DDD vind het vreemd. Het past wel bij zijn beleving van de werkelijkheid, die ik opmaak uit zijn postings. Ik zou die bevreemding overigens niet op deze manier etaleren, maar ieder heeft het recht om dat op zijn eigen manier te doen.
Ons leven is een reis. Vroeger werd vaak een uitdrukking gebruikt in de preek die misschien nu wat ouderwets in de oren klinkt, maar die toch heel treffend de werkelijkheid van die reis tekende. Je hoorde dan zeggen: ‘Mijn geliefde medereizigers naar een nimmer eindigende en alles beslissende eeuwigheid’, en dan wist je wel wat daarmee bedoeld werd. Ons leven is genadetijd, is gegeven ter voorbereiding op de eeuwigheid die aanstaande is. Als student liep ik eens met een ouderling na de dienst over straat op weg naar zijn huis. Aan de overkant van de weg stond een groepje jongeren die beslist niet naar de kerk geweest waren, dat was duidelijk. Ze staken, toen we dichterbij gekomen waren, de straat over en een van hen vroeg om een vuurtje voor zijn sigaret, wat hem door de ouderling gegeven werd. Maar toen kwam de vraag: ‘Wat hebben jullie een mooi pakkie aan ,waar gaan jullie naar toe?’ Het gaf me aanleiding de vraag bij hen te leggen: ‘Dat was een goede vraag. Waar gaan wij, ook jullie naar toe?’ Daar was even een onverwachte gelegenheid te spreken over de grote reis en de tweeërlei bestemming aan het eind daarvan.