Erasmiaan schreef:
A. Reageer nu eens op wat ik vraag. Is het nu middelijk of onmiddelijk? Wat bedoelde je in die zin?
Onmiddelijk, en onlosmakelijk verbonden met het middel van de verkondiging van Gods Woord. Want daar komt de Heilige Geest in mee die het onmiddelijke wonder werkt. Zie Calvijn, Brakel en Boston. En je hebt mijn quote van de DL toch gelezen? Daar staat het ook zo. Ben je het daar niet mee eens dan?
B. Hoe kan geloof zich nu op bevinding richten? Wie zegt dat? De essentie is dit: weet ik bij (of door) ondervinding dat Christus aan mijn hart is geopenbaard? (voordat ik verkeerd begrepen wordt: deze openbaring geschiedt door een instrument: het geloof)
Ik zeg het niet.
Ik zeg ook 'niet'. Maar de essentie die jij noemt is drijfzand.
De essentie is niet dat Christus aan het hart is geopenbaard. Niet op deze wijze, zoals jij het hier formuleert. Dat werpt een mens opzichzelf en op eigen bevinding. De essentie is dat zij die niet gezien hebben en toch geloofd hebben, zalig zijn. De les die Thomas moest leren, geldt ook ons. En dan volgt er ook bevinding, maar niet als essentie of als grond.
C. Je kunt geloof hebben, maar nog niet geloven. Er is een volk dat het zelf uit Zijnen Mond wil horen.
Twee beweringen die ik bij geen gereformeerde schrijver uit de reformatie terug kan vinden.
Een volk dat wil geloven geloof te hebben en niet te geloven?
Nee: Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp.
En wat het volk uit Zijn Mond heeft staat in dezelfde psalm 56:
In God zal ik het woord prijzen; in den HEERE zal ik het woord prijzen. Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen? O God! op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden; Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het licht der levenden?
DIe beloften, die meekomen in de prediking, in het Woord van God, de Stem van God, de roeping van God: Het is Zijn mond die spreekt. De verkondiging van het Woord, de Bijbel = Zijn Mond die spreekt.
D. Begrijp je mijn punt over de prediking? Want dat ging namelijk tegen de visie in dat een prediker de genade kan openbaren, maar hij kan de Genade alleen maar aanwijzen.
Nee, niet de genade wordt aangewezen als het goed is, maar de Bron van de genade. Dat maakt HET verschil.
De genade is onbereikbaar zonder Christus. Zonder in Hem te zijn.
Als alleen de genade wordt gepredikt zonder de wijze waarop het te verkrijgen is, blijft er alleen beschouwelijkheid over.