Luther schreef:Ik kan me overigens vinden in de omschrijving van ds. De Jong. Het is daarin nodig dat dit persoonlijk wordt door het werk van de Heilige Geest, zodat het ook inderdaad een persoonlijke relatie WORDT als de zondaar tot geloof komt. Aan Gods zijde verandert er echter wat de beloften betreft niets. Dat is mijn punt steeds geweest.
Dan hebben we in elk geval één gemeenschappelijk uitgangspunt.

Ik kan me in de beschrijving van drs. De Jong namelijk ook vinden, met exact dezelfde toevoeging als jij geeft: dat het tot een PERSOONLIJKE relatie met God moet komen. Dat er aan Gods zijde wat de beloften betreft, niets verandert, onderschrijf ik ook ten volle.
Mijn punt in deze discussie is echter dat er in die verbondsruimte geen ander Evangelie klinkt dan daarbuiten. Want de prediking van het Evangelie
is de bediening van het verbond.
Luther schreef:Jij vereenzelvigt het verbond met de verkiezing. Op dat moment heeft verbond pas waarde als je zeker bent van de verkiezing. Zo komt het verbond niet tot ons. Of alleen dan in de zin zoals Calvijn dat zei: een eerste verkiezing.
Je kunt het verbond op verschillende manieren opvatten, en ik als ik wel heb, deed Calvijn dat ook. Zie je het verbond als het toegezegde heil of zie je het als de gemeenschap met God? Het eerste is nodig om tot het tweede te komen. Maar jij (en bijv. ook Geka) stelt er in feite nog iets tussenin: een situatie waarin je al een verbondsrelatie met God hebt, zonder dat je het toegezegde heil in geloof hebt aangenomen. Maar wat die relatie dan inhoudt, kun je eigenlijk niet goed onder woorden brengen.
Luther schreef:Ik meen dat TSD het ergens heeft gezegd: Het verbond had een nationaal karakter: Israël. Dat is blijven bestaan en uitgebreid naar de christelijke gemeente. (En niet naar de gehele wereld, zoals jij stelt. Die stellingname veronderstelt dat de relatie tussen de Heere en de gehele wereld op dit moment hetzelfde is als de relatie tussen de Heere en Israël vóór Pinksteren.)
Nu wordt het weer ingewikkeld. Ik volsta met een paar opmerkingen:
1. Het nationale karakter van het verbond is niet blijven bestaan, en slechts uitgebreid naar de christeljke gemeente. De gemeente van het nieuwe verbond bestaat uit geroepenen
uit Israël én
uit de heidenen (Rom. 1:7; 9:24). Dus in zekere zin een nieuwe situatie (het zou Gian plezier doen wanneer hij dit las).
2. De verkondiging aan Israël én aan de heidenen heeft dezelfde inhoud:
het heil in Christus.
3. Degenen die deze boodschap in geloof aanvaard hebben, vormen met elkaar de gemeente. Dat is
het 'nieuwe' Israël, het Israël Gods (Gal. 6:16) (hier zal Gian het niet mee eens zijn).