Veelal wordt verbloemd, wat men werkelijk denkt. Wanneer iemand getuigt van zijn geloof en het een en ander vertelt over hoe zijn of haar bekering tot stand is gekomen, is men in orthodoxe kring, vooral daar waar men de bekering heeft gesystematiseerd en waar dus op allerlei noodzakelijk gekende stukken wordt gecontroleerd, gereageerd met stilzwijgen op zo'n onthulling.Oorspronkelijk gepost door AfgewezenMet alle respect, maar dit kan toch geen grond zijn om aan het Avondmaal te gaan?UIteindelijk haalde de dominee tijdens de Avondmaalszondag deze woorden 4x aan, waardoor ik wist dat ik gaan mocht.
Natuurlijk betekent dat: d'r klopt geen hout van. Dit mis ik, dat mis ik. Hier gaat hij / zij te snel, daar gaat 't te gemakkelijk. Dit kennen we niet, dat is eigenwillig, zus is te licht, zo is te snel. enz.
Maar, nogmaals: vaak doet men er het zwijgen toe. Men weet wel beter en laat de ander maar in de schijngelovige waan.
Men denkt echter meer, dan men zegt. Aan alles voelt zo'n openhartig iemand, dat het fout zit. Hij / zij krijgt geen respons, geen bevestiging of ontkenning..nee, ze staan alleen met hun ervaringen, die waarschijnlijk gewogen zijn, maar te licht bevonden.
Dat is heel erg. iemand kan zijn eigen geloofservaringen namelijk niet teniet doen. Wanneer het een echt oprechte uiting was, van hetgeen hij / zij heeft meegemaakt, dan mag daar niet anders dan met respect op gereageerd worden. En als er dan, dankzij de gave van het onderscheid, enige scheefgroei, enig misverstand, of zelfs zelfbedrog geconstateerd wordt, moet men daarover spreken. De ander, die van zijn geloof heeft vertelt mag men nooit negeren.
Wat dat betreft zou je kunnen zeggen, dat de reactie van Afgewezen een opluchting is. Recht voor z'n raap, maar bikkelhard en met weinig argumenten of gronden worden de gronden voor het geloof van iemand, die iets heeft vertelt, met de vloer gelijk gemaakt.
Afgewezen treedt direct in de hartsgeheimenissen van een ander en verklaart ze vals. Het komt natuurlijk voort uit de foutieve gedachte, dat God en Zijn werk in een mens gesystematiseerd (dat wil zeggen: door het menselijk denken gevangen) kan worden. Wie ijzersterke, maar zelf bedachte criteria aanlegt, is in staat om aan de hand van die criteria inderdaad rücksichtslos af te rekenen met uitingen, die aan die criteria niet voldoen. Dat lijkt dan ook nog logisch en waterdicht. Het is echter, uit onbegrip voor het feit, dat onze criteria voor het Koninkrijk, het werk en het plan van God nooit waterdicht kunnen zijn, tot een niemand-ontziende gedachten- geloofs- en gewetenspolitie geworden. Een enkel spoortje van buiten het zelf aangeharkte erf stappen is reeds genoeg om iemand voor eens en voor altijd als buitenbeentje of schijngelovige te mijden.
De systeem-wens is zo groot, dat zelfs de ultieme zonde, het ontkennen van het werk van de Heilige Geest, voor lief wordt genomen. Want met al die oordelen, oordeelt men ten diepste over juistheid van de rijkheid en vrijheid van de Geest van God. Het heeft hem behaagt om op Zijn tijd en wijze te werken. Wie zijn wij dan om daar zo vastberaden strepen door te zetten en mensen verkeerde gronden te verwijten.
Nogmaals, Afgwezen is zeer duidelijk geweest. Hij heeft niet gekozen voor het negeren. Maar hierdoor wordt ook wel de armoede, de boosaardigheid en de liefdeloosheid duidelijk, waarmee men anderen benadert, wanneer men een geloofssysteem omarmt, waarvan de kenmerken dit gedrag blijkbaar legitimeren.
Duidelijker kon het niet.
Maar, belangrijker, wat mij betreft...: zo kan het niet langer. Iedereen worstelt met zijn eigen ervaringen en vraagt zich af wat en hoe God tot hem / haar spreekt. Wie geen antwoorden krijgt of wantrouwige reacties, haakt af. De gemeent heeft een veranbtwoordelijkheid voor de kleingelovigen, zwakgelovigen, eenvoudig-gelovigen, twijfelende gelovigen, aangevochten gelovigen, dreigende ongelovigen enz.
Laat er in de orthodoxie onmiddellijk een einde komen aan het patroon van de gemakkelijke veroordeling, die bij de veroordelaar zo'n beetje een standaard opmerking is, die men, vanwege het gemak waarmee men hem bezigt, al te gemakkelijk vergeet, maar die door de veroordeelde soms een heel leven lang een belemmering vormt en pijnlijke wonden veroorzaakt. Bedenk: voor velen is het geloof (ja, op die individuele manier, waarop iemand dat ervaart) het kostbaarste bezit, dat moet kunnen troosten, redden en hopen in moeiljike tijden!
Blijf daar van af en ga bij jezelf te rade, wat er met je aan de hand is, wanneer je de behoefte voelt om het geloof van een ander in een handomdraai af te wijzen.
gravo