonden, de zonden in het vlees, veroordeelde. In dat opzicht was de wet dus ook niet volmaakt: onberispelijk volgens de wet van Mozes betekende dat je geen uiterlijke zonden deed. Immers, men kon niet zien wat er innerlijk gebeurde en er was geen heilige Geest die de mens leidde om de zonden in het vlees te doden. (Reden dus waarom de Farizeeën zich zo 'rechtvaardig' voelden en waarom Paulus zichzelf 'onberispelijk naar de wet' noemde, immers er was geen vinger op hen te leggen).
Onberispelijk zijn volgens de wetten van Gods Geest betekent echter veel meer!
In de wetten van de Geest, de wetten van Christus, die in onze harten gegrift worden, wordt Gods gehele wil kenbaar gemaakt: haat, nijd, twist etc wordt uitgebannen (dus doodslag is onmogelijk), onreinheid, begeerte naar het andere geslacht, hartstochten worden veroordeeld (dus echtbreuk is ook niet mogelijk). Door Christus wordt de eis der wet in ons vervuld - en als we kritisch lezen, dan weten we dat we negen geboden zouden kunnen houden zónder overtreding, maar het tiende gebod - dat ook over innerlijke zonde gaat (iets dat in het O.T. overigens niet veroordeeld/bestraft kon worden op grond van de wet van Mozes, want het was niet te zien), zullen wij nooit op menselijke wijze kunnen onderhouden, hoe we dat ook zouden proberen: 'Gij zult niet begeren.' Maar in Christus kracht hoeven wij zelfs niet meer aan deze begeerten des vlezes te voldoen! Gal. 5:16-24. Die begeerte hoeft niet alleen niet meer tot uiting te komen (dus uiterlijk veroordeeld te worden - zoals bij David en Batseba), maar zelfs in het verborgene kan alles wat met begeren te maken heeft (hebzucht, afgunst, eerzucht, hoogmoed, geldzucht, onreinheid, hartstocht, noem maar op) gedood worden, in Gods kracht. Door de heilige Geest worden wij gewezen op deze begeerten en zijn wij in staat hiertegen te strijden in Gods kracht! Die begeerten behoeven geenszins gevoed/bevrucht te worden! Jac. 1:14-15.
Dat is dus volledig Gods wil. Dat is dus ook de vervulling van de wet. Daarom begrijpen we, als we Galaten 5:14-26 grondig doorlezen, dat we de wet niet eens kúnnen overtreden als we dit hoofdstuk in praktijk gaan brengen. Dan vervullen we de wet volledig.
Niet tegenstrijdig, maar vervullend!
Dat is wat Jezus duidelijk maakt in Matt. 5:17-48. 'Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.'
En lees het laatste vers van dat hoofdstuk: 'Gij dan zult volmaakt zijn gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.'
Is dat geen heerlijk vooruitzicht van onze heiliging, die door Gods kracht in ons leven plaats zal vinden?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 17/10/02 door roseline]
Ik heb het ook absoluut niet over tegenstrijdigheden, maar over vervulling van de wet. (Immers, anders zou God zichzelf tegenspreken)
Wanneer Paulus 'de wet' noemt, bedoelt hij daar de wet mee die aan Mozes en het volk in de woestijn gegeven werd. De wet van het oude verbond. Lees Gal. 3:17. 'Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderd dertig jaar later is gekomen...'
Hij heeft het over de belofte aan Abraham en de wet die vierhonderd jaar later dan die beloften kwam. Het volk Israël heeft zo'n vierhonderd dertig jaar in Egypte gewoond. Het gaat over de wet bij de uittocht. De wet in de woestijn. Dáár heeft hij het over als het over 'de wet' gaat, in zijn algemeenheid, en dat moeten we in ons achterhoofd houden als we bijv. de rest van de Galatenbrief lezen.
In deze wet, de wet van Mozes, werd een gedeelte van Gods wil kenbaar gemaakt, zoals ik al voorbeelden noemde: niet doodslaan, niet echtbreken. Openbare zonden werden veroordeeld en bestraft. De mens had echter niet Gods Geest ontvangen, die de innerlijke zonden, de zonden in het vlees, veroordeelde. In dat opzicht was de wet dus ook niet volmaakt: onberispelijk volgens de wet van Mozes betekende dat je geen uiterlijke zonden deed. Immers, men kon niet zien wat er innerlijk gebeurde en er was geen heilige Geest die de mens leidde om de zonden in het vlees te doden. (Reden dus waarom de Farizeeën zich zo 'rechtvaardig' voelden en waarom Paulus zichzelf 'onberispelijk naar de wet' noemde, immers er was geen vinger op hen te leggen).
Onberispelijk zijn volgens de wetten van Gods Geest betekent echter veel meer!
In de wetten van de Geest, de wetten van Christus, die in onze harten gegrift worden, wordt Gods gehele wil kenbaar gemaakt: haat, nijd, twist etc wordt uitgebannen (dus doodslag is onmogelijk), onreinheid, begeerte naar het andere geslacht, hartstochten worden veroordeeld (dus echtbreuk is ook niet mogelijk). Door Christus wordt de eis der wet in ons vervuld - en als we kritisch lezen, dan weten we dat we negen geboden zouden kunnen houden zónder overtreding, maar het tiende gebod - dat ook over innerlijke zonde gaat (iets dat in het O.T. overigens niet veroordeeld/bestraft kon worden op grond van de wet van Mozes, want het was niet te zien), zullen wij nooit op menselijke wijze kunnen onderhouden, hoe we dat ook zouden proberen: 'Gij zult niet begeren.' Maar in Christus kracht hoeven wij zelfs niet meer aan deze begeerten des vlezes te voldoen! Gal. 5:16-24. Die begeerte hoeft niet alleen niet meer tot uiting te komen (dus uiterlijk veroordeeld te worden - zoals bij David en Batseba), maar zelfs in het verborgene kan alles wat met begeren te maken heeft (hebzucht, afgunst, eerzucht, hoogmoed, geldzucht, onreinheid, hartstocht, noem maar op) gedood worden, in Gods kracht. Door de heilige Geest worden wij gewezen op deze begeerten en zijn wij in staat hiertegen te strijden in Gods kracht! Die begeerten behoeven geenszins gevoed/bevrucht te worden! Jac. 1:14-15.
Dat is dus volledig Gods wil. Dat is dus ook de vervulling van de wet. Daarom begrijpen we, als we Galaten 5:14-26 grondig doorlezen, dat we de wet niet eens kúnnen overtreden als we dit hoofdstuk in praktijk gaan brengen. Dan vervullen we de wet volledig.
Niet tegenstrijdig, maar vervullend!
Dat is wat Jezus duidelijk maakt in Matt. 5:17-48. 'Meent niet dat Ik gekomen ben om de wet te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.'
En lees het laatste vers van dat hoofdstuk: 'Gij dan zult volmaakt zijn gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.'
Is dat geen heerlijk vooruitzicht van onze heiliging, die door Gods kracht in ons leven plaats zal vinden?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 17/10/02 door roseline]
De Tien Geboden zijn morele normen van God.
Hier wil ik ook naar leven.
Ik wil niet leven naar culturele normen. die een geestelijk waarde hebben.
Omdat dit leidt tot wttisch leven., waarbij gebruiken en tradities een afgodische waarde krijgen.
Ik sta niet voor een zogenaamde reformatorische opwekking, nee geen nieuwe "doctrine" Maar het originele, opwekken.
Los van cultuur, traditie en valse ingeslopen leringen.
Hier wil ik ook naar leven.
Ik wil niet leven naar culturele normen. die een geestelijk waarde hebben.
Omdat dit leidt tot wttisch leven., waarbij gebruiken en tradities een afgodische waarde krijgen.
Ik sta niet voor een zogenaamde reformatorische opwekking, nee geen nieuwe "doctrine" Maar het originele, opwekken.
Los van cultuur, traditie en valse ingeslopen leringen.
Heel interessant, RJ!
Het schijnt dat de Gospel Standards (eg mr Broom etc) niet meer in de tien geboden geloven. Vraag me niet hoe het zit, ik zou het eventueel voor je uit kunnen vinden. Ik heb nooit precies begrepen hoe het zit, omdat zij juist heel erg wettisch leven... Maar dat is hier de algemene kennis, dat dat kerkverband leert dat alle geboden afgeschaft zijn. Misschien dat iemand er meer van weet?
Het schijnt dat de Gospel Standards (eg mr Broom etc) niet meer in de tien geboden geloven. Vraag me niet hoe het zit, ik zou het eventueel voor je uit kunnen vinden. Ik heb nooit precies begrepen hoe het zit, omdat zij juist heel erg wettisch leven... Maar dat is hier de algemene kennis, dat dat kerkverband leert dat alle geboden afgeschaft zijn. Misschien dat iemand er meer van weet?
De Bijbel kent twee functies van de wet:
- de wet als toetssteen.
- de wet als leefregel.
Wij zijn het er allemaal over eens dat de wet als toetssteen heeft afgedaan door het werk van Christus. We hoeven niet meer aan de toets van de wet te voldoen om zalig te worden, maar we moeten in Christus zijn. (en tegelijkertijd zeggen wij allen dat de wet de toetssteen is voor hen die NIET in Christus zijn. Dus: eigenlijk heeft de wet niet afgedaan als toetssteen, maar is deze niet meer relevant voor christenen als toetssteen)
tot hier toe zijn we het, afgezien van detail formulering, denk ik eens.
De discussie gaat over de vraag of de wet ook als leefregel heeft afgedaan of niet. Veel woorden van Paulus en Jezus worden door beide kampen in 'hun voordeel' uitgelegd.
Het pro-wet kamp legt de woorden uit als betekenen ze dat je de wet niet houdt om de zaligheid te verdienen, maar om dankbaarheid te tonen.
Het 'anti'-wet (vergeef me de formulering) kamp legt de woorden lettelijk uit, als betekenen ze dat de wet totaal irrelevant is.
Maar gelukkig, de Bijbel komt niet alleen met 'theorie' die we moeten interpreteren, maar ook met voorbeelden. Gelijkenissen.
Er zijn twee steekhoudende voorbeelden van Paulus.
Romeinen 7:
1 Weet gij niet, broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan) dat de wet heerst over den mens, zo langen tijd als hij leeft?
2 Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans.
3 Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt.
4 Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden.
Galaten 4:
1 Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;
2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld.
3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
4 Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
5 Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
In beide voorbeelden gaat het over personen die voor een bepaalde tijd onder een bepaald gezag zijn geplaatst.
Dit gezag verbied en gebied.
Een vrouw mag niet trouwen met een ander van de wet.
Een weeskind moet luisteren naar de voogden.
Beide voorbeelden vertellen wanneer het tijdsbestek voorbij is, nml bij de dood / bij het volwassen worden.
Beide voorbeelden vertellen wanneer dit nieuwe stadium aanbreekt, nml: wanneer wij sterven met Christus (de dood) / wanneer God zijn Zoon stuurt om hen te verlossen en aan te nemen tot kinderen.
Het eerste voorbeeld is het duidelijkst omdat het ook nog uitlegd dat de vrouw nu mag trouwen. Het tweede voorbeeld laat dat aan de verbeelding over, maar iedereen kan invullen dat het kind als het volwassen geworden is niet meer zal luisteren naar de voogden.
Beide voorbeelden behelzen niet zozeer de genade, maar de heiliging. De vrouw mag en kan hetrouwen. Het kind hoeft de raad van de voogden niet meer op te volgen.
Wil dat zeggen dat de wet is afgeschaft?
Neen, de wet geld voor andere huwelijke waar de partner nog niet gestorven is. De voogden regeren over kinderen die nog niet volwassen geworden zijn.
De wet is en blijft een toetssteen, totdat Christus opnieuw op de wolken komt.
Maar voor wedergeboren christenen breekt het koninkrijk van God aan op de dag van hun bekering. En zoals er in de hemel geen wet zal zijn, zoals er in het paradijs geen wet was, zo zullen de kinderen van God leven.
Hebreen 8:
6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.
7 Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest.
8 Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;
9 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere.
10 Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
11 En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.
12 Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Is er dan geen wet?
Ja, de wet die in ons hart geschreven is.
Of, om die wet toch een vorm te geven:
Johannes 3:
22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem.
23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft.
24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft.
Paulus en Jezus zeggen hetzelfde,
Gods Wil kan worden samengevat in de woorden:
"Gij zult de HEERE uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met al uw kracht, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf"
Maar dit liefdesgebod is niet uitvoerbaar voor hen die de Geest niet hebben.
Hoe kunnen wij uit onszelf liefhebben?
Het 'houden van de wet' leidt altijd tot of wetticisme of tot de afglijdende wet.
Mensen worden of heel strict, of mensen denken dat God het wel niet zo strict zal menen, en glijden af.
De Bijbel leert de derde weg!
Je kunt een net leven leiden, waarin je niet dood, steelt of liegt. Sterker nog, de jongeling komt bij Jezus, en hij geeft aan de wet gehouden te hebben!
Maar je kunt de wet houden zonder God lief te hebben.
Leven uit de Geest is juist andersom, doordat je God liefhebt kun je je naaste liefhebben. En hoe kan iemand die zijn naaste liefheeft stelen, moorden en liegen?
Dus waar ligt de focus, niet moorden omdat het niet mag? Maar dus wel in haat leven (wat zei Jezus daar ook alweer over in mat 6?) Of juist je vijanden liefhebben?
Zo is het ook met het meest controversiele, de zondag. Iemand kan netjes de zondag houden, rustig op de bank, dutje en 2x naar de kerk. Verder door de weeks zich amper met God bezig houdend.
Een christen daarintegen hoort elke dag dicht bij God te leven, en Hem op te zoeken in Bijbellezen en gebed. Daarin verschilt de zondag niet van de donderdag en de sabbath niet van de maandag. Het enige verschil is dat het feest van de opstanding op de zondag gevierd wordt dmv samenkomsten.
God dienen, in de nieuwe staat van Zijn Geest.
[Veranderd op 16-12-2002 door Robert]
- de wet als toetssteen.
- de wet als leefregel.
Wij zijn het er allemaal over eens dat de wet als toetssteen heeft afgedaan door het werk van Christus. We hoeven niet meer aan de toets van de wet te voldoen om zalig te worden, maar we moeten in Christus zijn. (en tegelijkertijd zeggen wij allen dat de wet de toetssteen is voor hen die NIET in Christus zijn. Dus: eigenlijk heeft de wet niet afgedaan als toetssteen, maar is deze niet meer relevant voor christenen als toetssteen)
tot hier toe zijn we het, afgezien van detail formulering, denk ik eens.
De discussie gaat over de vraag of de wet ook als leefregel heeft afgedaan of niet. Veel woorden van Paulus en Jezus worden door beide kampen in 'hun voordeel' uitgelegd.
Het pro-wet kamp legt de woorden uit als betekenen ze dat je de wet niet houdt om de zaligheid te verdienen, maar om dankbaarheid te tonen.
Het 'anti'-wet (vergeef me de formulering) kamp legt de woorden lettelijk uit, als betekenen ze dat de wet totaal irrelevant is.
Maar gelukkig, de Bijbel komt niet alleen met 'theorie' die we moeten interpreteren, maar ook met voorbeelden. Gelijkenissen.
Er zijn twee steekhoudende voorbeelden van Paulus.
Romeinen 7:
1 Weet gij niet, broeders! (want ik spreek tot degenen, die de wet verstaan) dat de wet heerst over den mens, zo langen tijd als hij leeft?
2 Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans.
3 Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt.
4 Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden.
Galaten 4:
1 Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;
2 Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld.
3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
4 Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
5 Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
In beide voorbeelden gaat het over personen die voor een bepaalde tijd onder een bepaald gezag zijn geplaatst.
Dit gezag verbied en gebied.
Een vrouw mag niet trouwen met een ander van de wet.
Een weeskind moet luisteren naar de voogden.
Beide voorbeelden vertellen wanneer het tijdsbestek voorbij is, nml bij de dood / bij het volwassen worden.
Beide voorbeelden vertellen wanneer dit nieuwe stadium aanbreekt, nml: wanneer wij sterven met Christus (de dood) / wanneer God zijn Zoon stuurt om hen te verlossen en aan te nemen tot kinderen.
Het eerste voorbeeld is het duidelijkst omdat het ook nog uitlegd dat de vrouw nu mag trouwen. Het tweede voorbeeld laat dat aan de verbeelding over, maar iedereen kan invullen dat het kind als het volwassen geworden is niet meer zal luisteren naar de voogden.
Beide voorbeelden behelzen niet zozeer de genade, maar de heiliging. De vrouw mag en kan hetrouwen. Het kind hoeft de raad van de voogden niet meer op te volgen.
Wil dat zeggen dat de wet is afgeschaft?
Neen, de wet geld voor andere huwelijke waar de partner nog niet gestorven is. De voogden regeren over kinderen die nog niet volwassen geworden zijn.
De wet is en blijft een toetssteen, totdat Christus opnieuw op de wolken komt.
Maar voor wedergeboren christenen breekt het koninkrijk van God aan op de dag van hun bekering. En zoals er in de hemel geen wet zal zijn, zoals er in het paradijs geen wet was, zo zullen de kinderen van God leven.
Hebreen 8:
6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.
7 Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest.
8 Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;
9 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage, als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want zij zijn in dit Mijn verbond niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere.
10 Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
11 En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.
12 Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Is er dan geen wet?
Ja, de wet die in ons hart geschreven is.
Of, om die wet toch een vorm te geven:
Johannes 3:
22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem.
23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft.
24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft.
Paulus en Jezus zeggen hetzelfde,
Gods Wil kan worden samengevat in de woorden:
"Gij zult de HEERE uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met al uw kracht, en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf"
Maar dit liefdesgebod is niet uitvoerbaar voor hen die de Geest niet hebben.
Hoe kunnen wij uit onszelf liefhebben?
Het 'houden van de wet' leidt altijd tot of wetticisme of tot de afglijdende wet.
Mensen worden of heel strict, of mensen denken dat God het wel niet zo strict zal menen, en glijden af.
De Bijbel leert de derde weg!
Je kunt een net leven leiden, waarin je niet dood, steelt of liegt. Sterker nog, de jongeling komt bij Jezus, en hij geeft aan de wet gehouden te hebben!
Maar je kunt de wet houden zonder God lief te hebben.
Leven uit de Geest is juist andersom, doordat je God liefhebt kun je je naaste liefhebben. En hoe kan iemand die zijn naaste liefheeft stelen, moorden en liegen?
Dus waar ligt de focus, niet moorden omdat het niet mag? Maar dus wel in haat leven (wat zei Jezus daar ook alweer over in mat 6?) Of juist je vijanden liefhebben?
Zo is het ook met het meest controversiele, de zondag. Iemand kan netjes de zondag houden, rustig op de bank, dutje en 2x naar de kerk. Verder door de weeks zich amper met God bezig houdend.
Een christen daarintegen hoort elke dag dicht bij God te leven, en Hem op te zoeken in Bijbellezen en gebed. Daarin verschilt de zondag niet van de donderdag en de sabbath niet van de maandag. Het enige verschil is dat het feest van de opstanding op de zondag gevierd wordt dmv samenkomsten.
God dienen, in de nieuwe staat van Zijn Geest.
[Veranderd op 16-12-2002 door Robert]
Carpe Diem tamen Memento Mori
Maar je kunt de wet houden zonder God lief te hebben.
Dat is niet waar. Jezus zegt zelf dat zonder de liefde de Wet niet vervuld wordt. En Paulus zegt ook zelf dat hij een inwendig vermaak heeft in de wet van God (Romeinen 7:22).
Hoe openbaart de liefde tot je vrouw, je kinderen, je naasten zich? Door de werken! Dan doe je wat hem of haar het meest plezier doet.
Nu, hoe wordt God verheerlijkt? Als wij Zijn geboden bewaren, daaraan zal gekend worden of wij Hem liefhebben of niet. Zie 1 Joh. 5:3: "Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar."
Dat is niet waar. Jezus zegt zelf dat zonder de liefde de Wet niet vervuld wordt. En Paulus zegt ook zelf dat hij een inwendig vermaak heeft in de wet van God (Romeinen 7:22).
Hoe openbaart de liefde tot je vrouw, je kinderen, je naasten zich? Door de werken! Dan doe je wat hem of haar het meest plezier doet.
Nu, hoe wordt God verheerlijkt? Als wij Zijn geboden bewaren, daaraan zal gekend worden of wij Hem liefhebben of niet. Zie 1 Joh. 5:3: "Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar."
22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens.[/b]Dat is niet waar. Jezus zegt zelf dat zonder de liefde de Wet niet vervuld wordt. En Paulus zegt ook zelf dat hij een inwendig vermaak heeft in de wet van God (Romeinen 7:22).
Jer 31:33
Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
Kortom, dat klopt.
De Geest heeft Gods Wil ingeschreven in Paulus' hart, en daar verheugt Paulus zich over. Dit is de wet van het Nieuwe Verbond.
Nee, Jezus zegt dat de liefde de wet vervult.Jezus zegt zelf dat zonder de liefde de Wet niet vervuld wordt.
De voorbeelden van Paulus en de rijke jongeling, toont aan dat zonder liefde voor God de wet toch toch houden is, kennelijk.
1. mijn liefde openbaar ik aan haar door het haar te vertellen.Hoe openbaart de liefde tot je vrouw, je kinderen, je naasten zich? Door de werken!
2. Ik ontken niet dat we leven volgens God's wil, ik geef alleen aan dat dat niet volgens de wet van het oude verbond is.
De wet van het nieuwe verbond is uitnemender dan het oude.
Hebreen 8:
6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.
7 Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest.
Vergelijk het met de regel aan een kind dat het de straat niet mag oversteken. Niet omdat het aan de overkant van de straat zo gevaarlijk is, nee, omdat het kind niet weet wat de gevaren zijn die het onderweg tegen kan komen.
Maar een volwassene kijkt links en rechts, en herkent de gevaren.
Of: aan de hand van papa mag het kind de straat over. Zo mogen wij leven met de Heilige Geest.
Toch leven volgens bv. het sabbathsgebod is hetzelfde als een volwassene die de straat nooit oversteekt!
Paulus geeft een soortgelijk voorbeeld in de Galaten brief (hfds 3)
Als wij God de meeste plezier zouden doen door de wet te houden, waarom gaf Hij die wet dan niet aan Adam? Noach? Henoch? Abraham?Dan doe je wat hem of haar het meest plezier doet.
Nee, pas bij een onwillig volk, 430 jaar na Abraham, kwam de wet.
God heeft ons geschapen om met ons te wandelen, zoals Hij met Henoch deed, en met Adam. Zo wil God ook nu met ons lopen, door Zijn wil in ons hart te schrijven.
En wat zijn de geboden, volgens Johannes 3:Nu, hoe wordt God verheerlijkt? Als wij Zijn geboden bewaren, daaraan zal gekend worden of wij Hem liefhebben of niet. Zie 1 Joh. 5:3: "Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar."
"22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem.
23 En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft.
24 En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons gegeven heeft. "
Het onderstreepte deel verwijst naar het liefdesgebod dat Jezus geeft.
Van de wet van het oude testament is bekend dat het een zwaar juk is, dat ook de Joden niet konden dragen. (Hand 15)
God's wil is idd niet zwaar! Dat komt omdat het van binnenuit werkt. Het is een wilsvernieuwing!
Carpe Diem tamen Memento Mori
Robert,
Kan jij het tiende gebod: 'Gij zult niet begeren' houden?
Begeren... Begeerte der ogen, begeerte naar het andere geslacht, geldzucht, hebzucht, zelfzucht/egoisme, eerzucht, macht willen hebben, alles wat een ander heeft en wat jij zelf eigenlijk ook zou willen hebben... Bijv. een huis, een auto, eer, status, een vrouw, een man, kinderen, tijd voor jezelf, geld, een baan, aandacht, etc.
Zou je dat gebod kunnen houden? Ik niet. Vanuit mijn mens, mijn vlees, kan ik dat niet. Het begeren komt namelijk dagelijks in mij op. Niemand kan dat van zichzelf. David kon dat ook niet. Zelfs al hield hij veel van God en wilde hij alles voor Hem doen. Hij overtrad het tiende gebod - lees het verhaal van Batseba - en beging daarmee een schandelijke zonde. Want uit dat begeren kwam voort: overspel, moord, leugen... Iedereen kan negen geboden houden, maar de tiende niet. De tiende gaat dan ook over innerlijke zonde, verborgen zonde, zonde in het vlees. Jaloezie bijvoorbeeld komt in ons op en wat moet je ermee? Vanuit ons mens zijn kunnen wij niet heersen over jaloezie.
Alleen Jezus kon het. Hij overwon alle begeerten van het vlees. Hij was niet jaloers, behoefde geen eer van mensen, wilde geen geld, had geen steen om zijn hoofd op te leggen, had geen tijd voor zichzelf, behalve om te bidden, was niet egoistisch, begeerde geen vrouw maar stelde zelfs als wet dat wie een vrouw aanzag om haar te begeren reeds echtbreuk met haar had gepleegd... Geen begeerte uit het vlees werd bevrucht. Daarom vervulde Hij de wet. Hij heeft de eis der wet - in ons - vervuld. Rom. 8:1-4. En daarom kunnen wij in Gods kracht ook de wet vervullen. Hoe? Gal. 5:14-26 geeft daar heel duidelijk uitleg over.
'Tegen zodanigen is de wet niet...'
Groeten, Rose.
Kan jij het tiende gebod: 'Gij zult niet begeren' houden?
Begeren... Begeerte der ogen, begeerte naar het andere geslacht, geldzucht, hebzucht, zelfzucht/egoisme, eerzucht, macht willen hebben, alles wat een ander heeft en wat jij zelf eigenlijk ook zou willen hebben... Bijv. een huis, een auto, eer, status, een vrouw, een man, kinderen, tijd voor jezelf, geld, een baan, aandacht, etc.
Zou je dat gebod kunnen houden? Ik niet. Vanuit mijn mens, mijn vlees, kan ik dat niet. Het begeren komt namelijk dagelijks in mij op. Niemand kan dat van zichzelf. David kon dat ook niet. Zelfs al hield hij veel van God en wilde hij alles voor Hem doen. Hij overtrad het tiende gebod - lees het verhaal van Batseba - en beging daarmee een schandelijke zonde. Want uit dat begeren kwam voort: overspel, moord, leugen... Iedereen kan negen geboden houden, maar de tiende niet. De tiende gaat dan ook over innerlijke zonde, verborgen zonde, zonde in het vlees. Jaloezie bijvoorbeeld komt in ons op en wat moet je ermee? Vanuit ons mens zijn kunnen wij niet heersen over jaloezie.
Alleen Jezus kon het. Hij overwon alle begeerten van het vlees. Hij was niet jaloers, behoefde geen eer van mensen, wilde geen geld, had geen steen om zijn hoofd op te leggen, had geen tijd voor zichzelf, behalve om te bidden, was niet egoistisch, begeerde geen vrouw maar stelde zelfs als wet dat wie een vrouw aanzag om haar te begeren reeds echtbreuk met haar had gepleegd... Geen begeerte uit het vlees werd bevrucht. Daarom vervulde Hij de wet. Hij heeft de eis der wet - in ons - vervuld. Rom. 8:1-4. En daarom kunnen wij in Gods kracht ook de wet vervullen. Hoe? Gal. 5:14-26 geeft daar heel duidelijk uitleg over.
'Tegen zodanigen is de wet niet...'
Groeten, Rose.