Tiberius schreef:Ik word er een beetje moe van om bij elke boek- of filmrecensie te lezen, dat die zo goed is, omdat die ons een spiegel voor zou houden of dat we beschaamd tot onszelf in moeten keren. Daar heb ik geen afhakers voor nodig.
1. Zoveel boeken met dit thema verschijnen er niet.
2. Dit boek is los van de thematiek sowieso een literair juweeltje. Ik weet niet of je van literatuur houdt, ik bedoel dan het genieten van de verwoording der dingen, maar op dat punt is het i.i.g. een grote aanwinst.
3. We moeten er nooit aan gewend raken dat mensen afhaken van het geloof...elke jongere die afhaakt is een ziel op weg naar de eeuwigheid. Dan moeten we als opvoeders onszelf afvragen of wij daar niet schuldig aan zijn. Iedere keer weer. Overdreven? Hoeveel is een ziel je waard, zou ik dan willen vragen.
4. Laat iedereen die buiten de refowereld werkt, dit boek terzijde schuiven. Prima. Maar ik vind de vragen die Helma opwerpt niet alleen reeël, maar ook noodzakelijk. Ik herhaal haar belangrijkste zinnen.
helma schreef:- Ze staat dichter bij omdat ik kinderen heb die (gaan) studeren en zij juist in de studietijd is afgehaakt van het christelijk geloof. Ondanks een leven in een kerkelijk meelevend gezin van de Gereformeerde Gemeente en na 14 jaar Reformatorisch onderwijs.
De vraag die bij mij opkomt is dan: hoe komt zoiets nou....wat is er verkeerd gegaan?
Hoe kan het dat iemand definitief afstand neemt van alles wat haar is bijgebracht? (kan dat überhaupt...)
- In de eerste plaats is dat een vraag die voor mij als moeder van een gezin van levens belang is. Kan mijn opvoeding de reden zijn dat mijn kinderen afhaken van het christelijk geloof? (...) En ik hou inderdaad na het lezen van het boek in de eerste plaats schuld over... Is mijn leven altijd een voorbeeld voor mijn kinderen? Is mijn leven altijd oprecht zodat ze echtheid zien?
Zien mijn kinderen het beeld van Christus in mijn leven weerspiegeld?
- En dat is tegelijkertijd de pijn in het hele boek. Wat zijn er weinig mensen in de omgeving van Katelijne die iets uitstralen van de liefde van Christus. Ze ontdekt ze tenminste niet. Maar ze is zich er ook niet eens van bewust dat het eigenlijk om Christus gaat.
- Is er eigenlijk wel iemand die zich oprecht om haar zielenheil bekommert? Misschien oma.... Maar oma waarschuwt meer dan dat ze Katelijne laat zien wie God wil zijn voor een zondaar. Want oma is zo bang voor een bekering die te makkelijk gaat. Of voor mensen die het zoveel over Jezus hebben.
- God is rechtvaardig en ziet niets door de vingers. Maar o wat is het erg dat Katelijne van niemand hoort dat God ook barmhartig is en gaarne vergevend.
- Deze dingen maken dat ik al lezend van Katelijne ben gaan houden. En het is moeilijk voor mij om Katelijne los te zien van Franca Treur zelf. Dus haar heb ik ook in mijn hart gesloten (ze staat inmiddels in mijn gebedslijstje…)
- En ik zou die hele Reformatorische zuil wel door elkaar willen schudden!! Ik hoop dat de Heere erin gaat blazen. Laat maar omvallen dat zogenaamde veilige bastion. Door die enorme zuil is het kruis nog maar nauwelijks zichtbaar.
- En daarom vind ik het lezen van dit boek heel belangrijk voor iedereen in de Reformatorische zuil. Zeker als je te maken heb met leiding geven; of het nu je eigen kinderen zijn of die van anderen. Een schip op het strand is een baken in zee…… Laat door ons (mij…) toch anderen niet verhinderd worden om in te gaan in het koninkrijk der hemelen.
Overigens heeft nog niemand gereageerd op de stellingname van ds. R. van de Kamp in dit verband:
In dat kader wil ik ook de oproep van ds. R. van de Kamp in 'In Contact' citeren:
ds. R. van de Kamp (HHK Barneveld) schreef:
De reformatorische zuil heeft ons geen goed gebracht. Sterker nog, de refozuil heeft averechts gewerkt.
(...)
„De zuil is iets geworden waar we ons veilig in voelen. We kunnen ons er in terugtrekken, zodat we geen last hebben van de wereld. Dat is zó on-Bijbels.
(...)
Wij hebben ons omgedraaid, de wereld de rug toegekeerd en we zijn de zuil ingedoken. Daarom heeft de wereld ons te pakken en zijn wij gigantisch werelds geworden.
(...)
Wereldgelijkvormigheid is geen daad, maar een houding. Wij denken nog steeds: als wij ons reformatorisch onderwijs houden, dan komt het nog wel goed. Maar we verwachten teveel van dat onderwijs.
(...)
Onze zuil is de wereld met een reformatorisch sausje. Wij doen precies dezelfde dingen in de zuil als de wereld ook doet. We maken ons druk over materiële zaken, over wonen, vakanties en kleding.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)