Dat geloof ik ook. Maar dat zit m niet in het fysieke zitten in het kerkgebouw of aan de avondmaalstafel (zonder daarmee trouwens te ontkennen dat het fysieke sacrament een bijzondere betekenis heeft), maar in de gesteldheid van het hart. Het zitten in de kerk (of aan het avondmaal) van een onbekeerde is 100% onheilig, het dankend en biddend fietsen van een kind van God is 100% heilig (alhoewel vanuit de mens gezien onvolmaakt en met zonden bevlekt, is het geheiligd in Christus bloed)Maar daar ging het voorbeeld van het fietsen helemaal niet over. Dat ging over de vraag of in de kerk zitten meer heilig is dan fietsen. Dat geloof ik absoluut.
De reden dat ik zo sterk de nadruk op het "gewone" leg, is omdat ik in onze kringen regelmatig mensen tegenkom (kinderen Gods) die zichzelf aanklagen, want ze zouden meer goede boeken willen lezen, alle weekdiensten meepakken, etc. Als je doorvraagt komt dat voort uit het idee dat hoe meer je met zulk soort dingen bezig bent, des te heiliger je leeft. Hoe goed die dingen ook zijn (en laten we ze zeker niet nalaten!), het besef dat de gewone dingen ook heilig zijn, wanneer ze geschieden uit een gerichtheid op God, ja misschien nog wel meer dan met een oververmoeide kop bijna induttend in de kerk zittend, kan zeer bevrijdend zijn.
En omgedraaid kom je ook velen tegen, die alhoewel zij onbekeerd zijn, menen met hun trouwe kerkgang etc toch niet ongeestelijk bezig te zijn. Vergeten wordt dan, dan alles wat uit het geloof niet is, zonde is. De kritische vraag, is mijn kerkgang en mijn dagelijkse leven wel gericht op God en Zijn eer? Of draait alles nog om mijzelf en deze wereld, ook al geschied dat in een (schijn)vrome gestalte? Men beseft niet ten volle, dat God niet alleen bekering van ons eist, maar ook een heilig leven. Men loopt er niet mee vast, dat al ons doen en laten buiten het geloof in Christus een afschuw is in Gods ogen, iets waarvan Hij walgt. Waarvan God zegt: Jullie dienen Mij wel met jullie lippen, maar jullie hart houdt zich verre van Mij.
Let dus wel: Ik stel niet dat het één zonder het ander kan. Een christen (en daarmee bedoel ik: een waar christen, iemand die werkelijk gelooft) die meent dat hij kan zonder kerkgaan, avondmaalsgang, bidden, Bijbellezen of goede boeken lezen, mag het nog eens goed nakijken (eufemistisch uitgedrukt). Door de zonde wordt onze blik steeds weer opnieuw gevangen door deze wereld en haar begeerlijkheden. Genoemde middelen hebben wij, zondige mensen (alhoewel gereinigd in Christus bloed), steeds weer nodig om onze blik naar boven getrokken te doen worden. Maar tegelijkertijd zijn het slechts middelen, die als doel hebben onze levensrichting (steeds weer) te veranderen. Het is geen doel opzich. Niet het zijn onder de middelen is heilig, maar hetgeen de middelen door Gods genade uitwerken in het hart, en in de levensrichting, is het doel. Opdat onze wandel ten alle tijden in de hemel zou zijn.
Kortom, het gewone leven kan en mag niet losgekoppeld worden van genoemde zaken als kerkgaan, bidden, Bijbellezen, etc. Beiden zijn nodig, en beiden zijn slechts "heilig" en "geestelijk", als zij gericht zijn op God, anders zijn beiden voluit onheilig en ongeestelijk.