DJK schreef:Aan Ariene,
Zou jij je vraag aan mij nog eens kort én bondig willen stellen.
Mag ik even lachen?
DJK schreef:
Ik had antwoorden gegeven, die gedeeltijd weggemodereerd zijn geworden. Vandaar dat ik het verband van je vraagstelling even kwijt ben...
Met vriendelijke groet,
DJK
Er zijn geen antwoorden weg gehaald.
Enkel onzinnige opmerkingen.
Maar goed, het begon zó
DJK schreef:Dat is nu de verborgenheid en de gave der godzaligheid, om tussen de regels van dat Goddelijke Woord door te mogen lezen, en op te mogen merken hetgeen de H.Geest Zijn volk hiermede te zeggen heeft, en hiermede dus Schrift met Schrift te gaan verklaren, die Hij schenkt om Zich hiermede aan Zijn kinderen te openbaren, Wilma...
Wim schreef:Gravo had dus gelijk. Deze gedachte leidt onherroepelijk tot ketterijen.
Jij reageerde als volgt
DJK schreef:Efeze 4 : 1-7
Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;
Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde;
U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
Eén Lichaam is het, en één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot een hoop uwer roeping;
Eén Heere, één geloof, één doop,
Eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u allen.
Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus.
Blijkbaar om aan te geven dat jij deze genade gaven bezit en daarom
tussen de regels door kan lezen.
Ik geef daarna d.m.v. uitleggingen aan wat de betekenis is van deze teksten
Efeze 4 : 1
Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende elkander in liefde;
De apostel breidt het woord: "wandel waardig van de roeping, waarmee u geroepen bent," op die manier uit, dat zij met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid moeten wandelen; zij moeten onder elkaar bewijzen, dat zij wel weten, hoe zij datgene zijn geworden wat zij zijn en wat zij nog zouden zijn, als zij dit niet waren geworden.
Door ootmoedigheid, die zich beneden anderen plaatst, in plaats van zich boven hen te verheffen en door zachtmoedigheid of goedaardigheid, die graag aan een ander geeft en hem dient, in plaats van aanspraken te maken of te doen gelden tegenover hem, moeten zij dit betonen. Zij tonen dat verder door geduld of lankmoedigheid, want in lankmoedigheid heeft God ze gedragen, toen zij op zichzelf voorwerpen waren van Zijn toorn (Hoofdst. 2:3 <#Eph 2.3>). Evenals ootmoedigheid en zachtmoedigheid, zo zijn geduld en verdraagzaamheid verwante begrippen. Aan het "met lankmoedigheid," dat daarom geschikt een bijzondere plaats kon innemen achter het "met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid," omdat lankmoedigheid degenen aangaat, die ons door hun gedrag recht zouden geven ons tegenover hen te plaatsen, sluit zich zo aan het "verdragend elkaar in liefde". Hierbij is op te merken, dat volgens de mening van de apostel het verdragen van een ander op zichzelf niet reeds een betoning is van Christelijke gezindheid, maar pas dan als zij in liefde geschiedt. (V. HOFMANN).
U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
Kanttekeningen:
7) des Geestes
Dat is, de geestelijke enigheid met al de leden der gemeente van Christus, hetzij uit Joden, hetzij uit heidenen, welke Christus’ lichaam is, waarvan de Heilige Geest de band en samenvoeger is, gelijk in {#Efe 4:4} verklaard wordt.
Dächsel:
3.
Tegenover het dreigend gevaar van scheuring moet u waken, u benaarstigend te behouden de enigheid van de Geest door de band van de vrede, daardoor dat u de band van de vrede, die u moet omgeven, niet laat verscheuren, maar die weer vast aantrekt, waar die losser dreigt te worden.
Henry:
II. De aard van de enigheid, welke de apostel voorschrijft, is de enigheid des Geestes, vers 3 {#Eph 4.3}. De zetel van de Christelijke enigheid is het hart of de geest; zij ligt niet in eenvormigheid van denkwijze, niet in eenheid van Godsverering; maar in het één-hart- en-éénziel-zijn. Deze enigheid van hart en genegenheid mag genoemd worden van den Geest te zijn; zij wordt door Hem bewerkt, zij is een van de vruchten des Geestes. Die moeten wij trachten te behouden. Zich benaarstigen is een recht-bijbelse uitdrukking. Wij moeten ons uiterste best doen. Indien anderen met ons twisten willen, moeten wij alle zorg dragen dat wij niet met hen twisten. Indien anderen ons verachten en haten, moeten wij hen niet verachten en haten. Door den band des vredes. Vrede is een band, die de mensen verenigt en maakt dat zij vriendelijk met elkaar omgaan. Een vredelievende gezindheid en gedrag verbindt de Christenen met elkaar, terwijl tweedracht en twist hun harten en genegenheden ontbinden en scheiden.
Veel zwakke twijgen worden door samenbinding sterk. De band des vredes is de kracht der gemeenschap. Het laat zich wel niet verwachten, dat alle goede mensen, of alle leden van een gezelschap, in alle dingen dezelfde lengte zullen hebben, allen de- zelfde gevoelens of hetzelfde oordeel, maar desniettegenstaande maakt de band des vredes hen allen één. Een bundel roeden kan van verschillende lengte en kracht zijn; toch zijn zij samen sterker dan de dikste, langste en sterkste op zichzelf.
Efeze 4 : 7
Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus.
Petrus Canisius
l Ook het verschil van genadegaven mag geen aanleiding tot verdeeldheid zijn. Over deze bijzondere genadegaven en haar doel, zie #1Co 12$ 13$ 14$. Paulus stelt hier drie punten vast: Het is Jesus zelf, die de genadegaven uitdeelt, niet naar onze verdiensten, maar uit vrije beschikking. -
Hij deelt ze uit met het bijzonder doel, om er nut mee te stichten voor het éne Lichaam van Christus, de Kerk. - Ze moeten ons juist in de eenheid van geloof bewaren, en ze zullen dit doen, als iedereen zijn taak volbrengt, die God hem heeft opgelegd.
Voorhoeve:
’ Maar aan ieder van ons in de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus’ (vs. 7). Christus zelf is de bron van de bediening, en dat niet Christus, zoals Hij hier op aarde wandelde, maar Christus verheerlijkt ter rechterhand Gods. ’ Daarom zegt Hij: ‘Opgevaren zijnde in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen en de mensen gaven gegeven’ (vs. 8). Nadat Christus de duivel, de zonde en alles overwonnen had, is Hij opgevaren in de hemel, en heeft van daar, als het verheerlijkte Hoofd van de Gemeente, de mensen gaven gegeven. Degene nu, die opgevaren is, is dezelfde die eerst in de nederige delen van de aarde is nedergedaald. Hij heeft eerst de hemel verlaten, om op deze aarde te wonen, en is, nadat Hij het werk van de verlossing volbracht had, opgevaren ten hemel, en heeft daarna aan zijn Gemeente gaven gegeven. De verheerlijkte Christus is dus de bron van de bediening. Hij is het, die de gaven geeft. In de eersten brief aan de Korinthiërs wordt de Heilige Geest de uitdeler van de gaven genoemd. Schijnbaar moge dit in strijd zijn met hetgeen hier gezegd wordt, doch bij enig nadenken zal men ontdekken, dat alles in volkomen overeenstemming is, daar Christus door de Heilige Geest de gaven uitdeelt. De Heilige Geest, wonende in de Gemeente op aarde, kan dus als de gever van de gaven worden voorgesteld, terwijl Christus als het Hoofd van de Gemeente altijd degene blijft, die door de Geest de gaven meedeelt. Evenwel is er dit onderscheid tussen deze brief en die aan de [p58] Korinthiërs, dat in de laatste ook het verrichten van wonderen en het spreken in vreemde talen worden vermeld als de openbaring van de Geest, terwijl hier alleen van die gaven wordt gesproken, die tot vorming en opbouw van de Gemeente noodzakelijk zijn, en meer rechtstreeks met Christus in verband staan.
Aantekeningen bij de WV:
Bedoeld is de rijke verscheidenheid van de afzonderlijke charisma’s {v. #Efe 4:11; Zie WV95AANT "1Co 12:1"}, die alle worden gegeven door de verheerlijkte Christus {#Efe 4:8-11; vrije parafrase van #Ps 68:18,19} en alle moeten dienen voor het nut van de hele gemeenschap {#Efe 4:11 v}; een soortgelijke uiteenzetting is te vinden in #1Co 12:1-11.
En dit was mijn uiteindelijke vraag:
DJK,
Ik heb je al eens gevraagd of je je ook laat corrigeren.
Alle postings die niet bij jou aansluiten negeer je.
Reageer nu eens op de uitleggingen van de door jou gequote tekst.
Maar blijkbaar was hij niet beknopt genoeg, dus vandaar een wat beknoptere versie d.m.v. deze posting
Bijna nog wat vergeten.
je reageerde wél en wel zo
DJK schreef:Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.(Rom.8:14)
....is hier heel opmerkelijk van toepassing. Leg het naast die gequote tekst van Efeze neer, en naast mijn uitleg over het gezaaide zaad van Naomi, middels haar getuigenis, in de harten van haar twee schoondochters.
Maar dat is m.i. geen reactie op de verklaringen van Efeze.
Ik reageerde daarom zo:
Ariene schreef:Volgens mij wijk je nu af.
De tekst uit Efeze was jou antwoord op bovenstaande vragen. Met name de dikgedrukte letters.
Jij wil daarin benadrukken dat jou de gave van van Gods geest gegeven is om tussen de regels door te lezen.
(Allereerst denk ik dat we de gave krijgen om te begrijpen wat er staat, maar dat terzijde)
In de verklaringen van die teksten lees ik juist dat overal benadrukt wordt dat de Heere de gave van de Geest bedoeld ter opbouw van
de gemeente en tot samenbinding van Zijn kerk, eenheid van het geloof enz.
Lees het nog maar eens goed, en overdenk het nogmaals.
Want de tekst uit Rom 8 raakt hier kant nog wal.
zonder de leiding van Gods Geest zal niemand een kind van God kunnen zijn
Nu dan nogmaals een beknopte vraag?
Loopt Efeze synchroon met jou leven?