eilander schreef:Dat ik zei dat ik niet veel wilde reageren, komt door twee dingen:
(a) een discussie over de opvattingen van Barth etc. vind ik teveel boven mijn niveau.
(b) je kunt toch moeilijk stellen dat iedereen die er anders over denkt dan Kohlbrugge (Watson) bijvoorbeeld, indirect de mens op zich zelf terugwerpt. Dat vind ik veel te kort door de bocht. Blijkbaar is die tekst van Kohlbrugge, hoewel ik zijn stijl er niet in herken moet ik zeggen.
Ik lees in de Catechismusverklaring van Kohlbrugge:
"Maar, verneem het, o mensenkind, hoe het met Gods waarheid staat.
God de Heere had u goed geschapen, zodat gij de eis van Zijn wet kondet volbrengen. Hij had u geschapen naar, of in Zijn beeld en gelijkenis, zodat, als men de mens zag, men kon zeggen: hij is geschapen naar het beeld en gelijkenis van den levenden God!"
Ad1) het ging mij om de opvatting van volmaaktheid schepping op zich. En daarin de visie die Kohlbrugge heeft en de gevolgen hierin in bijv. de prediking.
De vragen due ik eerder stelde over Barth etc die stelde ik aan @Luther. ( en waar hij ner op gereageerd heeft, ik kom daar nig op terug, maar als ik iets meer tijd hebt)
Ad 2) En als we de vraag eens omdraaien: wanneer er geleerd wordt dat de mens op eigen benen kon staan in het paradijs, wat heeft dat dan voor gevolgen voor de wedergeboren mens?
Want:
Welke gevolgen hebben de onderstaande visies op de prediking? En dus ook op de volmaaktheid van de schepping en herschepping? ( even los van wie of wat ook)
1) de mens kon in het paradijs (schepping) niet op eigen benen staan, en in de wederboorte ook niet.(herschepping)
2) de mens kon wel op eigen benen staan in het paradijs (schepping) en in de wedergeboorte ook.(herschepping
3) de mens kon niet op eigen benen staan in het paradijs (schepping) maar in de wedergeboorte wel.(herschepping
4) de mens kon op eigen benen staan in het paradijs (schepping) en in de wedergeboorte ook. (herschepping
Wat betreft je citaat uit de catechismus van Kohlbrugge: ikzelf weet niet of die catechismus verklaring geschreven is voor of na zijn ontdekking van in of naar Zijn Beeld. En na zijn komma ontdekking in Romeinen 7. Misschien dat iemand anders daar meer over kan zeggen.
In het ligt van zijn ontdekking dat de mens in het Beeld Gods stond in het Paradijs lees ik het aldus zo:
Maar, verneem het, o mensenkind, hoe het met Gods waarheid staat.
God de Heere had u goed geschapen,( In Zijn Beeld, en daarin kreeg de mens alle goeds of alke gaven van Hem) zodat gij de eis van Zijn wet kondet volbrengen. Hij had u geschapen naar, of in Zijn beeld en gelijkenis, zodat, als men de mens zag, men kon zeggen: hij is geschapen naar het beeld en gelijkenis van den levenden God!"
Overigens is het niet gek dat Kohlbrugge het wilde vertalen met in het Beeld ipv naar, omdat due mogelijkheid gegeven werd in het Hebreeuws,