Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4791
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Calvijn
Romeinen 1 vers 16:

16. Ik schaam mij niet. Dit is een vóórkoming, waarmede hij vooruit zegt, dat hij geen acht heeft op de
bespotting der goddelozen; doch hij neemt hieruit als in 't voorbijgaan oorzaak, om de waardigheid des
Evangelies te prijzen, opdat het de Romeinen niet verachtelijk worden. Hij geeft wel te kennen, dat het voor
de wereld verachtelijk is, als hij zegt, dat hij zich daarvoor niet schaamt. En hiermede bereidt hij ze voor, om
de versmaadheid van het kruis van Christus te dragen, opdat zij het Evangelie hierom niet te minder achten,
als zij zien, dat het der beschimping en lastering der goddelozen onderworpen is. Maar daarentegen bewijst
hij, hoe uitnemend het is bij de gelovigen. Ten eerste, is het dat de mogendheid Gods van ons groot geacht
moet worden, dezelve wordt klaarlijk gezien in het Evangelie. Is het dat de goedheid waardig is, dat men ze
begere en lief hebbe, waarvan het Evangelie een instrument is, zo is het dan recht, dat men het diene en ere,
dewijl men der mogendheid Gods eerbied schuldig is; en zover het onze zaligheid dient, behoren wij het lief te
hebben. Aanmerkt hier, hoe veel Paulus de dienst des Woords toeschrijft, als hij betuigt, dat God daarin zijn
mogendheid tot zalig maken bewijst; want hij spreekt hier niet van enige heimelijke openbaring, maar van de
mondelijke verkondiging. Waaruit volgt, dat die als met opzet de kracht Gods verwerpen, en zijn verlossende
hand verre van zich verstoten, die zichzelf van het gehoor der prediking afwende. En dewijl Hij niet in allen
krachtig werkt, maar alleenlijk waar de Geest, de inwendige meester, het hart verlicht, daarom stelt hij daarbij
allen, die geloven. Het Evangelie wordt wel een iegelijk aangeboden tot zaligheid, maar zijn mogendheid
wordt niet alom gezien. Doch, dat het de goddelozen een reuke des doods is, komt niet van zijn natuur, maar
vanwege hunne boosheid. Als hij deze enige zaligheid bewijst, zo beneemt hij alle ander betrouwen. En als zij
zichzelf van deze enige zaligheid afwende, zo hebben zij in het Evangelie ene openbaring van hun verderf.
Zodan, dewijl het Evangelie alle mensen zonder onderscheid roept tot zaligheid, zo wordt het eigenlijk
genoemd ene leer der zaligheid. Want Christus wordt daar aangeboden
, wiens eigen ambt is, te behoede of
zalig te maken wat verloren was. En degenen, die weigeren van Hem behouden te worden, bevinden, dat Hij
een Rechter is. Voorts, dit woord zaligheid wordt alom in de Schrift eenvoudig gesteld tegen het verderf,
derhalve moet men dit goed onder het oog houden, als men het in enige plaats vindt. Dewijl dan het
Evangelie ons verlost van de val en de vervloeking van de eeuwigen dood, zo is zijn zaligheid het eeuwige
leven.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4791
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Ds. Georg Whitefield.

"Heden bied ik u zaligheid; voor een ieder die de Heere Jezus Christus wil aannemen is de deur der genade niet toegesloten, neen, maar Hij zal u omhelzen met de armen Zijner liefde... O, wendt u tot Hem, wendt u tot Hem in het diepste besef van uw waardeloosheid. Vertel hem hoe vuil gij zijt, hoe verdorven, en zijt niet ongelovig, maar gelooft! Waarom vreest ge dat de Heere Jezus Christus u niet zou willen ontvangen? Uw zonden zijn voor Hem geen belemmering. Niets kan Christus ervan weerhouden u aan te nemen: Hij schept behagen in het zien van arme zondaren die tot Hem komen, Hij heeft vermaak, wanneer zij aan Zijn voeten liggen geknield, pleitende op Zijn beloften; en indien gij aldus tot Christus komt, zal Hij u zekerlijk ontvangen. Houd toch op, Zijn eindeloze liefde te kleineren! Hij wil slechts dit van u, dat ge in Hem gelooft, zodat ge teneinde gered zoudt worden. Dit, dit is alles wat deze beminnelijke Zaligmaker begeert, namelijk u gelukkig te maken, dat gij uw zonden verlaat. Laat mij u smeken tot Christus te komen. Ik nodig u allen uit tot Hem te gaan, en Hem als uw Heere en Losser te ontvangen... Ik nodig u uit naar Hem te komen, en Hij zal zich verheugen en verheugd zijn. Hij roept u bij monde van Zijn knechten; o, komt tot Hem! Hij arbeidt voor u, want Hij wil dat ge de zonden de rug toekeert, de dienst van Satan opzegt en Hem zoekt. Opent de deur uws harten, opdat de Koning der ere inga!"
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4791
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Ds. John Flavel in een preek over Openbaring 3 vers 20.
Wie zijn Gods getuigen van al de aanbiedingen van het Evangelie?
Christus’ dienaren door wie Hij de aanbiedingen doet, zijn niet alleen Zijn ambtsdragers voor het
volk, maar ook Zijn getuigen. “Hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en
getuige.” (Hand. 26:16). We zien hier dat predikanten een dubbel ambt hebben: zij moeten Christus
aanbieden en daarna ook een getuigenis afleggen of hun hoorders Christus wel of niet hebben
aangenomen. Zij worden uitdrukkelijk Gods getuigen genoemd (Openbaring 11:6,7). Hun arbeid
getuigt, hun lijden getuigt, hun indringende gebeden getuigen. Zelfs het stof dat zij van hun voeten
afschudden bij degenen die Christus afwijzen zal tegen hen getuigen (Markus 6:11). Elke zucht, elke
druppel zweet en de kleinste druppel bloed wordt opgeschreven in Gods boek als aantekening bij hun
preken en gebeden. Al deze getuigen zullen op de grote dag worden ingebracht tegen allen die
Christus afwijzen en verachten.
Het Evangelie zelf, dat u gepredikt wordt, is een getuige: “Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet
ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten
dage.” (Joh. 12:48). Dit is ook de betekenis van Christus’ woorden: “En dit Evangelie des Koninkrijks
zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.”
(Matth. 24:14).
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

Boek III hoofdstuk 24
Dat de verkiezing bekrachtigd wordt door Gods roeping; en dat de verworpenen
over zich halen het rechtvaardig verderf, waartoe zij bestemd zijn.
16. In de tweede plaats wordt aangehaald de plaats van Paulus (1 Tim. 2:4) waar hij
leert, dat God wil, dat allen zalig worden: welke plaats wel verschilt van de
tevorengenoemde, maar toch met haar iets gemeen heeft. Ik antwoord, dat in de eerste
plaats uit het tekstverband duidelijk wordt, hoe hij wil. Want Paulus verbindt deze
twee dingen, dat Hij wil, dat ze zalig worden en dat ze tot de kennis der waarheid
komen. Indien zij willen, dat dit door Gods eeuwige raad vast besloten is, dat ze de
leer der zaligheid ontvangen, wat betekent dan dit woord van Mozes: "Welk volk is zo
aanzienlijk, tot hetwelk God zo nadert als tot u" (Deut. 4:7)? Hoe is het gekomen, dat
God veel volkeren beroofd heeft van het licht des evangelies, hetwelk andere genoten?
Hoe is het gekomen, dat de zuivere kennis van de leer der zaligheid nooit tot sommige
volkeren gekomen is, en dat andere nauwelijks enige duistere beginselen daarvan
gesmaakt hebben? Hieruit nu zal men gemakkelijk kunnen opmaken, waar Paulus
heen wil. Hij had Timotheüs bevolen in de gemeente openbaar te bidden voor
koningen en overheden; daar het echter een weinig ongerijmd scheen, dat men voor
God gebeden uitstortte voor een soort van mensen, waarvoor bijna geen hoop meer
bestond (want ze waren niet alleen allen vreemd aan het lichaam van Christus, maar
spanden ook al hun krachten in om zijn Rijk te onderdrukken), voegt hij terstond toe,
dat dit God aangenaam is, daar Hij wil, dat alle mensen zalig worden. Waarmee hij
waarlijk niets anders te kennen geeft, dan dat Hij voor geen enkele soort van mensen
de weg ter zaligheid heeft afgesloten, maar veeleer zijn barmhartigheid zo heeft
uitgegoten, dat Hij niet wil, dat enig soort er geen deel aan zou hebben. De andere 345
woorden verklaren niet, wat de Heere in zijn verborgen oordeel over allen besloten
heeft, maar zij verkondigen, dat de vergeving bereid is voor alle zondaren, die zich
slechts bekeren om haar te zoeken. Want wanneer ze met meer vasthoudendheid de
nadruk daarop leggen, dat er gezegd wordt, dat Hij zich over allen wil ontfermen, dan
zal ik daarop antwoorden, dat elders geschreven staat, dat onze God in de hemel is, en
daar doet al wat Hij wil (Ps. 115:3). Dit woord zal dus zo uitgelegd moeten worden,
dat het overeenkomt met het andere woord: "Ik zal genadig zijn, wie Ik zal genadig
zijn, en Ik zal mij ontfermen, over wie Ik mij ontfermen zal" (Exod. 33:19). Hij, die
hen uitkiest, aan wie Hij barmhartigheid bewijzen zal, deelt haar niet aan allen toe.
Maar daar duidelijk blijkt, dat Paulus daar niet spreekt over de mensen ieder
afzonderlijk, maar over soorten van mensen, behoeven we geen langere uiteenzetting
te houden. Trouwens men moet tegelijkertijd opmerken, dat Paulus niet zegt, wat God
altijd en overal en in allen doet; maar dat het Hem vrij staat de koningen en overheden
eindelijk deelgenoten te maken van de hemelse leer, hoewel zij in hun blindheid tegen
haar razen. Ze schijnen ons meer in het nauw te brengen door ons deze plaats van
Petrus voor de voeten te werpen, waar staat (2 Petrus 3:9), dat God niet wil, dat
iemand verloren gaat, maar dat Hij allen wil ontvangen tot bekering. Maar de
oplossing van de moeilijkheid biedt zich reeds terstond in het tweede lid aan: want
onder de wil om te ontvangen tot bekering kan geen andere verstaan worden, dan die,
welke overal in de Schrift geleerd wordt. Ongetwijfeld is de bekering in Gods hand; of
Hij allen bekeren wil, vrage men Hem: daar Hij belooft, dat Hij aan enige weinigen
een vlezen hart zal geven, terwijl Hij aan anderen hun stenen hart laat (Ez. 36:26). Het
is wel waar, dat, wanneer Hij niet bereid was hen te ontvangen, die zijn
barmhartigheid aanroepen, deze uitspraak zou vervallen: "Keert weder tot Mij, en Ik
zal weder tot ulieden keren" (Zach. 1:3). Maar ik zeg, dat niemand der mensen tot
God komt, tenzij God hem voorkomt. En indien de bekering van 's mensen
goeddunken afhing, zou Paulus niet zeggen (2 Tim. 2:25): "Of hun God te eniger tijd
bekering gave." Ja, indien dezelfde God, die allen door zijn Woord tot bekering
vermaant, niet door de verborgen werking des Geestes de uitverkorenen tot bekering
bracht, zou Jeremia (Jer. 31:18) niet zeggen: "Bekeer mij, Heere, en ik zal bekeerd
worden; want toen Gij mij bekeerd hebt, heb ik berouw gehad."
Calvijn Institutie
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 23855
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door refo »

Voor zover ik dit ingewikkelde citaat begrpen heb beschrijft Calvijn iets wat hij waarneemt.
Enerzijds de ruime bijbeltekst. Anderzijds de praktijk dat niet allen zalig worden.
Ondanks dat laatste heeft hij toch een ruim aanbod van genade aan allen die het Woord horen.

Hij sluipt in ieder geval niet Gods raad binnen. Dat doen de anti-aanbod-mannen als de doctores Steenblok en Hoeksema dus wel.
Volgens Steenblok is de prediking alleen dienstbaar om de uitverkorenen bijeen te vergaderen.
Hoeksema gaat nog verder door de verworpenen in zekere zin de prijs te noemen voor aanneming van Gods kinderen. Als er verkorenen zijn, zijn er noodzakelijk verworpenen. In goed Nederlands: that's life.
De bijbel spreekt zo niet. En de DL ook niet. (4,8)
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

2 Kor 2:
15 Want wij zijn Gode een goede reuk van30) Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan;
16 Dezen wel een reuk des doods ten dode;31) maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam?32)
17 Want wij dragen niet,33) gelijk velen, het Woord Gods te koop, maar als uit oprechtheid, maar als uit God, in de34) tegenwoordigheid Gods, spreken wij het in Christus.35)
30) een goede reuk van
Dat is, aangenaam en welgevallig, omdat Gods barmhartigheid wordt geopenbaard in degenen, die zalig worden, en Zijne rechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan. Zie Luk. 2:34.

31) een reuk des doods ten dode;
Dat is, die dodelijk is en hun den dood toebrengt. Niet dat het Evangelie uit zijne natuur iemand den dood toebrengt, want het is een dienst des levens, 2 Cor. 3:6,7, en ene kracht Gods ter zaligheid allen die geloven, Rom. 1:16, maar omdat degenen, die ongelovig zijn, door hun eigen moedwilligheid, zich daartegen stellen, en alzo Gods zwaarder oordeel over zich trekken. Zie Joh. 3:36; 1 Petr. 2:7,8.

32) bekwaam?
Of, genoegzaam, namelijk uit zichzelven, of door zichzelven, gelijk hierna verklaard wordt 2 Cor. 3:5,6.

33) dragen niet,
Of, vervalsen niet het Woord Gods. Gr. Kapelenontes, welk woord betekent iets in het klein veil hebben of te koop dragen, en hetzelve, om beter te verkopen, dikwijls een anderen reuk, of smaak, of schijn geven, en wordt bij gelijkenis ook genomen voor iets onder een valsen reuk, of smaak, of schijn gelijk als te koop stellen, welke betekenis hier wel past, dewijl de apostel hier betuigt, dat hij het Evangelie niet oppronkt, of naar der mensen wil en goeddunken buigt of verdraait, maar het in oprechtheid en zuiverheid leert, zonder op het behagen van mensen te zien, Gode de uitkomst daarvan bevelende.

34) uit God, in de
Dat is, uit Gods ingeven en van Gods wege, 2 Cor. 5:19.

35) in Christus.
Of, van Christus, dewijl Christus is het gehele wit en voorstel van ons Evangelie; 1 Cor. 2:2.
Wij staan alleen een vrije verkondiging van het Woord voor, alsoof de plicht van een iegelijk, wat voor staat dan ook, dat hij zich zal bekeren en geloven. Maar uiteindelijk is het doel van het Woord en de prediking dat de uitverkorenen zalig worden. Het doel is nooit en the nimmer dat de verworpenen zalig worden. De verkondigings des Woords voor de verworpenen is alleen ter verzwaring van het oordeel, daar zij het Evangelie niet gehoorzaam geweest zijn. Zoals ook blijkt uit de tekst hierboven.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
jakobmarin
Berichten: 3523
Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door jakobmarin »

Bert Mulder schreef:Wij staan alleen een vrije verkondiging van het Woord voor, alsoof de plicht van een iegelijk, wat voor staat dan ook, dat hij zich zal bekeren en geloven. Maar uiteindelijk is het doel van het Woord en de prediking dat de uitverkorenen zalig worden. Het doel is nooit en the nimmer dat de verworpenen zalig worden. De verkondigings des Woords voor de verworpenen is alleen ter verzwaring van het oordeel, daar zij het Evangelie niet gehoorzaam geweest zijn. Zoals ook blijkt uit de tekst hierboven.
Dit is hyper-de-pyper-calvinistische wiskunde en niet zoals de Bijbel erover spreekt. Wat voor een verkeerd beeld van God blijkt hier toch uit?!? :?
En hoe kan een 'mensje uit het stof verrezen' blikken in Gods raad?
>> Dat God het evangelie zou laten verkondigen, met de bedoeling om mensen maar zwaarder te straffen? Kwats, God is geen boeman!

Als God tot ALLE mensen het evangelie laat verkondigen, dan liegt Hij niet, en kun je zeggen dat "God wil dat alle mensen zalig worden". En noem alle andere teksten maar op, die er zo over spreken.
Mensen die het evangelie ongehoorzaam zijn, worden uiteindelijk verworpen, voor eeuwig, en blijken dus geen uitverkorene te zijn.

Nergens komt de bijbel met de uitverkiezing op de proppen als het gaat om de evangelieverkondiging (heel handelingen gaat er niet over), maar komt pas later aan de orde, als troost voor Gods kind.
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4791
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Johann Gottfried Walther schreef:Calvijn
Romeinen 1 vers 16:

16. Ik schaam mij niet. Dit is een vóórkoming, waarmede hij vooruit zegt, dat hij geen acht heeft op de
bespotting der goddelozen; doch hij neemt hieruit als in 't voorbijgaan oorzaak, om de waardigheid des
Evangelies te prijzen, opdat het de Romeinen niet verachtelijk worden. Hij geeft wel te kennen, dat het voor
de wereld verachtelijk is, als hij zegt, dat hij zich daarvoor niet schaamt. En hiermede bereidt hij ze voor, om
de versmaadheid van het kruis van Christus te dragen, opdat zij het Evangelie hierom niet te minder achten,
als zij zien, dat het der beschimping en lastering der goddelozen onderworpen is. Maar daarentegen bewijst
hij, hoe uitnemend het is bij de gelovigen. Ten eerste, is het dat de mogendheid Gods van ons groot geacht
moet worden, dezelve wordt klaarlijk gezien in het Evangelie. Is het dat de goedheid waardig is, dat men ze
begere en lief hebbe, waarvan het Evangelie een instrument is, zo is het dan recht, dat men het diene en ere,
dewijl men der mogendheid Gods eerbied schuldig is; en zover het onze zaligheid dient, behoren wij het lief te
hebben. Aanmerkt hier, hoe veel Paulus de dienst des Woords toeschrijft, als hij betuigt, dat God daarin zijn
mogendheid tot zalig maken bewijst; want hij spreekt hier niet van enige heimelijke openbaring, maar van de
mondelijke verkondiging. Waaruit volgt, dat die als met opzet de kracht Gods verwerpen, en zijn verlossende
hand verre van zich verstoten, die zichzelf van het gehoor der prediking afwende. En dewijl Hij niet in allen
krachtig werkt, maar alleenlijk waar de Geest, de inwendige meester, het hart verlicht, daarom stelt hij daarbij
allen, die geloven. Het Evangelie wordt wel een iegelijk aangeboden tot zaligheid, maar zijn mogendheid
wordt niet alom gezien. Doch, dat het de goddelozen een reuke des doods is, komt niet van zijn natuur, maar
vanwege hunne boosheid. Als hij deze enige zaligheid bewijst, zo beneemt hij alle ander betrouwen. En als zij
zichzelf van deze enige zaligheid afwende, zo hebben zij in het Evangelie ene openbaring van hun verderf.
Zodan, dewijl het Evangelie alle mensen zonder onderscheid roept tot zaligheid, zo wordt het eigenlijk
genoemd ene leer der zaligheid. Want Christus wordt daar aangeboden
, wiens eigen ambt is, te behoede of
zalig te maken wat verloren was. En degenen, die weigeren van Hem behouden te worden, bevinden, dat Hij
een Rechter is. Voorts, dit woord zaligheid wordt alom in de Schrift eenvoudig gesteld tegen het verderf,
derhalve moet men dit goed onder het oog houden, als men het in enige plaats vindt. Dewijl dan het
Evangelie ons verlost van de val en de vervloeking van de eeuwigen dood, zo is zijn zaligheid het eeuwige
leven.
Het citaat van Calvijn staat er nog voor je Bert. God roept alle mensen zonder onderscheid tot zaligheid zo zegt Calvijn.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
jakobmarin
Berichten: 3523
Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door jakobmarin »

Hier nog citaten van Calvijn over dat onderwerp:
In een preek over Jes. 53:
“Ziet dan, hoe onze Heere Jezus de zonden en ongerechtigheden van velen gedragen heeft.
Het is waar, dat dit woord velen vaak zoveel betekent als allen.
En inderdaad, onze Heere Jezus is aangeboden aan heel de wereld,
want er wordt niet gesproken van drie of vier, als gezegd wordt: God heeft alzo lief de wereld gehad, dat Hij Zijn enige Zoon niet gespaard heeft.
Maar toch moeten wij opmerken, wat het Evangelie daar nog aan toevoegt: Opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe.
Ziet dus, hoe onze Heere Jezus voor ons allen geleden heeft, en dat er groot noch klein is, die heden te verontschuldigen zou zijn, aangezien wij zaligheid in Hem kunnen verkrijgen.
De ongelovigen, die zich ervan afkeren en die er zichzelf door hun boosheid van beroven, zijn heden dubbel schuldig.
Want met welk voorwendsel zullen zij kunnen komen, om hun ondankbaarheid te verontschuldigen, waar zij de weldaad niet aannemen, waarvan zij deelgenoot konden zijn door geloof?
Calvijn geeft ook aan dat "Christus voor de zonden der ganse wereld geleden heeft".
Commentaar Rom5:18
“De genade maakt hij allen gemeen, omdat zij allen voorgesteld is, en niet, dat zij metterdaad tot alle mensen uitgestrekt wordt.
Want hoewel Christus voor de zonden der ganse wereld geleden heeft, en door Gods goedheid alle mensen zonder onderscheid aangeboden wordt,
zo wordt Hij nochtans van allen niet aangegrepen.”
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

Johann Gottfried Walther schreef:
Het citaat van Calvijn staat er nog voor je Bert. God roept alle mensen zonder onderscheid tot zaligheid zo zegt Calvijn.
Zeer mee eens
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

jakobmarin schreef:Hier nog citaten van Calvijn over dat onderwerp:
In een preek over Jes. 53:
“Ziet dan, hoe onze Heere Jezus de zonden en ongerechtigheden van velen gedragen heeft.
Het is waar, dat dit woord velen vaak zoveel betekent als allen.
En inderdaad, onze Heere Jezus is aangeboden aan heel de wereld,
want er wordt niet gesproken van drie of vier, als gezegd wordt: God heeft alzo lief de wereld gehad, dat Hij Zijn enige Zoon niet gespaard heeft.
Maar toch moeten wij opmerken, wat het Evangelie daar nog aan toevoegt: Opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe.
Ziet dus, hoe onze Heere Jezus voor ons allen geleden heeft, en dat er groot noch klein is, die heden te verontschuldigen zou zijn, aangezien wij zaligheid in Hem kunnen verkrijgen.
De ongelovigen, die zich ervan afkeren en die er zichzelf door hun boosheid van beroven, zijn heden dubbel schuldig.
Want met welk voorwendsel zullen zij kunnen komen, om hun ondankbaarheid te verontschuldigen, waar zij de weldaad niet aannemen, waarvan zij deelgenoot konden zijn door geloof?
Calvijn geeft ook aan dat "Christus voor de zonden der ganse wereld geleden heeft".
Commentaar Rom5:18
“De genade maakt hij allen gemeen, omdat zij allen voorgesteld is, en niet, dat zij metterdaad tot alle mensen uitgestrekt wordt.
Want hoewel Christus voor de zonden der ganse wereld geleden heeft, en door Gods goedheid alle mensen zonder onderscheid aangeboden wordt,
zo wordt Hij nochtans van allen niet aangegrepen.”
Christus geeft aan dat Hij Zijn leven alleen voor de schapen gegeven heeft...
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

jakobmarin schreef:
Bert Mulder schreef:Wij staan alleen een vrije verkondiging van het Woord voor, alsoof de plicht van een iegelijk, wat voor staat dan ook, dat hij zich zal bekeren en geloven. Maar uiteindelijk is het doel van het Woord en de prediking dat de uitverkorenen zalig worden. Het doel is nooit en the nimmer dat de verworpenen zalig worden. De verkondigings des Woords voor de verworpenen is alleen ter verzwaring van het oordeel, daar zij het Evangelie niet gehoorzaam geweest zijn. Zoals ook blijkt uit de tekst hierboven.
Dit is hyper-de-pyper-calvinistische wiskunde en niet zoals de Bijbel erover spreekt. Wat voor een verkeerd beeld van God blijkt hier toch uit?!? :?
En hoe kan een 'mensje uit het stof verrezen' blikken in Gods raad?
>> Dat God het evangelie zou laten verkondigen, met de bedoeling om mensen maar zwaarder te straffen? Kwats, God is geen boeman!

Als God tot ALLE mensen het evangelie laat verkondigen, dan liegt Hij niet, en kun je zeggen dat "God wil dat alle mensen zalig worden". En noem alle andere teksten maar op, die er zo over spreken.
Mensen die het evangelie ongehoorzaam zijn, worden uiteindelijk verworpen, voor eeuwig, en blijken dus geen uitverkorene te zijn.

Nergens komt de bijbel met de uitverkiezing op de proppen als het gaat om de evangelieverkondiging (heel handelingen gaat er niet over), maar komt pas later aan de orde, als troost voor Gods kind.
De Evangelien staan vol met uitverkiezing
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
DDD
Berichten: 28736
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door DDD »

Bert Mulder schreef:
jakobmarin schreef:Hier nog citaten van Calvijn over dat onderwerp:
In een preek over Jes. 53:
“Ziet dan, hoe onze Heere Jezus de zonden en ongerechtigheden van velen gedragen heeft.
Het is waar, dat dit woord velen vaak zoveel betekent als allen.
En inderdaad, onze Heere Jezus is aangeboden aan heel de wereld,
want er wordt niet gesproken van drie of vier, als gezegd wordt: God heeft alzo lief de wereld gehad, dat Hij Zijn enige Zoon niet gespaard heeft.
Maar toch moeten wij opmerken, wat het Evangelie daar nog aan toevoegt: Opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe.
Ziet dus, hoe onze Heere Jezus voor ons allen geleden heeft, en dat er groot noch klein is, die heden te verontschuldigen zou zijn, aangezien wij zaligheid in Hem kunnen verkrijgen.
De ongelovigen, die zich ervan afkeren en die er zichzelf door hun boosheid van beroven, zijn heden dubbel schuldig.
Want met welk voorwendsel zullen zij kunnen komen, om hun ondankbaarheid te verontschuldigen, waar zij de weldaad niet aannemen, waarvan zij deelgenoot konden zijn door geloof?
Calvijn geeft ook aan dat "Christus voor de zonden der ganse wereld geleden heeft".
Commentaar Rom5:18
“De genade maakt hij allen gemeen, omdat zij allen voorgesteld is, en niet, dat zij metterdaad tot alle mensen uitgestrekt wordt.
Want hoewel Christus voor de zonden der ganse wereld geleden heeft, en door Gods goedheid alle mensen zonder onderscheid aangeboden wordt,
zo wordt Hij nochtans van allen niet aangegrepen.”
Christus geeft aan dat Hij Zijn leven alleen voor de schapen gegeven heeft...
Waar?
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

DDD schreef: Waar?
Joh 10:
11 Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen.
12 Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen.
13 En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen.
14 Ik ben de goede Herder; en Ik ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend.
15 Gelijkerwijs de Vader Mij kent, alzo ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor de schapen.
Joh. 17:
Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar23) voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw.24)
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9087
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

jakobmarin schreef:
Nergens komt de bijbel met de uitverkiezing op de proppen als het gaat om de evangelieverkondiging (heel handelingen gaat er niet over), maar komt pas later aan de orde, als troost voor Gods kind.
Hand 2:39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
Hand 13: 48 Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Plaats reactie