lezenswaardig
lezenswaardig
het hiernavolgende stukje beveel ik iedereen aan om na te lezen:
handelt over:
Tevreden
„Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode zou leven.â€
handelt over:
Tevreden
„Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode zou leven.â€
Er zijn mensen die zeggen dat een mens
Christus en het leven kan hebben eer hij
enige ellende gevoelt. Dat wil dan zeggen
dat een christen eerst genezen moet zijn,
opdat hij ziek mag worden. De dienaren van
het Evangelie moeten het geneesmiddel
prediken voordat zij de ellende hebben
aangewezen. O, het is het wee van deze
eeuw. Zulke dienaren zullen verstoken
zijn van de zegeningen waarvan zij
roemden en waarin ze de Heere dankten. Zij
behoren tot die predikers die het
Evangelie verdonkeren en het gebruik van
de wet versmaden.
.
U moet het geneesmiddel prediken, dat is
waar. Maar u moet eerst het wee en de
ellende van de mensen prediken. Of u moet
deze twee zo door elkaar mengen dat het
hart van de toehoorders door beide op het
diepst geraakt mag worden, maar eerst
door hun ellende.
.
Ik zeg dat gebrek aan diepe vernedering en
verslagenheid de grootste en diepste
wond van de hedendaagse christenen is.
Als u het nu niet gelooft, kan het zijn dat
honger en zwaard u in deze leer zullen
onderwijzen. Zijn er soms te veel gewonde
consciënties in deze dagen, dat wij
nieuwe gronden van vrede prediken? Nee,
toch! Wij prediken datgene wat Christus
ons in Zijn woord heeft bevolen en wat door
de apostelen aan de heidenen is
gepredikt. Die oren heeft, die hore.
.
Thomas Shepard, predikant te Cambridge
(De gezonde gelovige, 1683)
zouden we met nog meer nadruk 2003 kunnen schrijven!!??
Christus en het leven kan hebben eer hij
enige ellende gevoelt. Dat wil dan zeggen
dat een christen eerst genezen moet zijn,
opdat hij ziek mag worden. De dienaren van
het Evangelie moeten het geneesmiddel
prediken voordat zij de ellende hebben
aangewezen. O, het is het wee van deze
eeuw. Zulke dienaren zullen verstoken
zijn van de zegeningen waarvan zij
roemden en waarin ze de Heere dankten. Zij
behoren tot die predikers die het
Evangelie verdonkeren en het gebruik van
de wet versmaden.
.
U moet het geneesmiddel prediken, dat is
waar. Maar u moet eerst het wee en de
ellende van de mensen prediken. Of u moet
deze twee zo door elkaar mengen dat het
hart van de toehoorders door beide op het
diepst geraakt mag worden, maar eerst
door hun ellende.
.
Ik zeg dat gebrek aan diepe vernedering en
verslagenheid de grootste en diepste
wond van de hedendaagse christenen is.
Als u het nu niet gelooft, kan het zijn dat
honger en zwaard u in deze leer zullen
onderwijzen. Zijn er soms te veel gewonde
consciënties in deze dagen, dat wij
nieuwe gronden van vrede prediken? Nee,
toch! Wij prediken datgene wat Christus
ons in Zijn woord heeft bevolen en wat door
de apostelen aan de heidenen is
gepredikt. Die oren heeft, die hore.
.
Thomas Shepard, predikant te Cambridge
(De gezonde gelovige, 1683)
zouden we met nog meer nadruk 2003 kunnen schrijven!!??
Lezenswaardig:
Rom:10:13: Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
Rom:10:14: Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?
Amen.
Rom:10:13: Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.
Rom:10:14: Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?
Amen.
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Tot u, o mannen, roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen.
Hij volvoert Zijn volmacht op een onbelemmerde wijze door het Verbond aan een ieder zondaar van het menselijk geslacht te bedienen. 'Tot u, O mannen, roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen.' Het voorwerp van deze bediening is niet deze of die personen, onder deze andere benaming; maar mensen, alle mensen. Kinderen der mensen onbepaald. Aldus is het Evangelie, waarin Hij het Verbond bedient, 'grote blijdschap voor al de volken', 'een vette maaltijd voor alle volken'; hoewel velen de blijdschap niet smaken en nooit van de maaltijd proeven. Zo geeft Hij Zijn apostelen de volmacht met hetzelfde doel, in bewoordingen die zijns gelijke niet kent: 'Gaat dan heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie alle creaturen.'
Hij is in het aanbod uw Zaligmaker, en mijn Zaligmaker, onze staat mag zijn zoals zij is. En God is in en door Hem de Behouder van alle mensen, maar meest van de gelovigen. Hiervandaan is de zaligheid van Christus 'de algemene zaligheid'. En het Evangelie is 'de genade van God die aan alle mensen verschenen is'. Omdat Christus in deze betrekking tot de zondaar staat, zo heeft een ieder waar het Evangelie gepredikt mag worden, het recht om met vrijmoedigheid tot Hem op Zijn roepende stem te komen. ‘Christus Jezus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te maken.' 'De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.' Niemand zegge: 'Helaas! Ik heb niets met Christus, noch Hij met mij te doen, want ik ben een zondaar, een verloren zondaar.'
Ja, op deze grond is er een betrekking tussen Hem en u. Omdat u een zondaar van het menselijk geslacht bent, zo wordt Christus u tot een Zaligmaker aangeboden. Zo besluiten wij dat zondaren van het menselijk geslacht onbepaald het voorwerp van de bediening van Christus van het Verbond zijn. Hij is gevolmachtigd om het aan u te bedienen, hoedanig u ook bent of geweest bent. U moet of het Verbond ten leven en ter zaligheid aangrijpen, of als verachters daarvan vergaan, omdat u het Evangelie gehoord hebt.
Thomas Boston
Hij volvoert Zijn volmacht op een onbelemmerde wijze door het Verbond aan een ieder zondaar van het menselijk geslacht te bedienen. 'Tot u, O mannen, roep Ik, en Mijn stem is tot de mensenkinderen.' Het voorwerp van deze bediening is niet deze of die personen, onder deze andere benaming; maar mensen, alle mensen. Kinderen der mensen onbepaald. Aldus is het Evangelie, waarin Hij het Verbond bedient, 'grote blijdschap voor al de volken', 'een vette maaltijd voor alle volken'; hoewel velen de blijdschap niet smaken en nooit van de maaltijd proeven. Zo geeft Hij Zijn apostelen de volmacht met hetzelfde doel, in bewoordingen die zijns gelijke niet kent: 'Gaat dan heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie alle creaturen.'
Hij is in het aanbod uw Zaligmaker, en mijn Zaligmaker, onze staat mag zijn zoals zij is. En God is in en door Hem de Behouder van alle mensen, maar meest van de gelovigen. Hiervandaan is de zaligheid van Christus 'de algemene zaligheid'. En het Evangelie is 'de genade van God die aan alle mensen verschenen is'. Omdat Christus in deze betrekking tot de zondaar staat, zo heeft een ieder waar het Evangelie gepredikt mag worden, het recht om met vrijmoedigheid tot Hem op Zijn roepende stem te komen. ‘Christus Jezus is in de wereld gekomen om de zondaren zalig te maken.' 'De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.' Niemand zegge: 'Helaas! Ik heb niets met Christus, noch Hij met mij te doen, want ik ben een zondaar, een verloren zondaar.'
Ja, op deze grond is er een betrekking tussen Hem en u. Omdat u een zondaar van het menselijk geslacht bent, zo wordt Christus u tot een Zaligmaker aangeboden. Zo besluiten wij dat zondaren van het menselijk geslacht onbepaald het voorwerp van de bediening van Christus van het Verbond zijn. Hij is gevolmachtigd om het aan u te bedienen, hoedanig u ook bent of geweest bent. U moet of het Verbond ten leven en ter zaligheid aangrijpen, of als verachters daarvan vergaan, omdat u het Evangelie gehoord hebt.
Thomas Boston
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Het wordt ons door onze lieve Heere Christus Zelf verkondigd, dat wij waarlijk geen reden hebben om aan deze prediking en dat Woord te twijfelen. Daar Hij immers zegt, dat Zijn Vader in de hemel, die de waarachtige eeuwige God is, de wereld alzo heeft liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Nu moet gij en alle mensen toch erkennen, dat de wereld niet Petrus, Paulus of Maria heet, maar dat wereld heet: het gehele menselijke geslacht als één geheel. Gelooft gij nu, dat gij een mens zijt? Als gij dit niet kunt geloven of weten, grijp uzelf aan in de boezem of aan de neus, of gij niet evengoed mens zijt als ieder ander. Waarom wilt gij uzelf dan uitsluiten buiten het woordje wereld, omdat Christus met klare woorden zegt, dat God Zijn Zoon niet alleen aan de heilige maagd Maria of aan Petrus of Paulus gegeven, maar dat Hij Hem aan de wereld gegeven heeft, opdat allen die de naam van mensenkinderen dragen, Hem zullen aannemen. Wanneer ik Hem nu niet wil aannemen, alsof Hij mij niet toebehoort en gij wilt Hem ook niet aannemen, dan volgt daaruit, dat deze woorden van Christus niet waar moeten zijn, daar Hij zegt, dat Hij aan de wereld gegeven is. Daarom moet gij uit deze woorden besluiten, dat dit Geschenk u even goed toebehoort als Petrus of Paulus, omdat gij even zozeer mens en een stuk der wereld zijt als zij. Dat men God toch in Zijn Woord niet tot een leugenaar maakt en denkt: wie weet, zou ik ook wel onder degenen zijn, aan wie deze Zoon geschonken en het eeuwige leven beloofd is? Want dat noem ik de Heere onze God tot een leugenaar maken. Wanneer dus zulke gedachten u te binnen schieten, doe alsof de duivel voor u stond, opdat zulke gedachten u niet bedriegen en zeg: wat gaat het mij aan of ik geen Petrus of Paulus ben? Als God zulk een Schat had willen geven alleen aan hen, die het waardig waren, dan zou Hij deze aan de engelen, aan de zon of maan gegeven hebben, dat zijn reine en onbevlekte schepselen, die steeds nam Gods ordening en wil wandelen. Maar hier staat, dat Hij Hem aan de wereld gegeven heeft.
Maarten Luther
Maarten Luther
“Doch wij allen zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed” (Jesaja 64:6a)
Het kleed van Christus’ gerechtigheid
‘Doch wij allen zijn als een onreine…’ Zo heeft Jesaja het tweestammenrijk van Juda aangesproken! Hij noemt hen onreinen. Hij sluit er zichzelf niet buiten, want hij schrijft: ‘Wij allen’. Geliefde lezer(es), wij allen zijn in Adam peilloos diep gevallen. Niemand uitgezonderd, hoofd voor hoofd, hart voor hart. Paulus schrijft: ‘Want zij hebben gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods.’
Waarom schrijft Jesaja: ‘Doch wij allen zijn als een onreine?’ Wel, Jesaja heeft zichzelf door de bearbeiding van de Heilige Geest als een onreine voor God leren kennen. Hij schrijft: ‘Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben, en woon in het midden van een volk dat onrein van lippen is’. Dat is hij door de genade Gods aan de weet gekomen. Weet u hoe hij dat aan de weet gekomen is? In het licht van Gods vlekkeloze majesteit heeft hij eigen zonde, schuld en ongerechtigheid leren zien. Hij schrijft het zelf: ‘Want mijn ogen hebben den Koning, den HEERE der heirscharen gezien.’
Geliefde lezer(es), kent u daar ook iets van in uw persoonlijk leven? Bent u al een onreine voor de Heere geworden? In Leviticus 13:45 lezen wij van de melaatsen: ‘Voorts zullen de klederen des melaatsen, in wien die plaag is, gescheurd zijn, en zijn hoofd zal ontbloot zijn, en hij zal de bovenste lip bewimpelen; daartoe zal hij roepen: Onrein, onrein!’ Hebt u het met de melaatse al voor God beweend: ‘Onrein, onrein?’
‘En al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed.’ Is uw ongerechtigheid al schuld voor God geworden? Jesaja schrijft hier niet over ongerechtigheden, maar over gerechtigheden. Zijn uw gerechtigheden al schuld voor God geworden? Zolang wij daarin ons leven vinden zal de Middelaar geen waarde krijgen. Daar werkt de Heere in het leven van Zijn kinderen op aan.
Welk een pijnlijke les om gerechtigheden, ja, eigengerechtigheden voor God te verliezen. Wat zijn dat eigenlijk? In onze kanttekeningen lezen wij: Dat is, al onze beste werken, of wat wij voor goeds gedaan zouden hebben. Al mijn werken, deugden, tranen, werkzaamheden, vroomheid zijn tekort om voor God te kunnen bestaan. Ze moeten een wegwerpelijk kleed worden.
Weet u wat dat betekent? In het Hebreeuws lezen wij: Een kleed der wegwerping! Zoals onze kanttekeningen schrijven: Als een vuil, bezoedeld kleed; of een kleed van lompen en lappen samengeflanst.
Gods kinderen leren zichzelf als een goddeloze kennen. Bent u dat al geworden? En dat leert de Heere Zijn kinderen door de ontdekkende bearbeiding van de Heilige Geest. Dat is zo noodzakelijk en onmisbaar. Gods kinderen worden als goddelozen en niet als vrome mensen zalig. Niet in de uitleving, maar wel in de innerlijke doorleving voor de Heere. Dat is smartelijk om te doorleven, maar noodzakelijk om aan de weet te komen dat er maar één gerechtigheid is om voor de Heere te kunnen verschijnen.
Welke gerechtigheid? De enig geldende gerechtigheid van Christus die alleen redden kan van de dood. Welk een wonder om als een uitgewerkte, naakte zondaar voor de Heere te mogen buigen.
‘Want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan.’ Wie bekleedt de Heere met de klederen des heils? Zij die alle heiligheid in zichzelf missen. Wie doet de Heere de mantel der gerechtigheid om? Zij die ontbloot zijn van alle gerechtigheid.
De gerechtigheid heeft Christus voor Zijn volk verworven en Hij past die gerechtigheid ook toe. Nee, dat doen Gods kinderen zelf niet! Hij bekleedt! Hij doet hen die klederen aan! Hij is niet alleen een Middelaar van verdienste, maar ook van toepassing. Dat kleed der gerechtigheid heeft Hij verworven in de weg van bitter lijden en verzoenend sterven.
Hij, de Koning der koningen, is door Maria in doeken gewonden. Hij is veracht en bespot geworden door Herodes en zijn krijgsknechten. Wij lezen in Gods Woord van Herodes: ‘Deed Hem een blinkend kleed aan’. Pilatus krijgsknechten wierpen Hem een purperen kleed om. In Johannes 19:5 lezen wij: ‘Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens!’ Jezus, de volkomen Zaligmaker heeft naakt aan het kruis gehangen, opdat naakte zondaren door Zijn gerechtigheid bekleed zullen worden.
Geliefde lezer(es), zijn uw zonden, uw ongerechtigheden al schuld voor God geworden? Weet het toch, buiten het kleed van Christus’ gerechtigheid kunnen wij God niet ontmoeten. Dat het heil van uw onsterfelijke ziel werd opgebonden. Smeek de Heere of Hij uw onreinheid wil bekendmaken. In Christus is alles wat tot zaligheid nodig is. Niemand heeft teveel gezondigd, is te onrein of te vuil. ‘Want het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonden.’
Volk des Heeren, de Heere geve u ontdekking. Vraag daar toch om! Het is een gebed tegen uzelf in, maar wel noodzakelijk, opdat in het verlies van uw gerechtigheden, de eeuwige behoudenis ligt door Zijn gerechtigheid.
Veenendaal, Ds. J. van Belzen
(Uit: De Saambinder, 9 augustus 2007)
Het kleed van Christus’ gerechtigheid
‘Doch wij allen zijn als een onreine…’ Zo heeft Jesaja het tweestammenrijk van Juda aangesproken! Hij noemt hen onreinen. Hij sluit er zichzelf niet buiten, want hij schrijft: ‘Wij allen’. Geliefde lezer(es), wij allen zijn in Adam peilloos diep gevallen. Niemand uitgezonderd, hoofd voor hoofd, hart voor hart. Paulus schrijft: ‘Want zij hebben gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods.’
Waarom schrijft Jesaja: ‘Doch wij allen zijn als een onreine?’ Wel, Jesaja heeft zichzelf door de bearbeiding van de Heilige Geest als een onreine voor God leren kennen. Hij schrijft: ‘Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben, en woon in het midden van een volk dat onrein van lippen is’. Dat is hij door de genade Gods aan de weet gekomen. Weet u hoe hij dat aan de weet gekomen is? In het licht van Gods vlekkeloze majesteit heeft hij eigen zonde, schuld en ongerechtigheid leren zien. Hij schrijft het zelf: ‘Want mijn ogen hebben den Koning, den HEERE der heirscharen gezien.’
Geliefde lezer(es), kent u daar ook iets van in uw persoonlijk leven? Bent u al een onreine voor de Heere geworden? In Leviticus 13:45 lezen wij van de melaatsen: ‘Voorts zullen de klederen des melaatsen, in wien die plaag is, gescheurd zijn, en zijn hoofd zal ontbloot zijn, en hij zal de bovenste lip bewimpelen; daartoe zal hij roepen: Onrein, onrein!’ Hebt u het met de melaatse al voor God beweend: ‘Onrein, onrein?’
‘En al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed.’ Is uw ongerechtigheid al schuld voor God geworden? Jesaja schrijft hier niet over ongerechtigheden, maar over gerechtigheden. Zijn uw gerechtigheden al schuld voor God geworden? Zolang wij daarin ons leven vinden zal de Middelaar geen waarde krijgen. Daar werkt de Heere in het leven van Zijn kinderen op aan.
Welk een pijnlijke les om gerechtigheden, ja, eigengerechtigheden voor God te verliezen. Wat zijn dat eigenlijk? In onze kanttekeningen lezen wij: Dat is, al onze beste werken, of wat wij voor goeds gedaan zouden hebben. Al mijn werken, deugden, tranen, werkzaamheden, vroomheid zijn tekort om voor God te kunnen bestaan. Ze moeten een wegwerpelijk kleed worden.
Weet u wat dat betekent? In het Hebreeuws lezen wij: Een kleed der wegwerping! Zoals onze kanttekeningen schrijven: Als een vuil, bezoedeld kleed; of een kleed van lompen en lappen samengeflanst.
Gods kinderen leren zichzelf als een goddeloze kennen. Bent u dat al geworden? En dat leert de Heere Zijn kinderen door de ontdekkende bearbeiding van de Heilige Geest. Dat is zo noodzakelijk en onmisbaar. Gods kinderen worden als goddelozen en niet als vrome mensen zalig. Niet in de uitleving, maar wel in de innerlijke doorleving voor de Heere. Dat is smartelijk om te doorleven, maar noodzakelijk om aan de weet te komen dat er maar één gerechtigheid is om voor de Heere te kunnen verschijnen.
Welke gerechtigheid? De enig geldende gerechtigheid van Christus die alleen redden kan van de dood. Welk een wonder om als een uitgewerkte, naakte zondaar voor de Heere te mogen buigen.
‘Want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan.’ Wie bekleedt de Heere met de klederen des heils? Zij die alle heiligheid in zichzelf missen. Wie doet de Heere de mantel der gerechtigheid om? Zij die ontbloot zijn van alle gerechtigheid.
De gerechtigheid heeft Christus voor Zijn volk verworven en Hij past die gerechtigheid ook toe. Nee, dat doen Gods kinderen zelf niet! Hij bekleedt! Hij doet hen die klederen aan! Hij is niet alleen een Middelaar van verdienste, maar ook van toepassing. Dat kleed der gerechtigheid heeft Hij verworven in de weg van bitter lijden en verzoenend sterven.
Hij, de Koning der koningen, is door Maria in doeken gewonden. Hij is veracht en bespot geworden door Herodes en zijn krijgsknechten. Wij lezen in Gods Woord van Herodes: ‘Deed Hem een blinkend kleed aan’. Pilatus krijgsknechten wierpen Hem een purperen kleed om. In Johannes 19:5 lezen wij: ‘Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: Ziet, de Mens!’ Jezus, de volkomen Zaligmaker heeft naakt aan het kruis gehangen, opdat naakte zondaren door Zijn gerechtigheid bekleed zullen worden.
Geliefde lezer(es), zijn uw zonden, uw ongerechtigheden al schuld voor God geworden? Weet het toch, buiten het kleed van Christus’ gerechtigheid kunnen wij God niet ontmoeten. Dat het heil van uw onsterfelijke ziel werd opgebonden. Smeek de Heere of Hij uw onreinheid wil bekendmaken. In Christus is alles wat tot zaligheid nodig is. Niemand heeft teveel gezondigd, is te onrein of te vuil. ‘Want het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonden.’
Volk des Heeren, de Heere geve u ontdekking. Vraag daar toch om! Het is een gebed tegen uzelf in, maar wel noodzakelijk, opdat in het verlies van uw gerechtigheden, de eeuwige behoudenis ligt door Zijn gerechtigheid.
Veenendaal, Ds. J. van Belzen
(Uit: De Saambinder, 9 augustus 2007)
Gewetensbezwaarde trouwambtenaar - 'De totalitaire staat werpt het geweten van haar burgers weg als een waardeloos vod'
Dr. J.H. Bavinck
Dr. J.H. Bavinck
Dat idee heb ik niet, als je naar de inhoud kijkt van deze meditatie. Het gaat toch echt over de tekst?memento schreef:Zonder iets af te willen doen aan de inhoud: Waarom zijn alle medidaties uit de SB hetzelfde? Je kan haast de tekst erboven wijzigen, en de rest laten staan...caprice schreef:(...)
Veenendaal, Ds. J. van Belzen (Uit: De Saambinder, 9 augustus 2007)
Gewetensbezwaarde trouwambtenaar - 'De totalitaire staat werpt het geweten van haar burgers weg als een waardeloos vod'
Dr. J.H. Bavinck
Dr. J.H. Bavinck
Nou ja, de uitwerking is vaak hetzelfde: Eerst een flinke dosis ellende, dat even goed aankaarten.... en dan de verlossing. Op zich niks mis mee, hoewel men wel moet uitkijken voor een eenzijdig verhaal.... Ik ben christen. Wat moet ik met dit stuk? Ik kan in het eerste gedeelte voor een aardig groot deel meegaan. De zonde niet onderschatten, er niet te makkelijk over doen. Ook niet je zonde kennen en vervolgens denken: Maar nu geloof ik en doe ik dat allemaal heel anders dan vroeger, ik doe toch goed mijn best.caprice schreef:Dat idee heb ik niet, als je naar de inhoud kijkt van deze meditatie. Het gaat toch echt over de tekst?memento schreef:Zonder iets af te willen doen aan de inhoud: Waarom zijn alle medidaties uit de SB hetzelfde? Je kan haast de tekst erboven wijzigen, en de rest laten staan...caprice schreef:(...)
Veenendaal, Ds. J. van Belzen (Uit: De Saambinder, 9 augustus 2007)
Maar hoe kan ik nou als navolger van Christus me als onrein gaan zien terwijl ik me in Christus vergeven mag weten? Hoe kan ik werken nou als een vuil wegwerpelijk kleed zien als ik met Galaten 3:27 mag zeggen dat ik met Christus ben omkleed, en wat ik doe daarom wel waardevol is voor Hem? Hoe kan ik me als goddeloze leren kennen als de Geest zelf mij overtuigt dat ik Gods kind ben?
Wat hier staat, dan Gods kinderen zalig worden, niet als vrome mensen maar als goddelozen, klopt voor geen kant, tenminste, niet zoals het hier geformuleerd is. Allereerst omdat het onderscheid niet wordt gemaakt tussen wat je uit jezelf bent en wat je in Hem bent, en omdat het kwa tijd niet klopt. Een christen moet niet eerst een goddeloze worden en dan weer een gelovige. Kortom, door dit chronologisch te schrijven vanuit het perspectief van een niet-christen vraag ik me af wat ik hier mee moet. De Saambinder is toch een blad voor gelovigen? Waarom wordt hier dan geschreven aan ongelovigen? Die moeten eerst ontdekken dat ze uit zichzelf niets goeds kunnen, God niet zoeken en Hem niet dienen... en niet door eigen kracht bij Hem kunnen komen. De wet als tuchtmeester tot Christus. Maar dat geldt niet voor de gelovigen:
24 Kortom, de wet hield toezicht op ons totdat Christus kwam, zodat we door ons vertrouwen op God als rechtvaardigen konden worden aangenomen. 25 Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht, 26 want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God.
5 Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. 6 Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. 7 Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. 8 Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met hem zullen leven, 9 omdat we weten dat hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over hem. 10 Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu hij leeft, leeft hij voor God. 11 Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. 12 Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. 13 Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. 14 De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade.
5 Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. 6 Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede. 7 Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn wet en is daar ook niet toe in staat. 8 Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. 9 Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. 10 Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen.
15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.
Kortom, in dit artikel wordt teruggegaan naar de oude natuur, die in Christus dood is. Terug naar de zonde waarvan Hij ons vrijkocht. Eerst weer slaaf van de zonde worden zodat je weer bevrijd kan worden door Christus. Voor wie niet bevrijd zijn een heilzame boodschap, voor wie dat wel zijn echter niet. Daar heb ik moeite mee. Het heeft veel weg van "zondigen opdat de genade toeneme".
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Nou Marnix, nou lees je het wel een beetje eenzijdig. Er ligt toch duimendik bovenop dat het gaat om eigen gerechtigheid die overboord moet.
Wat mij in 'dit soort' teksten wel weer opvalt is dat het 98% over schuldbesef en noodzaak tot bekering gaat en 2% over het heil dat die bekering teweeg moet brengen. In termen van de Catechismus: veel over onze ellende, en een beetje over de verlossing. Aan de dankbaarheid komen we niet toe. Is die niet belangrijk? Of weegt de bevinding van de zonden zo zwaar dat we niet blij kunnen zijn dat er verlossing is?
Wat mij in 'dit soort' teksten wel weer opvalt is dat het 98% over schuldbesef en noodzaak tot bekering gaat en 2% over het heil dat die bekering teweeg moet brengen. In termen van de Catechismus: veel over onze ellende, en een beetje over de verlossing. Aan de dankbaarheid komen we niet toe. Is die niet belangrijk? Of weegt de bevinding van de zonden zo zwaar dat we niet blij kunnen zijn dat er verlossing is?
Met tweede deel ben ik het wel eens... Wat je eerste deel betreft, het gaat mij om de chronologie die wordt toegepast... van zondaar naar verloste zondaar, tevens kind van God. Die chronologische stappen kan je niet opnieuw gaan doorlopen als je je al verlost weet, want dan zou je terug in de tijd moeten. Dan is er namelijk sprake van gerechtigheid, niet uit jezelf maar in Christus... daarom snap ik deze oproep om dat opnieuw te gaan doorlopen niet.Marco schreef:Nou Marnix, nou lees je het wel een beetje eenzijdig. Er ligt toch duimendik bovenop dat het gaat om eigen gerechtigheid die overboord moet.
Wat mij in 'dit soort' teksten wel weer opvalt is dat het 98% over schuldbesef en noodzaak tot bekering gaat en 2% over het heil dat die bekering teweeg moet brengen. In termen van de Catechismus: veel over onze ellende, en een beetje over de verlossing. Aan de dankbaarheid komen we niet toe. Is die niet belangrijk? Of weegt de bevinding van de zonden zo zwaar dat we niet blij kunnen zijn dat er verlossing is?
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Omdat je steeds weer zondigt, en dus steeds weer vergeving nodig hebt....Marnix schreef:Met tweede deel ben ik het wel eens... Wat je eerste deel betreft, het gaat mij om de chronologie die wordt toegepast... van zondaar naar verloste zondaar, tevens kind van God. Die chronologische stappen kan je niet opnieuw gaan doorlopen als je je al verlost weet, want dan zou je terug in de tijd moeten. Dan is er namelijk sprake van gerechtigheid, niet uit jezelf maar in Christus... daarom snap ik deze oproep om dat opnieuw te gaan doorlopen niet.Marco schreef:Nou Marnix, nou lees je het wel een beetje eenzijdig. Er ligt toch duimendik bovenop dat het gaat om eigen gerechtigheid die overboord moet.
Wat mij in 'dit soort' teksten wel weer opvalt is dat het 98% over schuldbesef en noodzaak tot bekering gaat en 2% over het heil dat die bekering teweeg moet brengen. In termen van de Catechismus: veel over onze ellende, en een beetje over de verlossing. Aan de dankbaarheid komen we niet toe. Is die niet belangrijk? Of weegt de bevinding van de zonden zo zwaar dat we niet blij kunnen zijn dat er verlossing is?
- Christiaan
- Berichten: 2057
- Lid geworden op: 01 sep 2006, 10:03
- Locatie: Zeeland
Voor het tweede deel ben ik het ook met je eens. Waarom zoveel aandacht voor onze zonde, om daarna kort even naar Christus te verwijzen.Marco schreef:Nou Marnix, nou lees je het wel een beetje eenzijdig. Er ligt toch duimendik bovenop dat het gaat om eigen gerechtigheid die overboord moet.
Wat mij in 'dit soort' teksten wel weer opvalt is dat het 98% over schuldbesef en noodzaak tot bekering gaat en 2% over het heil dat die bekering teweeg moet brengen. In termen van de Catechismus: veel over onze ellende, en een beetje over de verlossing. Aan de dankbaarheid komen we niet toe. Is die niet belangrijk? Of weegt de bevinding van de zonden zo zwaar dat we niet blij kunnen zijn dat er verlossing is?
Bij het lezen van de bijbel zijn twee fouten mogelijk: men neemt alles letterlijk of met vergeestelijkt alles (Blaise Pascal)
Wij zijn bedelaars, dat is waar. (Dr. Maarten Luther)
Wij zijn bedelaars, dat is waar. (Dr. Maarten Luther)
Dat komt door zinnen als deze:Kaw schreef:Kennis over de zonde is er wel, maar kennis van Christus en Zijn werk is er zo weinig. De lust om daar dan over te spreken is daarom klein. En dat dankbaarheid in de praktijk wordt versmalt naar ellendekennis is gewoonweg uit pure geestelijke armoede geboren.
Smeek de Heere of Hij uw onreinheid wil bekendmaken.
Terwijl het hele hoofdstuk van Jesaja is een dergelijke bekendmaking van de onreinheid IS. Wat moet God dan nog meer doen? Behalve dat we de letters lezen moet er ook nog wat bij gevoeld worden. (zegt de dominee) En als we dan zoiets voelen (vermeend of echt) dan is men al zo blij. En dat gaat dan door voor leven.
De bedoeling van de tekst is dat we dat geloven, God onze schuld belijden en daardoor vergeving zullen ontvangen.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.