Dat de term in de LXX anders klinkt kan bijvoorbeeld komen omdat het Grieks toen nog een levende taal was.Fjodor schreef:Maar waarom zou Johannes een term voor de oordeelsdag gebruiken die in de griekse septuagint niet voorkomt?memento schreef:@refo en Erasmiaan:
Beide exegeses van de "de dag des Heeren" zijn mogelijk. Voor beide exegeses zijn positieve en negatieve argumenten aan te dragen. Gezien de context, zie ik er veel voor om "de dag des Heeren" in Openbaring te interpreteren als "de dag van het oordeel", of "de dag van het eschaton". Het argument van Zonderling is zeker van gewicht. Maar daartegen valt als tegenargument in te brengen:
1. De uitdrukking "dag van de Heere" komt in de Schrift niet voor als uitdrukking van de zondag. In het NT wordt dit "de eerste dag der week" genoemd.
2. Waar de uitdrukking "dag des Heeren" of "des Heeren dag" voorkomt, betekend dit altijd het oordeel (Hand 2:20, 1 Tes 5:2, 2 Pet 3:10).
3. De betekenis "dag van het oordeel" past helemaal in het boek Openbaring.
Kortom, de hele argumentatie van Zonderling staat of valt met het verschil tussen de attributieve en predicatieve plaatsing. Dat daar onderscheid in betekenis in kan zitten is waar. De vraag is alleen: Geeft het NT aanleiding om dat onderscheid te maken, waarbij ook zo'n groot onderscheid in betekenis is? Ik denk het niet.
Als hij dan een andere term gebruikt die in de vroege kerk later wel gebruikt wordt voor de eerste dag van de week, dan kunnen we er toch bijna niet meer omheen?
Over punt 1. Misschien dus in Op. 1.
De term van Op. 1 komt niet voor als oordeelsdag.
Over punt 2. Dat is dus de andere vorm die wel overeenkomt met de Septuagint.
Over punt 3. Eerste dag van de week past ook wel.
De 'vroege kerk later' ≠ bijbel