Onlangs hoorde ik in een preek een uitleg van 1 Samuel 3: 9-10.

9 Daarom zeide Eli tot Samuël: Ga heen, leg u neder, en het zal geschieden, zo Hij u roept, zo zult gij zeggen: Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort. Toen ging Samuël heen en leide zich aan zijn plaats.
10 Toen kwam de HEERE, en stelde Zich daar, en riep gelijk de andere malen: Samuël, Samuël! En Samuël zeide: Spreek, want Uw knecht hoort.

De predikant zei dat het veel te betekenen had dat Samuël niet het woord 'HEERE' gebruikte. Hij eigende zich de Verbondsnaam niet zomaar toe.
Ik hoorde voor het eerst deze uitleg, en vroeg me af of deze gebruikelijk is.

Ik zou in de beoordeling ook 1 Samuel 1:28 (momenteel mijn wachtwoord op één van de vele businessystemen) meenemen en ook het laatste vers van 1 Samuel 3.
1:28 En hij bad aldaar den HEERE aan.
3:21 want de HEERE openbaarde Zich aan Samuël te Silo, door het woord des HEEREN.

Dus de inhoud van wat de dominee onder woorden brengt, is niet te bestrijden omdat Samuel tot drie keer toe niet snapt dat de Heere spreekt. Maar de verwoording is niet echt neutraal, zeker gezien de verzen waar dit tussenin staat.

Matthew Henry zegt er dit van:
"Doch merk op: Samuel heeft één woord uitgelaten; hij zeide niet: Spreek Heere, maar alleen: Spreek, want Uw knecht hoort. Misschien, zoals bisschop Patrick vermoedt, uit onzekerheid of het al of niet God was, die sprak.
Door dit antwoord: Spreek, want Uw knecht hoort, was echter de weg voor hem bereid om de boodschap te ontvangen, en Samuel werd bekend gemaakt met de woorden Gods en de gezichten van de Almachtige."

eilander schreef:Matthew Henry zegt er dit van:
"Doch merk op: Samuel heeft één woord uitgelaten; hij zeide niet: Spreek Heere, maar alleen: Spreek, want Uw knecht hoort. Misschien, zoals bisschop Patrick vermoedt, uit onzekerheid of het al of niet God was, die sprak.
Door dit antwoord: Spreek, want Uw knecht hoort, was echter de weg voor hem bereid om de boodschap te ontvangen, en Samuel werd bekend gemaakt met de woorden Gods en de gezichten van de Almachtige."

In dankdagavonddienst in Rotterdam-IJselmonde kwam deze tekst ook aan de orde. De preek ging overigens over het oordeel dat over het huis van Eli zou komen, omdat hij zijn zonen niet eens zuur had aangezien. Ds. merkte op dat er ook staat: Want hij kende de HEERE nog niet. Hij kende de Heere wel, maar niet de persoonlijke aanspraak, en ds. verklaarde dat het was omdat hij zo de Heere nog niet kende. De diensten staan nog online en zijn te downloaden. Dat heb ik woensdag meteen gedaan.
Het is in de avondpreek (de boetepreek of het tijdwoord zoals ds. Verschuure het noemt). Ook ds. van Dieren heeft over deze stof gepreekt, en daar heb ik nog een cd van. Die wil ik toch graag nog eens terugluisteren.
https://www.kerkomroep.nl/#kerk.php?mp=10249
Zoeken op denominatie (GG) en Rotterdam-IJsselmonde, Thaborkerk, dan vind je het meteen.

Zita schreef:Onlangs hoorde ik in een preek een uitleg van 1 Samuel 3: 9-10.

9 Daarom zeide Eli tot Samuël: Ga heen, leg u neder, en het zal geschieden, zo Hij u roept, zo zult gij zeggen: Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort. Toen ging Samuël heen en leide zich aan zijn plaats.
10 Toen kwam de HEERE, en stelde Zich daar, en riep gelijk de andere malen: Samuël, Samuël! En Samuël zeide: Spreek, want Uw knecht hoort.

De predikant zei dat het veel te betekenen had dat Samuël niet het woord 'HEERE' gebruikte. Hij eigende zich de Verbondsnaam niet zomaar toe.
Ik hoorde voor het eerst deze uitleg, en vroeg me af of deze gebruikelijk is.

Dachsel zegt:
Samuël vergat, toen hem de Heere zichtbaar verscheen, het woord: "Heere", de Heere zelf had
hij toch in het hart..
Eli daarentegen had dit woord mede genoemd, toch stond hij, hoewel hij overigens
godvruchtig was, zo ver van de Heere, dat onder zijn ambtsbediening het woord van de Heere
schaars en de profetie zeldzaam was..
Ds Ijsselstein zegt:
En terwijl hij uit eerbied de naam van de Heere niet uitspreekt, zegt hij: Spreek, want Uw knecht hoort.

-DIA- schreef:

eilander schreef:Matthew Henry zegt er dit van:
"Doch merk op: Samuel heeft één woord uitgelaten; hij zeide niet: Spreek Heere, maar alleen: Spreek, want Uw knecht hoort. Misschien, zoals bisschop Patrick vermoedt, uit onzekerheid of het al of niet God was, die sprak.
Door dit antwoord: Spreek, want Uw knecht hoort, was echter de weg voor hem bereid om de boodschap te ontvangen, en Samuel werd bekend gemaakt met de woorden Gods en de gezichten van de Almachtige."

In dankdagavonddienst in Rotterdam-IJselmonde kwam deze tekst ook aan de orde. De preek ging overigens over het oordeel dat over het huis van Eli zou komen, omdat hij zijn zonen niet eens zuur had aangezien. Ds. merkte op dat er ook staat: Want hij kende de HEERE nog niet. Hij kende de Heere wel, maar niet de persoonlijke aanspraak, en ds. verklaarde dat het was omdat hij zo de Heere nog niet kende. De diensten staan nog online en zijn te downloaden. Dat heb ik woensdag meteen gedaan.
Het is in de avondpreek (de boetepreek of het tijdwoord zoals ds. Verschuure het noemt). Ook ds. van Dieren heeft over deze stof gepreekt, en daar heb ik nog een cd van. Die wil ik toch graag nog eens terugluisteren.
https://www.kerkomroep.nl/#kerk.php?mp=10249
Zoeken op denominatie (GG) en Rotterdam-IJsselmonde, Thaborkerk, dan vind je het meteen.

De dienst met ds Verschuure had ik inderdaad geluisterd.

Herman schreef:Ik zou in de beoordeling ook 1 Samuel 1:28 (momenteel mijn wachtwoord op één van de vele businessystemen) meenemen en ook het laatste vers van 1 Samuel 3.
1:28 En hij bad aldaar den HEERE aan.
3:21 want de HEERE openbaarde Zich aan Samuël te Silo, door het woord des HEEREN.

Dus de inhoud van wat de dominee onder woorden brengt, is niet te bestrijden omdat Samuel tot drie keer toe niet snapt dat de Heere spreekt. Maar de verwoording is niet echt neutraal, zeker gezien de verzen waar dit tussenin staat.

Bedoel je dat Samuel wel degelijk de Heere kende ( n.a.v. 1:28) en de uitleg door deze predikant niet helemaal klopt?
En ligt het antwoord van @ eilander dichter bij de waarheid?

Naar aanleiding van Hoofdstuk 1 vers 28 wil ik opmerken dat ik de zinsnede 'en hij bad aldaar den HEERE aan' zie als een geloofsdaad waarmee Samuel rechtvaardig voor God werd.

Daarmee komt de opmerking over het toeëigenen van de naam van de HEERE in een wat ander licht te staan.

Verder ben ik van mening dat het in hst 3 gaat om Samuels roeping tot profeet en bemiddelaar en dat het herkennen van Gods stem meer in het teken staat van de Godsopenbaring dan van de persoonlijke toeëigening.

Herman schreef:Naar aanleiding van Hoofdstuk 1 vers 28 wil ik opmerken dat ik de zinsnede 'en hij bad aldaar den HEERE aan' zie als een geloofsdaad waarmee Samuel rechtvaardig voor God werd.

Daarmee komt de opmerking over het toeëigenen van de naam van de HEERE in een wat ander licht te staan.

Verder ben ik van mening dat het in hst 3 gaat om Samuels roeping tot profeet en bemiddelaar en dat het herkennen van Gods stem meer in het teken staat van de Godsopenbaring dan van de persoonlijke toeëigening.

Toch was de roeping van Samuel, juist in die tijd een bijzondere zaak. Er staat immers dat het Woord Gods dierbaar (schaars) was in die dagen, dat ieder deed wat goed was in zijn ogen, en dat er geen openbaar gezicht of profetie was. Een uitzondering lezen we een hoofdstuk terug. Daar wordt Eli door een man Gods bestraft. In hoofdstuk 3 lezen we dan een nadere aankondiging van de oordelen, zoals die aan de jonge Samuël werden bekendgemaakt.