Erasmiaan schreef:Zo kan het in de heilstoepassing ook gaan dat men alles in Christus ziet liggen. Dat er wel eens wat gezien wordt van die gezegende persoon. Want God is geen God van uiterste duisternis. Maar dan moet er toch ook nog afgestorven worden aan alles waar ze hun hoop op hadden gesteld: het gaat door de dood naar het leven! En van dat leven zijn de discipelen een voorbeeld dat God in Zijn ondoorgrondelijke wijsheid als een blauwdruk zo in de Bijbel heeft opgenomen.
We komen op een aloud probleem. De ene denkt vanuit een vergeestelijkte heilsgeschiedenis als vaststaande heilsorde, de ander leest Gods Woord als levendmakend getuigenis waarbij vergeestelijken betrekking heeft op het leven zelf en niet op de levendmaking. Oftewel, tot bewust geloof komen en alles wat daaraan vooraf gaat reeds genade noemen óf uit genade leven in de zekerheid het geloof. Ik schaar mezelf onder de volgelingen van het gedachtengoed van die predikant uit mijn kerkverband die nadrukkelijk de heilsgeschiedenis als heilsorde afwijst. Dat bepaalt ook de verdere uitwerking van de gedachten. Overigens meen ik dat wat ik navolg direct terug te vinden is bij de oudvaders en reformatoren zonder allerlei aanvullende uitleggingen die soms van een ja een nee maken.
Enfin, hiermij mijn antwoord naar aanleiding van diverse reacties.
Het lastige is dat geen dicipel hetzelfde was. Ook anno 2008 is geen dicipel van Jezus hetzelfde. Gods Geest werkt wonderbaarlijk en onnaspeurlijk. Het gaat wel altijd op de Zaligmaker aan. Dáár komt het altijd uit in het zaligen van zondaars. En naar ik stellig overtuigd ben in een weg van sterven aan de wettische natuur. Aan een eind komen. Om vandaaruit een Zaligmaker nodig te hebben. Een zondaar leert geloven als vanzelf zoals een zuigeling als vanzelf ademt.
Een zondaar eet van genade omdat zijn vernieuwde natuur die neiging geeft. Idem zoals een zuigeling eet omdat zijn natuurlijke aanleg dit ingeeft. Het is anders omkomen. Letterlijk! Het is 2 beelden door elkaar halen om te stellen dat een zuigeling zich niet bewust is te eten en te huilen maar het ondertussen wel doet. Dit onbewuste is niet te projecteren op een gelovige die het van genade moet hebben. Geloven is geen onbewust iets maar een levendmakende natuur na het onder de wet gestorven te zijn. Een verandering die een mensenleven op de kop zet. Als dat onbewust gebeurt dan vraag ik me af wat er met bijvoorbeeld Luther aan de hand was toen hij over de aarde kroop. En wat hij 'onbewust' leerde toen hij van Rooms gereformeerd werd en de zalige ruil mocht doen. Onbewust? Onzin!!!
Of je moet willen geloven dat Luther levend gemaakt werd onder de roomse dwaalleer en door de gereformeerde leer van zuigeling een vader in de genade werd? Dat zou toch dwaas zijn, of niet?
Ebenezer Erskine schrijft hier heel leerzaam over in het boek "Zekerheid van het geloof".
Hij stelt onomwonden dateen zondaar écht weet wat geloof is. De ware Christen wéét wat hij gelooft, of beter in Wie. Van de allerkleinste in de genade af. Met vallen en opstaan, met bang zijn voor spooksels, met verloochenen als blijk van kleingeloof en wankelmoedigheid (in dit verband past dan Joh. 9:
Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven?). Wie komt hier ooit bovenuit? Welke gelovige is zijn ongeloof nou nooit moe en vreest zijn wankelmoedigheid? Welke zuigeling in de genade is ervaren in de strijd tegen de duivel en het eigen zondige vlees dat voortdurend de wettische natuur nawandelt om te God op te klimmen in plaats van te rusten op de Zaligmaker in een volhardend geloof (Erskines). Juist daarin moet de kleine in de genade leren te sterven in alles van zichzelf (lees de HC erop na, hoe langer hoe meer...).
Grote stappen en gauw thuis? Buigend in het stof maar TEGELIJK het NOCHTHANS van het geloof. Het bevrijdende evangelie dat Luther hervond: Hij mijn zonden, ik Zijn gerechtigheid! Dat is waar de gelovige, van de allerkleinste af, weet van heeft. Hoe bestreden en hoe wankelmoedig deze ook kan zijn.
Ik vrees voor die leer die het 'nochthans' wegpoetst in allerlei vrome praat en filosofische theorieën, die vooral druk zijn om redenaties kloppend te krijgen om geloof als levend en bewust buiten de deur van hun hart te houden. Een lam schop je niet tot een schaap hoor je dan. Ja dat is waar, maar ik stel dan wel dat we het niet over een lam hebben! Dat lam is nog niet eens geboren. Een lam, een zuigeling is geboren als het leeft. Een Christen leeft als hij of zij Christus kent als persoonlijke Borg en Middelaar. Alles wat hiervan afwijkt is een ijdele oppervlakkige godsdienst dat ten diepte te hoogmoedig is om van genade -dat is als een veroordeelde- te leven. Dáár zit de echte haper. Men durft de klem van wet en evangelie niet meer als een vlammend zwaard te hanteren. Nee, het moet tegenwoordig humaan, pastoraal. Weet je dat Arminius ook begon met pastorale motieven omdat de leer te zwaar was? Op dat punt komt Arminius door de achterdeur weer sluipend binnen. O die arme lammetjes. Nee, geen kleinen in de genade zonder Christus. Wel mogelijk wedergeboren als er zondaars in het stof liggen, maar Christus nog niet kennen. Maar evengoed niet. Lees Boston maar na in de Viervoudige staat bij het hoofdstuk hoe de wedergeboorte
verdorven kan worden! Ja, dát staat er! Het feit dat er
mogelijk wedergeborenen onder de ellendige zondaars zonder Christus zitten, is geen reden om ineens heel vriendelijk pastoraal te worden en ze te koesteren op de ellendige plaats waar ze dan liggen! Integendeel! Boston zet de bijl er in voor nog meer bijlslagen. Zolang Christus niet gekend wordt beukt de wet en is het de dood die overheerst. De mens moet de dood in wil het evangelie het leven zijn. Dát wordt door het pappen en nathouden van de zuigelingen filosifie die met vergeestelijken 'onderbouwd' moet worden, onmogelijk gemaakt.
Samengevat: "Heere ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp!" Dat kennen de kleinen, de lammeren in de genade allemaal! Anders kunnen we moeilijk van genade spreken. Genade is gerechtvaardigd te zijn door het geloof. Zonder te weten van geloof, is er geen genade te kennen. Zonder persoonlijk genade te kennen is het per definitie spreken over kleuren tegen een blinde. En wie bepaalt dan wat de kleuren zijn? Het is toch dwaas om hier een discussie over te moeten voeren?
En om misverstanden te voorkomen: De wedergeboorte begint ergens in het verborgen voordat de christen gelooft. Het leven vanuit God gezien ligt in de eeuwigheid waar besloten is wie gezaligd zouden worden. Wie zijn wij mensen om daarmee te rekenen en het te passen in de toepassing in de tijd? Wij krijgen leven, wedergeboorte en geloof niet op één lijn vanwege de simpele reden dat we dwaze mensen zijn die de dimensie eeuwigheid niet kennen. We zijn te dwaas om zelfs die eenvoudige les te leren. We willen toch de eewigheid als een tijdsvolgordelijke factor meenemen in onze rekensommen in de tijd. Tips: Lees Brakel over zijn begripsbepaling van Gods eigenschappen, daar waar het gaat over eeuwigheid. En lees naast Bostons Viervoudige staat ook zijn andere werken om te zien hoe Boston zijn leer toepast in de pastorale praktijk!