Toenadering tot Rome = Belijdenis verloochenen.
Geplaatst: 25 sep 2014, 13:19
Toenadering tot Rome = Belijdenis verloochenen?
Ik vroeg me af of we beseffen dat toenadering en vriendschap met Rome betekent dat we daar onze Belijdenis voor moeten loslaten.
Na het lezen van het stukje in het RD, waarvan hier een link, (alleen te lezen voor een select groepje dat bijzondere privileges heeft van het RD)
http://www.refdag.nl/nieuws/politiek/gr ... s_1_857005
In het kort wordt hier genoemd hoe het beginsel van de CU van het begin aan naar verbreding stond. Bewust werd de naam Gereformeerd of Reformatorisch weggelaten. Nu ‘zit’ men nog met de Belijdenis, die voor evangelischen en roomsen een struikelblok blijkt te zijn. Evangelischen kijken anders tegen de belijdenis aan en voor roomsen is het onbestaanbaar dat de Catechismus spreekt van ‘een vervloekte afgoderij’ als het om de pauselijke mis gaat. Om aanstoot van roomsen en Evangelischen weg te nemen stelt men voor het Apostolicum in de grondslag op te nemen.
Ook het commentaar in het RD is geweid de grondslag van de CU. Als argument om de Drie Formulieren van Enigheid te schrappen in de grondslag, wordt genoemd om in een tijd van secularisatie de krachten van Bijbelgetrouwe christenen te bundelen.
Het voordeel van het schrappen van de Belijdenisgeschriften is wel dat deze zich minder expliciet uitspreken over de leer. Zo kunnen roomsen en evangelischen zich beter in de partij thuis voelen.
De Saambinder is wat betreft gelukkig nog opener en minder strak in het citeren. Daarom leek het me niet verkeerd om het
RD-artikel verder te laten voor wat is, hoewel ik het kan aanbevelen aan degenen dit het kunnen lezen.
De (hier soms wat verguisde, wat opmerkelijk mag heten!) dr. C.S.L. Janse heeft wel een duidelijk ongecensureerd artikel in
De Saambinder geschreven. Dat wil graag ter overdenking doorgeven.
Ik citeer hier De Saambinder, van donderdag 18 september 2014.
De kop luidt:
MEER WAT BINDT DAN WAT SCHEIDT?
Tussen evangelicalen en rooms-katholieken is meer wat hen bindt dan wat hen scheidt. Tot die conclusie kwamen begin september een aantal vertegenwoordigers van de World Evangelical Alliance en de Rooms-Katholieke Kerk.
Het is de bedoeling dat er volgend jaar, na een laatste gespreksronde, een afsluitende verklaring wordt uitgegeven waarin het gemeenschappelijk christelijk geloof beklemtoond wordt. Dit met het oog op de komende Reformatieherdenking in 2017.
Voor wie de ontwikkelingen een beetje gevolgd heeft, komt dit niet als een verassing. Er zijn meer signalen dat de evangelischen en andere orthodoxe protestanten tegenwoordig positiever oordelen over Rome dan voorheen het geval was. Zo zijn binnen de ChristenUnie rooms-katholieken zonder veel discussie als lid geaccepteerd en ook bij de EO is er tegenwoordig plaats voor hen.
Evenzo is er een toenadering tussen evangelicalen en protestanten uit de achterban van de Wereldraad van Kerken. De tijd is voorbij dat orthodoxe protestanten en evangelischen scherp protest aantekenden tegen de horizontalistische en relativistische theologie van de Wereldraad en het kerkvolk daartegen waarschuwden.
LEER MINDER BELANGRIJK
Dat heeft te maken met de secularisatie die, zeker in de westerse wereld, alle kerken bedreigt. Maar het heeft er ook mee te maken dat men tegenwoordig minder belang hecht aan de leer. Men tilt niet zo zwaar meer aan allerlei dogmatische verschillen. Veel belangrijker is dat men in het hart een diepe verbondenheid met medechristenen ervaart.
Nu is de Wereldraad van Kerken na het ineenstorten van het communistische wereldrijk ook terughoudender geworden in het aanprijzen van allerlei revolutionaire bewegingen. Het leven in communistische landen als de Sovjet-Unie, China en Cuba bleek toch ook veel negatieve kanten te hebben. En wat Rome betreft, de nieuwe paus probeert de wereldse pracht en praal die vanouds bij het Vaticaan hoorden, te doorbreken. Dat komt sympathiek over. Al kan Rome de protestantse kerken niet als volwaardige kerken erkennen, onmiskenbaar stelt men zich vriendelijker op dan een eeuw geleden. Vanuit Zuid-Amerika is paus Franciscus goed bekend met de evangelische beweging. Die is daar de laatste decennia aanzienlijk gegroeid.
ONWEDERSTANDELIJK
Een oud spreekwoord zegt: Zeg mij wie uw vrienden zijn, en ik zal zeggen wie gij zijt. Dat is ook hier van toepassing. Als evangelicalen vinden dat er meer is wat hen bindt met de rooms-katholieken dan wat hen scheidt, dan zegt dat wek wat. Wie de gereformeerde leer van de radicale verdorvenheid van de mens, van Gods soevereine verkiezing en van de onwederstandelijkheid van Zijn genade als wezenlijk beschouwd, wie de waarheid daarvan in zijn hart ervaren heeft, zal hen dat niet nazeggen.
In het begin van de 17e eeuw was er de strijd tussen de gereformeerden en de remonstranten. Daarbij was duidelijk dat de remonstranten dichter bij de roomse leer stonden dan de gereformeerden. Ook bij de remonstranten - die toen nog niet vrijzinnig waren - kwam het immers aan op de inbreng van de mens bij het verkrijgen van de zaligheid.
Zo kan men zich voorstellen dat evangelischen en aanverwante groepen in de huidige tijd niet meer zoveel afstand ervaren tot de Rooms-Katholieke Kerk. Er zijn natuurlijk wel verschillen, maar in ieder geval vormt de Dordtse leer voor hen geen onoverkomelijk struikelblok bij een verdere toenadering. Voor ons ligt dat heel anders.
In de Dordtse Leerregels wordt zonder meer de gedachte afgewezen dat wanneer God Zijn werk ten aanzien van de wedergeboorte van de mens volbracht heeft, het dan verder van de keuze van de mens zou afgangen, of hij wedergeboren wordt of niet wedergeboren wordt, of hij bekeerd wordt, of niet bekeerd wordt.
Daarentegen wordt beleden dat ‘al degenen in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtdadiglijk wedergeboren worden en metterdaad geloven’ (DLR hoofdstuk III-IV, par. 12).
Daar komt dus niets van de mens bij. Het werk der bekering is een eenzijdig Godswerk. Christus is een volkomen zaligmaker. Daar ligt het kardinale verschil tussen de Bijbelse, gereformeerde leer en allerlei godsdienstige richtingen en stromingen, binnen of buiten het christendom. Maar dan geldt ook: Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? (Hebreeën 2:3)
HERDENKING
Onmiskenbaar is er in de protestantse wereld sprake van een toenadering tot Rome. Bij de komende herdenking van het 500-jarig jubileum zal de Reformatie veelal - gelukkig niet overal - gepresenteerd worden als een betreurenswaardig schisma over strijdvragen die inmiddels opgelost of achterhaald zijn. Vroeger maakten mensen zich druk over dergelijke punten en was men onverdraagzaam ten opzichte van elkaar. Gelukkig, zo meent men, is dat een gepasseerd station.
Van rooms-katholieke zijde zal men hoogstens toegeven dat er in die tijd inderdaad veel misstanden waren in de kerk. Dat men meer begrip had moeten hebben voor Luther. En voor veel moderne protestanten is het probleem met Rome vooral dat het Vaticaan op een aantal punten erg conservatief is. Als het gaat om de vrouw in het ambt, of zaken als abortus en homoseksualiteit.
Ten aanzien van die punten moet juist gezegd worden dat Rome meer vasthoudt aan de Bijbelse leer dan veel protestanten. Maar als het gaat om de genadeleer blijft de kloof levensgroot. Omdat ‘de gerechtigheid die voor Gods gericht bestaan kan, gans volkomen, en der Wet Gods in alle stukken gelijkvormig zijn moet’, daarom kunnen onze goede werken niet een stuk, zelfs niet een klein stukje, daarvan uitmaken (Heidelberger Catechismus vraag 62).
Ik vroeg me af of we beseffen dat toenadering en vriendschap met Rome betekent dat we daar onze Belijdenis voor moeten loslaten.
Na het lezen van het stukje in het RD, waarvan hier een link, (alleen te lezen voor een select groepje dat bijzondere privileges heeft van het RD)
http://www.refdag.nl/nieuws/politiek/gr ... s_1_857005
In het kort wordt hier genoemd hoe het beginsel van de CU van het begin aan naar verbreding stond. Bewust werd de naam Gereformeerd of Reformatorisch weggelaten. Nu ‘zit’ men nog met de Belijdenis, die voor evangelischen en roomsen een struikelblok blijkt te zijn. Evangelischen kijken anders tegen de belijdenis aan en voor roomsen is het onbestaanbaar dat de Catechismus spreekt van ‘een vervloekte afgoderij’ als het om de pauselijke mis gaat. Om aanstoot van roomsen en Evangelischen weg te nemen stelt men voor het Apostolicum in de grondslag op te nemen.
Ook het commentaar in het RD is geweid de grondslag van de CU. Als argument om de Drie Formulieren van Enigheid te schrappen in de grondslag, wordt genoemd om in een tijd van secularisatie de krachten van Bijbelgetrouwe christenen te bundelen.
Het voordeel van het schrappen van de Belijdenisgeschriften is wel dat deze zich minder expliciet uitspreken over de leer. Zo kunnen roomsen en evangelischen zich beter in de partij thuis voelen.
De Saambinder is wat betreft gelukkig nog opener en minder strak in het citeren. Daarom leek het me niet verkeerd om het
RD-artikel verder te laten voor wat is, hoewel ik het kan aanbevelen aan degenen dit het kunnen lezen.
De (hier soms wat verguisde, wat opmerkelijk mag heten!) dr. C.S.L. Janse heeft wel een duidelijk ongecensureerd artikel in
De Saambinder geschreven. Dat wil graag ter overdenking doorgeven.
Ik citeer hier De Saambinder, van donderdag 18 september 2014.
De kop luidt:
MEER WAT BINDT DAN WAT SCHEIDT?
Tussen evangelicalen en rooms-katholieken is meer wat hen bindt dan wat hen scheidt. Tot die conclusie kwamen begin september een aantal vertegenwoordigers van de World Evangelical Alliance en de Rooms-Katholieke Kerk.
Het is de bedoeling dat er volgend jaar, na een laatste gespreksronde, een afsluitende verklaring wordt uitgegeven waarin het gemeenschappelijk christelijk geloof beklemtoond wordt. Dit met het oog op de komende Reformatieherdenking in 2017.
Voor wie de ontwikkelingen een beetje gevolgd heeft, komt dit niet als een verassing. Er zijn meer signalen dat de evangelischen en andere orthodoxe protestanten tegenwoordig positiever oordelen over Rome dan voorheen het geval was. Zo zijn binnen de ChristenUnie rooms-katholieken zonder veel discussie als lid geaccepteerd en ook bij de EO is er tegenwoordig plaats voor hen.
Evenzo is er een toenadering tussen evangelicalen en protestanten uit de achterban van de Wereldraad van Kerken. De tijd is voorbij dat orthodoxe protestanten en evangelischen scherp protest aantekenden tegen de horizontalistische en relativistische theologie van de Wereldraad en het kerkvolk daartegen waarschuwden.
LEER MINDER BELANGRIJK
Dat heeft te maken met de secularisatie die, zeker in de westerse wereld, alle kerken bedreigt. Maar het heeft er ook mee te maken dat men tegenwoordig minder belang hecht aan de leer. Men tilt niet zo zwaar meer aan allerlei dogmatische verschillen. Veel belangrijker is dat men in het hart een diepe verbondenheid met medechristenen ervaart.
Nu is de Wereldraad van Kerken na het ineenstorten van het communistische wereldrijk ook terughoudender geworden in het aanprijzen van allerlei revolutionaire bewegingen. Het leven in communistische landen als de Sovjet-Unie, China en Cuba bleek toch ook veel negatieve kanten te hebben. En wat Rome betreft, de nieuwe paus probeert de wereldse pracht en praal die vanouds bij het Vaticaan hoorden, te doorbreken. Dat komt sympathiek over. Al kan Rome de protestantse kerken niet als volwaardige kerken erkennen, onmiskenbaar stelt men zich vriendelijker op dan een eeuw geleden. Vanuit Zuid-Amerika is paus Franciscus goed bekend met de evangelische beweging. Die is daar de laatste decennia aanzienlijk gegroeid.
ONWEDERSTANDELIJK
Een oud spreekwoord zegt: Zeg mij wie uw vrienden zijn, en ik zal zeggen wie gij zijt. Dat is ook hier van toepassing. Als evangelicalen vinden dat er meer is wat hen bindt met de rooms-katholieken dan wat hen scheidt, dan zegt dat wek wat. Wie de gereformeerde leer van de radicale verdorvenheid van de mens, van Gods soevereine verkiezing en van de onwederstandelijkheid van Zijn genade als wezenlijk beschouwd, wie de waarheid daarvan in zijn hart ervaren heeft, zal hen dat niet nazeggen.
In het begin van de 17e eeuw was er de strijd tussen de gereformeerden en de remonstranten. Daarbij was duidelijk dat de remonstranten dichter bij de roomse leer stonden dan de gereformeerden. Ook bij de remonstranten - die toen nog niet vrijzinnig waren - kwam het immers aan op de inbreng van de mens bij het verkrijgen van de zaligheid.
Zo kan men zich voorstellen dat evangelischen en aanverwante groepen in de huidige tijd niet meer zoveel afstand ervaren tot de Rooms-Katholieke Kerk. Er zijn natuurlijk wel verschillen, maar in ieder geval vormt de Dordtse leer voor hen geen onoverkomelijk struikelblok bij een verdere toenadering. Voor ons ligt dat heel anders.
In de Dordtse Leerregels wordt zonder meer de gedachte afgewezen dat wanneer God Zijn werk ten aanzien van de wedergeboorte van de mens volbracht heeft, het dan verder van de keuze van de mens zou afgangen, of hij wedergeboren wordt of niet wedergeboren wordt, of hij bekeerd wordt, of niet bekeerd wordt.
Daarentegen wordt beleden dat ‘al degenen in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtdadiglijk wedergeboren worden en metterdaad geloven’ (DLR hoofdstuk III-IV, par. 12).
Daar komt dus niets van de mens bij. Het werk der bekering is een eenzijdig Godswerk. Christus is een volkomen zaligmaker. Daar ligt het kardinale verschil tussen de Bijbelse, gereformeerde leer en allerlei godsdienstige richtingen en stromingen, binnen of buiten het christendom. Maar dan geldt ook: Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? (Hebreeën 2:3)
HERDENKING
Onmiskenbaar is er in de protestantse wereld sprake van een toenadering tot Rome. Bij de komende herdenking van het 500-jarig jubileum zal de Reformatie veelal - gelukkig niet overal - gepresenteerd worden als een betreurenswaardig schisma over strijdvragen die inmiddels opgelost of achterhaald zijn. Vroeger maakten mensen zich druk over dergelijke punten en was men onverdraagzaam ten opzichte van elkaar. Gelukkig, zo meent men, is dat een gepasseerd station.
Van rooms-katholieke zijde zal men hoogstens toegeven dat er in die tijd inderdaad veel misstanden waren in de kerk. Dat men meer begrip had moeten hebben voor Luther. En voor veel moderne protestanten is het probleem met Rome vooral dat het Vaticaan op een aantal punten erg conservatief is. Als het gaat om de vrouw in het ambt, of zaken als abortus en homoseksualiteit.
Ten aanzien van die punten moet juist gezegd worden dat Rome meer vasthoudt aan de Bijbelse leer dan veel protestanten. Maar als het gaat om de genadeleer blijft de kloof levensgroot. Omdat ‘de gerechtigheid die voor Gods gericht bestaan kan, gans volkomen, en der Wet Gods in alle stukken gelijkvormig zijn moet’, daarom kunnen onze goede werken niet een stuk, zelfs niet een klein stukje, daarvan uitmaken (Heidelberger Catechismus vraag 62).