Zie mijn onderstreping, dit heeft niets met spitsvondigheid te maken.Wilhelm: Om in jou beeldspraak te blijven : je hebt moeders die bijna pijnloos baren. En ik zeg niet dat je dit ontkent, want na een stevige en stellige posting , ben je vaak ook bereid om je weer wat te nuanceren. Daar ben ik op zich nog blij om. Alleen , het is zoals Memento het verwoord, de moeder spreekt over de blijdschap en niet zozeer over de barensnood. Bij jou hoor ik het vaak geheel anders.
Jij ziet een aantal punten over het hoofd :
DWW: Die moeder die geen pijn had met haar kindje baren, zal vast een verre tante van je zijn, een bijzondere uitzondering op de regel van Gen. 3:16. Maar, deze uitzondering heeft de Heere Jezus met het beeld uit Joh. 16:21 ook vast niet bedoeld. Je moet daarom niet slimmer en wijzer proberen te zijn, dan Hij was. Denk je echt dat de Heere Jezus dit niet wist? Kijk, dit zijn nu van die spitsvondige opmerkingen die ik maar slecht kan verdragen. Want, zulke dingen doen grote afbreuk aan het genoemde beeld, Wilhelm. Dit is ook niet venijnig bedoeld, maar, alsjeblieft, probeer er voortaan op te letten.
Maar door die grote nadruk die jij steeds legt op een bepaalde beleving breng je zielen in de duisternis, die hier zelf ook al veel over kunnen worstelen.
Ja, om nu zicht te mogen krijgen dat aan Gods gerechtigheid is voldaan. Dan gaat het niet om mijn belevingen , maar om Zijn werken, die heerlijke ruil : Hij mijn zonden , ik Zijn gerechtigheid.
Wilhelm: Om dan uitgewerkt te raken en in de nood van de onmogelijkheid ons oog op Christus wordt gericht en het uit Zijn mond te horen : Ik heb u verlost. Nogmaals deze waarheden worden door weinigen hier geloochend.
DWW: Amen. Maar, dit kan alleen door een weg van Gods heilig recht.
Op het gevaar af in herhaling te vallen : als ons getheologiseer, komt menigmaal door een gekleurde bril.Wilhelm: 2. Het is een slecht teken als we onze eigen belevingsweg leidend gaan houden voor een ieder ander. Als we uit de mond van een ander horen dat Hij gelooft in Christus en in zijn of haar leven vruchten mag voortbrengen , komt ons het oordeel niet toe maar hebben we te oordelen in de liefde, want het hart des mensen is ons onbekend, maar het is God die ziet in het binnenste. Wij kunnen ons zo vergissen
DWW: Ik heb nimmer mijn beleving/doorleving op de voorgrond gesteld, Wilhelm. Altijd eerst vanuit het Woord, daarna af en toe met een citaat van een oudvader, en met heel hoge uitzondering, iets uit mijn eigen leven. Ik moet hierbij wel opmerken, dat wanneer wij geen kennis hebben aan dit heilgeheim, wij dit ook niet uit de Schrift op kunnen lezen. Kom nu niet van: Calvijn sprak hier (bijna) nooit over…etc, dan zeg ik je dat Luther, Van der Groe, Huntington en Kohlbrugge er bij tijden wel over spraken. Lees hier de ontmoeting tussen Huntington en Warburton, inzake wat Huntington daarover zegt : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... ington.pdf
Wat wij belangrijk vinden , wat wij hebben ervaren , dat stellen wij op de voorgrond.
Zelf kom ik er meer en meer achter dat ik eens uit getheologiseerd moet raken. Arglistig is ons hart, we zijn menigmaal zo eenzijdig, en we bevatten Gods Woord maar zo beperkt. Dan is het wel eens een wonder als de Heere licht wil geven over zaken, maar dan gaat de mond dicht als het om onze meningen gaat. En met alle respect, ik meen dat jij toch erg gekleurd reageert en de breedte van Gods getuigenis wel eens beperkt tot een leerstuk waarvan je denkt alleen nog het rechte zicht op te hebben. Deze exclusiviteits gedachte vind ik altijd gevaarlijk, zeker in het licht van ons verduisterd verstand. Elia moest het ook leren dat er ondanks zijn sombere gedachten, nog 7000 (d.i. zeer velen ; zie kantt) overgebleven waren die de knie voor Baal niet gebogen hadden.
Helaas geen directe reactie op het door mij genoemde punt
Wilhelm: 3. Je verwijt iedereen te dwalen en sluit hoegenaamd geen dienstknecht Gods en geen kerkverband uit. Ik zal niet zeggen dat je op alle punten ongelijk hebt. Alleen hoe behoort onze houding daaronder te zijn ? Een Anna en Simeon bleven de tempel bezoeken, de Heere heeft ons gegeven dat de kerken nog open mogen zijn, en als we dan aan Gods eis geen boodschap hebben door te breken met alle kerken , vraag ik me in alle oprechtheid af wat we nog voor recht van spreken hebben.
DWW: Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele, 1 Kor. 13:9. Dit geldt ook mij, Wilhelm. Maar we moeten toch echt feitelijk vaststellen dat wij allen, ook ik, zeer ver zijn afgeweken van de zuivere leer der apostelen en die van de Reformatie. Weet je hoe we het beste op kunnen merken dat Gods Geest verre van ons is geweken, Wilhelm? Om de eenvoudige reden dat er (bijna) geen zielen meer tot bekering worden gebracht. Dit moet je met me eens zijn. Het is daarom een vaststaand feit dat waar de zuivere leer verwaterd, de werkingen van Gods Geest gaan wijken. Om dit bemerken behoeven we geen 6 jaar theologie gestudeerd te hebben. De leer van de rechtvaardiging van de goddeloze, naar Rom. 4:5, Rom. 5:6, is langzaam maar zeker verdraaid geworden, in de leer van de rechtvaardiging van de wedergeboren zondaar. En hier zijn wij allen debet aan, niet allen de kerken van de afscheiding, Wilhelm. Maar wie wil hier nu voor buigen, wie draagt hier nu gedurig smart over in zijn binnenste. Je mag best van me weten dat ik hier dagelijks smart van omdraag, Wilhelm. Want, ook ik heb gedurende 18 jaar aan deze dwalingen meegedaan, zij het onwetend. Maar, dat maakt er de schuld niet minder om. Ik heb werkelijk een half jaar m’n werk niet naar behoren kunnen doen, vanwege wat God me hierin geestelijk liet zien. Denk niet, en zeg ook niet, dat ik hiermee een bijzonder iemand ben geworden. Maar, het moet je van Godswege maar op je schouders gelegd zijn geworden. Wat kan een mens dan anders, dan wenen, en anderen uit liefde trachten te waarschuwen. Al wordt het helaas niet immer met liefde ontvangen. Dat blijkt namelijk uit sommige antwoorden die ze me hatelijk toebijten.
Natuurlijk mogen we deze vraag stellen, maar het is voor ons uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk, om dan een oordeel daarover te vellen. Pas nog een stukje geciteerd van Spurgeon, die ging daar op een heel pastorale toon mee om , niet de weg als eerste ijkpunt, maar de vruchten, wat zich uit in de liefde van het hart tot Jezus Christus de gekruiste.
Wilhelm: 4. De beleving van het recht stel jij hoger dan het geloof in Jezus Christus.
DWW: Ik stel Christus ook boven alles…!! Maar, ik waarschuw alleen voor een ingebeelde aangenomen Jezus buiten Gods heilige recht om. Voorheen stelde ik daarom nog weleens deze vraag, die vroeger de oudjes elkander ook menigmaal stelden: “Hoe, en in welke weg is Jezus uw Deel geworden…?” Mogen wij elkander deze vraag ook weleens stellen, of krijgen we dan meteen de stenen naar ons hoofd geworpen, gelijk Stefanus in Hand. 7:51-58?
Daarnaast is het toch wel vreemd dat er velen op dit forum jou dan verkeerd begrijpen, de overheersende gedachte is dat jij de beleving van het recht Gods als grond hoger stelt dan het geloof in Jezus. Probeer daar dan wat aan te doen.
“Dit slaat wel ergens op” ??, Het is in ieder geval de boodschap , misschien onbedoeld (ik hoop het) die velen in jou bijdragen lezen.
Wilhelm: Hiermee treedt je ook weer terug in het werkverbond. De gronden die jij eist liggen in de mens door ongeloof, en niet in het naakte geloof van een ontledigde zondaar die het allemaal niet meer weet maar door het geloof op Christus mag zien.
DWW: Dit slaat echt nergens op. Ik eis niets, en stel geen enkele voorwaarde. Ik schrijf hetgeen Gods Woord ons leert, wat jij naar mijn bescheiden mening maar slecht kan verdragen. Het feit dat jij stelt dat ik met hetgeen ik voor voren breng, mensen aan het werk wil zetten, is klinkklare onzin. Hoe wil jij, of hoe kan ik de barensweeën in iemands hart oproepen? Ik heb alleen gezegd, dat het buiten deze geestelijke barensweeën niet kan geschieden. Het Kindeke Jezus kan daarom alleen maar door deze barensweeën in het hart van de zondaar geboren worden, Gal. 2:19-20, Rom. 6:5-8, Rom. 7:1-6.
“Terug zien in je leven , ken ik de beleving van het recht”, dat is jou doorgaande boodschap, en met die boodschap zet je juist de kleingelovigen weer in het werkhuis.
Ik heb nooit ontkent dat er geen algemene werkingen kunnen zijn. Hoe vaak kan dat ook de vertwijfeling niet zijn : “Ben ik het Heere ? “ Maar ook Gods volk leert deze vraag stellen , en daar ging het mij in deze om. Ook ben ik nooit onduidelijk geweest, dat ik ook geloof , dat in alle voorbereidende werkingen , of deze zaligmakend zijn of niet, God weet dat, we nooit de handen op mogen leggen, maar dat we heen moeten wijzen naar de Verhoogde Middelaar om daar de rust voor de ziel door het geloof te mogen ontvangen.Wilhelm: Toch geloof ik dat als God de mens bearbeidt, het niets anders wordt dan : Heere Uw wil geschiedde, wat voor weg het ook moet zijn.
DWW: Hierbij moeten we wel onderscheid maken, met gemene werkingen en bijzondere genadewerkingen, Wilhelm. Denk eens aan Demas, of aan Judas. Dat hadden Paulus en de elf discipelen zich niet in kunnen denken. Was koning Saul ook niet onder de profeten gerekend? De Heere heeft menigmaal tot hem willen spreken, tot het moment dat God kwam te zwijgen, en Saul zijn raad en hulp bij die tovenares in Endor ging zoeken. Daarom, gaat het nauw uit, Wilhelm. Velen zeggen zo gemoedelijk in onze dagen, dat alwaar een ziel de schuld thuis heeft gekregen, de Heere dit werk ook zal voleindigen. Waar staat dit in de Bijbel? Kende Judas dan geen schuld, en Kaïn? Had Orpa dan geen tranen, en heeft Saul dan niet achter de vaten verstoken gelegen? Nee Wilhelm, in Filipenzen 1 vers 6, lezen we daarom het volgende : “vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus” - lees de kanttekeningen daar ook eens bij. Het ‘goede werk’ ziet hierom op het zaligmakende geloof in de Heere Jezus Christus, hetwelk de zondaar alleen deelachtig is geworden nadat hij zich geheel verloren voor God heeft leren kennen, Matth. 18:11. De persoonlijk kennis aan Christus Jezus en Dien gekruisigd, en daarmede en bewuste kennis van schuldvergeving is daarom het begin en het Einde. Het gaat om de kennis van het gestreken Bloed aan de deurposten van ons hart, Wilhelm. Het geestelijke beeld van Exodus 12:13-14. En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbij gaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal. En deze dag zal ulieden wezen ter gedachtenis, en gij zult hem den HEERE tot een feest vieren; gij zult hem vieren onder uw geslachten tot een eeuwige inzetting. Met minder kan het niet, en met meer hoeft niet.
Wilhelm: En dan is het vaak in het leven dat we het moeten belijden : Heere verheerlijk Uw naam in mn leven , en laat mij deze vruchten des Geestes dragen , want in mezelf is alles te kort, alles te kort. Ken jij dat ook ?
DWW : Heere, bekeer mij, zo zal ik bekeerd zijn…, is dagelijks mij bede, Wilhelm. Ik kan niet wezen die ik moet zijn, en draag daar bij tijden een hartelijke smart over, maar mag wel weten dat Hij het voor mij geworden is, Wilhelm. Wees Gode in alle dingen hartelijk bevolen, en laten we voor elkander gedurig blijven zuchten en bidden. Gods zegen!
Wederkerig ook Gods zegen toegewenst, en idd wat is het nodig om elkaar voor Gods aangezicht te brengen, wie we dan ook zijn. Al ons geredeneer en getheologiseer kan zo snel verzanden in eigen eer of eigen gelijk. Laten we daar voor waken. Maar dat we die les voor het eerst maar ook steeds weer opnieuw leren om onze Meester na te volgen die wilde dienen als een slaaf, en de voeten van zijn discipelen wilde wassen. Die navolging, wil ik niet naar mijn vleselijke natuur, maar is in het genade leven toch de beste plaats. En danis het heel gemakkelijk om onder een ander te staan, niet vanuit onszelf, maar vanuit Die Ander.
Ik hoop op je begrip , maar ik kan verder op een eventuele reactie (voorlopig) niet meer reageren.