reformator schreef:Beste topicstarter,
Tot op zekere hoogte herken ik wel een deel van hetgeen dat daar staat geschreven. In de Ger. Gem. ligt inderdaad een te grote nadruk op uiterlijkheden. De vorm staat soms ook boven de boodschap... Ik denk dat dat wel in een groter gedeelte van de "refozuil" zich afspeelt. Maar ik zou ook niet weten hoe het anders zou moeten. Uiterlijkheid is voor een bepaald deel ook wel van belang, je moet niet opgaan in de wereldse kledij / wijze van leven. En vaak zie je ook bij de ger. gem. dat er toch wereldse invloeden de kerk insluipen. En als dat gebeurt, dan weet je wat er kan gebeuren. Kijk maar naar de PKN. Daar treed verval in. De kerkenraden en dominees proberen kosten wat het kost om de wereld buiten de deur te blijven houden, vandaar dat kerkenraden niet altijd lijken te luisteren. Ze doen het echter uit grote liefde voor de gemeente.
mvg, Reformator
Het verval is niet te keren door uiterlijkheden.
Al zeg ik niet dat eenvoud en eerbaarheid onbelangrijk zijn.
Om "kosten wat het kost" de wereld buiten de deur te houden,
lijkt me energieverspilling voor dominees en kerkeraden.
Beter is het om de mensen tot jaloersheid te brengen, Wie de Heere voor ons
wil zijn. Het voorhouden van de onschatbare waarde van de vreugde en troost die er is om de
Heere hartelijk te dienen. In zichzelf onbekwaam, maar bekwaamgemaakt door de Heere Zelf.
Om ook uit het eigen zieleleven te mogen spreken, ook als het voor onszelf donker is in de stand van het leven. Want de Koning der Kerk is het zo waard, om Zijn lof te vertellen, al was het ook stamelend.
Gods Geest gaat wijken als we de Heilige Geest bedroeven,
als het gebedsleven in de gezinnen tanende is, als er geen hongeren en dorsten wordt gevonden naar
Zijn gerechtigheid. Als we nog wel weten wat er geleerd wordt, maar waar de praktijk der godzaligheid gemist wordt. En als die praktijk, de vreze des Heeren beoefend mag worden, en we leesbare brieven van Christus mogen zijn, dan zal het ook in het uiterlijke wel nauw uitgaan.
Dan zullen we in deze materialistische tijd, bij al onze aankopen en boodschappen doen,
eerst vragen of we de Heere mogen behagen, en Hem geen smart aandoen.
Want ons lichaam (in de ruimste zin van het woord) is een tempel van de Heilige Geest.
Dan wordt geheel ons aardse lichamelijke leven beheerst om rekenschap te geven van ons rentmeestersschap. Niet uit conscientieangst, maar om de Heere nu de eer te geven, in verwondering dat Hij ons nog verdraagt, spaart en bewaard.