Re: Erfschuld en erfsmet
Geplaatst: 02 jan 2013, 13:01
Nou, mijlenver... zeer dichtbij zou ik zeggen. Ik schuif Van Campen geen dingen in de schuinen; ik geef een verschil aan. Tegelijk blijkt dat hij zegt dat baby's die nog geen zonde gedaan hebben, zalig worden, omdat ze geen erfschuld hebben. En dat is wel een dwaling.Jongere schreef:En met dat laatste "enige verschil" staat van Campen opeens weer mijlenver van Pelagius vandaan.Erasmiaan schreef:Van Campen zit dicht tegen Pelagius aan, de man van het blanco blad. We hebben geen erfzonde, de mens is een blanco blad en we kunnen voor het goede en het kwade kiezen. Het enige verschil met Pelagius is dat volgens Van Campen, door de erfsmet, de mens altijd voor de zonde zal gaan kiezen.
Ik vind het geen terechte vergelijking. We moeten goed naar iemand luisteren en hem geen dingen in de schoenen schuiven die hij zelf duidelijk weerspreekt. Dat is al te makkelijk. Ik denk dat ds. van Campen terecht iets ter discussie stelt; juist omdat hij veel bijbelse gegevens hierover recht wil doen.
Hier een citaat van Ridderbos:Deze anti-dogmatische uitspraak kan ik toch niet helemaal delen. Uiteraard moeten dingen in hun proportie staan, waarbij het eren van God en dienen van de naaste het doel moeten zijn van ieder leven.Erasmiaan schreef:Ik begrijp niet waarom mensen deze onderwerpen altijd willen bediscussieren en ter discussie stellen. Besteedt al je nuttige tijd om de Heere te zoeken, dienen, Hem te vrezen, Zijn Naam te verbreiden en te trachten je medereizigers te stichten en voor Hem te winnen.
Maar al het werk van bijvoorbeeld onze 'Dordtse vaderen' kun je niet ergens in je tweede zin onderbrengen. Ook zij hielden zich uitgebreid en nauwkeurig met deze dingen bezig. Niet uit een of andere obsessie voor nutteloze discussies, maar omdat ze de Schrift goed en nauwkeurig wilden verwoorden in hun belijdenis.
Ik geloof dat dat een proces is wat nooit klaar is. We kunnen niet op een dag onze belijdenis in plaats van de Schrift stellen en zeggen 'nu hoeven we nergens meer over na te denken' (ik zeg niet dat jij dat zegt).
Zoals gezegd; ik denk dat ds. van Campen hier een begrip ter discussie stelt, waar we inderdaad goed over na moeten denken. We zeggen het heel vanzelfsprekend, maar de Bijbelse onderbouwing is heel summier en omstreden, of blijkt over erfsmet te gaan (wat inderdaad erfzonde is en door van Campen nooit ontkent wordt).
In dat geval moeten we niet van de weeromstuit onszelf gaan overschreeuwen dat de belijdenis het altijd zo gezegd heeft en dat dit gereformeerd is (zoals huisman nu een beetje doet). Want áls alles zo duidelijk is, dan zouden we zonder problemen het uit de Schrift moeten kunnen aantonen. Of in het andere geval zeggen dat de Schrift ons wel aanwijzingen voor iets geeft, maar er summier en verborgen over spreekt (een positie die helemaal niet zo verkeerd is in mijn idee, maar veel mensen houden het liever bij duidelijke zekerheden).
Daarom, dat allen gezondigd hebben. Men zou kunnen vragen: waarom is "zo" de dood tot allen doorgegaan? Paulus wijst daarvoor op de zonde van allen. Hij bedoelt daarmee niet de dadelijke zonden van alle nakomelingen van Adam, noch een door Adam op zijn nakomelingen overgedragen zondige aard, maar Adams zonde als aller zonde, hun deelhebben aan zijn zonde-daad, waardoor hij zich en zijn nakomelingen de dood op de hals haalde. Hier komt de eigenlijke aard van het verband tussen "allen" en "één" pas recht aan het licht. Elders wordt dit aangeduid met de prepositie "in" ("in Adam" en "in Christus"), 1 Korinthe 15:22. De gedacht is dit van het begrepen zijn, van de velen in de éne, zodat de zonde van de éne ook die van de velen was, ja gezegd kan worden, dat "zij allen zondigden".
(...)
Degenen die onder 'gezondigd hebben' (in vers 12b) de persoonlijke zonde van Adams nakomelingen verstaan, moeten met vers 13b geheel in verlegenheid komen. En niet minder bewijskracht hebben de verzen 15 e.v., waar telkens van "de éne zonde" of van "de zonde van de éne" gesproken wordt als grond voor de veroordeling der velen (en niet van hun persoonlijke zonden), gelijk ook de éne gehoorzaamheidsdaad van Christus, vers 18, als enige grond voor rechtvaardiging geldt. Het gaat in heel dit verband, strikt gesproken, niet over de erfzonde als zedelijk bederf, maar over het onmiddellijk begrepen zijn in Adams zonde en in Adams dood. Vergelijk 1 Korinthe 15:22. En nu is het wel waar, dat hier bij 'hebben allen gezondigd' de woorden 'in Adam' ontbreken. Maar de apostel verduidelijkt hetgeen hij bedoelt zeer nadrukkelijk in de verzen 13 en 14. En daaruit blijkt dat het 'hebben allen gezondigd' hier in dezelfde corporatieve zin verstaan wil worden als waarin de apostel in 1 Korinthe 15:22 spreekt en op meer dan één plaats van het in Christus eenmaal gestorven zijn van de gelovigen, vgl. 6:2, 2 Kor. 5:14.