Ik las net deze topic eens door, en tot mijn grote verbazing zag ik dat mensen het haten Gods hier afdoen als zijnde een 'minder liefhebben'. Ooit bij stil gestaan dat de volkenmoord die God gebood rechtvaardig was, en écht niet getuigd van een 'minder liefhebben', maar een waarachtig haten? Ja, God kán, buiten Christus, niets anders dan de zondaar haten. Ja, de zondaar word niet gehaat om wat hij doet (nl. zonde als daad), maar om wat hij is (zijn ganse wezen is verdorven).
Oh, laten we niet lichtvaardig denken of spreken over de toorn van God tegen de zondaar. Als God een mens liefheeft, is dat enkel en alleen in Christus Jezus. Buiten Hem heeft God mensen niet 'minder lief', maar háát Hij hen. Een rechtvaardige haat (kanttekeningen).
Misschien is haten geen goed woord. Walgen komt denk ik dichter in de buurt. Vergelijk het met een getrouwd iemand die vreemd is gegaan. Vergelijk het met als iemand je kind verkracht. Vergelijk het met iemand die je echtgenoot vermoord. Dát gevoelt God tegen de zondaar (buiten Christus). De val van Adam was niet 'zomaar' een zonde, nee, die was een zonde tegen het wezen van God.
Maar, nu Christus is gekomen, is dat niet voorbij gegaan? Opvallend dat die text uit Romeinen precies in het NT staat. De deuren van vrije genade staan wijd open. Iedereen word hartelijk en liefelijk genodigd. Oh, en nog zijn er mensen die zichzelf verharden, en deze nodiging afslaan. Oh, zou God die mens niet haten, is Zijn toorn niet rechtvaardig over die man? Nee, roept Johannes het uit, wie niet in Hem gelooft, die is alreeds veroordeeld!
Maar, zoals al vaak gezegd, een onbekeerde heeft niets met de uitverkiezing te schaften. De enige boodschap van de uitverkiezing voor een onbekeerde is dat zaligheid nog mogelijk is, ook voor hem/haar. Maar veel meer is de uitverkiezing voor Gods kinderen. Oh, het leert hen dat zij bij Hem veilig zijn, en dat al hun zonden en ellende nooit hen voor eeuwig van hun lieve God kunnen scheiden. Ja, voor hen geld: Jacob heb ik liefgehad!
Ik denk dat met deze achtergrond Jakob en Ezau en het haten en liefhebben in ieder geval in het teken van volkeren gezien moeten worden. (Zeker met de verwijzing naar Maleachi, waar het zeker niet alleen over de persoon van Ezau gaat, maar meer over het volk dat uit hem voortkwam.)
Meeste verklaarders, onder wie ook Calvijn en kanttekeningen, hebben het over een persoonlijke verkiezing/verwerping. Past ook veel beter in de context van de Romeinenbrief.