Heel mooi omschreven en mee eens met bovenstaande schrijvers.
Genade, het is misschien een moeilijk onderwerp voor sommige lezers.
In Psalm 86 staat
Psalm 86
1 Een gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig.
2 Bewaar mijn ziel, want ik ben [Uw] gunstgenoot, o Gij, mijn God! verlos Uw knecht, die op U betrouwt.
3 Zijt mij genadig, HEERE! want ik roep tot U den gansen dag.
4 Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel.
5 Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen, HEERE!
6 HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen.
7 In den dag mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort mij.
8 Onder de goden is niemand U gelijk, Heere! en er zijn geen gelijk Uw werken.
9 Al de heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren.
10 Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God.
11 Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams.
12 Heere, mijn God! ik zal U met mijn ganse hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid;
13 Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt.
14 O God! de hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen.
15 Maar Gij, Heere! zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig, en groot van goedertierenheid en waarheid.
16 Wend U tot mij, en zijt mij genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer dienstmaagd.
17 Doe aan mij een teken ten goede, opdat het mijn haters zien, en beschaamd worden, als Gij, HEERE! mij geholpen, en mij getroost zult hebben.
David beroept zich hier op de Heere God, vanuit diepe diepe nood waarin hij verkeerd
in vers 2 staat, Verlos Uw knecht die op U vertrouwd, David rekent op de Heere, dat zijn roep gehoord wordt.
Er zijn mensen die zeggen: "de Heere is niets aan ons verplicht" maar dat klopt toch niet helemaal. God sloot een verbond " Ik zal u tot een God zijn, gij zult Mij tot een volk zijn" naar te lezen is in Psalm 81 Psalm 81 : 12
"Opent uwen mond;
Eist van Mij vrijmoedig,
Op mijn trouwverbond;
Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zo gij 't smeekt,
Mild en overvloedig."
Dat is echt een belofte van God, een verbond, een eed, waarop de mens zich mag beroepen.
Geweldig is het om te mogen weten dat een mens die schuilt in Gods genade, Gods gunst genieten mag.
Edmund benoemde het al in, genade is Gods gunst.
Psalm 86 begint met een roep vanuit de benauwdheid en opeens in vers 5 gaat het al over vergeving en daar tussen in zit de Genade, Gods gunst.
vers 5: Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen, HEERE!
God is zo trouw, en zelf schiet ik zo vaak tekort en ben ik niet trouw, maar we mogen altijd een beroep doen, ondanks al onze vreselijke tekortkomingen, op Gods Trouw!
We mogen bidden, Heere ik ben toch Uw kind, maar ik ben geen lieverdje, ik ben Uw gunsteling, maar absoluut geen heilige, maar vol van zonde en het verkeerde, wilt U mij genadig vergeven.
Het is belangrijk om je schuld eerlijk onder ogen te zien zelf, loop er niet voor weg, maar staar je er ook niet op blind. Blijf er niet in hangen.
Zeg niet "Nou ja, zolang ik zo verkeerd en zondig ben, kan ik het wel vergeten"
dat klinkt vroom, maar dat is het niet.
Dan laat je je schuld belangrijker zijn dan Gods genade
Alsof je schuld niet opgewassen kan zijn tegen Gods genade
Dat klinkt wel heel nederig, maar is ten diepste heel hooghartig.
Wat wat denk je dan als mens wel, dat God het niet zou aan kunnen jou schuld?
David zegt "Maar gij zijt goed en gaarne vergevend, groot van goedentierenheid en trouw"!
Wat een genade!
Mensen roeren vaak in hun eigen ziel en daar vind je van alles, behalve wat je zou moeten vinden.
en heb je daar houvast aan?
De Heere God zegt, "Ik Ben die Ik Ben"
Een boot op zee werpt zijn anker uit in de zee om houvast te hebben, niet in zijn eigen ruim want dat helpt niks.
Waarin werpen wij het anker uit.
In het ruim van ons levenschip, de diepten van onze ziel, onze zonden? doe dit toch niet.
maar werp we het anker uit omhoog, daar is de grond, daar waar de Heere Jezus is met Zijn verzoenend bloed, we hebben een voorspraak bij de Vader. "Vader, ik wil niet dat dezen verloren gaan, want Ik heb verzoening voor hem voor haar gevonden"
Heere wees mij genadig, wilt U mij genadig aannemen.
Als ons hart ons veroordeeld, God is meer dan ons hart, want God is zo groot, dat Hij al verzoening deed voor dat iemand er om vroeg in Jezus, verzoening deed van alle zonden, ook die van gisteren en eergisteren.
ook al denken we dat we het wel kunnen vergeten, bid toch elke dag tot God, in oprechtheid en nederigheid, "Heere, vergeef mij mijn schulden, allemaal."
Want God is goed en gaarne vergevend en van grote goedertierenheid allen, die Hem aanroepen.
We hoeven ons niet te verstoppen, of wat dan ook te bedenken, maar kom te voorschijn in Zijn Licht
Net als de Gelijkenis van de verloren zoon.
toen die vader zijn zoon zag komen in de verte
toen werd hij met innerlijke ontferming bewogen, hij snelde hem tegemoed, omhelsde hem en maakte het goed
zo mogen wij ook komen.........
Wat een trouw, wat een genade onverdiend, maar in oprechtheid mogen we dit zeker weten aannemen.
Zingt u mee? Groot is Uw trouw o Heer, aan mij onverdiend, ik was ontrouw, maar U blijft en bent altijd Dezelfde!
http://www.youtube.com/watch?v=5PlBKyYEccg
Groot is uw trouw, o Heer, )
mijn God en Vader. )
Er is geen schaduw van omkeer bij U. )
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde )
die Gij steeds waart, )
dat bewijst Gij ook nu. ) 2 x
Refrein:
Groot is uw trouw, o Heer, )
groot is uw trouw, o Heer, )
iedere morgen aan mij weer betoond. )
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. )
Groot is uw trouw, o Heer, )
aan mij betoond. ) 2 x
Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden, )
en uw nabijheid, die sterkt en die leidt: )
Kracht voor vandaag, )
blijde hoop voor de toekomst. )
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid. ) 2 x
Refrein:
Groot is uw trouw, o Heer, )
groot is uw trouw, o Heer, )
iedere morgen aan mij weer betoond. )
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven. )
Groot is uw trouw, o Heer, )
aan mij betoond. ) 2x
Moestuin