ejvl schreef:-DIA- schreef:
ANTWOORD OVER ZONDAG ZEVEN. Ja dat is ook zo, misschien had ik het wat ongelukkig uitgedrukt,
maar dat bedoelde ik ook te zeggen. Een andere zaak is om het met bewustheid
van geloof toe te mogen eigenen, en dat zien we in Zondag 23 toch? De bate des geloofs.
Bedankt DIA.
Zou je ook uit kunnen leggen wat er bedoeld word met bewustheid toe te mogen eigenen?
Je zegt in het begin (zondag 7) heeft de zondaar alles in Christus, en aangaande de oefeningen ben ik het met je eens, zondag 8-23 worden ze heel mooi beschreven, wat of hoeveel of in welke volgorde laat ik even in het midden.
Maar wat word er dan bedoeld met bewustheid, is het anders onbewust of minder bewust, of een klein beetje?
Ik doelde op de volle bewustheid, (zondag 23) maar dat komt in onze tijd erg weinig
meer voor.
Toch zijn die er nog, en zelf heb ik het grote voorrecht iemand te kennen die dit mag
kennen. Hij is van boven geleerd en door God Zelf bevestigd.
Tussenstappen tussen zondag 7 en 23 zijn zover ik het kan zien moeilijk aan te geven.
Er is wel een vorderdering, en daarvan las ik het volgende in een oude Saambinder.
Er staat geen naam onder, maar omdat in die tijd ds. Kersten de hoofdredacteur was
neem ik even aan dat hij de schrijver is. Ik vond het zelf wel treffend verwoord. Ik citeer
een klein gedeelte uit dat artikel. Het is trouwens na te lezen op Digibron.
Citaat uit de Saambinder 10 november 1927:
(ik heb de oude spelling wat aangepast, de inhoud en de woorden zijn dezelfde)
Te onderscheiden zij wat God werkt in Zijn uitverkorenen van de bewustheid en de zekerheid
des geloofs.
Een pasgeboren kind is erfgenaam, zowel als de oudste zoon des huizes;
doch al erfde die pasgeborene miljoenen, hij is het zich niet bewust. Hij wordt ook onder
voogden en verzorgers gesteld. Zo is elk wedergeborene een erfgenaam Gods en een
mede-erfgenaam van Christus.
Maar hoe velen van Gods kinderen verkeren te dien opzichte in groote donkerheid en twijfel.
Welnu het behaagt de Heere hen een weg te leiden, waarin hun geloof wordt gesterkt; de
kennis groeit; het betrouwen wordt gesterkt. Hij wil hen zelf bevestigen; hen overreden dat
zij deel aan Christus hebben en aan de verzoening in Zijn bloed; dat hun namen zijn geschreven
in het boek des levens; dat zij uit Hem geboren zijn.
Niet ten opzichte van het absolute werk Gods nu, maar wel in betrekking het geloofsleven van
het volk is er sprake bij onze Godgeleerden van het dragen van verborgen leven dat eerst
later tot vol aanzijn komt.
Zo spreekt Comrie van de wedergeboorte in ruimere zin als betekenend niet alleen de
levendmaking van de zondaar, maar ook het herstellen van Gods beeld in hem en de volmaking
van het werk Gods in de ziel in welk opzicht het in zich insluit geloof,
bekering en alle andere genades van de Heilige Geest die uit deze bron vloeien.
Doch dat doet niets af, rog eens, van het feit dat de wedergeboorte, de overgang uit de
duisternis tot Gods wonderbaar licht, geen voorbereiding kent. Wij zijn dood of levend;
duisternis of licht; wedergeboren of niet wedergeboren; een van de twee.
En tot die levendmaking; tot die wedergeboorte kunnen wij niets toedragen.
Zij is het absolute werk van God in Zijn volk. Ik besluit met Comrie's woorden:
Houdt in
gedachten dat de wedergeboorte een onmiddellijk werk is van de Heilige Geest.