Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Gravo, ik vind dat je toch wel een griezelig verbondsmatige kant op gaat.
Wat mijzelf betreft, ben ik steeds op zoek naar een evenwicht tussen rechtdoen aan het verbond, waarvan de doop een teken en zegel is, en anderzijds naar een rechtdoen aan de noodzakelijkheid van bekering en wedergeboorte. Dat deze laatste zaken bijna als een vanzelfsheid uit ons gedoopt-zijn vloeien, geloof ik niet.
Prof. Wisse schrijft ergens: "Daarom moeten we om te beginnen nu toch niet met Abraham aanvangen. Abraham moet in het licht van Adam worden bezien. Dat wil zeggen: we dienen eerst met onze diepe val en bondsbreuk in Adam recht in kennis [te] zijn gesteld, zullen we iets verstaan van hetgeen God aan Abraham en zijn zaad beloofde."
Dit zijn de 'diepere' tonen die ik nogal eens mis.
[Aangepast op 6/6/05 door Afgewezen]
Je noemt het griezelig verbondsmatig. Dat lijkt me een innerlijke tegenstrijdigheid.
Of je moet bedoelen, dat God in het verbond, dat Hij met de mens maakt wel heel griezelig nabij komt. Dat is voor mensen, die zonder Hem leefden of die geen enkele toekomst meer zagen, wellicht een griezelige gedachte, omdat zij de komst van God hadden verwacht als een toornige komst, die het definitieve einde inluidde.
Daar kan ik me overigens alles bij voorstellen. Ik ben van mening, dat de wanhoop, die de wereld af en toe uitstraalt (collectief en individueel) een symptoom is van de gruwelijke leegte, die er over blijft, wanneer geen enkele instantie in het heelal zich meer laat horen. Talloze grote denkers zijn bijna waanzinnig geworden bij de gedachte van het stille, allesverslindende niets, dat met het moderne ongeloof gegeven is. Ik ben zelfs van mening, dat hier geen enkele religieuze nood, geen enkele diepe toon van ellende-kennis tegenop kan.
Kijk, ik bedoel dit. Zijn we niet langzamerhand gewend aan het feit, dat onze families zo lang onder het Woord hebben geleefd. Zijn we niet langzamerhand gewend aan het gedoopt zijn?
Wie het alternatief tot zich door laat dringen, het alternatief van de wereld met haar wraak en wreedheid, met haar prostitutie, geldzucht, drankzucht, roes, geweld en geestelijke dood. Wie tot zich door laat dringen, wat families in deze wereld is overkomen, die geen leefregel hadden, die geen gebed kenden en die zich in overdadige rijkdom of in vreselijke criminaliteit te buiten zijn gegaan....die moet toch daarentegen tot zijn grote verwondering zien hoe God zich met Zijn Woord bij ons een woonplaats heeft gemaakt.
Christelijke gezinnen, die hun kinderen vertellen van de grote daden van God zijn een echte en heel bijzondere uitzondering! En een teken daarvan is de doop. Die betekent en verzegeld Gods wil om in de generaties verder te werken en ze niet over te hebben voor die wanhoop en die dood.
Bekijk het ook eens van die kant. Wellicht is de doop te veel van zijn waarde ontdaan, omdat we het maar zo'n gewone handeling vinden, zo eenvoudig en zo weinig concreet, zo weinigzeggend. De éne zonde is het om de doop uit bijgelovigheid te gebruiken (als een soort magie, die de werkelijkheid naar zijn hand kan zetten). Maar de andere zonde is om de doop uit gewoonte te bedienen. Dat is denk ik het gevaar van onze tijd. We zien er de echte en besliste bedoeling van God niet meer in.
Die zonde sluit de ogen voor de markante en unieke boodschap, die God in dit teken en zegel wil geven:
Ik wil ook dit kind!
Ik laat niet varen, wat Mijn hand begon!
Ik denk, dat als het aantal gedoopten terug gaat lopen in ons land, de diepe betekenis weer wordt verstaan. Maar ook het diepe verschil met ouders, gezinnen, die hun kinderen niet meer voor Gods aangezicht brengen en niet meer als aangenomen kinderen van God door de wereld willen laten gaan.
Theologisch heb ik de waarde van de doop willen onderstrepen door het beeld van de bevruchting en de verwachting.
Het argument, dat ik nu, ondersteunend, toevoeg is er een van de christelijke praktijk en het christelijke getuigenis in het leven.
Ik zeg niet, dat gedoopte kinderen niet kunnen afvallen of in de fout kunnen gaan. Maar ik zeg wel, dat een maatschappij, die getekend wordt door moord en doodslag geen maatschappij is van gedoopte kinderen. Die zegen heeft ook met het verbond van God te maken, dat Hij bevestigt van kind tot kind.
De diepe tonen zijn er wat mij betreft. Maar de diepste tonen (van de godloosheid en de godverlatenheid) vinden we in de wereld van-God-los. Daarbij vergeleken zijn onze tranen om de zonde en de schuld altijd getemperd (en vrij van die wanhopige wereldse paniek) door de band, die God oprecht met ons heeft gesloten, toen Hij Zijn Naam aan de onze verbond in de heilige Doop.
gravo