Twee Drie-verbondsleren?

Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Oorspronkelijk gepost door Adrianus
Oorspronkelijk gepost door Zeeuw2
Ongelooflijk Pim; het was nog echt zijn mening ook..:pu
Nou, nu je het zegt... ik ben wel heel benieuwd naar de complete publicatie. Ik wil hier overigens nog aan toevoegen dat ik wel overeenkomsten zie tussen Ds Golverdingen en Ds Visscher in zijn recensie. Ook die geeft aan dat bij deze problematiek terminologische verschillen gemakkelijk ten onrechte kunnen leiden tot de veronderstelling dat ook sprake is van leergeschillen op wezenlijke punten punten, terwijl daarvan in feite geen sprake is.
In Amerika werkt de NHRC al samen met de FRC! (http://www.refdag.nl/website/artikel.php?id=101958)

Die zijn dus ook tot de conclusie gekomen dat het geen wezenlijke zaken betreft! Wie weet komen we in NL ook nog eens zover!
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Gebruikersavatar
Auto
Berichten: 4533
Lid geworden op: 22 feb 2002, 20:01

Bericht door Auto »

Oorspronkelijk gepost door Pim
Oorspronkelijk gepost door Adrianus
Oorspronkelijk gepost door Zeeuw2
Ongelooflijk Pim; het was nog echt zijn mening ook..:pu
Nou, nu je het zegt... ik ben wel heel benieuwd naar de complete publicatie. Ik wil hier overigens nog aan toevoegen dat ik wel overeenkomsten zie tussen Ds Golverdingen en Ds Visscher in zijn recensie. Ook die geeft aan dat bij deze problematiek terminologische verschillen gemakkelijk ten onrechte kunnen leiden tot de veronderstelling dat ook sprake is van leergeschillen op wezenlijke punten punten, terwijl daarvan in feite geen sprake is.
In Amerika werkt de NHRC al samen met de FRC! (http://www.refdag.nl/website/artikel.php?id=101958)

Die zijn dus ook tot de conclusie gekomen dat het geen wezenlijke zaken betreft! Wie weet komen we in NL ook nog eens zover!
Nou dat is niet de gergem maar het zijn de gemeenten rond ds Beeke. Die gemeente volgen de lijn van de puriteinen. Dr. Bilkes doceert er ook en daarnaast geeft ds. Den Butter daar ook wel gastcolleges.
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Oorspronkelijk gepost door Auto
Oorspronkelijk gepost door Pim
Oorspronkelijk gepost door Adrianus
Oorspronkelijk gepost door Zeeuw2
Ongelooflijk Pim; het was nog echt zijn mening ook..:pu
Nou, nu je het zegt... ik ben wel heel benieuwd naar de complete publicatie. Ik wil hier overigens nog aan toevoegen dat ik wel overeenkomsten zie tussen Ds Golverdingen en Ds Visscher in zijn recensie. Ook die geeft aan dat bij deze problematiek terminologische verschillen gemakkelijk ten onrechte kunnen leiden tot de veronderstelling dat ook sprake is van leergeschillen op wezenlijke punten punten, terwijl daarvan in feite geen sprake is.
In Amerika werkt de NHRC al samen met de FRC! (http://www.refdag.nl/website/artikel.php?id=101958)

Die zijn dus ook tot de conclusie gekomen dat het geen wezenlijke zaken betreft! Wie weet komen we in NL ook nog eens zover!
Nou dat is niet de gergem maar het zijn de gemeenten rond ds Beeke. Die gemeente volgen de lijn van de puriteinen. Dr. Bilkes doceert er ook en daarnaast geeft ds. Den Butter daar ook wel gastcolleges.
Dat is idd niet de GerGem, maar bij mijn weten theologisch/dogmatisch wel een prima genootschap (als ik het even zo simpel uit mag drukken). Dus nu de GerGem nog!
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Prachtig stuk Zeeuw! Wat is die ds Den Butter verdraagzaam! Echt mooi om te lezen!

Met een slot wat ik van harte onderschrijf!!!!
Misschien moeten we weer wat eenvoudiger worden. Zeker als het gaat om zaken die niet zo definitief worden beslist in de Schrift, zodat elk ander standpunt regelrecht kan worden afgewezen.

ds. P. den Butter
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

Twee of drie verbonden? Het blijt actueel.
Dhr. L.M.P. Scholten is momenteel bezig met een artikelenreels in De Wachter Sions.
Heel helder wordt in deze artikelen de drieverbondenleer uiteengezet. In de laatste aflevering verwees dhr. Scholten naar de aanleiding van de bekende polemiek tussen ds. Jongeleen en ds. Kersten.
Ik zocht betreffende medatie op via Digibron. Digibron is een mooie naam, want daar zit je soms letterlijk bij de bron.
Omdat er nogal wat verwarring heerst over de twee- of drieverbondenleer zou je je dan misschien het beste kunen verdiepen in de bron van de genoemde polemiek tussen beide predikantem. Laten we dan eens lezen waar het begon.

Het is deze meditatie geweest, zo schrijft dhr. Scholten, dat ds. Kersten zich aangegord
wist tegen de opkomende dwaling die later de benaming zou krijgen van "de drieverbondenleer"

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-
Ds. Kersren in De Saambinder van 12 april 1928:

HEERE GOD GENAAMD.
Daarom schaamt God Zich hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. Hebr. 11 : 16b.

Met groten nadruk heeft de Heere het verklaard in Ex. 3:6: Ik ben de God Abrahams, de God Izaäks, en de God Jacobs"; en weder sprak de Heere in vs. 15 tot Mozes: Aldus zult ge tot de kinderen Israëls zeggen : „De Heere, de God uwer Vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jacob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht."

De Eeuwig levende, de Enige en Waarachtige God, die hemel en aarde uit het niet voortbracht en Die alle dingen draagt door het Woord Zijner kracht, Hij wilde de God zijn van Abraham, Izak en Jacob. Hij, Die is en was en zijn zal; de Jehovah, bij Wien geen schaduw van omkeer is. Hij verklaart de God van Abraham en Izak en Jacob te zijn; Hij, de Elohim, Wiens is alle macht en kracht, de God der Goden, Hij nam Abraham in Zijn Verbond en werd hem en zijn zaad de Jehovah Elohim, de Heere God. Onbevattelijk die nederbuigende liefde Gods; ondoorgrondelijk welbehagen. Hij treedt ineen verbond met bondbrekers; met gevallenen in Adam; met ontrouwen. Hij roept uit het afgodisch Ur Zijn verkorene, om Zijn bondgenoot te zijn; om hem ten God te wezen. Wie zal ooit die liefde Gods pijlen! God trad in een verbond met den mensch, die Zijn beeld droeg. Ook dat verbond getuigde van de liefdevolle genegenheid in God tot het schepsel, dat bij Hem vergeleken is als een droppel aan de emmer en een stofje aan de weegschaal.

Doch wat vergelijking heeft dat eerste verbond, het verbond der werken, met dat der genade, waarin God wil zijn de God der zaligheid van Zijn uitverkorenen. Niet met den mensch, die Gods beeld draagt, doch met den gevallen mensch richt Hij dat verbond op; met Abraham, dien Hij roept uit het rijk der afgoden. En met Zijn zaad. Met al die gegevenen des Vaders aan den Zoon; met allen, die in de Tweede Adam begrepen zijn. Want in Christus is God van eeuwigheid de God van dat volk. Het genadeverbond is van eeuwigheid. In den tijd des welbehagens wordt elk door den Vader aan Christus gegevene in dat verbond dadelijk ingelijfd. O, laat ons toch waken tegen de droeve voorstelling, die in onze dagen opkwam, als zou het genadeverbond maar een uitwendig verbond zijn. Dit te stellen is het genadeverbond van alle zaligmakende genade beroven. En wat is een genadeverbond zonder genade? Wat is dat voor een verbond? Heijns imponeerde deze stelling uit Amerika; een brochure van Van Mazijk schreef in die geest; in de Chr. Geref. Kerk verscheen een vraagboekje voor de catechisanten; dat deze het verbond ontzenuwende leer voorstaat. Hellenbroek wordt afgekeurd. Men schaamt zich niet te zeggen, dat Hellenbroek geheel mis is, als hij leert, dat God dit verbond alleen met de uitverkorenen opricht; en dat de zondaar in dit verbond overgaat, als God eerst nadert tot hem; en hem vriendelijk nodigt en bidt en al zijn zwarigheden oplost. Hellenbroek zou het mis hebben, volgens velen die het genadeverbond verkrachten, als deze in zijn geliefd vraagboekje verder spreekt:

Vr. Wat is het gevolg van zulk een nodiging ?
a. Ik trok ze met menschenzeelen, met touwen der liefde. Hos. 11 : 14.

Vr. Wat doet de geroepen zondaar van zijn kant?
a. Hij neemt den Heere aan tot zijn God en geeft zich aan Hem over ten eigendom. Hoogl. 2:16.

Vr. Welke zijn de eigenschappen van deze toestemming ?
a. De zondaar doet dit bedaard, vrijwillig, armoedig, gelovig, oprecht, met een geheele toestemming aan de eisen, zoowel als aan de beloften des verbonds. Ps. 51 : 8 : „Ziet gij hebt lust tot waarheid in het binnenste en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend".

Laat al Gods volk getuigen, is het zó niet, als Hellenbroek het hier leert ? Was dat niet uw zielservaren ? Trekt daarheen de begeerte uwer ziel niet ?
Maar men wil een wezenlijk en dadelijk inzijn in het genadeverbond toekennen, aan alle gedoopten en uiterlijke belijders der waarheid. Zo veruitwendigt men het verbond, waarvan de hoofdinhoud is, dat God, de God van Abraham, Izak en Jacob is, en van al Zijn volk. „Dit is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht". Neen, met een voorstelling, die het genadeverbond van deze allergrootste genade berooft, kunnen wij ons niet vereenigen. Gods volk leert het ook anders verstaan. God wil hun God worden in het sluiten van het verbond, als Hij op het vlakke des velds hun voorbijgaat, en hen ziet, vertreden in hun bloed, en tot hen zegt: „Leef; ja Ik zeide tot u in uw bloed, leef. Ja, ik zwoer u en kwam met u in een verbond, spreekt de Heere Heere, en gij werd Mijne."

Wat eeuwig wonder, dat God wil zijn de God van zulk een volk. Wat onuitsprekelijk voorrecht in deze verbonds-betrekking met de Enige en Waarachtige God gebracht te worden. Alles in het Verbondsluiten is Zijn werk. Hij zoekt den zondaar op. Hij trekt de zondaar af van het eerste verbondshoofd. Hij sluit het verbond. Hij vervult de voorwaarden des verbonds. Alles van het begin tot het einde is het werk Gods. Het is een eenzijdig verbond. God Zijns volks God. Hij hun enig al. Hun deel voor tijd en eeuwigheid.

Maar nu zegt de Apostel niet alleen, dat God de God van Zijn volk wezen wil, doch Hij stelt er Zijne eer en heerlijkheid in. „Hij schaamt zich niet, hun God genaamd te worden." Daarvoor bestond toch wel alle reden. „Uw Vader was een Amoriet en uw Moeder een Hethietische"; ja, alle redenen zijn er voor, dat God Zich schamen zou, hun God genaamd te worden. De God van zulke verachten, des doods schuldigen, ontrouwen, Godverlaters; alle reden ervoor, wanneer ge het beziet van 's menschen zijde. Maar juist hier is alles genade en genade alleen. God wil verheerlijkt worden in het onedele en verachte en onwaardige. Dat maakt het zoo oneindig groter, dat God wil zijn de God Zijns volks. Wij schamen ons soms voor Gods kinderen en voor de zaak des Heeren, gelijk Petrus, die zijn Heere en Meester verloochende in de zaal. Maar God veracht Zijn volk nooit.

Wie mij veracht, God wou mij niet verachten. O, volk van God, zink weg in dat wonder. De Heere schaamt Zich uwer niet, uw God genaamd te worden. Hij wil Zich in zulk een volk verheerlijken. Zijn volmaakte deugden zijn in Christus om uwentwil voldaan. In Hem, Die dood geweest is en Die leeft. Die de sleutelen der hel heeft en des doods. In Christus is God aan Zijn eerste gekomen om u; opdat Hij in u volkomen verheerlijkt worden zal. Neen God schaamt Zich Zijn volk niet; noch voor den hemel; noch voor de aarde. Hij zal eens volmaakt verheerlijkt worden als dat volk Hem prijzen zal dag en nacht voor Zijn troon. In de modder van zonde en ongerechtigheid heeft God u gevonden. Uit de staat des doods trok Hij u uit. Zou Hij ooit Zijn eigen werk verzaken ? Nooit. „Bergen zullen wijken en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de Heere uw Ontfermer.

Is Gods volk nu niet een heerlijk volk ?
Het is het volk Gods.
God de Heere, schaamt zich hunner niet. En wij ?

Zo menigeen schaamt zich dat volk wel. Liefst moet maar niemand weten uit welke kringen wij komen. Op kantoor, in werkplaats en fabriek passen wij ons zoo goed mogelijk aan, en stellen ons zoo bedekt mogelijk op. Weest eens eerlijk, jongeren en ouderen, wilt gij met dat bij de wereld verachte volk gerekend worden? bij die dompers? Wilt ge weten, dat ge daar ter kerke gaat, waar God u Zijn Woord doet horen? De smaad der wereld is u dikwerf te zwaar. Ge staat veel liever wat af ter tegemoetkoming aan hen, die in hun goddeloosheid roemen. In uw daden, in uw woorden, in uw hart laat ge Gods volk los voor de wereld en haar rampzalige dienaren. O, denk dat toch eens in.

Het is het begin van den hellenden weg, die zoo menigeen ten verderve was. Nog dezer dagen kreeg ik navraag naar een meisje, dat van buiten in Rotterdam was komen dienen. De catechisatie werd verwaarloosd; straks de kerk. Van dienst werd veranderd. Vader noch moeder hoorden meer van haar; noch wisten haar woonplaats. Zij ging uit, zoo de wereld uitgaat. Gods volk en kerk en dienst waren in verachting; geheel en al. Met Gods volk wilde zij in geen geval gerekend worden.

O, ik schrijf het tot waarschuwing. Tot waarschuwing voor u allen, jongens en meisjes, ook voor u ouders I Zendt uw kinderen toch zonder toezicht niet van het platteland naar de stad, zoo vol van ongerechtigheid. Geeft uw zonen en dochteren zonder meer niet over aan zo ontzaglijke verleiding. Maar ook van dit genoemde geval afgezien, zij het ons allen tot ernstige vermaning, Gods volk hoog te achten. Drukt Zijn voetstappen. Dit zal u nooit rouwen. Vreest het genot der wereld. God openbare u het heil in Zijn dienst gelegen, het grootste geluk van Gods volk. Met Mozes en Ruth en Rachab de hoer, mocht ge leren kiezen met een waarachtige levenskeus. Laat Gods kinderen veelal arm zijn naar de wereld en veracht, het is toch een rijk volk, van de allerhoogste adel, erfgenamen Gods en medeerfgenamen van Christus. O, ziet dat volk aan met heilige betrekking op hen en hun voorrecht en hoort wat Paulus betuigt: God schaamt Zich niet hun God genaamd te worden.

Dat nu is het voorrecht van allen, die van God gekend zijn. Uw voorrecht, uw waarachtig heil; uw eer en heerlijkheid, volk van God! Laat u de wereld smaden; schelden; bespotten; ook de vele godsdienstigen dezer dagen; vermag dit voorrecht niet alles te verzoeken? Dat uw hart er naar moge uitgaan, om door het geloof die onuitputtelijke weldaad te beleven. Komt, van verrestaanden! de Heere wil uw God genaamd worden; komt en hoort Zijn liefdesnodiging in Christus. Verfoei u zelf in stof en as; keur u den dood en de hel waardig; treur over uw zonden en ongerechtigheden; roep: „Heere ga uit van mij, want ik ben een zondig mensch"; of zeg met dien hoofdman : „Ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak inkomt." Te groter zal u het wonder zijn, dat God Zich uwer niet schaamt uw God genaamd te worden. Nooit en nergens.

De geslachtsregisters, die de slechtste en verachtelijkste menschen openlijk noemen in het voorgeslacht van Christus, naar het vlees; de bekering van Manasse; de schuld vergeving aan de publieke vrouw in het huis van Simon den Farizeeër; de zaligverklaring van den moordenaar aan het kruis; de wederbrenging van David en Petrus, en zovele andere voorbeelden meer, zijn even zoveel bewijzen ervan, dat de Heere Zich uwer niet schaamt; dat Hij u niet verstoten zal. Zijn lust is te zijn uw God; de God uwer zaligheid. Uw ziel leve! Schaamt u ook Zijner niet.

Maar al te zeer woont in ons die valse schaamte, die leidt tot verloochening van des Heeren Naam en volk. Wij zijn veelal te hoog. Bij Mij, zo roept de Heere ons gedurig toe, bij Mij van den Libanon af. Ja, volk van den Libanon af. De mirten groeien in de diepte.

Eindelijk: „God heeft hen een stad bereid." Hierin ligt wel het sterkste bewijs, dat de Heere Zich Zijn volk niet schaamt. Hij wil hun God zijn, eeuwig en altoos. Hij ziet Zijn gunstgenoten niet aan zoo zij hier zijn in hun ellenden. Hij kent ze als Zijn volk in volkomen verheerlijking. In Zijn eeuwig welbehagen bereidde Hij de stad, die fundamenten heeft, welks kunstenaar en bouwmeester God is. Die stad is het Koninkrijk, U bereid van de grondlegging der wereld. En Christus heeft tot troost van al Zijn volk gesproken: „Ik ga heen, om u plaats te bereiden." Daar zal God eeuwig Zijn heerlijkheid volmaakt in Zijn volk hebben. Daar, in die stad, welks straten zijn van goud, zal geen zonde meer zijn; noch druk, noch leed. Daar zal Godsvolk Hem, hun God en Heere, prijzen dag en nacht. Daar zal geen stilzwijgen wezen. O, rijk bevoorrecht volk! houd moed en telt de verdrukkingen der wereld licht; veracht de smaad en hoon u aangedaan. God schaamt Zich niet uw God genaamd te worden, en Hij zal dat eeuwig tonen, want Hij heeft u een stad bereid.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Hendrik de 3de
Inactief
Berichten: 329
Lid geworden op: 24 mei 2012, 12:58
Locatie: Onder de rook van de Havenstad

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Hendrik de 3de »

Sorry -DIA- maar ik kan het 'gelukkig' geen dwaling noemen. Het aanbod van Genade is niet alleen voor de uitverkorenen, maar komt in de eerste plaats tot iedereen. Predik het Evangelie aan alle creaturen .. aan iedereen, niet alleen aan de uitverkorenen. Want als het alleen voor de uitverkorenen was het aanbod, dan doe je mijn inziens tekort aan de ontzaglijke ruimte die er in Christus is.
Vraag:

In de meeste kerken wordt de twee-verbondenleer gepredikt, in de CGK de drie-verbondenleer. Wat is het verschil precies? Is het een accentverschil of een wezenlijk verschil? Ik hoop dat u mij een duidelijk antwoord kunt geven.


Antwoord:
Vooraf wil ik benadrukken dat je hieronder de visie vindt van een Christelijke Gereformeerde predikant. Het zou kunnen zijn dat een ambtsbroeder uit bijvoorbeeld de Gereformeerde Gemeenten bepaalde dingen anders zou beschrijven of taxeren. Het is slechts mijn bedoeling om zo duidelijk en praktisch mogelijk op deze kwestie in te gaan.

Op grond van Gods Woord zijn er drie "verbonden" te onderscheiden die te maken hebben met het eeuwig heil van mensen: het verbond der verlossing oftewel de raad des vredes, het verbond der werken (met Adam) en het verbond der genade. Om meteen maar met de deur in huis te vallen: aan de visie op deze verbonden en de verdeling ervan danken we de termen "twee-verbondenleer" en "drieverbondenleer". Wie een tweeverbondenleer aanhangt, is namelijk van mening dat het verbond der verlossing en het verbond der genade samenvallen. Wie een drieverbondenleer aanhangt, is van mening dat de genoemde verbonden alledrie apart genoemd moeten worden.

Waarom nemen de tweeverbonders het verbond der verlossing en het verbond der genade samen? Omdat men de overtuiging heeft dat beide verbonden gesloten zijn tussen God de Vader en God de Zoon. Het verbond der verlossing is dan de naam voor het heilig overleg dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest al vóór de schepping hebben gevoerd over het eeuwig heil van de uitverkorenen. De Vader koos ze van eeuwigheid uit, de Zoon zegde toe ze te zullen verlossen, de Heilige Geest beloofde aan hen allen het heil in Christus te zullen toepassen. Het genadeverbond is vervolgens de uitwerking van dit verbond der verlossing zoals dat na de zondeval gestalte heeft gekregen, met name in het leven van Abraham en Zijn zaad. Heel belangrijk is dus bij een tweeverbondenleer dat men het startpunt kiest in de eeuwigheid en dat het Hoofd van het Genadeverbond Christus is. Degene Die Zich van eeuwigheid Borg stelde voor Zijn Kerk. Hij is de "Verbondspartner" van God de Vader in het verbond der verlossing én in het verbond der genade. Dit valt dus eigenlijk samen.

Wat bij de tweeverbonders samenvalt, halen drieverbonders uit elkaar. Ze maken onderscheid tussen het verbond der verlossing, dat inderdaad handelt over de zaligheid van de uitverkorenen; en het verbond der genade. Van dit laatste verbond menen de drieverbonders dat je niet uit de Bijbel kunt afleiden dat dat met Christus is opgericht. Wie de Bijbel begint te lezen vanaf Gen. 1, zonder allerlei "voorkennis" over hoe het in de eeuwigheid zou zijn gegaan, krijgt vanaf Gen. 12 Gods weg met Abraham te lezen, waarin je ontdekt dat de HEERE met hem en met zijn nageslacht Zijn verbond heeft opgericht. Gaandeweg het lezen van de Bijbel ontdek je vervolgens ook dat dat verbond niet zonder offer en zonder middelaar kan. Wat in het Oude Testament door een man als Mozes en door de offerdienst in tabernakel en tempel werd afgebeeld, blijkt in het Nieuwe Testament in één Persoon gestalte te krijgen: Jezus Christus. Hij heeft door Zijn offer het genadeverbond zijn eeuwige geldigheid gegeven. Hij is als de meerdere Mozes de Middelaar van het genadeverbond. Let dus op het verschil: tweeverbonders noemen Christus het Hoofd van het genadeverbond, drieverbonders erkennen wel dat Hij het Hoofd van de uitverkorenen is, maar spreken vervolgens liever over Hem als Middelaar van het genadeverbond.


Waarom zo moeilijk gedaan over de vraag of Christus Hoofd of Middelaar van het verbond is? Waarom zo diep nagedacht over de vraag of het verbond der genade hetzelfde inhoudt als het verbond der verlossing of niet? Omdat het antwoord op deze vragen consequenties heeft voor de manier waarop je omgaat met de beloften van het verbond. Denk dan vooral ook aan de beloften die in de doop betekend en verzegeld worden. Voor wie zijn die beloften? Een drieverbonder zal daarop een ander antwoord geven dan een tweeverbonder. De laatste zal, denkend vanuit de verkiezing zeggen: God heeft met Christus als het Hoofd van de uitverkorenen Zijn verbond opgericht. De beloften zijn dus alleen bestemd voor de uitverkorenen. Alleen die mensen mogen op de vervulling van de verbondsbeloften pleiten. Al ben je gedoopt, daarom kun je nog niet zomaar werkzaam zijn met je doop, want als je niet uitverkoren bent, gelden de beloften niet voor jou. Je zou deze redenering ook nog van een andere kant kunnen opzetten, door te zeggen: God doet altijd wat Hij belooft. Als vervolgens blijkt dat niet alle gedoopten het ware geloof ontvangen en beoefenen, heeft God aan hen blijkbaar niet echt de verbondbeloften gegeven, want anders zou Hij ontrouw zijn aan Zijn eigen Woord.

Als drieverbonder zou ik op dit punt echter willen verwijzen naar de geschiedenis van de woestijnreis, zoals die in Hebr. 3 wordt aangehaald. Daar lees je ook van bondelingen die op pad gegaan waren om het Beloofde Land te gaan beërven. Dat had God beloofd! Maar wat staat er in Hebr. 3:19? Ze konden vanwege hun ongeloof niet ingaan. Gods beloften waren wel betrouwbaar, maar die beloften worden alleen in de weg van geloof vervuld.

Vanuit de Bijbel spreekt een drieverbonder daarom liever van het verbond met Abraham, waarin de gelovigen met hun nageslacht mogen delen. Echt delen, zonder de vraag te hoeven stellen: ben ik wel uitverkoren, want anders zijn de beloften niet voor mij. Op die vraag krijgt een mens nooit een antwoord vóórdat hij of zij in geloof vlucht tot de Heere Jezus Christus. Zekerheid van het delen in Gods verkiezend welbehagen is geen voorwaarde om te mogen geloven in de beloften, maar vrucht van dat geloof (vgl. D.L. I, 12). Wie -volgens mij- op een bijbelse wijze verbond der verlossing en verbond der genade weet te onderscheiden, zegt enerzijds. God heeft van eeuwigheid een volk uitgekozen dat zéker zalig wordt door het werk van Zijn Zoon. Zij allen en zij alleen delen in het werk van de Zaligmaker.

Maar anderzijds: het genadeverbond omvat méér mensen dan alleen de uitverkorenen. Er kan sprake zijn van verbondsbreuk, zoals dat in het Oude Testament zovaak is gebleken. Dat neemt niet weg dat ook verbondsbrekers met Gods welmenend aanbod en serieuze beloften te maken hadden. En dat is een heel praktisch punt: wie drie verbonden leert, hoeft zich niet bezwaard te voelen als hij in alle ruimte aan alle hoorders de genade van God in Christus aanbiedt met bevel van bekering en geloof. Ik heb de indruk dat een tweeverbondenleer die ruime aanbieding in de weg kan staan omdat de prediker en de gemeente steeds in het achterhoofd houden: wie niet uitverkoren is, krijgt ook niets aangeboden.


De Schrift leert het mijns inziens ruimer. En niet alleen de Christelijke Gereformeerde Kerken kennen een prediking die zich in die ruimte wil begeven. Naar mijn vaste overtuiging vind je het algemeen aanbod van genade in verschillende kerken van gereformeerde signatuur, of ze zich drieverbonders noemen of niet. In dat opzicht wil ik ook deze zaak wat proberen te relativeren. Waar het om de aanbieding van de genade gaat aan zondaren, kunnen mensen met een verschillende verbondsopvatting elkaar toch vaak verstaan.

De zgn. Marrow-men uit Schotland (Boston, Erskines etc.) hadden, voorzover ik hun geschriften heb gelezen, in de studeerkamer twee verbonden en op de preekstoel drie. Zo ruim prezen ze de Heere Jezus aan al hun hoorders aan. Wellicht dat het via de verbondenheid aan dit soort schrijvers mogelijk zal blijken, dat verschillende kerken en predikers in onze tijd elkaar gaan verstaan. En dat men samen ziet: het gaat uiteindelijk niet om de verbondsvisie die mensen hebben. Het gaat erom of ik door een waar geloof Christus mag kennen, het van Hem verwacht en mijn leven in Zijn hand heb leren leggen. Zo leren al Gods kinderen het van Zijn Heilige Geest. Zo wordt het doel van het verbond der verlossing én van het verbond der genade bereikt.

Ds. A. van der Zwan

Bron: http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/223 ... bondenleer
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

Hendrik de 3de schreef:Sorry -DIA- maar ik kan het 'gelukkig' geen dwaling noemen. Het aanbod van Genade is niet alleen voor de uitverkorenen, maar komt in de eerste plaats tot iedereen. Predik het Evangelie aan alle creaturen .. aan iedereen, niet alleen aan de uitverkorenen. Want als het alleen voor de uitverkorenen was het aanbod, dan doe je mijn inziens tekort aan de ontzaglijke ruimte die er in Christus is.
Vraag:

In de meeste kerken wordt de twee-verbondenleer gepredikt, in de CGK de drie-verbondenleer. Wat is het verschil precies? Is het een accentverschil of een wezenlijk verschil? Ik hoop dat u mij een duidelijk antwoord kunt geven.


Antwoord:
Vooraf wil ik benadrukken dat je hieronder de visie vindt van een Christelijke Gereformeerde predikant. Het zou kunnen zijn dat een ambtsbroeder uit bijvoorbeeld de Gereformeerde Gemeenten bepaalde dingen anders zou beschrijven of taxeren. Het is slechts mijn bedoeling om zo duidelijk en praktisch mogelijk op deze kwestie in te gaan.

Op grond van Gods Woord zijn er drie "verbonden" te onderscheiden die te maken hebben met het eeuwig heil van mensen: het verbond der verlossing oftewel de raad des vredes, het verbond der werken (met Adam) en het verbond der genade. Om meteen maar met de deur in huis te vallen: aan de visie op deze verbonden en de verdeling ervan danken we de termen "twee-verbondenleer" en "drieverbondenleer". Wie een tweeverbondenleer aanhangt, is namelijk van mening dat het verbond der verlossing en het verbond der genade samenvallen. Wie een drieverbondenleer aanhangt, is van mening dat de genoemde verbonden alledrie apart genoemd moeten worden.

Waarom nemen de tweeverbonders het verbond der verlossing en het verbond der genade samen? Omdat men de overtuiging heeft dat beide verbonden gesloten zijn tussen God de Vader en God de Zoon. Het verbond der verlossing is dan de naam voor het heilig overleg dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest al vóór de schepping hebben gevoerd over het eeuwig heil van de uitverkorenen. De Vader koos ze van eeuwigheid uit, de Zoon zegde toe ze te zullen verlossen, de Heilige Geest beloofde aan hen allen het heil in Christus te zullen toepassen. Het genadeverbond is vervolgens de uitwerking van dit verbond der verlossing zoals dat na de zondeval gestalte heeft gekregen, met name in het leven van Abraham en Zijn zaad. Heel belangrijk is dus bij een tweeverbondenleer dat men het startpunt kiest in de eeuwigheid en dat het Hoofd van het Genadeverbond Christus is. Degene Die Zich van eeuwigheid Borg stelde voor Zijn Kerk. Hij is de "Verbondspartner" van God de Vader in het verbond der verlossing én in het verbond der genade. Dit valt dus eigenlijk samen.

Wat bij de tweeverbonders samenvalt, halen drieverbonders uit elkaar. Ze maken onderscheid tussen het verbond der verlossing, dat inderdaad handelt over de zaligheid van de uitverkorenen; en het verbond der genade. Van dit laatste verbond menen de drieverbonders dat je niet uit de Bijbel kunt afleiden dat dat met Christus is opgericht. Wie de Bijbel begint te lezen vanaf Gen. 1, zonder allerlei "voorkennis" over hoe het in de eeuwigheid zou zijn gegaan, krijgt vanaf Gen. 12 Gods weg met Abraham te lezen, waarin je ontdekt dat de HEERE met hem en met zijn nageslacht Zijn verbond heeft opgericht. Gaandeweg het lezen van de Bijbel ontdek je vervolgens ook dat dat verbond niet zonder offer en zonder middelaar kan. Wat in het Oude Testament door een man als Mozes en door de offerdienst in tabernakel en tempel werd afgebeeld, blijkt in het Nieuwe Testament in één Persoon gestalte te krijgen: Jezus Christus. Hij heeft door Zijn offer het genadeverbond zijn eeuwige geldigheid gegeven. Hij is als de meerdere Mozes de Middelaar van het genadeverbond. Let dus op het verschil: tweeverbonders noemen Christus het Hoofd van het genadeverbond, drieverbonders erkennen wel dat Hij het Hoofd van de uitverkorenen is, maar spreken vervolgens liever over Hem als Middelaar van het genadeverbond.


Waarom zo moeilijk gedaan over de vraag of Christus Hoofd of Middelaar van het verbond is? Waarom zo diep nagedacht over de vraag of het verbond der genade hetzelfde inhoudt als het verbond der verlossing of niet? Omdat het antwoord op deze vragen consequenties heeft voor de manier waarop je omgaat met de beloften van het verbond. Denk dan vooral ook aan de beloften die in de doop betekend en verzegeld worden. Voor wie zijn die beloften? Een drieverbonder zal daarop een ander antwoord geven dan een tweeverbonder. De laatste zal, denkend vanuit de verkiezing zeggen: God heeft met Christus als het Hoofd van de uitverkorenen Zijn verbond opgericht. De beloften zijn dus alleen bestemd voor de uitverkorenen. Alleen die mensen mogen op de vervulling van de verbondsbeloften pleiten. Al ben je gedoopt, daarom kun je nog niet zomaar werkzaam zijn met je doop, want als je niet uitverkoren bent, gelden de beloften niet voor jou. Je zou deze redenering ook nog van een andere kant kunnen opzetten, door te zeggen: God doet altijd wat Hij belooft. Als vervolgens blijkt dat niet alle gedoopten het ware geloof ontvangen en beoefenen, heeft God aan hen blijkbaar niet echt de verbondbeloften gegeven, want anders zou Hij ontrouw zijn aan Zijn eigen Woord.

Als drieverbonder zou ik op dit punt echter willen verwijzen naar de geschiedenis van de woestijnreis, zoals die in Hebr. 3 wordt aangehaald. Daar lees je ook van bondelingen die op pad gegaan waren om het Beloofde Land te gaan beërven. Dat had God beloofd! Maar wat staat er in Hebr. 3:19? Ze konden vanwege hun ongeloof niet ingaan. Gods beloften waren wel betrouwbaar, maar die beloften worden alleen in de weg van geloof vervuld.

Vanuit de Bijbel spreekt een drieverbonder daarom liever van het verbond met Abraham, waarin de gelovigen met hun nageslacht mogen delen. Echt delen, zonder de vraag te hoeven stellen: ben ik wel uitverkoren, want anders zijn de beloften niet voor mij. Op die vraag krijgt een mens nooit een antwoord vóórdat hij of zij in geloof vlucht tot de Heere Jezus Christus. Zekerheid van het delen in Gods verkiezend welbehagen is geen voorwaarde om te mogen geloven in de beloften, maar vrucht van dat geloof (vgl. D.L. I, 12). Wie -volgens mij- op een bijbelse wijze verbond der verlossing en verbond der genade weet te onderscheiden, zegt enerzijds. God heeft van eeuwigheid een volk uitgekozen dat zéker zalig wordt door het werk van Zijn Zoon. Zij allen en zij alleen delen in het werk van de Zaligmaker.

Maar anderzijds: het genadeverbond omvat méér mensen dan alleen de uitverkorenen. Er kan sprake zijn van verbondsbreuk, zoals dat in het Oude Testament zovaak is gebleken. Dat neemt niet weg dat ook verbondsbrekers met Gods welmenend aanbod en serieuze beloften te maken hadden. En dat is een heel praktisch punt: wie drie verbonden leert, hoeft zich niet bezwaard te voelen als hij in alle ruimte aan alle hoorders de genade van God in Christus aanbiedt met bevel van bekering en geloof. Ik heb de indruk dat een tweeverbondenleer die ruime aanbieding in de weg kan staan omdat de prediker en de gemeente steeds in het achterhoofd houden: wie niet uitverkoren is, krijgt ook niets aangeboden.


De Schrift leert het mijns inziens ruimer. En niet alleen de Christelijke Gereformeerde Kerken kennen een prediking die zich in die ruimte wil begeven. Naar mijn vaste overtuiging vind je het algemeen aanbod van genade in verschillende kerken van gereformeerde signatuur, of ze zich drieverbonders noemen of niet. In dat opzicht wil ik ook deze zaak wat proberen te relativeren. Waar het om de aanbieding van de genade gaat aan zondaren, kunnen mensen met een verschillende verbondsopvatting elkaar toch vaak verstaan.

De zgn. Marrow-men uit Schotland (Boston, Erskines etc.) hadden, voorzover ik hun geschriften heb gelezen, in de studeerkamer twee verbonden en op de preekstoel drie. Zo ruim prezen ze de Heere Jezus aan al hun hoorders aan. Wellicht dat het via de verbondenheid aan dit soort schrijvers mogelijk zal blijken, dat verschillende kerken en predikers in onze tijd elkaar gaan verstaan. En dat men samen ziet: het gaat uiteindelijk niet om de verbondsvisie die mensen hebben. Het gaat erom of ik door een waar geloof Christus mag kennen, het van Hem verwacht en mijn leven in Zijn hand heb leren leggen. Zo leren al Gods kinderen het van Zijn Heilige Geest. Zo wordt het doel van het verbond der verlossing én van het verbond der genade bereikt.

Ds. A. van der Zwan

Bron: http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/223 ... bondenleer
Ik geloof niet ds. Kersten met zo'n antwoord tevreden zou zijn, immers worden de ernstige bezwaren die hij had hier gewoon weggewuifd, alsof het niet om fundamentele zaken zou gaan?
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Hendrik de 3de
Inactief
Berichten: 329
Lid geworden op: 24 mei 2012, 12:58
Locatie: Onder de rook van de Havenstad

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Hendrik de 3de »

-DIA- schreef:Ik geloof niet ds. Kersten met zo'n antwoord tevreden zou zijn, immers worden de ernstige bezwaren die hij had hier gewoon weggewuifd, alsof het niet om fundamentele zaken zou gaan?
Gelukkig was ds. Kersten ook maar een mensenkind met eigen gedachtes en tekortkomingen. Net als jij en ik. Daarnaast vind ik vind het nogal denigrerend hoe je praat over het gegeven antwoord. (ik had beter de naam er niet onder kunnen zetten geloof ik :fi )

Mag ik jou iets vragen -DIA-? Geloof jij dat het aanbod van Genade voorwaardelijk is of onvoorwaardelijk?
claus
Berichten: 762
Lid geworden op: 24 sep 2007, 19:42

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door claus »

Vanouds werden de CGK' ers als Drieverbonders uitgemaakt. Maar, ook de meeste Gereformeerde Bonders, veelal geestverwanten, zijn van verre tijden af, mensen die de Drieverbondenleer aanhangen, evenals sommige Ger. Gem.-predikanten dat doen. De Gereformeerde kerken en de Ger. Gem. waren in de jaren tot aan de oorlog zeker, beiden aanhangers van de zogenaamde Tweeverbondenleer.
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

Hendrik de 3de schreef:
-DIA- schreef:Ik geloof niet ds. Kersten met zo'n antwoord tevreden zou zijn, immers worden de ernstige bezwaren die hij had hier gewoon weggewuifd, alsof het niet om fundamentele zaken zou gaan?
Gelukkig was ds. Kersten ook maar een mensenkind met eigen gedachtes en tekortkomingen. Net als jij en ik. Daarnaast vind ik vind het nogal denigrerend hoe je praat over het gegeven antwoord. (ik had beter de naam er niet onder kunnen zetten geloof ik :fi )

Mag ik jou iets vragen -DIA-? Geloof jij dat het aanbod van Genade voorwaardelijk is of onvoorwaardelijk?
Als je zegt: De beloften van het genadeverbond gelden daadwerkelijk alle hoorders, dan niet. Maar een mens is niet te verontschuldigen. De prediking is een welmenend aanbod van genade, een voorstelling, maar het is louter genade als een mens dat gelooft en zal aannemen, en anderzijds de volle veranwoordelijkheid van de mens, als hij het verwerpt en niet aanneemt.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-DIA-
Berichten: 33935
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door -DIA- »

Even ds. Jongeleen aan het woord laten kan ook verhelderend zijn:

Ds. Jongeleen had een nieuw catechisatieboekje geschreven: “Lesboek over de Gereformeerde Geloofsleer”.

En vooral het lesje over het genadeverbond trok de aandacht van ds. Kersten.
Ds. Jongeleen schrijft daar dit:

Het genadeverbond is die genadige beschikking Gods over de gelovigen en hun zaad, waarin God onder beding van geloof en gehoorzaamheid, alle heil voor tijd en eeuwigheid wil schenken door de Middelaar des Verbonds.
De partijen zijn de die-enige God, eerste partij, en de gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, tweede partij.
Van groot belang voor een Schriftuurlijke verbondsbeschouwing is te weten wie de bondelingen zijn. De kring der bondelingen is breed. De gelovigen en hun zaad, ook hun natuurlijk zaad, behoren ertoe. Niet alleen de uitverkorenen, maar ook de NIET uitverkorenen.
In één woord, allen die leven op de erve des verbonds en aan wie het teken en zegel des verbonds rechtens is toebediend.
Ds. Jongeleen beschrijft de goederen van het genadeverbond met de apostolische geloofsbelijdenis als: vergeving der zonde, wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.
“Aan deze goederen hebben deel AL DE BONDELINGEN, ook de NIET uitverkorenen. Wij menen het zo te moeten stellen. Elke bondeling, wedergeboren of niet, ontvangt van God de aanbieding van het heil in Christus. Deze aanbieding is:
a. WELMENEND
b. GEEFT RECHT ZICH DE GOEDEREN TOE TE EIGENEN.
Dit in VOORWERPELIJK bezit stellen is echter tot zaligheid ongenoegzaam, daarvoor is nodig GELOVIGE AANVAARDING EN TOE-EIGENING
Tot zover het lesboekje van ds. Jongeleen.

De cursivering (hier hoofdletters) is van ds. Jongeleen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Hendrik de 3de
Inactief
Berichten: 329
Lid geworden op: 24 mei 2012, 12:58
Locatie: Onder de rook van de Havenstad

Re: Twee Drie-verbondsleren?

Bericht door Hendrik de 3de »

-DIA- schreef:
Hendrik de 3de schreef:
-DIA- schreef:Ik geloof niet ds. Kersten met zo'n antwoord tevreden zou zijn, immers worden de ernstige bezwaren die hij had hier gewoon weggewuifd, alsof het niet om fundamentele zaken zou gaan?
Gelukkig was ds. Kersten ook maar een mensenkind met eigen gedachtes en tekortkomingen. Net als jij en ik. Daarnaast vind ik vind het nogal denigrerend hoe je praat over het gegeven antwoord. (ik had beter de naam er niet onder kunnen zetten geloof ik :fi )

Mag ik jou iets vragen -DIA-? Geloof jij dat het aanbod van Genade voorwaardelijk is of onvoorwaardelijk?
Als je zegt: De beloften van het genadeverbond gelden daadwerkelijk alle hoorders, dan niet. Maar een mens is niet te verontschuldigen. De prediking is een welmenend aanbod van genade, een voorstelling, maar het is louter genade als een mens dat gelooft en zal aannemen, en anderzijds de volle veranwoordelijkheid van de mens, als hij het verwerpt en niet aanneemt.
Ja de beloften van het genadeverbond gelden alle mensen. Het geloof is onlosmakelijk verbonden met de beloften. De Heere eist geloof in Zijn Zoon. Dat staat vast. Dat er een ontelbare schare geloven zal is enkel louter Genade. Dat is vanuit Zijn verkiezend welbehagen. Maar de eis blijft ook staan voor de hoorders die niet zullen geloven. En aan die eis zitten de beloften onmiskenbaar vast.
De mens is verantwoordelijk of hij wel of niet zal gaan geloven. Maar dat er een uitverkiezing is, dat is alleen al Genade. Daarom komt het aanbod van Genade met de beloften daaraan vast onvoorwaardelijk tot een ieder.
Plaats reactie