Ik weet niet wat je uit Romeinen 9 bedoelt maar ik denk eerder Romeinen 8:Jongere schreef:Afgewezen poneerde deze vraag al vroeg in het topic en dat lijkt me de vraag waar alles om draait.Afgewezen schreef:De grote vraag is dus: hoe lezen we de scheppingsberichten en wat betekent het dat de schepping 'zeer goed' was?
Want kunnen we het paradijs gelijk stellen aan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde? Ik geloof het niet. Al is het alleen maar omdat op de nieuwe aarde een nieuw lied gezongen zal worden. Gods genade is geopenbaard. Ook geloof ik niet dat er daar een nieuwe afkeer van God mogelijk zou zijn. En, zoals Afgewezen al zegt, waarom is er geen nacht meer? Niet alles wordt zoals het was! Het wordt anders, nieuw.
Ik besef dat we hiermee op een terrein komen waar het beter kan zijn om vragen te laten liggen. De verborgen dingen zijn voor God. Maar als God wist welke wereld er komen zou (en dat wist Hij), dan weet ik niet of ik kan geloven dat die wereld 'naïef' is geschapen. Ik zou nog meer gedachten op kunnen schrijven, maar ik weet dat ik dan vooral aan het filosoferen ben.
Zou Romeinen 9 iets met deze vragen te maken hebben?
18 Want ik houde het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.
19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods.
20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft;
21 Op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.
22 Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe.
23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams.
Dat zegt iets over wat wel veranderd is in de schepping. Dat het schepsel onderworpen is geworden aan de dienstbaarheid der verderfenis, dat het zucht, dat het in barensnood is, dat het door de zonde (kantt.) aan de ijdelheid onderworpen is.
Als we dan willen zeggen dat er al dood was voordat de mens gevallen was, dan moeten we wel eerst goed nadenken over de vraag wat Paulus hier dan bedoelt.