Geloofsbelijdenis
Hoi Toy,
Ik ben bang dat je de lauwheid van een aantal kerkleden wil misbruiken om activisme te preken. Nogmaals, het is niet mijn bedoeling om valse lijdelijkheid te stimuleren.
“Wat ik bedoel te zeggen is: dat een kerk tegenwoordig voor het overgrote deel bestaat uit ongelovige, belijdende leden.â€
Ik ben bang dat je de lauwheid van een aantal kerkleden wil misbruiken om activisme te preken. Nogmaals, het is niet mijn bedoeling om valse lijdelijkheid te stimuleren.
“Wat ik bedoel te zeggen is: dat een kerk tegenwoordig voor het overgrote deel bestaat uit ongelovige, belijdende leden.â€
Een test, WSO? Nee, ik heb geen enkele hoop voor Arminius. Maar ik weet niet hoe hij gestorven is en of hij voor zijn sterven nog tot bekering is gekomen. Ik houd mij alleen vast aan het feit dat hij een vervloekte dwaalleer verkondigde en ik vind steun in de woorden van Gomarus (voor de Hoge Raad in 1608), dat hij met het gevoelen van Arminius niet voor Gods troon zou durven verschijnen.
Het "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt" (Mattheus 7:1; zie ook de kanttekening) staat naast "... beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld." (1 Joh.4:1).
Het "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt" (Mattheus 7:1; zie ook de kanttekening) staat naast "... beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld." (1 Joh.4:1).
Dominee J. van Sliedregt heeft eens geschreven over belijdenis en Avondmaal:
"Zolang je onergerlijk in belijdenis en wandel bent, kan de kerkeraad je niet door middel van de kerkelijke tucht van de Dis weren. Hij heeft je toegang verleend. Maar daarom is het nog niet zo, dat jij nu ook vanzelfsprekend aan de viering van het Heilig Avondmaal deelneemt, alleen omdat je belijdenis gedaan hebt en belijdend lid der kerk bent. Ook al is het waar, dat ieder belijdend lid aan de Dis behoort.
De kerkelijke tucht is maar een sleutel, waardoor geopend en toegesloten wordt. Er is nog een sleutel, te weten de tucht des Woords in prediking en zielszorg. In de bediening des Woords door prediking en zielszorg wordt voor ogen gesteld, wie de genode gasten zijn aan de Dis des Heeren. Bovendien worden afgemaand allen, die aan het levend geloof in de Heere Jezus Christus vreemd zijn, en worden dezen opgeroepen tot bekering.
Daarom behoort in de bediening des Woords, vooral ook in de voorbereiding tot het houden van des Heeren Avondmaal, duidelijk uit te komen, wie Christus tot Zijn Dis wil vergaderen. Duidelijk zal uit de verf moeten komen, dat het gaat om een levende geloofsbetrekking van ons hart tot Christus. Wie daaraan vreemd is heeft geen deel aan de tekenen en zegelen van Gods genade in Christus.
Predikant en ouderlingen heben daarom ook er naar te staan om het aangezicht hunner schapen te kennen. Zij hebben ze eerlijk te behandelen, zonder zich op te werpen als een oordeler des harten. De ambtsdrager, die geoefend dient te wezen in de Heilige Schrift en het leven des geloofs, zal, indien hij zijn roeping recht vervult, met je handelen over de uitgangen van je hart. En naar dat hij bij je vindt, zal hij je de hand willen reiken om tot Christus te leiden en Zijn kennis te bevestigen, of zal hij je afmanen en waarschuwen.
Het is een groot voorrecht als je onder zulke zielszorg mag verkeren. Wees er maar dankbaar voor. Er zijn helaas maar al te veel zielszorgers, die niet anders weten te doen dan te vermanen aan de Dis te gaan, omdat men belijdenis gedaan heeft. Dat is misleidend.
Al heb je kerkrechtelijk de volle toegang tot het Heilig Avondmaal, toch heb je in je geweten steeds weer te maken met de tucht van de bediening des Woords in prediking en zielszorg. Christus, de grote Ambtsdrager der Kerk, komt daarin tot je op zeer bijzondere wijze. Als je je oor voor deze tucht des Woords zoudt toesluiten en alleen maar op de kerkrechtelijke toelating tot de Dis des Heeren zoudt letten, zou je je geweten ten zeerste bezwaren, en verachten, wat Christus als heilige orde heeft gesteld.
Ndonselaar en Gerrie,
Kunnen jullie je vinden dat zij belijdenis mogen doen die worstelen om bekeerd te worden en ook gedurig bidden om Christus aan hun ziel geopenbaard te krijgen omdat ze zien dat Hij het allerhoogst en eeuwig goed is?
"Zolang je onergerlijk in belijdenis en wandel bent, kan de kerkeraad je niet door middel van de kerkelijke tucht van de Dis weren. Hij heeft je toegang verleend. Maar daarom is het nog niet zo, dat jij nu ook vanzelfsprekend aan de viering van het Heilig Avondmaal deelneemt, alleen omdat je belijdenis gedaan hebt en belijdend lid der kerk bent. Ook al is het waar, dat ieder belijdend lid aan de Dis behoort.
De kerkelijke tucht is maar een sleutel, waardoor geopend en toegesloten wordt. Er is nog een sleutel, te weten de tucht des Woords in prediking en zielszorg. In de bediening des Woords door prediking en zielszorg wordt voor ogen gesteld, wie de genode gasten zijn aan de Dis des Heeren. Bovendien worden afgemaand allen, die aan het levend geloof in de Heere Jezus Christus vreemd zijn, en worden dezen opgeroepen tot bekering.
Daarom behoort in de bediening des Woords, vooral ook in de voorbereiding tot het houden van des Heeren Avondmaal, duidelijk uit te komen, wie Christus tot Zijn Dis wil vergaderen. Duidelijk zal uit de verf moeten komen, dat het gaat om een levende geloofsbetrekking van ons hart tot Christus. Wie daaraan vreemd is heeft geen deel aan de tekenen en zegelen van Gods genade in Christus.
Predikant en ouderlingen heben daarom ook er naar te staan om het aangezicht hunner schapen te kennen. Zij hebben ze eerlijk te behandelen, zonder zich op te werpen als een oordeler des harten. De ambtsdrager, die geoefend dient te wezen in de Heilige Schrift en het leven des geloofs, zal, indien hij zijn roeping recht vervult, met je handelen over de uitgangen van je hart. En naar dat hij bij je vindt, zal hij je de hand willen reiken om tot Christus te leiden en Zijn kennis te bevestigen, of zal hij je afmanen en waarschuwen.
Het is een groot voorrecht als je onder zulke zielszorg mag verkeren. Wees er maar dankbaar voor. Er zijn helaas maar al te veel zielszorgers, die niet anders weten te doen dan te vermanen aan de Dis te gaan, omdat men belijdenis gedaan heeft. Dat is misleidend.
Al heb je kerkrechtelijk de volle toegang tot het Heilig Avondmaal, toch heb je in je geweten steeds weer te maken met de tucht van de bediening des Woords in prediking en zielszorg. Christus, de grote Ambtsdrager der Kerk, komt daarin tot je op zeer bijzondere wijze. Als je je oor voor deze tucht des Woords zoudt toesluiten en alleen maar op de kerkrechtelijke toelating tot de Dis des Heeren zoudt letten, zou je je geweten ten zeerste bezwaren, en verachten, wat Christus als heilige orde heeft gesteld.
Ndonselaar en Gerrie,
Kunnen jullie je vinden dat zij belijdenis mogen doen die worstelen om bekeerd te worden en ook gedurig bidden om Christus aan hun ziel geopenbaard te krijgen omdat ze zien dat Hij het allerhoogst en eeuwig goed is?
Dit lijkt toch op 'hongeren en dorsten naar de gerechtigheid?' En zij zullen verzadigd worden, staat er in de Bergrede.Origineel geplaatst door Refojongere
Ndonselaar en Gerrie,
Kunnen jullie je vinden dat zij belijdenis mogen doen die worstelen om bekeerd te worden en ook gedurig bidden om Christus aan hun ziel geopenbaard te krijgen omdat ze zien dat Hij het allerhoogst en eeuwig goed is?
Deze mensen mogen (moeten?) belijdenis doen en mogen ook van het Avondmaal niet wegblijven. Want dat zijn de middelen die God heeft verordineerd om het aangevochten geloof te versterken.
Ik begrijp niet zo goed waarom sommigen hier belijdenis doen en HA vieren uit elkaar trekken. Dat is niet bijbels.
En Toy:
Toen ik belijdenis deed werd er het volgende gezegd:
Het beleid van de kerkeraad is gebaseerd op de richtlijn die de Heere Jezus Zijn discipelen gaf. Zij mochten het onkruid niet uittrekken, omdat ze anders mogelijk ook een tarwespriet zouden kunnen uittrekken.
Hoe denken de forummers over deze tekst. Hij begint met:
Laat onkruid en tarwe tesamen opwassen.....
(ik kijk nog even de tekst na).
Beste Pied,
Ik bedoel het onderscheid wat de bijbel maakt tussen gelovigen en ongelovigen. Het belijdenis doen van ongelovigen suggereert dat er toch wel een bepaalde mate van geloof is. Dit bedoel ik met vertroebelen.
Als het gaat over de persoonlijke belijdenis: als deze overeenkomt met die van de kamerling, wat zou je daar dan van willen zeggen. Wat voor kenmerken kan een predikant dan missen? Naar welke kenmerken vroeg Filippus? Of moeten wij strenger zijn dan Gods Woord?
Je wilt iets horen over de onmacht van de mens om te geloven. Om een excuus in handen te hebben? Juist onze onmacht moet ons aan de voeten van Christus brengen. Als we van Hem de zaligheid verwachten, dan zal Hij ons niet bedrogen doen uitkomen. Christus is zo gewillig! Hij houdt ons geen wet voor: je moet geloven, om ons zo te kunnen veroordelen. Nee, Hij zegt: vertrouw je aan Mij toe, dan zal Ik je zalig maken.
Wil je nu gaan wroeten in wat de mens nou doet en wat God doet, of gehoorzaam je Zijn Woord....
Kunnen wij belijden te geloven in Christus als de Zaligmaker der wereld, terwijl we niet eens er zeker van zijn dat Hij onze Zaligmaker is?
De doop (belijdenis) wordt in het N.T. verbonden aan het geloof, als we bij deze doop gebleven zouden zijn, dan was er nu geen discussie over het belijdenis doen. Of zou je een heiden die zich uiterlijk bekeert tot het christendom, maar die niet belijdt te geloven het eigendom van Christus te zijn, wel toelaten om gedoopt te worden?
Ik bedoel het onderscheid wat de bijbel maakt tussen gelovigen en ongelovigen. Het belijdenis doen van ongelovigen suggereert dat er toch wel een bepaalde mate van geloof is. Dit bedoel ik met vertroebelen.
Als het gaat over de persoonlijke belijdenis: als deze overeenkomt met die van de kamerling, wat zou je daar dan van willen zeggen. Wat voor kenmerken kan een predikant dan missen? Naar welke kenmerken vroeg Filippus? Of moeten wij strenger zijn dan Gods Woord?
Je wilt iets horen over de onmacht van de mens om te geloven. Om een excuus in handen te hebben? Juist onze onmacht moet ons aan de voeten van Christus brengen. Als we van Hem de zaligheid verwachten, dan zal Hij ons niet bedrogen doen uitkomen. Christus is zo gewillig! Hij houdt ons geen wet voor: je moet geloven, om ons zo te kunnen veroordelen. Nee, Hij zegt: vertrouw je aan Mij toe, dan zal Ik je zalig maken.
Wil je nu gaan wroeten in wat de mens nou doet en wat God doet, of gehoorzaam je Zijn Woord....
Kunnen wij belijden te geloven in Christus als de Zaligmaker der wereld, terwijl we niet eens er zeker van zijn dat Hij onze Zaligmaker is?
De doop (belijdenis) wordt in het N.T. verbonden aan het geloof, als we bij deze doop gebleven zouden zijn, dan was er nu geen discussie over het belijdenis doen. Of zou je een heiden die zich uiterlijk bekeert tot het christendom, maar die niet belijdt te geloven het eigendom van Christus te zijn, wel toelaten om gedoopt te worden?
Laat onkruid en tarwe tesamen opwassen.....
Er wordt vaak gezegd dat de scheidslijn tussen bekeerden en onbekeerden dwars door de kerk loopt. Dat klinkt behoorlijk rechtzinnig en is ook zo, omdat de "kerk" veel te groot is.
Zonder afbreuk te doen aan het feit dat er inderdaad weleens kaf tussen het koren zit, wil ik toch stellen dat dit een onbijbelse uitspraak is. Zou het lichaam van Christus een lijk zijn met hier en daar een beetje leven? Dat is toch in strijd met de manier waarop Paulus met de verschillende gemeentes omgaat in zijn brieven. Hij spreekt ze toch allen aan als gelovigen, als broeders in Christus. Ik zie Paulus nooit een woord richten tot de "grote groep onbekeerden" in de gemeentes. Als een lichaam leeft moet het toch voor een overgroot deel functioneren. Een lichaam kan ziek wezen maar als het grootste gedeelte dood is, dan is het een lijk!
De grote logge kerk als instituut is een overblijfsel van de tijd toen iedereen verplicht was "Christen" te worden. Karel de Grote had als leuze "gedoopt, of je kop eraf". Tot nu toe heeft dat idee voortgeleefd, niet letterlijk maar figuurlijk wel. In de doop en belijdenis praktijken.
Dat kun je merken aan de grote weerstand tegen afschaffing van de kinderdoop. In de meest tolerante gemeentes waar alles kan en mag is er nog steeds een taboe....de volwassendoop.
Ook in deze gelijkenis komt het weer naar voren. Er wordt aangenomen dat de akker de kerk is. Jezus zegt dat de akker de wereld is!
[Veranderd op 1/8/02 door Christina]
Er wordt vaak gezegd dat de scheidslijn tussen bekeerden en onbekeerden dwars door de kerk loopt. Dat klinkt behoorlijk rechtzinnig en is ook zo, omdat de "kerk" veel te groot is.
Zonder afbreuk te doen aan het feit dat er inderdaad weleens kaf tussen het koren zit, wil ik toch stellen dat dit een onbijbelse uitspraak is. Zou het lichaam van Christus een lijk zijn met hier en daar een beetje leven? Dat is toch in strijd met de manier waarop Paulus met de verschillende gemeentes omgaat in zijn brieven. Hij spreekt ze toch allen aan als gelovigen, als broeders in Christus. Ik zie Paulus nooit een woord richten tot de "grote groep onbekeerden" in de gemeentes. Als een lichaam leeft moet het toch voor een overgroot deel functioneren. Een lichaam kan ziek wezen maar als het grootste gedeelte dood is, dan is het een lijk!
De grote logge kerk als instituut is een overblijfsel van de tijd toen iedereen verplicht was "Christen" te worden. Karel de Grote had als leuze "gedoopt, of je kop eraf". Tot nu toe heeft dat idee voortgeleefd, niet letterlijk maar figuurlijk wel. In de doop en belijdenis praktijken.
Dat kun je merken aan de grote weerstand tegen afschaffing van de kinderdoop. In de meest tolerante gemeentes waar alles kan en mag is er nog steeds een taboe....de volwassendoop.
Ook in deze gelijkenis komt het weer naar voren. Er wordt aangenomen dat de akker de kerk is. Jezus zegt dat de akker de wereld is!
[Veranderd op 1/8/02 door Christina]
Ik heb dat van Karel de Grote nog even nagezocht, Christina; je hebt gelijk.
Het verhaal van Clovis is vrij bekend als afstotend voorbeeld van doop uit politieke berekening. Maar dat er van 782 tot 788 de doodstraf stond op het niet aanvaarden van de ‘christelijke’ doop is eerlijk gezegd nog veel erger! En dat van iemand als Karel de Grote…
Karel de Grote wilde de antichristelijke Saksen, die christenen vermoordden en kloosters verwoestten, ook buiten hun grondgebied, onderwerpen en moest daarom een bijzonder zware strijd voeren (van 779 tot 804!) tegen de Saksische aanvoerder Widukind; in 782 kwam toen het Koninklijk Besluit dat mensen (volwassenen en kinderen) die de doop niet aanvaardden gedood moesten worden. En ook dat de bevolking in de veertig dagen voor Pasen behoorde te vasten, dat iedereen op zon- en feestdagen in de kerk moest verschijnen, lijkverbranding voortaan verboden was en dat heidense priesters en waarzeggers aan de koning moesten worden uitgeleverd. Vanwege de sterke tegenstand is de doodstraf op niet-dopen na zes jaar afgeschaft.
Besef hierbij wel, dat het zich laten dopen voor een heidens aanvoerder (en ook voor zijn onderdanen) in die tijd hèt teken van onderwerping was.
Het feit klopt, je conclusie niet.
Het verhaal van Clovis is vrij bekend als afstotend voorbeeld van doop uit politieke berekening. Maar dat er van 782 tot 788 de doodstraf stond op het niet aanvaarden van de ‘christelijke’ doop is eerlijk gezegd nog veel erger! En dat van iemand als Karel de Grote…
Karel de Grote wilde de antichristelijke Saksen, die christenen vermoordden en kloosters verwoestten, ook buiten hun grondgebied, onderwerpen en moest daarom een bijzonder zware strijd voeren (van 779 tot 804!) tegen de Saksische aanvoerder Widukind; in 782 kwam toen het Koninklijk Besluit dat mensen (volwassenen en kinderen) die de doop niet aanvaardden gedood moesten worden. En ook dat de bevolking in de veertig dagen voor Pasen behoorde te vasten, dat iedereen op zon- en feestdagen in de kerk moest verschijnen, lijkverbranding voortaan verboden was en dat heidense priesters en waarzeggers aan de koning moesten worden uitgeleverd. Vanwege de sterke tegenstand is de doodstraf op niet-dopen na zes jaar afgeschaft.
Besef hierbij wel, dat het zich laten dopen voor een heidens aanvoerder (en ook voor zijn onderdanen) in die tijd hèt teken van onderwerping was.
Het feit klopt, je conclusie niet.
Wat is eigenlijk de reden dat men belijdenis moet doen? Bij ons werd gezegd dat men toch wel van iemand verwacht dat hij/zij belijdenis doet voor hij/zij 35 is... Maar als iemand nou GELOOFSbelijdenis wil doen? En dat van in de klem brengen vind ik eigenlijk een beetje een vage smoes...Er van uit gaan dat alle belijdenis cathechisanten onbekeerd zijn nog veeeel triester! Door iedereen die wel een klein beetje serieus is maar belijdenis te laten doen krijg je allerlei problemen in de kerk... Misschien toch volwassen doop...?;)
Bijna alles:,
Alereerst de moeilijkheden met wat teksten, zie kopje 'doop', maar ook dat mensen als kind gedoopt zijn, en zo nodig de doopbelofte van hun ouders moeten overnemen, zoals dat dan gesteld wordt... Bovendien kom je anders in de problemen met het doopformulier...kinderen van gelovige ouders...maar nu staat er eigenlijk: kinderen van redelijk serieuze ouders...
Alereerst de moeilijkheden met wat teksten, zie kopje 'doop', maar ook dat mensen als kind gedoopt zijn, en zo nodig de doopbelofte van hun ouders moeten overnemen, zoals dat dan gesteld wordt... Bovendien kom je anders in de problemen met het doopformulier...kinderen van gelovige ouders...maar nu staat er eigenlijk: kinderen van redelijk serieuze ouders...
- Moeilijkheden met wat teksten zijn er niet. Die worden door sommige mensen gemaakt.
- Als de kinderdoop wordt afgeschaft, zijn er in de toekomst inderdaad geen mensen meer die als kind gedoopt zijn.
- Je komt door de kinderdoop niet in de problemen met het doopformulier.
- Bejaardendoop eist geloof. Belijdenis doen eist geloof. Dezelfde problematiek speelt dus. Conclusie: bejaardendoop lost niets op.
- Als de kinderdoop wordt afgeschaft, zijn er in de toekomst inderdaad geen mensen meer die als kind gedoopt zijn.
- Je komt door de kinderdoop niet in de problemen met het doopformulier.
- Bejaardendoop eist geloof. Belijdenis doen eist geloof. Dezelfde problematiek speelt dus. Conclusie: bejaardendoop lost niets op.