Hebben jullie je wel eens verdiept in de visie van Kohlbrugge op het onderscheid wat wij wel noemen de 'oude mens en de nieuwe mens'?
Lees eens mee:
Maar eigenlijk zouden jullie het hele artikel waar ik dit heb uitgehaald moeten lezen. (KLIK HIER) Ik ken de oorsprong van het artikel niet; ik kreeg het recentelijk toegemaild.Wij zijn wat wij moeten zijn voor God, maar wij hebben dat alleen in het geloof. Het is te begrijpen, dat allerlei vrome piëtisten uit Kohlbrugge's tijd zich aan zo'n prediking ergerden. Bij hem bleven er maar twee personen over, een kale zondaar en Christus. Wie boven dat kale-zondaar-zijn uit wilden groeien, kregen van hem te horen dat ze met zulke bestdoeningen alleen maar probeerden om van de oude mens nog wat te maken en zo tussen oud en nieuw een soort overgangstoestand te scheppen. Tussen oud en nieuw ligt bij Kohlbrugge alleen de verheerlijking van de Naam van de Here Jezus in kruis en opstanding. En in plaats van elke overgang staat in het evangelie de plaatsbekleding van de Middelaar. Of om het in de eigen taal van Kohlbrugge te zeggen: "Ik zeg, dat zulk een aard en bestaan, zulk een doen en drijven, denken en streven van onze oude mens voor God aan het kruis heeft gehangen, dus geheel te schande is geworden; dat hij zich ook ten vloek heeft moeten laten maken en ingedompeld.is in de uiterste welverdiende smaad, opdat het een einde zou hebben met zijn werken". Het is voor ons veel aantrekkelijker om te geloven dat onze oude mens dagelijks en hoe langer hoe meer door ons berouw en door onze welgezindheid moet worden gekruisigd en gedood, dan te geloven dat hij gekruisigd is. Het laatste is immers de doodsteek voor al ons vrome zelfbesef. Ironisch kan Kohlbrugge spreken over wat een langzaam proces van heiliging (overigens met behulp van de genade) uitwerkt: "Keert tot uzelf in, gij die deze leer handhaaft, en ziet toe of gij in uw vijftigste of zestigste levensjaar de oude mens meer gedood hebt dan in uw twintigste jaar... Er kan geen rust, geen ware rust in God aanwezig zijn, waar men iets beweert wat tegen de Schrift in is en waar men in eigen hand wil houden wat met Christus reeds lang uit de weg is geruimd. Is het door en met Christus geschied, houdt dan uw handen ervan af om het door berouw en boete klaar te willen krijgen en dat wat mèt Hem eens voor altijd gekruisigd is, te willen kruisigen door uw eigen pogingen" Voor een kale zondaar blijft alleen het geloof over, dat Christus de volkomen Zaligmaker is.
De laatste alinea is ook erg mooi:
Wat vinden jullie van de visie (als ik 'm zo mag samenvatten) dat het probleem 'm zit in het ongeloof als je de oude mens zich voelt roeren. En dat het dus FOUT is en dat het niet een proces is waarbij de oude mens steeds kleiner en de nieuwe mens steeds grote wordt.Smal spoor
Wij hebben niets in handen. In de gemeenschap met Christus mogen wij leven, maar dat leven is met Christus verborgen bij God. Wij hebben vaste grond onder de voeten, maar het gaat langs een smal spoor. Wie weet wat aanvechting is, is juist door dat evangelie getroost. Kohlbrugge zegt: "Hij mag het ervoor houden, dat hij rechtvaardig is gelijk God rechtvaardig is; dat hij heilig is gelijk God heilig is; dat hij in zijn lieve Here Jezus Christus blijven mag, om in Hem alles te hebben, door Hem en van Hem alles te ontvangen, in Hem alles van een genadige God en Vader te verwachten, ofschoon hij ook het tegenstrijdige rondom zich ziet. Dit geloof bewijst zich toch aan het einde machtiger dan al het tegenstrijdige". Zo is het ervoor houden niet een verstandelijke conclusie uit het evangelie, maar hetzelfde als het "nochtans" waarmee het geloof midden in al het tegenstrijdige volhardt. Het is dus volstrekt niet, zoals in sommige bevindelijke kringen wordt beweerd, een koud en onpersoonlijk verstandsgeloof waarin men zich dingen toeëigent zonder ze echt te beleven. Het ervoor houden heeft in de preken van Kohlbrugge een duidelijk adres: "Het geldt alleen degenen, die voor Gods Woord beven en wegzinken; degenen, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid". Juist in dit verband spreekt Kohlbrugge van een goed geweten en met een citaat daarover geef ik hem nu het laatste woord: "Bij dit goede geweten beschouwt de mens zich met al zijn lusten en begeerten als in de dood gegaan, en wederom beschouwt het zich niet als zonder wet, maar als in Christus overeenkomstig de wet, en hij houdt zich aan de genade, door welke hij God dient in deugdelijkheid".
De kern van de zaak is dus geloof en geloofsgroei.
[Aangepast op 7/6/05 door Pim]