Pagina 1 van 10

Inlijven en aannemen

Geplaatst: 28 mar 2012, 13:53
door hervormde
Ds. Moerkerken: Comrie plaatst mens in het gemis

ROTTERDAM – „Kenmerkend voor Comrie is dat hij mensen in het gemis plaatst. Wie Comries uitleg van zondag 7 nooit gelezen heeft, kan de prediking van de Gereformeerde Gemeenten niet goed begrijpen.”

Ds. A. Moerkerken, rector aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam, ging dinsdag kort in op de betekenis van de theologie van dr. A. Comrie. Hij deed dat bij de overhandiging van het eerste exemplaar van de hertaalde ”Verhandeling van enige eigenschappen van het zaligmakend geloof” van Comrie (uitg. De Banier, Apeldoorn). De docenten en studenten van de predikantenopleiding in Rotterdam kregen een exemplaar aangeboden door J. K. van Klaveren, manager bij De Banier. Het boek is hertaald, naar de eerste uitgave uit 1744, door neerlandicus C. Bregman.

Ds. Moerkerken riep ds. A. Vergunst in herinnering, die hem in 1970 wees op de ”Eigenschappen” van Comrie. „Op zijn eigen karakteristieke wijze zei ds. Vergunst: „Als je straks een goede preek wilt houden, moet je de ”Eigenschappen” lezen. Daaruit leer je preken.””

De rector van de Theologische School zei dat het bij Comrie „glashelder” is dat het begin van het geestelijk leven ligt bij de inlijving in Christus. „Dat blijkt uit de eerste twee preken van de ”Eigenschappen”, die handelen over ”Het geloof is een genade, die de ziel zo nauw mogelijk met Christus verenigt” en ”Het geloof is een genade, waardoor de ziel gerechtvaardigd wordt”.” Dat is niet hetzelfde als het aannemen van en de persoonskennis van de Middelaar. Wat wij wel de toeleidende weg noemen, geeft Comrie een plaats ín het geestelijk leven, niet vóór het geestelijk leven.”

Van Klaveren stelde dat ”Eigenschappen” een boek is dat echt aan de predikantenopleiding in Rotterdam thuishoort. „Ds. Kersten, de eerste docent aan de Theologische School, was het die de eerst uitgegeven editie van het boek, uit 1744, in 1930 opnieuw uitgaf bij De Banier. Hij koos voor een uitgave waarbij de oorspronkelijke tekst nauwkeurig werd gevolgd, maar de spelling werd gemoderniseerd.”

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 28 mar 2012, 14:00
door hervormde
Hoe spreekt de Heidelberger over deze thematiek?

Vraag en antwoord 60 (Duitse tekst):

Wie bistu gerecht für Gott?
Allein durch waren glauben in Jesum Christum also, dasz, ob mich schon mein gewissen anklagt, (...) doch Gott on alle meine verdienst ausz lauter gnadenmir die volkommene gnugthuungich gerechtigkeyt und heiligkeyt Christi schencke und zurechnet, (...) wenn ich allein solche wolthat mit glaubigem hertzen anneme.

De Latijnse tekst (over het aannemen):

Quomodo iustus es coram Deo?
Sola fide in Iesum Christum, (...) modo haec beneficia vera animi fiducia amplectar.

Dat laatste werkwoord is een actief werkwoord.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 28 mar 2012, 14:03
door Tiberius
Even voor de duidelijkheid: de Nederlandse tekst hoort tot de geautoriseerde belijdenisgeschriften, niet de Duitse of Latijnse.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 28 mar 2012, 14:22
door huisman
hervormde schreef:Ds. Moerkerken: Comrie plaatst mens in het gemis

ROTTERDAM – „Kenmerkend voor Comrie is dat hij mensen in het gemis plaatst. Wie Comries uitleg van zondag 7 nooit gelezen heeft, kan de prediking van de Gereformeerde Gemeenten niet goed begrijpen.”

Ds. A. Moerkerken, rector aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam, ging dinsdag kort in op de betekenis van de theologie van dr. A. Comrie. Hij deed dat bij de overhandiging van het eerste exemplaar van de hertaalde ”Verhandeling van enige eigenschappen van het zaligmakend geloof” van Comrie (uitg. De Banier, Apeldoorn). De docenten en studenten van de predikantenopleiding in Rotterdam kregen een exemplaar aangeboden door J. K. van Klaveren, manager bij De Banier. Het boek is hertaald, naar de eerste uitgave uit 1744, door neerlandicus C. Bregman.

Ds. Moerkerken riep ds. A. Vergunst in herinnering, die hem in 1970 wees op de ”Eigenschappen” van Comrie. „Op zijn eigen karakteristieke wijze zei ds. Vergunst: „Als je straks een goede preek wilt houden, moet je de ”Eigenschappen” lezen. Daaruit leer je preken.””

De rector van de Theologische School zei dat het bij Comrie „glashelder” is dat het begin van het geestelijk leven ligt bij de inlijving in Christus. „Dat blijkt uit de eerste twee preken van de ”Eigenschappen”, die handelen over ”Het geloof is een genade, die de ziel zo nauw mogelijk met Christus verenigt” en ”Het geloof is een genade, waardoor de ziel gerechtvaardigd wordt”.” Dat is niet hetzelfde als het aannemen van en de persoonskennis van de Middelaar. Wat wij wel de toeleidende weg noemen, geeft Comrie een plaats ín het geestelijk leven, niet vóór het geestelijk leven.”

Van Klaveren stelde dat ”Eigenschappen” een boek is dat echt aan de predikantenopleiding in Rotterdam thuishoort. „Ds. Kersten, de eerste docent aan de Theologische School, was het die de eerst uitgegeven editie van het boek, uit 1744, in 1930 opnieuw uitgaf bij De Banier. Hij koos voor een uitgave waarbij de oorspronkelijke tekst nauwkeurig werd gevolgd, maar de spelling werd gemoderniseerd.”

Ik blijf het een uiterst gevaarlijk onderscheid vinden .Inlijving en rechtvaardiging buiten persoonskennis van de Middelaar.
Deze discussie is hier al vaker gevoerd en hoeft wat mij aangaat niet nog een keer.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 28 mar 2012, 16:36
door Bazuin
Tiberius schreef:Even voor de duidelijkheid: de Nederlandse tekst hoort tot de geautoriseerde belijdenisgeschriften, niet de Duitse of Latijnse.
Daar heb je gelijk in, Tiberius, maar het is bijvoorbeeld interessant om te lezen dat de Duitse tekst iets anders is dan de Nederlandse. De Duitse tekst luidt: "wenn ich allein solche wolthat mit glaubigem hertzen anneme". De Nederlandse versie luidt: "in zoverre ik zulke weldaad met een gelovig hart aanneem". Het verschil tussen de woorden "allein" en "in zoverre" kan tot een andere interpretatie en uitleg leiden.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 28 mar 2012, 16:56
door hervormde
In zoverre luidt een beperkende voorwaarde in en dat komt terug in het Duitse 'allein'. Ook zien we dat in het Latijnse modo, wat als betekenis heeft: gesteld dat, mits hij.

Je kunt op grond van de basistekst de HC vraag en antwoord 60 alleen op deze manier lezen:

Hoe zijt gij rechtvaardig voor God?

Alleen door een waar geloof in Jezus Christus;

alzo dat,
al is het dat mij mijn consciëntie aanklaagt dat ik tegen al de geboden Gods zwaarlijk gezondigd
en geen daarvan gehouden heb,
en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben,
nochtans God,
zonder enige verdienste mijnerzijds,
uit louter genade mij de volkomen genoegdoening,
gerechtigheid
en heiligheid
van Christus schenkt en toerekent,
evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan,
ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht,
die Christus voor mij volbracht heeft,

indien ik zulke weldaad met een gelovig hart aanneem.

Na de woorden: Alleen door een waar geloof in Jezus Christus, volgt het nut en de omschrijving van het geloof.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 10:25
door huisman
Ter lering: een artikel van Dr G.A. van den Brink over Comrie
Desalniettemin wil ik in dit artikel twee aanvullende zaken betogen; ten eerste dat er ook dogmatisch gezien het nodige op Comries visie is af te dingen. Ten tweede dat het de vraag is of Moerkerken Comrie wel juist weergeeft. Eerst geef ik enkele punten van Comries visie weer, en plaats daar vier opmerkingen bij. Daarna ga ik in op de weergave van Comrie door Moerkerken.

Eigenlijke daad des geloofs

Comrie maakt onderscheid tussen hebbelijkheid en dadelijkheid van het geloof. Daarmee staat hij in een lange, gezonde traditie. Hierop richt mijn bezwaar zich dus niet. Comrie beweert echter dat de vereniging met Christus niet door de dadelijkheid, maar door de hebbelijkheid van het geloof totstandkomt. Daarmee plaatst hij zich buiten de genoemde gereformeerde traditie.

Wie thuis is in de oude schrijvers, weet wel dat zij praktisch allen spreken over "de eigenlijke daad des geloofs." Daarmee bedoelen zij díé daad van het geloof, die met Christus verenigt. Dat geloofsvereniging door een dáád geschiedt, stond voor al deze oude schrijvers vast. Om echter in Christus te kunnen geloven, moeten wij Hem kennen (Joh. 9:36). Het te kennen voorwerp van deze eigenlijke daad is Christus in Zijn Priesterlijk ambt. Zij beriepen zich hiervoor onder andere op Gal. 2:16: "wij hebben in Christus Jezus geloofd [daad], opdat wij gerechtvaardigd zouden worden." Eerst moet er kennis van Christus zijn, daarna is er de eigenlijke daad des geloofs, daarna de vereniging met Christus. Dat is de visie die we aantreffen bij Gomarus, Voetius, Witsius, Brakel, Rutherford, Boston en vele anderen.

Waarom stelde Comrie dan toch dat de vereniging met Christus door de hebbelijkheid geschiedt? Wel, Comrie wilde ruimte laten voor de mogelijkheid dat wedergeborenen Christus niet kennen. Als hij nu zou stellen (met genoemde theologen) dat de vereniging met Christus geschiedt door de eigenlijke daad, dan zou hij óók moeten erkennen dat er zonder kennis van Christus geen geloven in Hem en geen vereniging met Hem mogelijk is. Dus stelde Comrie kortom, dat de vereniging met Christus níét door de daad plaatsvindt, maar door de hebbelijkheid van het geloof. Dan is vereniging mogelijk zonder dat er kennis is.

Kanttekeningen

Bij deze visie van Comrie zijn meerdere kanttekeningen te plaatsen. Ik noem er vier. 1. Zoals gezegd, stellen praktisch alle gereformeerde theologen dat de vereniging met Christus door de daad des geloofs totstandkomt. Comrie zegt dat dit "Paapsch" is, en het "zoo klaar als de zon aan den hemel" is dat wij dan door de werken worden gerechtvaardigd. Twee opmerkingen daarbij: ten eerste is het nogal bevreemdend al deze theologen als "Paapsch" te benoemen. Ten tweede: als Moerkerken Comrie in deze visie volgt, waarschuwt hij impliciet u en mij op dit punt geen andere oude schrijvers dan Comrie te volgen - die zijn immers paaps.

2. Comrie koppelt het onderscheid tussen hebbelijkheid en dadelijkheid aan het taalkundige onderscheid tussen respectievelijk "geloof" en "geloven". Hij vindt dit eigen aan de Nederlandse taal: "gij behoordet uw eigen taal te verstaan." De Schotse Comrie, wiens Nederlands altijd gebrekkig is gebleven, verschilt hierin van mening met Witsius. Witsius (geboren en getogen Nederlander) zegt juist dat bijna overal waar de Schrift over "geloof" spreekt, de dáád van het geloof wordt bedoeld. Dit maakt duidelijk dat het onaanvaardbaar is overal waar de Schrift en de belijdenisgeschriften van "geloof" spreken, dat steevast als "hebbelijkheid" te interpreteren. En dus vervallen Comries 'bewijzen' uit de Schrift en de belijdenisgeschriften. Comrie zelf houdt zich zelfs ook niet altijd aan zijn strenge onderscheid tussen geloof en geloven.

3. Comrie interpreteert Zondag 7 vraag 20 van de HC als volgt: "Er wordt in het antwoord gezegd dat wij door het geloof (niet door het geloven) Christus worden ingelijfd. Het metterdaad geloven is dus strikt genomen volgens de HC niet onmisbaar om zalig te worden." Ursinus noemt deze interpretatie niet; Faukelius laat in Kort Begrip de zinsnede "door het geloof ingelijfd" weg. Bovendien spreekt hetzelfde antwoord van de HC over "al Zijn weldaden aannemen", wat onmiskenbaar verwijst naar de dadelijkheid van het geloof. Deze frase staat niet toevallig in het antwoord op vraag 20: de HC wil duidelijk maken dat het metterdaad aannemen onmisbaar is om zalig te worden. De suggestie van Comrie dat dit aannemen niet onmisbaar is tot zaligheid, is dus strijdig met de HC.

4. Een vierde, wat filosofischer bezwaar: Comrie vindt het "paapsch" te stellen dat wij door middel van een daad worden verenigd met Christus. Maar dan is het even "paapsch'' te stellen dat wij door middel van een inwendige genadegave (de hebbelijkheid van het geloof) zouden worden verenigd. Als een daad volgens Comrie intrinsiek verdienstelijkheid veronderstelt, dan geldt dat voor een genadegave (de hebbelijkheid) ook. Anders gezegd: de bezwaren van Comrie tegen de eigenlijke daad des geloofs worden niet ondervangen door te spreken over vereniging door de hebbelijkheid. Tot zo ver enkele punten van kritiek op Comries interpretatie van Zondag 7. Ik beperk me tot deze vier punten, omdat deze rechtstreeks aansluiten bij het artikel van Moerkerken.

Gomarus of Lampe?

Rest mij nog twee opmerkingen te maken bij het artikel van Moerkerken.

1. Moerkerken had er goed aan gedaan zelf Gomarus in diens context na te lezen, om te onderzoeken of Gomarus wel werkelijk spreekt over het vertrouwen als welwezen van het geloof (zoals Lampe beweert). Gomarus zegt integendeel (Acta Dordt, blz. 852) dat juist het vertrouwen onderscheid tussen tijdgeloof en zaligmakend geloof maakt: de tijdgelovige mist het persoonlijk vertrouwen, maar de waargelovige weet en vertrouwt dat zijn zonden om Christus' wil vergeven zijn. Gomarus separeert dus op de vraag naar de aanwezigheid van persoonlijk vertrouwen. Dat is precies het tegenovergestelde van wat Lampe (en Moerkerken) Gomarus willen laten zeggen. Het kritiekloos herhalen van Lampe tot misinterpretatie.

Comrie of Honig of Kersten?

2. Moerkerken zet te makkelijk een isgelijkteken tussen Comrie, Kersten en de Gereformeerde Gemeenten. Er is namelijk op belangrijke punten heel wat minder overeenkomst tussen Comrie en Kersten, dan Moerkerken lijkt te veronderstellen. Met name geldt dit voor de invulling van de "vierderlei rechtvaardigmaking". Ik wijs erop dat sommige opvattingen door het leven gaan als zijnde die van Comrie, terwijl ze afkomstig zijn van A. G. Honig (die op Comrie is gepromoveerd). De invulling van de "vierderlei rechtvaardigmaking" bij Honig is ronduit strijdig met Comrie zelf. De interpretatie van Kersten is nog weer anders. Moerkerken waardeert Comrie om theologisch ruimte te laten voor gelovigen die Christus niet kennen. Maar het lijkt me dan vereist, dat hij niet alleen Comrie toetst aan de Schrift, maar ook dat hij weet te onderscheiden tussen wat Comrie werkelijk zegt, en wat anderen beweren dat Comrie zegt. Anders komt zijn eigen weergave wellicht noch met de Schrift, noch met Comrie overeen. Het geheel overziende lijkt het me in ieder geval niet wenselijk de (veronderstelde) visie van Comrie enige normativiteit in de Gereformeerde Gemeenten toe te kennen. Voor het zo ver is, moeten we Comrie zorgvuldig hebben geïnterpreteerd, en zijn theologie hebben gelegd naast de Schrift en de hoofdlijn van de gereformeerde theologie

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 10:39
door Erasmiaan
Welk artikel helder en klaar weerlegd is: http://bit.ly/vRdiqb (ter meerdere lering en vermaak).

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 10:49
door refo
Het is niet weerlegd, maar van commentaar voorzien. Dat is wat anders.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 10:52
door Tiberius
refo schreef:Het is niet weerlegd, maar van commentaar voorzien. Dat is wat anders.
Van kanttekeningen voorzien betekent in dit geval weerlegd.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 11:10
door refo
Ds Moerkerk heeft er geen idee van wat die haarkloverijen uitwerken.
Kerken vol mensen die heel degelijk zijn, maar geen idee hebben hoe ze aan het heil komen.

Want al met al komt de bijbel niet op tafel.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 11:16
door huisman
Tiberius schreef:
refo schreef:Het is niet weerlegd, maar van commentaar voorzien. Dat is wat anders.
Van kanttekeningen voorzien betekent in dit geval weerlegd.
Ds Moerkerken heeft in ieder geval getracht om van den Brink te weerleggen...of deze weerlegging gelukt is ligt vaak aan wat de lezer van deze artikelen vooraf aan standpunt innam.
De crux ligt m.i. in het motief wat Comrie had om zo'n onderscheid te maken tussen inlijving en aannemen. Is dat hetzelfde motief als wat heden ten dage de Comrie-volgers hebben? Ik denk dat Comrie's oplossing te ver van het spreken van de Schrift afstaat. Wie bewust op de koperen slang zag werd genezen, Wie bewust op Christus ziet word gerechtvaardigd.
Er is geen plaats voor genezing buiten het gaan naar Christus. Hoe beschroomd ook als b.v. de bloedvloeiende vrouw. Zij ging naar Christus uit en werd genezen. Die eerste geloofsdaad tot Christus is noodzakelijk tot rechtvaardiging.
ds Moerkerken schreef:In de derde plaats doet Van den Brink Comrie in het geheel geen recht als hij stelt dat Comrie zou hebben geleerd dat de vereniging met Christus door de hebbelijkheid van het geloof geschiedt, om zo "ruimte te laten voor de mogelijkheid dat wedergeborenen Christus niet kennen."

Dát was het motief van Comrie niet! Hij wilde een oplossing bieden in de droevige strijd die in de eerste helft van de achttiende eeuw de kerk in Nederland diepgaand had verdeeld, de strijd over de vraag of het vertrouwen waarover Zondag 7 spreekt, tot het wezen of tot het welwezen van het geloof behoort. Comrie nam in zekere zin een middenpositie in tussen de Dokkumse predikant Van Thuynen en de Groninger hoogleraar Driessen. Door zijn spreken over de habitus van het geloof, waarin in de kiem alle geloofsdaden reeds aanwezig zijn, en de actus, waarmee de geloofsdaden worden geoefend, heeft Comrie getracht recht te doen aan het spreken van de Schrift en in zijn tijd als bruggenbouwer bezig te zijn.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 11:28
door Tiberius
refo schreef:Ds Moerkerk heeft er geen idee van wat die haarkloverijen uitwerken.
Kerken vol mensen die heel degelijk zijn, maar geen idee hebben hoe ze aan het heil komen.

Want al met al komt de bijbel niet op tafel.
Je maakt nu een verkeerde denkstap. Ds. Moerkerken bedrijft hier theologie, evenals dr. Van den Brink. Dat kan je niet één op één doortrekken naar wat vanaf de kansel verkondigd wordt; al legt het er wel het fundament voor.

Ter vergelijking: als jij Barth citeert (al dan niet met instemming, dat laat ik even in het midden), dan komt het gewone kerkvolk daar ook niet ver mee, want men snapt hem niet.

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 11:39
door huisman
Twee wat tegengestelde stemmen van predikanten van de GG
ds Moerkerken schreef:De inlijving gaat aan de aanneming vooraf! Op die inlijving in Christus komt voor ons nu op reis naar de eeuwigheid alles aan. Zijn wij van staat verwisseild? Zijn wij van een Ander geworden? Wéér wijzen wij op Comrie, die zijn onvergetelijke verhandeling over de eigenschappen van het zaligmakende geloof aanvangt met een preek over het geloof als „een genade, die de ziel op het allernauwste met Christus verenigt".
ds A.B. van der Heiden schreef:De inlijving in Christus en het aannemen van Zijn weldaden zitten als twee schakels onlosmakelijk aan elkaar vast. Om te weten of je het ware geloof hebt, hoef je niet eerst te weten of je wel in Christus bent ingelijfd. "Kijk naar de vruchten", raadt ds. A. B. van der Heiden aan. "Want of we in Christus zijn ingelijfd, blijkt uit het aannemen van Zijn weldaden."Onbewust geloof bestaat volgens ds. Van der Heiden niet. "Wie gelooft, weet ook dat hij gelooft", citeerde hij Ursinus. De inlijving, de schenking van het geloof, en de aanneming, de oefening van het geloof, zijn twee kanten van dezelfde zaak, hield de predikant de jongeren voor. "De Heilige Geest doet dat werk, de geloofsvereniging met Christus. En door de Heilige Geest wordt ook die hand naar Christus uitgestrekt om Zijn weldaden aan te nemen. Ook via het Woord, via de preek. Als je in de kerk zit en de Heere Jezus wordt verkondigd en alles wat Hij gedaan heeft. Dan is het de Geest die lege zondaarshanden doet uitgaan naar Hem. Om te zeggen: Heere, geeft U het ook aan mij."

Re: Inlijven en aannemen

Geplaatst: 29 mar 2012, 11:43
door refo
Ds Moerkerken is een predikant van de kleine luiden. Die moet niet filosoferen of theologiseren met de bijbel dicht.

En dat doet Karl Barth echt niet, zelfs niet als theoloog. Altijd staat de bijbeltekst centraal. Als hij oude schrijvers als Luther of Augustinus aanhaalt is dat in zijn dogmatiek in kleine letter. Als illustratie en niet als bewijs.