-DIA- schreef:Ik weet niet of ik de link mag plaatsen, wellicht mag deze site ook niet gelinkt worden.
Daarom dan maar zo:
Ik zou de preek over Genesis 24 van ds. J. Catsburg graag willen linken op de site van hetgekrookteriet.com
Ik hoop dat mensen de moeite willen nemen om de preek op te zoeken, want deze is heel helder in
zaken die niet zo vaak gehoord worden.
Ik heb uw uitnodigende woorden maar eens ter harte genomen en deze preek beluisterd.
De ds. heeft de geschiedenis van de komst van Rebekka naar Izak uitgelegd als beeld van de komst van de zondaar tot Christus. Hierbij is Abraham het type van God de Vader, Die het initiatief neemt, Izak is het type van de Heere Jezus en Rebekka is hier een type van de zondaar die tot Christus geroepen wordt.
De OT geschiedenis hier wordt dus typologisch gebruikt. De ds. legt geen nadruk op wat er tóén gebeurde, maar legt de nadruk op waar het heenwijst.
De eerste vraag is dan waarom déze geschiedenis van een huwelijksproces heenwijst naar het geestelijke huwelijk van Christus en de bruidskerk, en bijvoorbeeld een vergelijkbare geschiedenis van Jakob en zijn vrouwen daar nooit voor wordt aangehaald. Een verklaring daarvoor is dat we alleen achteraf kunnen zien welke geschiedenissen het beste uitbeelden wat nu de NT-realiteit is. Mijns inziens betekent dat wél, dat we louter vanaf die kant mogen werken, en dat de OT geschiedenis als typologie niet normgevend mag worden.
Wat dat laatste betreft overschrijdt de ds. helaas de grens. De geschiedenis, met alle details, wordt een beschrijving van het bekeringsproces; terwijl hooguit de bekering had moeten worden geïllustreerd aan de hand van beelden uit de geschiedenis. Ik verduidelijk dat met een voorbeeld.
De ds. volgt Rebekka op haar tocht naar Izak. Hij constateert dat Rebekka pas bij Izak haar sluier omdoet, en die dus niet omhad tijdens haar tocht. Hij beschrijft dan dat ze tijdens de tocht vond dat ze best gezien mocht worden (uit trotsheid); net als mensen op weg naar Christus 'hoog op de kameel' door anderen bewonderd willen worden.
In de eerste plaats vind ik dit een belediging van Rebekka. De tekst beschrijft haar hartsgesteldheid tijdens de reis niet, maar alles wát we weten van haar op dat moment is dat ze naar Izak verlangt.
In de tweede plaats wordt hier dus de verkeerde kant op geredeneerd. Er wordt aan de hand van het verhaal iets opgezocht in de bekeringsweg. Dat lijkt mij niet juist. De geschiedenis van Rebekka en Izak is niet primair opgeschreven om de bekeringsweg tot Christus te beschrijven (niemand heeft daar m.i. overtuigende bewijzen voor geleverd).
Nog een vraag: De ds. vertaalt als het ware de huwelijksgeschiedenis van Rebekka en Izak naar het geestelijke leven, en neemt de geschiedenis als norm daarvoor. Het vreemde is echter dat hij het niet als norm neemt voor het huwelijksleven van mannen en vrouwen vandaag. Zouden we niet allereerst, bijvoorbeeld, lessen moeten trekken uit de manier waarop Rebekka en Izak bij elkaar komen voor de manier waarop we dat nu doen? Daar zit een groot verschil tussen, en als de ds. deze geschiedenis zo betrekt op het geestelijke huwelijk met Christus, zouden we het dan niet juist ook als voorbeeld nemen voor het aardse huwelijk? Als die sluier van Rebekka zo belangrijk is als type in de bekeringsweg, waarom zijn sluiers dan zo onbelangrijk bij onze eign huwelijken? Hetzelfde geldt voor het 'voorhoofdsiersel', dat de ds. ook geestelijk verklaart.
Wat mij in de preek aansprak, was dat de ds. duidelijk maakte dat Rebekka een heel radicale keuze maakte door te vertrekken, en ook geen uitstel duldde. Inderdaad is dat een belangrijk beeld van hoe wij tot Christus horen te vluchten; met achterlating van alles wat ons 'dierbaar scheen'.