Twee Drie-verbondsleren?

-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

claus schreef:Vanouds werden de CGK' ers als Drieverbonders uitgemaakt. Maar, ook de meeste Gereformeerde Bonders, veelal geestverwanten, zijn van verre tijden af, mensen die de Drieverbondenleer aanhangen, evenals sommige Ger. Gem.-predikanten dat doen. De Gereformeerde kerken en de Ger. Gem. waren in de jaren tot aan de oorlog zeker, beiden aanhangers van de zogenaamde Tweeverbondenleer.
Dat was dan ook, zie bovenstaande meditatie, de reden dat de Gereformeerde Gemeenten zich onmogelijk konden verenigen met degenen dit dit leerden. Dat er zich zoiets binnen de Gereformeerde Gemeenten zich ontwikkeld was toen nog niet actueel. Intussen zijn veel predikanten blijkbaar 'verdraagzamer' geworden, om het in het openbaar scherp te zeggen. Gelukkig mag een ernstige waarschuwing af en toe het nog wel vanaf de kansel, in de beslotenheid van het kerkgebouw, klinken. Zou men daarover opnieuw in het openbaar gaan discussiëren vrees ik dat dat niet kan, zonder het risico van een scheuring.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Hendrik de 3de
Inactief
Berichten: 329
Lid geworden op: 24 mei 2012, 12:58
Locatie: Onder de rook van de Havenstad

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Hendrik de 3de »

-DIA- schreef:
claus schreef:Vanouds werden de CGK' ers als Drieverbonders uitgemaakt. Maar, ook de meeste Gereformeerde Bonders, veelal geestverwanten, zijn van verre tijden af, mensen die de Drieverbondenleer aanhangen, evenals sommige Ger. Gem.-predikanten dat doen. De Gereformeerde kerken en de Ger. Gem. waren in de jaren tot aan de oorlog zeker, beiden aanhangers van de zogenaamde Tweeverbondenleer.
Dat was dan ook, zie bovenstaande meditatie, de reden dat de Gereformeerde Gemeenten zich onmogelijk konden verenigen met degenen dit dit leerden. Dat er zich zoiets binnen de Gereformeerde Gemeenten zich ontwikkeld was toen nog niet actueel. Intussen zijn veel predikanten blijkbaar 'verdraagzamer' geworden, om het in het openbaar scherp te zeggen. Gelukkig mag een ernstige waarschuwing af en toe het nog wel vanaf de kansel, in de beslotenheid van het kerkgebouw, klinken. Zou men daarover opnieuw in het openbaar gaan discussiëren vrees ik dat dat niet kan, zonder het risico van een scheuring.
Om onduidelijkheid en onvrede te voorkomen, mag ik je vragen wat bedoel je hiermee? Bedoel je hiermee dat je het goed vind dat er op kansels (ik neem aan op sommige GG-kansels) gewaarschuwd wordt tegen de de 3-verbondenleer?
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19205
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door huisman »

-DIA- schreef:Even ds. Jongeleen aan het woord laten kan ook verhelderend zijn:

Ds. Jongeleen had een nieuw catechisatieboekje geschreven: “Lesboek over de Gereformeerde Geloofsleer”.

En vooral het lesje over het genadeverbond trok de aandacht van ds. Kersten.
Ds. Jongeleen schrijft daar dit:

Het genadeverbond is die genadige beschikking Gods over de gelovigen en hun zaad, waarin God onder beding van geloof en gehoorzaamheid, alle heil voor tijd en eeuwigheid wil schenken door de Middelaar des Verbonds.
De partijen zijn de die-enige God, eerste partij, en de gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, tweede partij.
Van groot belang voor een Schriftuurlijke verbondsbeschouwing is te weten wie de bondelingen zijn. De kring der bondelingen is breed. De gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, behoren ertoe. Niet alleen de uitverkorenen, maar ook de NIET uitverkorenen.
In één woord, allen die leven op de erve des verbonds en aan wie het teken en zegel des verbonds rechtens is toebediend.
Ds. Jongeleen beschrijft de goederen van het genadeverbond met de apostolische geloofsbelijdenis als: vergeving der zonde, wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.
“Aan deze goederen hebben deel AL DE BONDELINGEN, ook de NIET uitverkorenen. Wij menen het zo te moeten stellen. Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.

Bedankt DIA. Wat een mooi citaat van ds Jongeleen. Het lijkt wel of ik John Owen, W à Brakel, Samuel Rutherford enz hoor spreken.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

Hendrik de 3de schreef:
-DIA- schreef:
claus schreef:Vanouds werden de CGK' ers als Drieverbonders uitgemaakt. Maar, ook de meeste Gereformeerde Bonders, veelal geestverwanten, zijn van verre tijden af, mensen die de Drieverbondenleer aanhangen, evenals sommige Ger. Gem.-predikanten dat doen. De Gereformeerde kerken en de Ger. Gem. waren in de jaren tot aan de oorlog zeker, beiden aanhangers van de zogenaamde Tweeverbondenleer.
Dat was dan ook, zie bovenstaande meditatie, de reden dat de Gereformeerde Gemeenten zich onmogelijk konden verenigen met degenen dit dit leerden. Dat er zich zoiets binnen de Gereformeerde Gemeenten zich ontwikkeld was toen nog niet actueel. Intussen zijn veel predikanten blijkbaar 'verdraagzamer' geworden, om het in het openbaar scherp te zeggen. Gelukkig mag een ernstige waarschuwing af en toe het nog wel vanaf de kansel, in de beslotenheid van het kerkgebouw, klinken. Zou men daarover opnieuw in het openbaar gaan discussiëren vrees ik dat dat niet kan, zonder het risico van een scheuring.
Om onduidelijkheid en onvrede te voorkomen, mag ik je vragen wat bedoel je hiermee? Bedoel je hiermee dat je het goed vind dat er op kansels (ik neem aan op sommige GG-kansels) gewaarschuwd wordt tegen de de 3-verbondenleer?
Ja, en ik geloof zeker ook niet ten onrechte. Bij ons wordt er nog wel vanaf de kansel scherp tegen gewaarschuwd, maar op die manier zou het niet kunnen (denk ik) in De Saambinder, of elders in de openbaarheid. Binnen de beslotenheid van de kerkruimte kan er blijkbaar meer gezegd worden.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19205
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door huisman »

-DIA- schreef:
Hendrik de 3de schreef:
-DIA- schreef:
claus schreef:Vanouds werden de CGK' ers als Drieverbonders uitgemaakt. Maar, ook de meeste Gereformeerde Bonders, veelal geestverwanten, zijn van verre tijden af, mensen die de Drieverbondenleer aanhangen, evenals sommige Ger. Gem.-predikanten dat doen. De Gereformeerde kerken en de Ger. Gem. waren in de jaren tot aan de oorlog zeker, beiden aanhangers van de zogenaamde Tweeverbondenleer.
Dat was dan ook, zie bovenstaande meditatie, de reden dat de Gereformeerde Gemeenten zich onmogelijk konden verenigen met degenen dit dit leerden. Dat er zich zoiets binnen de Gereformeerde Gemeenten zich ontwikkeld was toen nog niet actueel. Intussen zijn veel predikanten blijkbaar 'verdraagzamer' geworden, om het in het openbaar scherp te zeggen. Gelukkig mag een ernstige waarschuwing af en toe het nog wel vanaf de kansel, in de beslotenheid van het kerkgebouw, klinken. Zou men daarover opnieuw in het openbaar gaan discussiëren vrees ik dat dat niet kan, zonder het risico van een scheuring.
Om onduidelijkheid en onvrede te voorkomen, mag ik je vragen wat bedoel je hiermee? Bedoel je hiermee dat je het goed vind dat er op kansels (ik neem aan op sommige GG-kansels) gewaarschuwd wordt tegen de de 3-verbondenleer?
Ja, en ik geloof zeker ook niet ten onrechte. Bij ons wordt er nog wel vanaf de kansel scherp tegen gewaarschuwd, maar op die manier zou het niet kunnen (denk ik) in De Saambinder, of elders in de openbaarheid. Binnen de beslotenheid van de kerkruimte kan er blijkbaar meer gezegd worden.

Je verzet je dan wel tegen een hoop oudvaders die ook de 3 verbondenleer aanhingen! (Let op mijn onderschrift)
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

huisman schreef:
-DIA- schreef:
Ja, en ik geloof zeker ook niet ten onrechte. Bij ons wordt er nog wel vanaf de kansel scherp tegen gewaarschuwd, maar op die manier zou het niet kunnen (denk ik) in De Saambinder, of elders in de openbaarheid. Binnen de beslotenheid van de kerkruimte kan er blijkbaar meer gezegd worden.

Je verzet je dan wel tegen een hoop oudvaders die ook de 3 verbondenleer aanhingen! (Let op mijn onderschrift)
Maar was ds. Kersten op dit punt te fel, of zou hij echt fundamentele afwijkingen hebben geconstateerd. Het mag toch bekend zijn dat ds. Kersten doorkneed was in de oudvaders?
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

huisman schreef:
-DIA- schreef:Even ds. Jongeleen aan het woord laten kan ook verhelderend zijn:

Ds. Jongeleen had een nieuw catechisatieboekje geschreven: “Lesboek over de Gereformeerde Geloofsleer”.

En vooral het lesje over het genadeverbond trok de aandacht van ds. Kersten.
Ds. Jongeleen schrijft daar dit:

Het genadeverbond is die genadige beschikking Gods over de gelovigen en hun zaad, waarin God onder beding van geloof en gehoorzaamheid, alle heil voor tijd en eeuwigheid wil schenken door de Middelaar des Verbonds.
De partijen zijn de die-enige God, eerste partij, en de gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, tweede partij.
Van groot belang voor een Schriftuurlijke verbondsbeschouwing is te weten wie de bondelingen zijn. De kring der bondelingen is breed. De gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, behoren ertoe. Niet alleen de uitverkorenen, maar ook de NIET uitverkorenen.
In één woord, allen die leven op de erve des verbonds en aan wie het teken en zegel des verbonds rechtens is toebediend.
Ds. Jongeleen beschrijft de goederen van het genadeverbond met de apostolische geloofsbelijdenis als: vergeving der zonde, wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.
“Aan deze goederen hebben deel AL DE BONDELINGEN, ook de NIET uitverkorenen. Wij menen het zo te moeten stellen. Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.

Bedankt DIA. Wat een mooi citaat van ds Jongeleen. Het lijkt wel of ik John Owen, W à Brakel, Samuel Rutherford enz hoor spreken.
Ik denk toch dat die een enigzins ander accent legden...
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Afgewezen »

Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.
In plaats van 'elke bondeling', zou ik willen zeggen 'iedere hoorder van het Evangelie'. Dan is meteen het probleem twee of drie verbonden opgelost. :)
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door GJdeBruijn »

-DIA- schreef:Ik denk toch dat die een enigzins ander accent legden...
Welke accenten bedoel je dan? Want de geleerde heren van de universiteit van Apeldoorn hebben na uitgebreide studie andere conclusies getrokken dan jij doet.
Volgens mij gaf ds. Kersten dat ook toe, maar zit het verschil vooral in de praktijk van het gemeenteleven. ds. Kersten was vooral bang voor de vanzelfsprekendheid van een gemeente met gelovigen op grond van een dogmatische conclusie zonder wedergeboorte en geloof. Dat was en is een reëel gevaar met de visie van prof. Jongeleen. Om dat gevaar aan te wijzen wees ds. Kersten op de verbondsvisie waarin dit gevaar niet aanwezig is. ds. Prof. G. Wisse stond dogmatisch op hetzelfde standpunt als ds. Jongeleen.
Het gaat uiteindelijk om de invulling van de verbondsvisie in de praktijk. En laten we eerlijk zijn, ook onze ds. Kersten had zich te verdedigen tegenover de keerzijde van de 2-verbondenvisie: Daar ligt een gevaar van hypercalvinisme en valse lijdelijkheid in.
Dus beide visies hebben een keerzijde waar beide stromingen voor moeten waken. Neemt niet weg dat in de jaren 20 van de vorige eeuw vooral de gevaren van elkaars visie aangewezen zijn in de polemieken omdat ze aanwijsbaar waren. Ds. Kersten heeft niet voor niets om een theologische school gevraagd. Dat was mede om de in onze kerken voorkomende uitwassen en eenzijdigheden te sturen. Op dat punt was ds. Kersten heel eerlijk. De strijd met Jongeleen was dus vooral een strijd om de gevaren van de 3-verbonden, het geloof zonder ware bekering. Je kunt het niet los van de context van de tijd en achtergronden van de ontstaansgeschiedenis van de kerkverbanden even hier posten als ware het een verschil tussen rechtzinnigheid en ketterij. Dat is nu net niet de bedoeling geweest van ds. Kersten. Hij wist zich verbonden met predikanten als prof. Wisse en ds. I. Kievit, ook 3-verbonders (laatste in praktische zin).
Deze nuance leek we wel goed om toe te voegen, want voor je het weet gooi je toch echt de reformatoren over boord die in dogmatische zin dichter bij Jongeleen staan dan 'onze' ds. Kersten die meer de lijn en accenten van de latere nadere reformatoren en de puriteinen volgt. Beide standpunten hebben dus hun legitieme basis in de leer van onze vaderen, maar beide kun je misbruiken. We moeten oppassen om niet een gevaar van misbruik van één van beide visies als stok gebruiken om de hond te slaan.
GJdeBruijn
Berichten: 2198
Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door GJdeBruijn »

Afgewezen schreef:
Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.
In plaats van 'elke bondeling', zou ik willen zeggen 'iedere hoorder van het Evangelie'. Dan is meteen het probleem twee of drie verbonden opgelost. :)
Wat is dan nog de relatie tussen de kinderen van gelovige ouders en het verbond? Dan moet je alle hoorders van het Evangelie dopen, ongeacht hun betrekkingen, van welke aard dan ook.
Je verschuift daarmee enkel de vraag over wat de waarde is van het verbond in verhouding tot de prediking en het aanbod van het heil in Christus.
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19205
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door huisman »

GJdeBruijn schreef:
-DIA- schreef:Ik denk toch dat die een enigzins ander accent legden...
Welke accenten bedoel je dan? Want de geleerde heren van de universiteit van Apeldoorn hebben na uitgebreide studie andere conclusies getrokken dan jij doet.
Volgens mij gaf ds. Kersten dat ook toe, maar zit het verschil vooral in de praktijk van het gemeenteleven. ds. Kersten was vooral bang voor de vanzelfsprekendheid van een gemeente met gelovigen op grond van een dogmatische conclusie zonder wedergeboorte en geloof. Dat was en is een reëel gevaar met de visie van prof. Jongeleen. Om dat gevaar aan te wijzen wees ds. Kersten op de verbondsvisie waarin dit gevaar niet aanwezig is. ds. Prof. G. Wisse stond dogmatisch op hetzelfde standpunt als ds. Jongeleen.
Het gaat uiteindelijk om de invulling van de verbondsvisie in de praktijk. En laten we eerlijk zijn, ook onze ds. Kersten had zich te verdedigen tegenover de keerzijde van de 2-verbondenvisie: Daar ligt een gevaar van hypercalvinisme en valse lijdelijkheid in.
Dus beide visies hebben een keerzijde waar beide stromingen voor moeten waken. Neemt niet weg dat in de jaren 20 van de vorige eeuw vooral de gevaren van elkaars visie aangewezen zijn in de polemieken omdat ze aanwijsbaar waren. Ds. Kersten heeft niet voor niets om een theologische school gevraagd. Dat was mede om de in onze kerken voorkomende uitwassen en eenzijdigheden te sturen. Op dat punt was ds. Kersten heel eerlijk. De strijd met Jongeleen was dus vooral een strijd om de gevaren van de 3-verbonden, het geloof zonder ware bekering. Je kunt het niet los van de context van de tijd en achtergronden van de ontstaansgeschiedenis van de kerkverbanden even hier posten als ware het een verschil tussen rechtzinnigheid en ketterij. Dat is nu net niet de bedoeling geweest van ds. Kersten. Hij wist zich verbonden met predikanten als prof. Wisse en ds. I. Kievit, ook 3-verbonders (laatste in praktische zin).
Deze nuance leek we wel goed om toe te voegen, want voor je het weet gooi je toch echt de reformatoren over boord die in dogmatische zin dichter bij Jongeleen staan dan 'onze' ds. Kersten die meer de lijn en accenten van de latere nadere reformatoren en de puriteinen volgt. Beide standpunten hebben dus hun legitieme basis in de leer van onze vaderen, maar beide kun je misbruiken. We moeten oppassen om niet een gevaar van misbruik van één van beide visies als stok gebruiken om de hond te slaan.
Helemaal eens met deze posting. Voor belangstellenden: Ik heb het "Lesboek over de gereformeerde geloofsleer"van ds Jongeleen digitaal als PDF file. Wie hem wil hebben mag zijn email per pb aan mij toezenden dan stuur ik je "Jongeleen" toe.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Afgewezen »

GJdeBruijn schreef:
Afgewezen schreef:
Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.
In plaats van 'elke bondeling', zou ik willen zeggen 'iedere hoorder van het Evangelie'. Dan is meteen het probleem twee of drie verbonden opgelost. :)
Wat is dan nog de relatie tussen de kinderen van gelovige ouders en het verbond? Dan moet je alle hoorders van het Evangelie dopen, ongeacht hun betrekkingen, van welke aard dan ook.
Je verschuift daarmee enkel de vraag over wat de waarde is van het verbond in verhouding tot de prediking en het aanbod van het heil in Christus.
Wat krijgen de kinderen van gelovige ouders dan méér aangeboden dan alle hoorders van het Evangelie, ongeacht hun betrekkingen, van welke aard ook?
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19205
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door huisman »

Afgewezen schreef:
GJdeBruijn schreef:
Afgewezen schreef:
Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.
In plaats van 'elke bondeling', zou ik willen zeggen 'iedere hoorder van het Evangelie'. Dan is meteen het probleem twee of drie verbonden opgelost. :)
Wat is dan nog de relatie tussen de kinderen van gelovige ouders en het verbond? Dan moet je alle hoorders van het Evangelie dopen, ongeacht hun betrekkingen, van welke aard dan ook.
Je verschuift daarmee enkel de vraag over wat de waarde is van het verbond in verhouding tot de prediking en het aanbod van het heil in Christus.
Wat krijgen de kinderen van gelovige ouders dan méér aangeboden dan alle hoorders van het Evangelie, ongeacht hun betrekkingen, van welke aard ook?
Misschien niet meer maar wel eerder namelijk bij de doop voordat zij hoorders van het Evangelie zijn.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Gebruikersavatar
Luther
Berichten: 15857
Lid geworden op: 25 jun 2008, 20:16
Contacteer:

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Luther »

-DIA- schreef:Even ds. Jongeleen aan het woord laten kan ook verhelderend zijn:

Ds. Jongeleen had een nieuw catechisatieboekje geschreven: “Lesboek over de Gereformeerde Geloofsleer”.

En vooral het lesje over het genadeverbond trok de aandacht van ds. Kersten.
Ds. Jongeleen schrijft daar dit:

Het genadeverbond is die genadige beschikking Gods over de gelovigen en hun zaad, waarin God onder beding van geloof en gehoorzaamheid, alle heil voor tijd en eeuwigheid wil schenken door de Middelaar des Verbonds.
De partijen zijn de die-enige God, eerste partij, en de gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, tweede partij.
Van groot belang voor een Schriftuurlijke verbondsbeschouwing is te weten wie de bondelingen zijn. De kring der bondelingen is breed. De gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, behoren ertoe. Niet alleen de uitverkorenen, maar ook de NIET uitverkorenen.
In één woord, allen die leven op de erve des verbonds en aan wie het teken en zegel des verbonds rechtens is toebediend.
Ds. Jongeleen beschrijft de goederen van het genadeverbond met de apostolische geloofsbelijdenis als: vergeving der zonde, wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.
“Aan deze goederen hebben deel AL DE BONDELINGEN, ook de NIET uitverkorenen. Wij menen het zo te moeten stellen. Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.
Prachtig, DIA. Dank dat je dit wilde posten.

Wat ik mooi vind, is dat je hier ook duidelijk het verschil ziet tussen het 'recht van toegang' (zie punt b) en het 'recht van bezit'. En vervolgens de klem die onder punt b wordt weergegeven.
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24665
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door refo »

Hier een brief van ds G Wisse uit die tijd, als ingezonden aan De Saambinder. De cusriveeringen zijn ds Kersten.

Hooggeachte Broeder Collega!

Waar U mij in „De Saambinder'' van 12 Juli j.l. betrekt in het geschil (? ) tusschen U en Doe. de Bruin, zij het mij vergund een paar zaken recht te zetten.

U verwijst naar mijn boekje over De Qeref. Geloofsleer, uitgegeven in 1911.

Daar is dan door mij o.a. geschreven dat „het genadeverbond is opgericht in den Raad des Vredes, van eeuwigheid . . . enz." — nu is dit, op zichzelf beschouwd, een uitdrukking, welke tot misverstand in dezen kan aanleiding geven. En om te voorkomen dat U mijn woorden verder zoudt gebruiken tegen Chr. Geref. mannen als Doe. de Bruin e.a., wilt U mij wel toestaan, hier duidelijk te zeggen : dat hetgeen daar in 1911 is geschreven bij de e.v. 4e uitgave van dit boekje verduidelijkt en gewijzigd zal worden.

Want inderdaad zooals het dáár staat is het niet zuiver genoeg om mijn gevoelen weer te geven. Mijn bedoeling is deze. En in elk geval dit is hetgeen wat ik na nog rijper studie voorsta ; n.l.:
Het genadeverbond vindt in den Raad des Vredes zijn eeuwigen grondslag. Maar het is zelve niet eeuwig in den zin n.l., zooals dit met den Raad des Vredes het geval is. Het genadeverbond is voor mij inden t ij d. Ik vat dit op precies zooals Doe. de Bruin dit doet."

Ds. Wisse is het met Doe. de Bruin eens ? Ook in zake de stelling dat Calvijn het genadeverbond los maakte van de uitverkiezing? Uit wat hier staat blijkt dat niet. Doe. de Bruin verdedigend het vraag-en lesboekje van Ds. Jongeleen, scheidde het genadeverbond van de uitverkiezing af. Niet uitverkoornen zijn ware bondelingen. Maar dit zegt Ds. Wisse hier niet, zoomin als ik. Ds. W. zegt alleen: ik vat d i t precies op als Doe. de Bruin, n.l. het genadeverbond is voor mij in den t ij d. Is Ds. W. nu geheel veranderd ? Komt er een geheel nieuwe omwerking van zijn Qeref. Geloofsleer ? Ik betwijfel het. Lees maar verder wat Ds. W. mij schrijft:

„Dus wel onderscheiden van den eeuwigen Vrederaad zelf; en dus niet in dien zin „van eeuwigheid."

Begrijpt gij het goed, lezer? Ik niet. Het lijkt orakel-taal. Het genadeverbond is niet in dien zin „van eeuwigheid." — In welken zin dan wel ? Wat bedoelt Ds. Wisse nu toch ? Met belangstelling zie ik zijn nadere uiteenzetting tegemoet.
Waar ik destijds schreef met Christus als het Hoofd; ook deze uitdrukking wordt in de 4e uitgave gewijzigd. Hetgeeftaanleiding, heb ik bemerkt, tot misverstand. Ik wil liever spreken van Christus, als van den Middelaar des Genadeverbonds. Met dat .Hoofd" bedoelde ik, dat Christus, nu Adam de gehoorzaamheid had geweigerd, dat Christus dezelve nu in zijne plaats den Vader heeft gebracht.

Dus is Christus niet het Hoofd van het genadeverbond ? Niet de Tweede Adam ? Erskine, Comrie, Boston, spreken wel van Christus als het Hoofd des Verbonds. Ook Olevianus leert dit, zeggende, ') dat God-Drieëenig dit verbond der aanneming opricht in den persoon des Mi d d elaar s, of in het Woord, dat vleesch geworden is. Beteekent dat iets anders dan dat Christus het Hoofd is? Ds. Wisse verklare zich maar duidelijk.

De hoofdzaak waarom het echter hier in dit uw geschilpunt gaat, is echter een andere. — Daarin meng ik mij hier (althans ditmaal) niet. Wel sta U mij toe, hier duidelijk uit te spreken, dat met alle hoogachting van uw persoon, ik ten deze het gevoelen van Doe. de Bruin en der Chr. Qeref. Kerk en van Olevianus en van heel die lijn van harte omhels. — En ik overtuigd ben, dat ik in deze als U anders denkt, niet aan uw zijde kan staan. — En dan de citaten uit Calvijn ? zult gij vragen. Ik laat dit voorshands over aan Doe. de Bruin.

Ik mag hier niet ingrijpen in eens anders werk. Maar wél wil ik U zeggen, dat het m.i. een tot hiertoe vrij wel vruchteloos debat is. Want het is maar de vraag wat men onder Verbond en deszelfs bediening verstaat. Ja, zooals zelfs Brakel het onderscheidt: er is tweeërlei betrekking tot het ééne Verbond. —

Of zooals Brakel het zegt:

De onbekeerden zegt hij, zijn „in", en niet „van" de kerk .... zij zijn in de kerk door een uitwendige inlating in het Verbond der genade enz.

Maar dat is wat anders dan Ds. J. leert. Het Verbond is volgens Brakel met de uitverkoornen, zaligmakend; de niet uitverkoornen hebben maar een uitwendige inlating in het verbond. Ds. J. leert dat niet. En daartegen protesteer ik. Waar spreekt Ds. Jongeleens vraagboekje hiervan ? Hij kent die onderscheiding niet. Al Abrahams natuurlijk zaad is in het verbond, enz. Zoo wordt de zaak verdraaid. Ook is wat wonderlijk, wat Ds. W. nu schrijft:

En nu geloof ik, dat de broederen elkaar goed moeten verstaan. Want als u, om maar iets te noemen dan spreekt van het onlosmakelijk verband tusschen uitverkiezing en genadeverbond ; en daarbij nota bene aan de Chr. Qeref. kerk voorhoudt, om Ds. Wisse hierop na te lezen ; eerlijk dan moet het mij van het hart, dit is overbodig. Dat gelooft niet alleen Ds. Wisse, als een der z. g. n. uitzonderingen dan in de Chr. Geref. kerk. Maar dat gelooven wij allen in onze kerk, zonder onderscheid. En dat u telkens naar die zijde het debat verlegt, is, hoe goed bedoeld ook, niet verhelderend, veeleer sticht het bij uw lezers een verkeerde opvatting over onze kerk. En als u uw lezers dan mijn boekje voorhoudt, dan moet u hen ook voorhouden, wat in datzelfde boekje op diezelfde bladzijde 54 staat. Daar zeg ik als volgt o.m.: het verbond spreekt de schoone gedachte uit, dat die verkiezing zich toch verwezenlijkt in een organischen weg... n.l. „Abraham en zijn z a a d."

Reeds heb ik geschreven, dat ik er van overtuigd ben, dat vele predikanten en ik voeg er bij, ouderl. en leden met Ds. J. niet eens zijn. Ik haalde een voorbeeld aan uit de Chr. Geref. Scheurkalender van 1912. Ds. W. behoeft niet te vreezen, dat ik hem een uitzonderingspositie toeschrijf in de Chr. Geref. Kerk. Maar liep het geding niet daarover, of het genadeverbond is opgericht met de uitverkoornen of met al het n a t u u r I ij k zaad van Abraham? Ik kan niet anders zien, dan met de uitverkoornen. Dat bestreed Doe. de Bruin met een citaat uit Calvijn. En daartegen heb ik gepoogd uit Calvijn aan te toonen, dat deze reformator wel degelijk het genadeverbond leert als opgericht met de uitverkoornen. Is de Chr. Geref. Kerk het in haar geheel daarmede eens, dan is het vraagboekje van Ds. J. mede door hem zelf veroordeeld ; en is de strijd beslecht!

En wat de tweede opmerking van Ds. W. hier betreft dat ik biz. 54 van zijn Qeref. Gel. aanhalen moet. Ds. W. is het wel met mij eens, dat het over wat daar geschreven is niet gaat. Hij zegge dan maar eerst eens, dat de verkiezing verwezenlijkt wordt in een organischen weg . . . n.l. Abraham en zijn natu ur-1 ij k zaad! Maar dat staat er niet. Och Ds. W. laat ons er niet alles bij halen; dat vertroebelt den strijd.


Ja nog meer. Laten uw lezers nu ook weten, dat ik op diezelfde blz. 54 schrijf: „Van ons wordt nu in dit genadeverbond geëischt geloof en bekeering".

Goed begrepen ? Ik zeg hetzelfde als Doe. de Bruin c.s. en als vele godzalige „oudvaderen". Het zou onjuist zijn als uw lezers den indruk kregen, dat in onze kerk hier een pelagiaansche trek zou ingeslopen zijn. Uw lezers mogen het dan weten dat Ds. Wisse ook den eisch van geloof en bekeering leert, en dat laat ik bij den 4en druk staan. Maar zooals Doe. de Bruin c.s. Hellenbroek, en alle reformatoren dit leerden n.l. dat wat God hier eischt, tegelijk een belofte en genadegeschenk is. Maar eisch blijft het. Die heeriijke Souvereine, Drieëenige Verbonds-Jehovah heeft er rechtop, Br. Kersten. En dat gelooft gij als ge doorredeneert ook. Dat geloof ik van u.

Daarvoor behoef ik niet door te redeneeren. Aan Gods recht en des menschen dure verantwoordelijkheid heb ik niets te kort gedaan. Bewijs het: wanneer en waar! Neen, daarvoor hoef ik niet door te redeneeren. Maar zooals Ds. J. de zaak stelt is er een pelagiaansche trek in. Zie mijn bespreking over het vraagboekje van Ds. J.

Zegt Ds. W. hetzelfde als doe. de Bruin ? Ook hetzelfde als Ds. Jongeleen in diens vraag-en les-boek ? Wijselijk zwijgt Ds. W. daarover. Hij gaat voort:


Nu kunt ge wel zeggen, ja wel Ds. W. maar later spreekt gij toch ook ook weer er van dat de uitverkoornen voorwerpelijk recht hebben op de zegelen etc. Dat is zoo; maar ik herhaal: al deze dingen worden in den 4en druk straks verduidelijkt. Tot voorkoming dus van misverstand zij nog eens duidelijk gezegd: ik ben het goed eens met hetgeen Doe. de Bruin heeft geschreven. Tegelijk handhaaf ik, gelijk alle Christelijk Gereformeerde predikanten (en
ik vertrouw ook van u en uw collega's) dat wat het deel hebben, onderwerpelijk bevindelijk, aangaat aan het bezit van die dierbare genadegoederen, dat dit alleen is voor de uitverkorenen. Maar daar hebt ge het weder. Wat bedoelt men maar! In 't Latijn gezegd (de godgeleerde term er voor): zijt ge in foedere of de foedere? Dat is: Bondeling in voorwerpelijken of in onderwerpelijken z i n. Het laatste is hetgeen alleen den uitverkorenen geldt, het eerste wat geldt al het zaad der geloovigen. Werkt men die onderscheiding maar eens goed uit, dan vermoed ik, en dit geve de Heere, dat de broederen niet langer elkaar behoeven te verdenken.

Och dat Ds. Jongeleen eens recht onderscheidde! Dan zou hij gewis dit vraag-en lesboekje zelf verbranden. En nu het slot van Ds. W.

Nog één woord: U zegt in de Saambinder, laat al Gods volk spreken; of n.l. bij de verbondssluiting behoort het: „onder beding van geloof en gehoorzaamhei d". Zij zouden dan neen zeggen volgens U. Maar laten we bij dogmatische vraagstukken toch vragen naar het objectiefste wat er is: Gods Woord. Anders wordt het zoo gemakkelijk een uitsluiten van elkaar; en is tevens de éenig geldende regel voor geloof en leven zoek. En dan heb ik nooit anders kunnen vinden dan: „onder-beding van geloof en bekeerin g." Maar zóó, dat God zelf dat beding komt te verwezenlijken. Dat is 't onderscheid met het Pelagianisme. En zóó, dit weet ik, leeren wij allen, Chr. Geref. predikanten, het.

Zoo kan men met Brakel zeggen: God stelt geen enkel beding, en zoo kunnen vele andere godzalige oude schrijvers zeggen, onder beding enz. Beiden hebben gelijk. Het ligt er maar aan wat men bedoelt. Onze vaderen hebben elkaar daarover niet verketterd.

Ik eindig. Veel meer had ik nog in de pen. Maar het is mij o zoo zwaar om die pen op te nemen in broedergeschil. Ik houd niets van krantengeschrijf tegen, of zelfs maar over elkaar. Zoo licht lacht onze gemeenschappelijke vijand er om.

Ik eindig dus. Werd ik er door uw antwoord naar m i. toe genoodzaakt dan ga ik verder. Maar dan zijn we met deze artikeltjes nog niet klaar. De zaken liggen dieper.

Inmiddels met christelijke groetenis,

Hoogachtend,

Uw d.w. Br. in Chr.

G. WISSE.

Utrecht, 18 Juli 1928.
Plaats reactie