Sluit dit precies hier op aan, wat ik zojuist las van een gereformeerd predikant?Oorspronkelijk gepost door mementoHet grote verschil tussen die 2 is dat je bij de ene bidt en hoopt op verhoring, en dat je bij de ander een gelovige bent...Stel dat ds. Mallan het volgende zou zeggen:
Geliefden, och Jezus zegt: Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.
Dat u toch vluchten zou naar Jezus en U legt uw vinger bij dit Woord en roept het uit: lieve Heere, maak toch schoon schip, reinig mij geheel en vernieuw het binnenste in mij!
Dan zouden we een gat in de lucht springen. Maar als ik het met andere woorden aanhaal, maar dan gezegd door Henk Binnendijk, met termen die hetzelfde betekenen, maar op voorhand verdacht zijn, is het ineens verstandelijk.
Lees het mensen! Het verschil tussen evangelisch en gereformeerd aan het licht gesteld.
Zo nog wel op veel meer punten.
Het hoofdbeginsel van het christelijke geloof is dat de Schrift als het onfeilbare Woord van God de regel is voor ons geloof en leven. De Schrift bepaalt de inhoud van ons geloof en de wijze van onze levenswandel. Een waarachtig geloof is een doorleefd geloof, maar alleen uit de Schrift weten we wat de inhoud is van de christelijke geloofservaring. Het evangelische christendom is doorgaans sterk ondogmatisch. Onzekerheid aangaande de inhoud van het christelijke geloof wordt niet bezwaarlijk geacht. Soms wordt het zelfs als een plus gezien. Onzekerheid aangaande het eigen christen-zijn acht men per definitie onjuist. In de Bijbel zelf ligt dit geheel anders. Een christen kan door twijfel aangaande de waarachtigheid van de Schrift worden overvallen. In het licht van de Schrift zelf is er voor deze twijfel echter geen enkele grond. Dat kunnen we niet zeggen als het ontbreekt aan twijfel aan het eigen christen-zijn. Men kan menen een kind van God te zijn, terwijl dat niet zo is. De gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden spreekt hierin duidelijke taal.
Dat brengt mij bij de naar mijn overtuiging grootste
dreiging die uit de evangelische beweging op ons afkomt, namelijk dat de ervaring heerst over de Schrift. Mensen getuigen van hun geloof, spreken over hun omgang met God, maar stellen niet de vraag of hun geloof wel gewerkt is door de Heilige Geest. De kern van het geloof lijkt te zijn dat men gelooft dat men een kind van God is. De vraag naar de toe-eigening van het heil moet zo snel mogelijk beantwoord worden. Je mag geloven en je moet geloven, zo wordt er gezegd. Helaas wordt het vaak niet erg duidelijk wat je nu feitelijk moet geloven, behalve dan dat je er vooral niet aan moet twijfelen dat het goed met je zit en God je aanvaard heeft. Toen echter de kamerling uit de mond van Filippus hoorde dat hij alleen gedoopt kon worden als hij van ganser harte geloofde, antwoordde hij niet: `Ik geloof dat ik een kind van God ben', maar `Ik geloof dat Jezus de Zoon van God is.' De kern van het ware geloof is niet de overtuiging dat ik Gods kind ben, maar de overtuiging dat Jezus de Zoon van God is. Deze overtuiging is een zaak die ons tot in het diepst van ons innerlijk heeft geraakt. Heel mooi is dat door de Engelse predikant Toplady verwoord in het gezang waarvan het eerste couplet luidt:
Vaste Rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op Uw trouw, laat mij rusten in Uw schauw,waar het bloed, door U gestort, mij de bron des levens wordt.
De Schrift leert ons zeer duidelijk dat een mens van zichzelf kan geloven dat hij een kind van God is zonder dat het zo is. We mogen niet voorbijgaan aan de mogelijkheid van zelfbedrog. Wie belijdt dat hij de Heere toebehoort, dient zichzelf te onderzoeken of zijn geloof de kenmerken vertoont van het geloof dat de Heilige Geest in Gods kinderen werkt. Het ware geloof wordt in de diepte geleerd. Zo worden we ontdekt aan de ernst van onze zonde. Daar leren we de kracht van Gods beloften en van Zijn genade in Christus verstaan. Is dat het geval, dan krijgt Gods Woord in ons leven heerschappij, wat blijkt uit onze handel en wandel. U herkent de bekende drie stukken van de Heidelbergse Catechismus. Met Kohlbrugge zeg ik: `De Heidelberger, de eenvoudige Heidelberger, houdt daaraan vast, mijn kinderen.' Wij kunnen de kracht van het Evangelie slechts verstaan als wij geleerd hebben wat het wil zeggen dat wij totaal verdorven zijn. Als Adam niet wordt geleerd, wordt Christus nimmer in der waarheid begeerd. Het ware christelijke geloof bestaat uit het kennen van twee personen: Adam en Christus. Adam en ons aller verlorenheid en Jezus Christus en de gelukzaligheid van allen die door het levende geloof hun zaligheid in Hem gevonden hebben.