Wauwie schreef:Op een paar opmerkingen van je wil ik toch nog even terugkomen. Ik vermoed dat we niet alleen van standpunt maar ook van inzicht in de feiten verschillen. Dat de behoudende groep een meerderheid was tot kort voor de scheuring, is een verschil van standpunt. Maar dat een plaatselijke (wijk)gemeente in de NHK een besluit van hogerhand kon negeren, is een misvatting. In een aantal gevallen waren uitzonderingen mogelijk, maar niet in alle gevallen. Bij de openstelling van de ambten voor vrouwen is aangegeven dat hierbij geen verplichting naar de gemeenten toe gesteld werd. Maar bij ambtsdragers-verkiezingen mochten vrouwen wel stemmen, de mogelijkheid om vrouwen te weigeren was hierbij afwezig en heeft wel eens voor problemen gezorgd. Of neem het beëindigen de zilveren koorde of de keuze van de beheersvorm: daarop waren geen uitzonderingen mogelijk. De lijn die je aanhaalt, is geen oude lijn, het was een lijn niet als dusdanig in de NHK aanwezig was! Lokaal was er geen mogelijkheid om te stellen dat de herderlijke brieven voor deze gemeente niet geldig waren, terwijl er in de keuze voor de formulieren van de sacramenten wel een vrijheid was en heel nadrukkelijk: is. Bij de gereformeerde kerkgenootschappen die ons land kent is het mogelijk een synode-besluit te negeren, in de regel is het resultaat dat je dan buiten het kerkverband staat. Op dat punt is de structuur van de NHK wezenlijk anders, dat is iets wat nogal eens vergeten wordt.
De kerkorde van 1951 liet die ruimte, waarvan jij beweerd dat die er niet was, wel open. IK denk trouwens dat die ruimte er express in gelaten is, anders had dit veel eerder problemen opgeleverd. Ik noemde het voorbeeld van de herderlijke brieven, waarvan de kerkorde van 1951 niet expliciet stelt dat ze 'belijdend' van aard zijn, maar slechts dat de kerk daarmee belijdt dat Jezus Heer is. Hoe je het ook wendt of keert, dat die lezing van betreffend artikel mogelijk is, valt niet te ontkennen.
Mijn stelling is en blijft dus: In de kerkorde van 1951 was voldoende ruimte (zij het tussen de regels door) om exclusief gereformeerd te zijn, een ruimte die de kerkorde van de PKN niet meer laat.
De bandbreedte van het gereformeerd belijden en het officiële belijden: Aan de huidige kerkorde is de Catechismus van Luther en de Augsburgse Confessie toegevoegd. En daar zijn ook historische gronden voor, deze belijdenissen werden door velen gehanteerd toen de andere nog niet ontstaan waren. En voor de goede orde moet daarbij gezegd worden dat de Leuenberger Konkordie geen belijdenis is, zo niet gelezen dient te worden en ook niet als zodanig in de kerkorde is opgenomen. Het spreken over een veranderde grondslag is nogal zwaar aan gezet. Maar waarom wordt er pas de laatste 15 jaar zo negatief over de Leuenberger geschreven? Heeft het niet allemaal te maken met de kerkpolitiek die de agenda's regeerde? Waarom zijn er de laatste zes à zeven jaar zulke verhalen verteld over de fusie-kerk die niet op waarheid berustten? Onze gemeente is mede door een aantal indianenverhalen van buiten af, gescheurd. Vooraf is onder andere het verhaal verteld dat kinderen aan het avondmaal toe gelaten moesten worden en dat er een verplichting zou zijn om samen te gaan met de plaatselijke Gereformeerde Kerk. Achteraf is er toch een vrij grote groep die er openlijk voor uitkomt dat er geen aanleiding voor de scheuring was, een deel van de groep kerkt ondertussen elders, uit onvrede met de instroom van rechts.
De Leuenberger is, vanuit gereformeerd oogpunt gezien, een onding. Daar heb je geen indianenverhalen voor nodig. Waarom er pas de laatste 15 jaren aandacht aan gegeven wordt is simpel: Slechts toen kwamen de plannen om het op te nemen in de kerkorde. De functie die het nu heeft in de kerkorde van de PKN is toch als "leeswijzer" voor de belijdenisgeschriften. Inhoudelijk laat het geen spaan van de Dordtse Leerregels over, en moet de helft van de NGB en HC het ontgelden. Dat is nogal wat om je over op te winden, als van bovenaf gezegd wordt dat dat de waarheid is waarvolgens men de kerk wil inrichten.
En hoe dan te staan binnen de PKN? Als je dezelfde scriba in de NHK gevraagd zou hebben naar de vrijheid, zou er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid hetzelfde antwoord gekomen zijn. Als je meent dat de PKN een on-kerk is, zoals gesteld door een groep bezwaarden, hoe is het dan wel mogelijk geweest van de NHK lid te zijn? En waarom was ik lid van de NHK en ben ik nog altijd lid van de PKN? Ik ben er gedoopt, opgegroeid, ik heb er belijdenis gedaan. En ik heb gezien dat lang niet alles de toets der kritiek kan weerstaan. In de kerkgeschiedenis zijn diverse gebeurtenissen geweest die later aangeduid zijn als 'De reformatie der kerk', bijv. de Vrijmaking. Dit is mijn beleving onbegrijpelijk. Ik lees in de bijbel over de profeten die het volk wijzen op de zonden, maar ook op een terugkeer naar Gods woord, wat heilzaam is. De kerk wordt gereformeerd door een teruggang naar Gods woord, niet door scheuringen en polemieken.
Dat ben ik met je eens. Alleen, ik acht het dat de PKN een nieuwe kerk is. En dat dus degenen die meegegaan zijn met de PKN, de NHK verlaten hebben. Hierover kunnen we jarenlang aan het discussieren blijven, maar daar komen we niet uit. Het enige wat we kunnen doen is vaststellen dat die 2 visies er zijn, en dat ze beiden argumenten hebben.
Wat betreft je ps: Het is beter om de rechtszaken te stoppen, het doorprocederen zal de uitslag m.i. niet veranderen. Het is namelijk zo dat de rechter ook niet inhoudelijk kan beoordelen omdat de kerkorde op dat punt helder is (en niet in strijd is met het burgerlijk wetboek). Vanuit de HHK is de opmerking gemaakt over de marginale toetsing van de rechter. Daar moet toch de kanttekening gemaakt worden dat er door de HHK ook een marginale onderbouwing is op welke grond de kerkorde1951 toestaat dat gemeenten zich aan het verband onttrekken. En dat is waar het om gaat, want de kerk wordt geregeerd door haar eigen statuut.
De HHK vind ook niet dat zij zich aan het kerkverband hebben ontrokken, maar zij vinden dat zij niet in de fusie zijn
meegegaan. De grond om over de PKN te spreken als
nieuwe kerk ligt begrepen in het feit dat het confessioneel een andere kerk is.
Ik zie alleen geen heil in door-procederen, omdat de rechter gehouden is aan de juridische wetten, die een kerkgenootschap zien als een vereniging, en daarom per definitie de beslissing van de meerderheid volgt, ongeacht wat die beslissing inhoudt, mits deze maar volgens eigen regelement (lees: kerkorde) tot stand is gekomen. Heel extreem: Wanneer de meerderheid van een kerk zou besluiten Satan te gaan aanbidden ipv God, is zij, juridisch gezien, nog steeds een voortzetting van die kerk.
Ik hecht daarom geen waarde aan hoe de Nederlandse wet omgaat met de voortzettings-vraag. Ik zelf hou het bij de klassiek-gereformeerde opvatting, dat een kerk bestaat uit haar belijden. Het gaat in de kerk immers om wat men gelooft, niet om het instituut an sich. Deze visie sluit niet alleen deuren naar een fusie waarbij dwalend belijdend spreken wordt ingevoerd, maar opent ook deuren naar erkenning van anderen die een gelijk belijden hebben (ik denk hierbij niet alleen aan de kerken die de 3FvE onderschrijven, maar (internationaal) ook hen die de Westminster oid kennen).