Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat dat laatste betreft: Niemand.
Op een gegeven moment is die gewoonte gegroeid. Ik las pas ergens dat het te maken heeft met de anti-semitische gevoelens in de tijd van keizer Constantijn. Merkwaardig eigenlijk wel. In het OT wordt de sabbath een 'eeuwige inzetting' genoemd, maar het wordt zonder meer veranderd.
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat dat laatste betreft: Niemand.
Op een gegeven moment is die gewoonte gegroeid. Ik las pas ergens dat het te maken heeft met de anti-semitische gevoelens in de tijd van keizer Constantijn. Merkwaardig eigenlijk wel. In het OT wordt de sabbath een 'eeuwige inzetting' genoemd, maar het wordt zonder meer veranderd.
Als je dit vindt moet je het ook voor jezelf terugdraaien. En anders moet je ophouden met zulke dingen te roepen.
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat dat laatste betreft: Niemand.
Op een gegeven moment is die gewoonte gegroeid. Ik las pas ergens dat het te maken heeft met de anti-semitische gevoelens in de tijd van keizer Constantijn. Merkwaardig eigenlijk wel. In het OT wordt de sabbath een 'eeuwige inzetting' genoemd, maar het wordt zonder meer veranderd.
Zo verbood deze wrede Keizer ook het Pascha , zodat we nu weer het van oorsprong heidense Paasfeest houden, wat slechts 1 keer voorkomt in de Bijbel, in Handelingen 12:4.
De SV is de enige Bijbel die die correct vertaald heeft (en KJV natuurlijk)
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat dat laatste betreft: Niemand.
Op een gegeven moment is die gewoonte gegroeid. Ik las pas ergens dat het te maken heeft met de anti-semitische gevoelens in de tijd van keizer Constantijn. Merkwaardig eigenlijk wel. In het OT wordt de sabbath een 'eeuwige inzetting' genoemd, maar het wordt zonder meer veranderd.
Zo verbood deze wrede Keizer ook het Pascha , zodat we nu weer het van oorsprong heidense Paasfeest houden, wat slechts 1 keer voorkomt in de Bijbel, in Handelingen 12:4.
De SV is de enige Bijbel die die correct vertaald heeft (en KJV natuurlijk)
Ja. Ik heb mijn beeld van Constatijn (met de paplepel ingegoten door Joh Vreugdenhil) behoorlijk bij moeten stellen.
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat is dit nu. Als dat theologisch meer problemen geeft dan is dat ons probleem, niet die van de bijbel.
De schriften (OT) zijn van God ingegeven en nuttig tot onderwijzing, vermaning, opbouw oid, schrijft paulus aan timotheüs. Als dat ons problemen geeft dan moeten wij daar maar mee zien om te gaan.
En om nu eerst met allerlei wedergeboorte argumenten (dat een wedergeborene niets met de wet te maken heeft) te komen (bij monde van dat artikel van Fijnvandraat), en nu opeens dat sabbatsgebod er overheen te gooien vind ik ook wat jammer.
Mijn antwoord zou trouwens zijn dat we dat zien aan de gewoonten die in het NT ontstaan. En het is te begrijpen omdat het schaduwachtige van het OT overgaat in het wezenlijke van het NT. En de kern van dat wezenlijke is niet de 7e dags sabbatsrust maar de rust van Christus die Hij aangebracht heeft met Zijn opstanding op de eerste dag.
Maar zo iemand hierover wil twisten, daar heb ik geen lust aan. Laten we niet over de schaduwen zo'n punt maken.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat is dit nu. Als dat theologisch meer problemen geeft dan is dat ons probleem, niet die van de bijbel.
De schriften (OT) zijn van God ingegeven en nuttig tot onderwijzing, vermaning, opbouw oid, schrijft paulus aan timotheüs. Als dat ons problemen geeft dan moeten wij daar maar mee zien om te gaan.
En om nu eerst met allerlei wedergeboorte argumenten (dat een wedergeborene niets met de wet te maken heeft) te komen (bij monde van dat artikel van Fijnvandraat), en nu opeens dat sabbatsgebod er overheen te gooien vind ik ook wat jammer.
Mijn antwoord zou trouwens zijn dat we dat zien aan de gewoonten die in het NT ontstaan. En het is te begrijpen omdat het schaduwachtige van het OT overgaat in het wezenlijke van het NT. En de kern van dat wezenlijke is niet de 7e dags sabbatsrust maar de rust van Christus die Hij aangebracht heeft met Zijn opstanding op de eerste dag.
Maar zo iemand hierover wil twisten, daar heb ik geen lust aan. Laten we niet over de schaduwen zo'n punt maken.
Maar als degene die de sabbath verschoof naar de zondag de dag van zijn zonnegod wilde blijven vieren geeft dat wel te denken. Dan onstaan er weer andere schaduwen, zal ik maar zeggen.
Enerzijds is het OT nuttig tot lering, anderzijds is het schaduwachtig. Net zoals het je uitkomt?
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat is dit nu. Als dat theologisch meer problemen geeft dan is dat ons probleem, niet die van de bijbel.
De schriften (OT) zijn van God ingegeven en nuttig tot onderwijzing, vermaning, opbouw oid, schrijft paulus aan timotheüs. Als dat ons problemen geeft dan moeten wij daar maar mee zien om te gaan.
En om nu eerst met allerlei wedergeboorte argumenten (dat een wedergeborene niets met de wet te maken heeft) te komen (bij monde van dat artikel van Fijnvandraat), en nu opeens dat sabbatsgebod er overheen te gooien vind ik ook wat jammer.
Mijn antwoord zou trouwens zijn dat we dat zien aan de gewoonten die in het NT ontstaan. En het is te begrijpen omdat het schaduwachtige van het OT overgaat in het wezenlijke van het NT. En de kern van dat wezenlijke is niet de 7e dags sabbatsrust maar de rust van Christus die Hij aangebracht heeft met Zijn opstanding op de eerste dag.
Maar zo iemand hierover wil twisten, daar heb ik geen lust aan. Laten we niet over de schaduwen zo'n punt maken.
Maar als degene die de sabbath verschoof naar de zondag de dag van zijn zonnegod wilde blijven vieren geeft dat wel te denken. Dan onstaan er weer andere schaduwen, zal ik maar zeggen.
Enerzijds is het OT nuttig tot lering, anderzijds is het schaduwachtig. Net zoals het je uitkomt?
Over dat eerste weet ik niets. Ik weet wel dat de kerk veel vroeger de dag des Heeren hield. In het grieks heet de zondag ook niet voor niets nog steeds dag des Heeren. Zonderling heeft eens iets gepost met bijzonder veel argumenten voor de zondag. Dus ik twijfel wat aan de volledigheid van je punt.
Over dat tweede: ben je het er niet mee eens dan? Het is beiden waar. Hoe we dat moeten toepassen moet het NT ons leren. En als je vindt dat ik dat niet goed doe moet je daarop ingaan.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Gian schreef:Mixen van het OT met het NT geeft theologisch veel meer problemen dan oplossingen. Ik stop even met een laatste vraag; wie geeft ons het recht het sabbatsgebod uit de wet van Mozes te veranderen?
Wat is dit nu. Als dat theologisch meer problemen geeft dan is dat ons probleem, niet die van de bijbel.
De schriften (OT) zijn van God ingegeven en nuttig tot onderwijzing, vermaning, opbouw oid, schrijft paulus aan timotheüs. Als dat ons problemen geeft dan moeten wij daar maar mee zien om te gaan.
En om nu eerst met allerlei wedergeboorte argumenten (dat een wedergeborene niets met de wet te maken heeft) te komen (bij monde van dat artikel van Fijnvandraat), en nu opeens dat sabbatsgebod er overheen te gooien vind ik ook wat jammer.
Mijn antwoord zou trouwens zijn dat we dat zien aan de gewoonten die in het NT ontstaan. En het is te begrijpen omdat het schaduwachtige van het OT overgaat in het wezenlijke van het NT. En de kern van dat wezenlijke is niet de 7e dags sabbatsrust maar de rust van Christus die Hij aangebracht heeft met Zijn opstanding op de eerste dag.
Maar zo iemand hierover wil twisten, daar heb ik geen lust aan. Laten we niet over de schaduwen zo'n punt maken.
Maar als degene die de sabbath verschoof naar de zondag de dag van zijn zonnegod wilde blijven vieren geeft dat wel te denken. Dan onstaan er weer andere schaduwen, zal ik maar zeggen.
Enerzijds is het OT nuttig tot lering, anderzijds is het schaduwachtig. Net zoals het je uitkomt?
Over dat eerste weet ik niets. Ik weet wel dat de kerk veel vroeger de dag des Heeren hield. In het grieks heet de zondag ook niet voor niets nog steeds dag des Heeren. Zonderling heeft eens iets gepost met bijzonder veel argumenten voor de zondag. Dus ik twijfel wat aan de volledigheid van je punt.
Over dat tweede: ben je het er niet mee eens dan? Het is beiden waar. Hoe we dat moeten toepassen moet het NT ons leren. En als je vindt dat ik dat niet goed doe moet je daarop ingaan.
Dat doe ik dus.
In de bijbel is 'dag des Heeren' synoniem voor: dag van de afrekening door God.
In Openbaring was Johannes in de geest op de dag des Heeren.
Hij zegt niet: ik was op zondag in de Geest.
Maar: in de geest was ik op de oordeelsdag. En inderdaad, daar gaat dat boek over.
Fjodor schreef:Wat is dit nu. Als dat theologisch meer problemen geeft dan is dat ons probleem, niet die van de bijbel.
De schriften (OT) zijn van God ingegeven en nuttig tot onderwijzing, vermaning, opbouw oid, schrijft paulus aan timotheüs. Als dat ons problemen geeft dan moeten wij daar maar mee zien om te gaan.
En om nu eerst met allerlei wedergeboorte argumenten (dat een wedergeborene niets met de wet te maken heeft) te komen (bij monde van dat artikel van Fijnvandraat), en nu opeens dat sabbatsgebod er overheen te gooien vind ik ook wat jammer.
Mijn antwoord zou trouwens zijn dat we dat zien aan de gewoonten die in het NT ontstaan. En het is te begrijpen omdat het schaduwachtige van het OT overgaat in het wezenlijke van het NT. En de kern van dat wezenlijke is niet de 7e dags sabbatsrust maar de rust van Christus die Hij aangebracht heeft met Zijn opstanding op de eerste dag.
Maar zo iemand hierover wil twisten, daar heb ik geen lust aan. Laten we niet over de schaduwen zo'n punt maken.
Maar als degene die de sabbath verschoof naar de zondag de dag van zijn zonnegod wilde blijven vieren geeft dat wel te denken. Dan onstaan er weer andere schaduwen, zal ik maar zeggen.
Enerzijds is het OT nuttig tot lering, anderzijds is het schaduwachtig. Net zoals het je uitkomt?
Over dat eerste weet ik niets. Ik weet wel dat de kerk veel vroeger de dag des Heeren hield. In het grieks heet de zondag ook niet voor niets nog steeds dag des Heeren. Zonderling heeft eens iets gepost met bijzonder veel argumenten voor de zondag. Dus ik twijfel wat aan de volledigheid van je punt.
Over dat tweede: ben je het er niet mee eens dan? Het is beiden waar. Hoe we dat moeten toepassen moet het NT ons leren. En als je vindt dat ik dat niet goed doe moet je daarop ingaan.
Dat doe ik dus.
In de bijbel is 'dag des Heeren' synoniem voor: dag van de afrekening door God.
In Openbaring was Johannes in de geest op de dag des Heeren.
Hij zegt niet: ik was op zondag in de Geest.
Maar: in de geest was ik op de oordeelsdag. En inderdaad, daar gaat dat boek over.
Dit vind ik een zeer oneerlijke post van je. Dit soort dingen heb je al vaker aangevoerd en Zonderling heeft dat toen weerlegd, waarop nooit meer een reactie van jouw kant volgde. Om dan net te doen alsof Zonderling niets gezegd heeft en nu weer met dezelfde redenering aan te komen is frustrerend en oneerlijk.
Fjodor schreef:
Over dat eerste weet ik niets. Ik weet wel dat de kerk veel vroeger de dag des Heeren hield. In het grieks heet de zondag ook niet voor niets nog steeds dag des Heeren. Zonderling heeft eens iets gepost met bijzonder veel argumenten voor de zondag. Dus ik twijfel wat aan de volledigheid van je punt.
Over dat tweede: ben je het er niet mee eens dan? Het is beiden waar. Hoe we dat moeten toepassen moet het NT ons leren. En als je vindt dat ik dat niet goed doe moet je daarop ingaan.
Dat doe ik dus. :jongle
In de bijbel is 'dag des Heeren' synoniem voor: dag van de afrekening door God.
In Openbaring was Johannes in de geest op de dag des Heeren.
Hij zegt niet: ik was op zondag in de Geest.
Maar: in de geest was ik op de oordeelsdag. En inderdaad, daar gaat dat boek over.
Zonderling schreef:
Dat we deze eerste dag van de week houden als rustdag vindt zijn oorsprong in het Nieuwe Testament, in de opstanding van Christus en in de bijeenkomsten van de apostelen op deze eerste dag (Johannes 20:19, 26; Handelingen 20:7). En de eerste christenen noemen deze eerste dag overal in hun geschriften 'dag des Heeren' (of eigenlijk, juist vertaald: Heer-dag of 's Heeren dag, onder meer ter onderscheiding van de andere term dag des Heeren die in de Schrift gebruikt wordt). En diezelfde nieuwe term gebruikte ook Johannes in Openbaring 1:10, waaruit we weten dat ook Johannes de apostel deze nieuwe dag, de dag des Heeren, reeds kende.
Zonderling schreef:
@Refo. Het Griekse 'Heer-dag' (he Kuriake hemera) heeft geen equivalent in het OT Hebreeuws omdat het in het OT niet voorkomt (dus ook niet in het Griekse OT!). Het Griekse 'dag des Heeren' (hemara tou Kuriou) heeft wél een Hebreeuws equivalent, maar betekent iets anders. In Openbaring 1:10 staat niet 'dag des Heeren' (hemera tou Kuriou) maar 'Heer-dag' (he Kuriake hemera). Ofwel 'the Lords day' in het Engels en niet 'the day of the Lord'. (Met alle respect: Ik heb dat al meerdere malen uitgelegd, wat heeft zo'n oneliner van jou dan voor zin wanneer je dat niet een keer oppikt.)
Het gaat daar dus niet over de oordeelsdag.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Zonderling (in een ander topic) schreef:In een ander topic heb ik reeds Handelingen 20:7 genoemd.
Daaruit blijkt dat de eerste christenen zondag hielden.
Paulus was 7 dagen in Troas, maar juist op de eerste dag van de week kwamen de christenen bijeen om brood te breken. Het wordt gebracht als een gewoonte van deze christenen. De vertaling "eerste dag van de week" in deze tekst is wel degelijk juist volgens het Grieks, hetgeen tegenwoordig ook door vrijwel niemand meer ontkend wordt.
Bovendien wordt een weekdag nooit zonder speciale reden genoemd. Het kan niet toevallig zijn dat hier gesproken wordt over de eerste dag van de week. Dat geldt ook voor de Evangeliën waar zes- of zevenmaal gezegd wordt dat Christus op de eerste dag van de week is opgestaan. Dat heeft een duidelijke bedoeling, want bij andere gebeurtenissen werd dit niet opgeschreven.
Verder spreekt Johannes in Openbaring 1:10 over "de dag des Heeren". Hij gebruikt hier voor "des Heeren" een unieke term ("tès Kuriakès") om het onderscheid aan te geven met de "dag des Heeren ("tou Kuriou") in het OT. De eerste christenen hebben dezelfde term gebruikt voor de zondag. Constant vanaf het jaar 110 (Ignatius), zodat het tijdsverschil tussen Johannes en de eerste christenen minimaal is (circa 15 jaar) en zij ongetwijfeld dezelfde betekenis van deze term op het oog hadden.
Trouwens, de discipelen waren op de opstandingsdag met z'n elven bij elkaar en Christus kwam in hun midden. Exact één week later (weer op zondag dus) kwamen ze opnieuw bij elkaar en weer kwam Christus in hun midden.
Het blijvende deel van het vierde gebod is de rustdag na zesdaagse arbeid. Dat deel geldt nog steeds.
lees ook dit:
Zonderling (in een ander topic) schreef:Wat betreft de overeenstemming tussen zondag en sabbat in het vierde gebod. Dat is niet heel moeilijk. Ik geloof dat de Decaloog bijna geheel zedelijk (blijvend) is. Er zijn echter ook enkele ceremoniële, tijdelijke aanhangselen in de Decaloog. Dat geldt bijvoorbeeld het slot van het vijfde gebod (het land dat Ik u geven zal). De Israëlieten waren op weg naar het aardse Kanaän, voor hen hebben deze woorden dus een andere betekenis dan voor ons. Het vijfde gebod zelf ("eer uw vader en uw moeder") is echter zedelijk en onveranderlijk.
Welnu, zo geloof ik ook dat de situatie is voor het vierde gebod. Het wezenlijke en blijvende is, dat er één rustdag is na zesdaagse arbeid. Het ceremoniële of tijdelijke is dat deze sabbat samenviel met onze zaterdag. Christus heeft deze dag in het graf gerust en daarmee het ceremoniële vervuld. Hij is opgestaan op zondag en die zondag is door de apostelen ingesteld zoals uit hun eigen voorbeeld blijkt (Handelingen 20:7 en andere plaatsen waarnaar ik al eerder heb verwezen). En zoals ik eerder zei, de apostelen hebben nooit iets ingesteld wat Christus hen niet geboden had (Matth. 28:19). Dus: het wezenlijke in het vierde gebod is altijddurend, het ceremoniële is in Christus vervuld en geldt ons niet meer.
Wat betreft Calvijn: Inderdaad was zijn visie op de zondag niet gelijk aan de visie van b.v. de Engelse puriteinen en Schotten. (Je moet echter wel in rekening brengen, dat Calvijn de uitdrukking "eerste dag van de week" in b.v. Handelingen 20:7 verkeerd vertaalde. Had hij de juiste Griekse vertaling gehanteerd, dan had zijn visie zich mogelijk meer ontwikkeld in de richting van die van de latere puriteinen.)
In de 16e en begin 17e eeuw vond inderdaad een ontwikkeling plaats. Op de Dordtse Synode besloot men om in de vólgende Synode (dus ná 1618-1619) nader onderzoek te doen in hoeverre de in Zeeland reeds gehouden zondagsrust gegrond moest worden op het vierde gebod. Die volgende synode is er nooit gekomen. Ik voel mij zelf aangesproken door de puriteinen en Schotten en vind in de Westminster Confessie de visie op de zondag zoals hier en eerder door mij is weergegeven, heel duidelijk verwoord.
Beide exegeses van de "de dag des Heeren" zijn mogelijk. Voor beide exegeses zijn positieve en negatieve argumenten aan te dragen. Gezien de context, zie ik er veel voor om "de dag des Heeren" in Openbaring te interpreteren als "de dag van het oordeel", of "de dag van het eschaton". Het argument van Zonderling is zeker van gewicht. Maar daartegen valt als tegenargument in te brengen:
1. De uitdrukking "dag van de Heere" komt in de Schrift niet voor als uitdrukking van de zondag. In het NT wordt dit "de eerste dag der week" genoemd.
2. Waar de uitdrukking "dag des Heeren" of "des Heeren dag" voorkomt, betekend dit altijd het oordeel (Hand 2:20, 1 Tes 5:2, 2 Pet 3:10).
3. De betekenis "dag van het oordeel" past helemaal in het boek Openbaring.
Kortom, de hele argumentatie van Zonderling staat of valt met het verschil tussen de attributieve en predicatieve plaatsing. Dat daar onderscheid in betekenis in kan zitten is waar. De vraag is alleen: Geeft het NT aanleiding om dat onderscheid te maken, waarbij ook zo'n groot onderscheid in betekenis is? Ik denk het niet.
--------------
Ter onderbouwing van Zonderlings argument (om aan te geven dat dat argument ook zeer verdedigbaar is) het volgende citaat:
ἐν τῇ κυριακῇ ἡμέρᾳ. This is the first place in Christian literature where the Lord’s Day is mentioned. Some scholars have proposed to take this phrase as meaning “in the day of the Lord,” i.e. “the day of Yahweh,” the day of judgment—in the LXX, ἡ ἡμέρα τοῦ κυρίου, and elsewhere in our text, ἡ ἡμέρα ἡ μεγάλη, 6:17, 16:14. It is sufficient to mention this interpretation and pass on to the generally accepted and, in the opinion of the present writer, the right interpretation, which takes these words to mean “on the Lord’s day,” i.e. the day consecrated to the Lord. We might compare an analogous phrase in 1 Cor. 11:20, οὐκ ἔστιν κυριακὸν δεῖπνον φαγεῖν. In the 2nd cent. We have the following undisputed testimonies to the use of this phrase for Sunday: Didache xiv. 1, κατὰ κυριακὴν δὲ κυρίου συναχθέντες κλάσατε ἄρτον: Evang Petri, 35, ἐπέφωσκεν ἡ κυριακή: ib. 50, ὄρθρου δὲ τῆς κυριακῆς: Ignatius, Ad Magn. ix. 1, μηκέτι σαββατίζοντες ἀλλὰ κατὰ κυριακὴν ζῶντες, ἐν ᾗ καὶ ἡ ζωὴ ἡμῶν ἀνέτειλεν: Melito of Sardis—the title of one of his writings, περὶ κυριακῆς, preserved in Euseb. H.E. iv. 26. 2. Here “Lord’s Day” has become a technical designation of Sunday. Since all these writings emanate from Asia Minor, the term may first have arisen there, but that it was in general use before the close of the 2nd cent. may be inferred from the statement of Dionysius of Corinth in Euseb. H.E. iv. 23. 2, τὴν σήμερον οὖν κυριακὴν ἁγίαν ἡμέραν διηγάγομεν: Clem. Alex. Strom. vii. 12; Tert. De Cor. iii., “Die dominico jejunium nefas ducimus,” etc.
The reason given by the early Christians for naming the first day of the week “the Lord’s Day,” was that it was the day of His resurrection. But how it came to be celebrated weekly and not only yearly seems to be first explained by Deissmann (Bible Studies, 218 sq.; Encyc. Bib. iii. 2815 sq.). It appears that the first day of each month was called “Emperor’s Day” (Σεβαστή) in Asia Minor and Egypt before the Christian era, Lightfoot, Apostolic Fathers, 1. ii. 714; nay more, according to two inscriptions from Ephesus and Kabala—to which might be added an Oxyrhynchus papyrus (circ. 100 A.D.)—it is inferred by Buresch (Aus Lydien, 1898, pp. 49–50) and Deissmann that Σεβαστή was a day of the week. If these conclusions are valid we can understand how naturally the term “Lord’s Day” arose; for just as the first day of each month, or a certain day of each week, was called “Emperor’s. Day,” so it would be natural for Christians to name the first day of each week, associated as it was with the Lord’s resurrection and the custom of Christians to meet together for worship on it, as “Lord’s Day.” It may have first arisen in apocalyptic circles when a hostile attitude to the Empire was adopted by Christianity.
Charles, R. (1920). A critical and exegetical commentary on the Revelation of St John (Re 1:10). Edinburgh: T&T Clark International.
Beide exegeses van de "de dag des Heeren" zijn mogelijk. Voor beide exegeses zijn positieve en negatieve argumenten aan te dragen. Gezien de context, zie ik er veel voor om "de dag des Heeren" in Openbaring te interpreteren als "de dag van het oordeel", of "de dag van het eschaton". Het argument van Zonderling is zeker van gewicht. Maar daartegen valt als tegenargument in te brengen:
1. De uitdrukking "dag van de Heere" komt in de Schrift niet voor als uitdrukking van de zondag. In het NT wordt dit "de eerste dag der week" genoemd.
2. Waar de uitdrukking "dag des Heeren" of "des Heeren dag" voorkomt, betekend dit altijd het oordeel (Hand 2:20, 1 Tes 5:2, 2 Pet 3:10).
3. De betekenis "dag van het oordeel" past helemaal in het boek Openbaring.
Kortom, de hele argumentatie van Zonderling staat of valt met het verschil tussen de attributieve en predicatieve plaatsing. Dat daar onderscheid in betekenis in kan zitten is waar. De vraag is alleen: Geeft het NT aanleiding om dat onderscheid te maken, waarbij ook zo'n groot onderscheid in betekenis is? Ik denk het niet.
Maar waarom zou Johannes een term voor de oordeelsdag gebruiken die in de griekse septuagint niet voorkomt?
Als hij dan een andere term gebruikt die in de vroege kerk later wel gebruikt wordt voor de eerste dag van de week, dan kunnen we er toch bijna niet meer omheen?
Over punt 1. Misschien dus in Op. 1.
De term van Op. 1 komt niet voor als oordeelsdag.
Over punt 2. Dat is dus de andere vorm die wel overeenkomt met de Septuagint.
Over punt 3. Eerste dag van de week past ook wel.
Daartoe zijn de dingen gegeven, dat ze gebruikt worden; maar niet, opdat ze vergaard zouden worden - D. Bonhoeffer
Beide exegeses van de "de dag des Heeren" zijn mogelijk. Voor beide exegeses zijn positieve en negatieve argumenten aan te dragen. Gezien de context, zie ik er veel voor om "de dag des Heeren" in Openbaring te interpreteren als "de dag van het oordeel", of "de dag van het eschaton". Het argument van Zonderling is zeker van gewicht. Maar daartegen valt als tegenargument in te brengen:
1. De uitdrukking "dag van de Heere" komt in de Schrift niet voor als uitdrukking van de zondag. In het NT wordt dit "de eerste dag der week" genoemd.
2. Waar de uitdrukking "dag des Heeren" of "des Heeren dag" voorkomt, betekend dit altijd het oordeel (Hand 2:20, 1 Tes 5:2, 2 Pet 3:10).
3. De betekenis "dag van het oordeel" past helemaal in het boek Openbaring.
Kortom, de hele argumentatie van Zonderling staat of valt met het verschil tussen de attributieve en predicatieve plaatsing. Dat daar onderscheid in betekenis in kan zitten is waar. De vraag is alleen: Geeft het NT aanleiding om dat onderscheid te maken, waarbij ook zo'n groot onderscheid in betekenis is? Ik denk het niet.
Maar waarom zou Johannes een term voor de oordeelsdag gebruiken die in de griekse septuagint niet voorkomt?
Als hij dan een andere term gebruikt die in de vroege kerk later wel gebruikt wordt voor de eerste dag van de week, dan kunnen we er toch bijna niet meer omheen?
Over punt 1. Misschien dus in Op. 1.
De term van Op. 1 komt niet voor als oordeelsdag.
Over punt 2. Dat is dus de andere vorm die wel overeenkomt met de Septuagint.
Over punt 3. Eerste dag van de week past ook wel.
Mijn antwoord zou zijn: schrijfstijl. Het gaat niet om verschillende termen. Het gaat om dezelfde woorden, alleen de woord-volgorde is anders. Het is het verschil tussen "des Heeren dag" of "dag des Heeren" in het Nederlands. Zulke veranderingen van attributieve naar predicatieve plaatsing en omgedraaid komt vaker voor in het NT, zonder dat daarmee een betekenisverandering plaats vind.
Hetzelfde argument valt aan te voeren ten opzichte van de andere woord-volgorde dan de Septuagint. Johannes' Grieks staat het verst af van de Septuagint, vergeleken met de andere evangelisten. Dat hij hier de woord-volgorde omdraait is dus niet heel bijzonder.
Ik betoog dus, dat voor beide exegeses goede argumenten aan te dragen zijn. En dat je refo's uitleg dus niet kan afserveren als onmogelijk, of niet ter zake doend.