Erasmiaan schreef:Het persoonlijk toepassen is een krachtdadig, onwederstandelijk, bovennatuurlijk Godswerk, zonder ons in ons. Het geloof is slechts het middel. Ik praat liever over de Middelaar dan over het middel. Er wordt iemand levend gemaakt. Denk je dat deze daad slechts een conclusie is?
God bekeert mensen, niet een predikant!!! Een predikant kan het alleen maar aanwijzen.
De predikant heeft niets aan te wijzen. Hij mag zich verheugen als er plantjes uitspruiten, maar nooit uittrekken om te kijken of het wortels heeft, of de ondergrond toebereide aarde is, of het plantje geen kaf is. Dat komt de mens niet toe. De predikant is dienaar van het Woord, meer niet. Maar tegelijk een zeer schoon ambt. Wat is er mooier dan te prediken Jezus Christus, en dien gekruisigt?
De predikant is een verkondiger van het Evangelie, niet de aanwijzer van de oogst!
De predikant heeft te zaaien, te besproeien, te bemesten, maar het is God die de wasdom geeft. Hij is de Heere des Oogstes (de derde keer dat ik deze opmerking van Augustinus moet citeren).
De wedergeboorte vindt onmiddelijk plaats, enkel en alleen onder het middel van de prediking.
Dat is wat de belijdenis geschriften ook stellen.
Koppel je de wedergeboorte los van de verkondiging van het Evangelie als het zaad der wedergeboorte, dan ben je gereformeerd af en dopers.
3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.
3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.
Uit de DL. Let op het woordje 'ook'.