Het gaat mij niet zozeer om de moeilijke woorden hoor, die zitten in veel preken verwerkt, ook in de wat modernere.SecorDabar schreef:Beste Mara,Mara schreef:Nogmaals, ik heb veel respect voor je.SecorDabar schreef:Wij hebben thuis een preek gelezen van ds. Petrus van der Hagen (1641-1671) over:
2 Corinthe 2:16 Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven.
Het onderscheid dat er 2 soorten mensen zijn.
Een reuk des levens ten leven, allen die een goede consciëntie voor God mogen hebben.
En de openbaar goddelozen en geveinsde tijdgelovigen: een reuk des dood ten dode.
Verder gelezen een catechismuspreek over Zondag 47 Uw naam worde geheiligd van dezelfde predikant.
Maar lezen jullie ook preken van predikanten die nog in leven zijn? M.a.w. de wat moderner geschreven preken?
Ik heb geen idee hoe oud jullie zijn, maar als je kinderen hebt, begrijpen zij dan deze taal?
Wij lezen elk jaar een geheel prekenboek en een catechismusverklaring van een predikant.
Dit jaar kozen wij voor Ds. van der Hagen die maar liefst 471 preken heeft nagelaten.
De preken van deze predikant zijn kort en eenvoudig.
Ons uitgangspunt is dat de leer van de rechtvaardiging door het geloof helder moet doorklinken. Wat bedoel ik daarmee ?
Nou, dat de preek geen ingewikkeld stappen- en standensysteem moet worden.
Meestal bespreken we met elkaar de preek.
Als er oudere woorden of zinnen in voorkomen dan kunnen we dat rustig verduidelijken door even de tijd daarvoor te nemen tijdens het lezen. Dat zou in een leesdienst denk ik niet gewenst zijn.
Je ziet langere zinnen, het gebruik van DEN, i.p.v. de.
Maar goed, jullie zullen dit inmiddels gewend zijn denk ik.
Het is heel fijn als je het met elkaar kunt bespreken.
Je zegt dat het niet gewenst is in een leespreek, op de kansel, om woorden uit te leggen? Bij ons gebeurt dat wel. Niet elke ouderling doet dit, maar de wat jongere wel. Misschien ook voor zichzelf
