Vraag en Antwoord

[RefoCalvinist]

En wat moet ik dan onder de zekerheid die op het geloof volgt verstaan?

De zekerheid dat je behouden bent.

Gisteren las ik overigens over Ds. W.F. Laman dat hij in zijn tienerjaren dat hij de liefde van de Heere te ervaren kreeg en dat zijn hart ook met wederliefde vervuld werd tot God en de naasten. Maar dat hij, toen hij begin 20 was, mocht zien dat er een Christus is voor zondaren.

Ik zeg het nu even in mijn eigen woorden, omdat ik het boek nu niet bijdehand heb, maar zal Ds. Paauwe dit met het onderscheid in zekerheid bedoelen?

Nee, dat zie je toch in het citaat?

Het verhaalde over Ds. Laman maakt dit onderscheid juist wel inzichtelijk. Althans zoals jij het nu stelt.
Er is eerst geloof en zekerheid dat er verlossing is en later mag je ook weten dat de verlossing voor jou, heel persoonlijk is.
Mag je dit eigenlijk wel zo stellen? Dat onderscheid in zekerheid? En mag je de eerste categorie dan wel voor behouden zien?

[Posthoorn]

Het verhaalde over Ds. Laman maakt dit onderscheid juist wel inzichtelijk. Althans zoals jij het nu stelt.
Er is eerst geloof en zekerheid dat er verlossing is en later mag je ook weten dat de verlossing voor jou, heel persoonlijk is.
Mag je dit eigenlijk wel zo stellen? Dat onderscheid in zekerheid? En mag je de eerste categorie dan wel voor behouden zien?

Wat ds. Laman zegt, is iets heel anders dan wat ds. Paauwe zegt.
Het geloof weet dat de verlossing voor jou, heel persoonlijk is. Maar er kan twijfel zijn over het waarachtig aannemen van deze verlossing van jouw kant.

[PvS]

Kan iemand hoop hebben en de zekerheid missen?

Volgens ds. Paauwe wel.

Dit leert ds. Paauwe niet.

Het gaat er maar om welke zekerheid je bedoelt.

De hoop welke ik bedoel is die welke aangeduid wordt als: "De hoop der zaligheid", in 1 Petrus 1 vs. 3; Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden;

Kantt.: Dat is, een hoop des eeuwigen levens, of een levendmakende hoop, een hoop die in ons wakker en vast is, en alle zwarigheden overwint; onder welke ook het geloof, waaruit deze hoop ontstaat, wordt begrepen.

[RefoCalvinist]

Het verhaalde over Ds. Laman maakt dit onderscheid juist wel inzichtelijk. Althans zoals jij het nu stelt.
Er is eerst geloof en zekerheid dat er verlossing is en later mag je ook weten dat de verlossing voor jou, heel persoonlijk is.
Mag je dit eigenlijk wel zo stellen? Dat onderscheid in zekerheid? En mag je de eerste categorie dan wel voor behouden zien?

Wat ds. Laman zegt, is iets heel anders dan wat ds. Paauwe zegt.
Het geloof weet dat de verlossing voor jou, heel persoonlijk is. Maar er kan twijfel zijn over het waarachtig aannemen van deze verlossing van jouw kant.

Het waren mijn eigen woorden over Ds. Laman, vanuit een korte levensbeschrijving door Ds. Tanis. Dat even ter verduidelijking.

Maar oké wat jij nu zegt haal ik niet uit het betreffende citaat, maar wellicht moet je dan meer kennis hebben van Ds. Paauwe. Zo duidelijk vond ik het niet.

[PvS]

Volgens mij hebben Posthoorn en ik het over onderscheiden zaken?!

Hebreeén 6 vs. 11: Maar wij begeren dat een iegelijk van u dezelfde naarstigheid bewijze tot de volle verzekerdheid der hoop, tot het einde toe...

[Luther]

over de volgende tekst: http://statenvertaling.nl/tekst.php?bb= ... d=1#vers25

In onze tekst is er sprake van dat de deur gesloten zal worden. In dit Bijbelgedeelte wordt het Evangelie vergeleken met een bruiloftsfeest, dat God heeft bereid. De poort staat wijd open en de dienaren worden tot eenieder gezonden met de boodschap: 'Alle dingen zijn gereed.' Maar de tijd is nabij dat de heer van het huis zal opstaan en de deur zal sluiten. Dan zal er niemand meer tot de bruiloft ingaan. Zo was het ook bij de zondvloed. De deur van de ark stond 120 jaar lang wijd open en nodigde zondaren uit in de ark beschutting te zoeken tegen de toekomende toorn. Maar toen de bestemde tijd gekomen was, sloot God Noach in de ark en deed Hij de deur toe.
Zo is het ook met de schaapskooi waarvan Christus de Deur is. Als de gehele kudde zal zijn ingezameld, dan zal de overste Herder verschijnen en de deur sluiten.
Sommigen zeggen: Ik vrees dat de deur voor mij al gesloten is. Ik antwoord: 'Nee, pas als de Heere des huizes zal zijn opgestaan, zal de deur gesloten worden. Christus zit nu nog aan de rechterhand van God. De deur staat nog steeds wijd open. Pas als Christus opstaat, zal de deur van het Koninkrijk worden gesloten.'
'Gij dan zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen!'

Hoe moeten wij het bovenstaande dan lezen in het licht van Hebreeën 6:4?

Mag ik hier nog even op terug komen?
Het gaat in Hebr. 6 over de zonde tegen de Heilige Geest. In de opsomming van de hemelse gaven wordt er echter één gemist, en dat is de kennis van Christus. Die is doorslaggevend!

[PvS]

over de volgende tekst: http://statenvertaling.nl/tekst.php?bb= ... d=1#vers25

In onze tekst is er sprake van dat de deur gesloten zal worden. In dit Bijbelgedeelte wordt het Evangelie vergeleken met een bruiloftsfeest, dat God heeft bereid. De poort staat wijd open en de dienaren worden tot eenieder gezonden met de boodschap: 'Alle dingen zijn gereed.' Maar de tijd is nabij dat de heer van het huis zal opstaan en de deur zal sluiten. Dan zal er niemand meer tot de bruiloft ingaan. Zo was het ook bij de zondvloed. De deur van de ark stond 120 jaar lang wijd open en nodigde zondaren uit in de ark beschutting te zoeken tegen de toekomende toorn. Maar toen de bestemde tijd gekomen was, sloot God Noach in de ark en deed Hij de deur toe.
Zo is het ook met de schaapskooi waarvan Christus de Deur is. Als de gehele kudde zal zijn ingezameld, dan zal de overste Herder verschijnen en de deur sluiten.
Sommigen zeggen: Ik vrees dat de deur voor mij al gesloten is. Ik antwoord: 'Nee, pas als de Heere des huizes zal zijn opgestaan, zal de deur gesloten worden. Christus zit nu nog aan de rechterhand van God. De deur staat nog steeds wijd open. Pas als Christus opstaat, zal de deur van het Koninkrijk worden gesloten.'
'Gij dan zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen!'

Hoe moeten wij het bovenstaande dan lezen in het licht van Hebreeën 6:4?

Mag ik hier nog even op terug komen?
Het gaat in Hebr. 6 over de zonde tegen de Heilige Geest. In de opsomming van de hemelse gaven wordt er echter één gemist, en dat is de kennis van Christus. Die is doorslaggevend!

?

[PvS]

.

[Luther]

Het gaat in Hebr. 6 over de zonde tegen de Heilige Geest. In de opsomming van de hemelse gaven wordt er echter één gemist, en dat is de kennis van Christus. Die is doorslaggevend!

?

Wat wil je vragen?

[PvS]

Het gaat in Hebr. 6 over de zonde tegen de Heilige Geest. In de opsomming van de hemelse gaven wordt er echter één gemist, en dat is de kennis van Christus. Die is doorslaggevend!

Wat wil je vragen?

Ik begrijp je aanvulling niet.

[PvS]

Onlangs las ik van iemand die smeekte om verzoening, waarop de Heere Zichzelf als nooit tevoren openbaarde in al Zijn beminnelijkheid. Echter moest diegene bekennen dat de verzekering van de liefde van de Heere gemist werd...

[Luther]

Het gaat in Hebr. 6 over de zonde tegen de Heilige Geest. In de opsomming van de hemelse gaven wordt er echter één gemist, en dat is de kennis van Christus. Die is doorslaggevend!

Wat wil je vragen?

Ik begrijp je aanvulling niet.

Dit draadje begon met Hebreeën 6: 4-6 en inmiddels is er een discussie ontstaan die wat mij betreft niet meer te volgen is.
Daarom wilde ik weer terug naar het genoemde tekstgedeelte. Daarin wordt beschreven hoe iemand de zonde tegen de Heilige Geest kan doen.
Er zijn nogal wat mensen angstig geworden door deze tekst, ziende op wie ze in zichzelf zijn. Er wordt ook heel wat opgesomd! Toch ontbreekt er bij deze mensen uit Hebr 6 iets, namelijk de kennis van Christus. M.a.w.: Zij die Christus zaligmakend mogen kennen, kunnen de zonde tegen de Heilige Geest niet begaan.

[PvS]

Het gaat in Hebr. 6 over de zonde tegen de Heilige Geest. In de opsomming van de hemelse gaven wordt er echter één gemist, en dat is de kennis van Christus. Die is doorslaggevend!

Wat wil je vragen?

Ik begrijp je aanvulling niet.

Dit draadje begon met Hebreeën 6: 4-6 en inmiddels is er een discussie ontstaan die wat mij betreft niet meer te volgen is.
Daarom wilde ik weer terug naar het genoemde tekstgedeelte. Daarin wordt beschreven hoe iemand de zonde tegen de Heilige Geest kan doen.
Er zijn nogal wat mensen angstig geworden door deze tekst, ziende op wie ze in zichzelf zijn. Er wordt ook heel wat opgesomd! Toch ontbreekt er bij deze mensen uit Hebr 6 iets, namelijk de kennis van Christus. M.a.w.: Zij die Christus zaligmakend mogen kennen, kunnen de zonde tegen de Heilige Geest niet begaan.

Ok. Helder!

En wat denk je van mijn eerdere opmerking?

Onlangs las ik van iemand die smeekte om verzoening, waarop de Heere Zichzelf als nooit tevoren openbaarde in al Zijn beminnelijkheid. Echter moest diegene bekennen dat de verzekering van de liefde van de Heere gemist werd...

[ejvl]

Onlangs las ik van iemand die smeekte om verzoening, waarop de Heere Zichzelf als nooit tevoren openbaarde in al Zijn beminnelijkheid. Echter moest diegene bekennen dat de verzekering van de liefde van de Heere gemist werd...

Wat is de verzekering? Een tekst? Overgave? Vertrouwen?

[Luther]

Onlangs las ik van iemand die smeekte om verzoening, waarop de Heere Zichzelf als nooit tevoren openbaarde in al Zijn beminnelijkheid. Echter moest diegene bekennen dat de verzekering van de liefde van de Heere gemist werd...

[/quote]
Die begrijp ik niet....