Stttt, nu verklap je het antwoord al in een paar regelsGeka schreef:Maar wat wil je nu precies duidelijk maken met je postings, Memento?
Ze wekken bij mij de indruk dat Steenblok - volgens jou - in feite niets anders deed dan denken vanuit 1931, zij het dat hij de lijnen nog wat verder door trekt. Maar dat is naar mijn mening niet juist. Juist in de 6e leeruitspraak van 1931 wordt nadrukkelijk gesproken over de ernstige aanbieding van Christus en de verbondsweldaden in het evangelie. Die formulering geeft op zich alle ruimte om Christus in de beloften aan te bieden aan alle hoorders van het evangelie. Ds. Harinck heeft daar verschillende jaren geleden eens een artikel in het RD over geschreven. Hij sprak overigens niet over consequent zijn, maar over een 'gelukkige inconsequentie' tussen de eerste en zesde leeruitspraak.
Dat vervolgens Steenblok 1931 interpreteert als zou er bedoeld zijn dat dit aanbod alleen tot degenen komt die van zonde overtuigd zijn, en daarmee de kentekenen van de wedergeboorte (uitverkiezing) vertonen zal juist zijn; maar dat is niet wat 1931 werkelijk zegt.
Dat de GG - na 1950 - de uitspraken van 1931 interpreteren alsof die aanbieding alleen maar de beloften van het evangelie zou gelden (die dan weer te onderscheiden zijn van de verbondsbeloften die wel alleen voor de uitverkorenen zijn), is ook zo; maar ook dat is niet wat 1931 werkelijk zegt.
Kortom; 1931 is niets meer of minder dan een keus voor een bepaalde legitieme verbondstraditie na de Reformatie, waarbij niet alleen de namen van Smytegeld en Comrie, maar ook namen als Olevianus, Boston en de Erskines genoemd kunnen worden. En ook iemand als R. Kok moet hierbij genoemd worden...
De hele theologie van Steenblok heeft m.i. weinig van doen met 1931. Steenblok kwam ook pas in 1944 de GG binnen, dus was ook helemaal niet rechtstreeks betrokken bij de verbondsdiscussie tussen CGK/GG, die de oorzaak was van 1931.

Klopt. Welke verbondsvisie iemand aanhangt vindt ik eigenlijk ook niet zo heel relevant, maar meer: blijft het op deze manier dicht bij de Schrift.Ik ben het wel met je eens dat het hele probleem ligt in het logisch denken en conclusies willen trekken. In heel veel gevallen voert dat af van de Schrift. Maar laten we ook bedenken dat er, bij elke verbondsvisie, mogelijkheden zijn om door consequent te redeneren van het pad van de Schrift af te gaan. Inderdaad, het moet ons gaan om Bijbelse theologie.
Steenblok redeneerde:Afgewezen schreef:Wat is er dan zo inconsequent?Geka schreef: Ds. Harinck heeft daar verschillende jaren geleden eens een artikel in het RD over geschreven. Hij sprak overigens niet over consequent zijn, maar over een 'gelukkige inconsequentie' tussen de eerste en zesde leeruitspraak.
* Kennelijk moet ik met een probleem zitten, dat jij en memento zien, maar dat ik niet zie. Nu moet ik van memento gaan verdedigen waarom dat probleem niet bestaat, maar ik weet niet eens welk probleem dat zou moeten zijn.
1. Het verbond is alleen opgericht met de uitvekorenen
2. God liegt niet
3. De beloften van het verbond kunnen alleen welgemeend tot de uitverkorenen (= de ontdekte zondaar bij Steenblok) komen, want alleen die zijn werkelijk in het verbond, dus alleen die kan God welgemeend Zijn beloften aanbieden.