Mattheüs 2:1-12 De Wijzen uit het Oosten
1. Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.
Herodes
De zin 'in de dagen van den koning Herodes' houdt een wereld van verschrikking in. In de eerste plaats omdat het betekent dat er geen koningshuis van David meer was. Israel werd bezet door een vreemde macht. Dat zou alleen gebeuren als Israel zijn God vergat. Zie bijvoorbeeld de voorzegde vervloekingen in Deut. 18. Het zag er naar uit dat er van de landbelofte aan Abraham, Izak en Jakbob niets meer terecht zou komen. In de tweede plaats wijst was de bijnaam van Herodes 'De Grote'. Dat zag er niet op dat Herodes groot was als bestuurder maar groot als egoïst, als moordenaar, als tiran. Van afkomst was hij een Edomiet. Hij roeide het heldengeslacht van de Makkabeeen uit. De laatste Makabeeër, Antigones, liet hij in Rome door de keizer berechten. Met behulp van de Romeinen veroverde hij Jeruzalem en richtte daar een bloedbad aan. Het moorden door Herodes ging door: zijn zwager Aristobul, zijn verwante Hyrkanus 2, zijn vrouw Mariamne, haar moeder Alexandra, zijn zoon Alexander en Antipater etc. etc. Herodes werd door de Joden intens gehaat. Herodes regeerde van het jaar 37 tot 4 voor Christus. De tijdberekening van de geboorte van de Heere Jezus is niet helemaal juis. Zeer waarschijnlijk is Jezus circa zes jaar eerder geboren dan het jaar 0.
Reformatorisch Dagblad 2013: Herodes was gek op vrouwen. Hij is ten minste tien keer getrouwd en liet een groot aantal kinderen na. De zonen die hij bij Mariamne kreeg, kwamen voor troonsopvolging in aanmerking. Ze gingen naar school in Rome, waar ze ook kennis konden maken met keizer Augustus. Een probleem was dat geruchten over een complot tegen Herodes de ronde gingen doen. De vorst bracht zijn zonen voor een rechtbank en verzocht om hun executie. De eerste keer volgde nog een verzoening, maar na het tweede proces werden ze gewurgd. Ook Mariamne moest het ontgelden, evenals een aantal andere familieleden.
Zie ook Wikipedia voor informatie over Herodes:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Herodes_I
Citaat: Herodes was een bekwaam bestuurder, en bleef de keizerlijke macht in Rome zijn hele leven trouw. Hij was erg populair bij keizer Augustus, maar bij de Joden was zijn populariteit ver te zoeken. Dat kwam doordat hij niet uit het land Judea kwam en geen Joodse ouders had, waardoor hij een vreemdeling bleef bij de Joden. Zelfs zijn huwelijk met de Hasmoneese prinses Mariamne kon hierin geen verandering brengen. Ook werkte Herodes zeer nauw samen met de Romeinen, wat de Joden hem bijzonder kwalijk namen, omdat de Romeinen de bezetters waren van Judea. Door de grote geschenken die Herodes aan andere vazalkoningen en aan hooggeplaatste Romeinen (in het bijzonder de keizer) schonk, was de belastingdruk op zijn Joodse onderdanen erg hoog.
Herodes stond bekend als zeer gewelddadig en sloeg geregeld opstanden hard neer. Ook liet hij 45 leden van de joodse Hoge Raad vermoorden, omdat die een plan van Herodes tegenwerkten. Maar de Joden namen het Herodes het meest kwalijk dat hij een schild met een afbeelding van een Romeinse adelaar boven de ingang van de tempel had bevestigd. Het voor de Joden meest heilige gebouw droeg hierdoor het symbool van de Romeinse overheersing, wat door Joden niet alleen als een vernedering werd ervaren, maar ook als godslastering.
Na enkele jaren werd Herodes zo gehaat dat hij zich nergens meer veilig voelde. Hij wantrouwde iedereen die een gevaar voor hem kon zijn en was constant op zijn hoede voor een mogelijke staatsgreep.Veel Joden in hoge posities kwamen vroeg of laat onder verdenking te staan, meestal onterecht. Zelfs liet Herodes sommigen van zijn eigen familieleden terechtstellen, waaronder zijn eerste vrouw, een aantal leden van zijn schoonfamilie en drie van zijn zoons (zie hieronder). Toen keizer Augustus dit hoorde, sprak hij volgens de overlevering: "Je kunt beter Herodes' varken zijn, dan zijn zoon." Toen Herodes stervende was, wilde hij voorkomen dat niemand zou rouwen. Daarom gaf hij opdracht van iedere familie één vertegenwoordiger in het hippodroom te brengen, en deze te doden, als hij gestorven was. Zijn zuster Salomé 1 liet echter, nog vóór Herodes stierf, deze onschuldige mensen weer vrij.
De wijzen
De wijzen worden hier aangekondigd met het woordje 'zie'. Want opeens verschijnen er totaal onverwacht heidenen (die bij de Joden niet meetelden) op het toneel. Hun woongebied was het gebied tussen de Eufraat en de Tigris. In dat rijk van Babylon werd in het bijzonder de sterrenkunst bedreven. Sinds de Babylonische ballingschap, zeshonderd jaar eerder, waren het achtergebleven deel van de Joden waarschijnlijk invloedrijk geweest in Babylon. Deze diasporajoden leefden niet in een hoekje. Neem als voorbeeld Daniël en zijn invloed in het rijk. Daarnaast zijn er voorbeelden van invloedrijke Babyloniers die zich tot het Jodendom bekeerd hadden. Door deze Joodse invloeden was de voorzegde geboorte van de komende Koning ook in de heidenwereld bekend.
Tijdstip
Tussen de geboorte in Betlehem en de komst van de wijze zit een periode van 1 tot 2 jaar. In vers 16 lezen we dat Herodes alle kinderen van 2 jaar en daaronder liet doden. Maria woonde dus niet meer in de stal maar had in een huis een verblijf gevonden. In vers 11 wordt in de grondtekst nadrukkelijk over een huis gesproken. Al die plaatjes van de wijzen die het kindje Jezus aanbidden bij de kribbe zijn feitelijk onjuist.
2. Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
Deze vraag van de wijzen is echt heidens gesteld. Ze vragen niet naar de geboren Christus/naar de geboren Messias maar naar de koning van de Joden. Zoals de Romeinen Jezus noemden aan het kruis zo noemen deze wijze Hem bij Zijn geboorte. Dat een ster deze geboorte aankondigt wijst wel op de eenheid tussen de schepping en de Schepper. De grote gebeurtenissen in de geschiedenis van het Rijk van God zijn steeds begeleid door gebeurtenissen in de natuur. De wijzen zijn gekomen om 'Hem te aanbidden'. In de grondtekst betekenen deze woorden: neerknielen en met het voorhoofd de aarde aanraken. Hiermee werd de volledige onderworpenheid betuigd.
3. De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem.
De wijzen maken wat bijzonders mee, namelijk dat niemand in Jeruzalem van een geboren Koning weet. Daar komt nog bij dat die vraag voor grote onrust zorgt. Heel Jeruzalem was ontzet omdat men een nieuw bloedbad vreesde.
4. En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar de Christus zou geboren worden.
Deze vergadering is in de grondtekst het Sanhedrin, de Griekse naam voor de Hoge raad. Die hoge raad bestond uit:
- de hogepriester
- de schriftgeleerden
- de oudsten
Totaal uit 71 personen. Deze hoge raad was het hoogste geestelijke gezag in het Jodendom, het was het hoogste gerechtshof en het hoogste politieke gezag. Als er een theologische vraag beantwoord moest worden waren de oudsten daar niet bij. Vandaar dat de oudsten in deze tekst niet genoemd worden. Bij politieke en juridische aangelegenheden was de hoge raad wel voltallig. De theologische vraag die ze hier moeten beantwoorden is waar de beloofde Koning der Joden geboren zou worden. In de grondtekst wijst het er op dat Herodes de vraag dringend herhaalde om de heersende mening goed duidelijk te krijgen.
De hoge raad had geen gezag over Galilea. Daarom staat er in de lijdensgeschiedenis specifiek benoemd dat Jezus vrijwillig naar Jeruzalem ging. Zou Jezus in Galilea gebleven zijn dan had het de hoge raad Hem niet uit kunnen leveren. Door naar Galilea te gaan kwam Hij in het machtsgebied van de hoge raad.
5. En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet:
6. En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israel weiden zal.
Vers 6 is door Mattheüs vrij uit de Septuaginta geciteerd. Het woord 'geenszins' is toegevoegd. Mattheüs denkt niet meer aan de geringe betekenis van het kleine Betlehem maar aan de grote en heerlijke glans die Betlehem door de geboorte van de Messias ten deel valt. Het gedeelte 'Die mijn volk weiden zal' komt uit 2 Samuel 5 vers 2: 'Daartoe ook te voren, toen Saul koning over ons was, waart gij Israel uitvoerende en inbrengende; ook heeft de Heere tot u gezegd: Gij zult Mijn volk Israel weiden, en gij zult tot een voorganger zijn over Israel'. Het beeld weiden is een beeld voor heersen.
7. Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstiglijk van hen den tijd, wanneer de ster verschenen was;
8. En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen, en onderzoekt naarstiglijk naar dat Kindeken, en als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Datzelve aanbidde.
Nadat Herodes gehoord had waar het kind geboren was laat hij in het geheim de wijzen komen. De stad mocht niet weten dat hij interesse voor dat Kind had. Nu wil hij van de wijzen de tijd van de geboorte weten, namelijk precies weten wanneer die ster verschenen is. Hij veinst geïnteresseerd te zijn en het kind te willen aanbidden maar deze meester van list en bedrog heeft zijn plannen om het kind uit de weg te ruimen al klaar. Elke Messiaanse beweging zou hij in de kiem smoren.
9. En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was.
10. Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
De wijzen reizen 's nachts. Dat gebeurde destijds in de Oriënt vaker. Mogelijk heeft Herodes hen in de nacht laten komen (in het geheim, zie vers 7) en zijn ze in diezelfde nacht op reis gegaan. De reis van Jeruzalem naar Betlehem was circa 8 kilometer. Dat is ongeveer twee uur reizen geweest. De ontvangst in Jeruzalem moet hun onverwacht koud zijn overgekomen. Geen stad in vreugde om de geboren Koning. Nee, men wist van niks en hun vraag veroorzaakte alleen maar paniek. De hogepriester en de schriftgeleerden wisten precies waar die Koning geboren zou worden maar reizen niet mee. Ze zijn als wegwijzers die wel de weg aangeven maar zelf blijven staan. En ziet, staat er, de ster verscheen weer. Dat woordje 'ziet' drukt weer het verrassende en onverwachte uit. De ontvangst van de wijzen in Jeruzalem was kil geweest en hun vraag had onrust veroorzaakt. Niet wat de wijzen waarschijnlijk verwacht hadden aan te treffen, integendeel. Daarom is hun vreugde des te groter als ze de ster opeens weer zien. De vreugde hier in de tekst wordt door Mattheüs in zijn meest krachtige vorm uitgedrukt. De bedruktheid slaat door het verschijnen van de ster om in zeer grote vreugde.
11. En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre.
De wijzen komen aan bij het huis - dus geen stal. Want tussen de geboorte van de Heere Jezus en de komst van de wijzen zit een periode van 1 a 2 jaar. De plaatjes van de wijzen die bij de kribbe in de stal neerknielen zijn dus onjuist. Dit wordt bevestigd door het feit dat Mattheüs viermaal in hoofdstuk 2 het woord kind gebruikt in plaats van nieuwgeboren kind (baby/zuigeling). Het kind Jezus is bij de komst van de wijzen bijna twee jaar geweest. Daarom laat Herodes kort hierna alle kinderen van twee jaar en jonger ombrengen. Opvallend is hier dat Jozef niet genoemd wordt. Misschien omdat hij hier niet nodig was.
Naar gewoonte van de Oriënt vindt de huldiging plaats met geschenken. Het goud en wierook herinnert aan Jesaja 60 vers 6: 'goud en wierook zullen zij aanbrengen, en zij zullen den overvloedigen lof des HEEREN boodschappen.'
Enkele oude kerkvaders zien in de drie geschenken een diepe symbolische betekenis. Het goud duidt dan op Zijn Koningschap, de wierook omdat Hij de aanbiddende God is, het bittere mirre wijst dan naar Zijn lijden. In de 5e eeuw trok de kerk uit het feit dat er drie geschenken waren de conclusie dat er drie wijzen waren (gezien Jesaja 60 vers 6 waar gesproken wordt over 'een hoop kemelen zal u bedekken' niet waarschijnlijk). In de 8e eeuw 'wist' men ook de namen van deze drie wijzen; Kaspar, Melchior en Balthasar. Nog weer later meende men dat met deze drie wijzen de stammen van Sem, Cham en Jafet bedoeld werden. Het Mattheüs evangelie geeft voor al deze verklaringen van de oude kerkvaders geen enkele aanleiding.
12. En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land.
De wijzen worden er voor bewaard om moordlustige spionnen van Herodes te zijn. God zelf grijpt middellijk in door een openbaring. Dit duidt er al op dat de grens tussen Israel en de heidenen bij het begin van het Nieuwe Testament weggevallen is. God openbaart zich in een openbaring aan heidenen en deze heidenen luisteren naar de stem van God, dezelfde nacht gaan ze terug naar huis.