in de eerste alinea kan ik mij goed vinden.memento schreef:Moeten we ons Bijbels ideaalbeeld opgeven, omdat wij met onze afwijkingen er niet aan voldoen in de praktijk? Ik hou liever de zondige werkelijkheid Gods ideaalbeeld voor, om zich daarnaar te schikken. Juist als we, heel gereformeerd, belijden dat we bekering nodig hebben, eens en steeds weer, zou dat hoge prioriteit moeten hebben. Want daarmee belijden we dat we, ook na ontvangen genade, steeds afwijken van Gods goede plan, en dat we steeds weer nodig hebben daartoe terug gebracht te worden. Omdat alleen het leven volgens Zijn "ideaalbeeld" echte zegen geeft.Erasmiaan schreef:Ik heb steeds meer het idee dat je in een ideaaltypische waanwereld leeft. Je kunt de theorie prachtig vertellen, iedereen aanwijzen als zijnde verkeerd en zondig en zelf voldoe je - al zul je dat natuurlijk niet zeggen - wel aan je ideaaltype. Maar ik kan je vertellen dat de werkelijkheid een stukje anders is. Ook ouders waar de godzaligheid van afstraalt, hebben kinderen die helemaal losslaan. Echt memento, kom uit je ivoren toren.memento schreef:aangezien er maar weinig sprake is van een waar geloof onder refo-ouders, verwacht ik van refo-kinderen ook niet veel. Ze doen niets meer dan uitleven wat er ook in het hart van hun ouders (onder een hele laag reformatorische vroomheid verstopt) leeft: vijandschap tegen God. De grote opmars van de secularisatie in onze gezindte is niet te wijten aan de kinderen, maar daarin komt slechts openbaar dat hun ouders hen nooit godzalig hebben opgevoed.
Je kan mij ivoren-toren-taal verwijten, maar deze taal kom je ook bij de oudvaders tegen. Een voorbeeld van hoe dit bij hen leefde vindt je bv in het voorwoord van de Godvruchtige avondmaalganger van Petrus Immens, of in de Redelijke Godsdienst van Brakel. Om maar te zwijgen over Calvijn (die graag in de imperativus spreekt) en Luther. En de Puriteinen. Lees eens hoe zegenrijk de huisgodsdienst geweest in bij de Nadere Reformatoren en de Puriteinen, en de gezinnen die nu nog zo leven. En durf het dan nog eens een onrealistisch ideaalbeeld te noemen! De fout ligt in ongeloof en onwil, niet in het onrealistisch zijn van het ideaalbeeld!
.
de tweede alinea: het is zaak om aan hen in deze tijd een voorbeeld te nemen. in dezen is het juist, hen ten voorbeeld te stellen. we moeten echter niet de fout begaan om hún leefwijze één op één over te zetten naar ónze tijd, juist omdat die zo onnomelijk veel verschilt van hún tijd. de essentie van de leef- en denkwijze te integreren in óns leven is juist, niet het totaal van essentie en dagelijkse praktijk. daarvoor is er een té groot verschil in tijden.