Leer der Gereformeerde Gemeenten...

[Afgewezen]

Ontken ik dat?

Aan de opmerking van jou : 'het werk van God etc....', verbinden velen vaak onterecht deze volgende tekst, Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; uit Fil. 1:6.

Ik niet.

[PvS]

Eerst Christus na de afsnijding, dan dorst naar Christus.

Eerst dorst naar God, dan openbaring van Christus. En nee, dan is er geen dorst meer.

Wat is dan deze geestelijke dorst naar God, volgens jou?

Dat je beseft dat je God kwijt bent en dat je niet meer zonder Hem kunt.

Dat is toch geen dorst naar God?

[Afgewezen]

Dat is toch geen dorst naar God?

Ja hoor. Dat kun je zelf niet maken, dat doet de Heilige Geest.

[DWW]

Eerst Christus na de afsnijding, dan dorst naar Christus.

Eerst dorst naar God, dan openbaring van Christus. En nee, dan is er geen dorst meer.

Een wenende maar ook dorstende verloste vrouw naar Jezus:
En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben. En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen, Joh. 20:13-15.

[Luther]

Maar laten we de zaken niet overdrijven. Er kan toch een tijd zitten tussen de wedergeboorte en de vaste verzekering van het geloof? .

Dat kan , ik ben er nog niet uit. Vaak is het juist een werken in het werkverbond, wat niet anders doet dan gronden in onszelf zoeken. En omdat nu zaligmakend werk te noemen is m.i. gevaarlijk. Terwijl ik ook zeg dat we over deze verborgen zaken maar heel terughoudend moeten oordelen en spreken.
In elke geloofsoefening , ook het zwakste geloof heeft iets in zich van die zekerheid en het mijnen van het geloof.

Dat ben ik helemaal met je eens!

Afgewezen heeft het volgens mij heel goed verwoord :

Ik denk dat de beste stelregel is: het eind (de afsnijding van de zondaar en het overgaan in Christus) zal het begin (waar de zondaar wordt stilgezet) verklaren.

Laten we het daar maar bij houden. Dat is het veiligst.

Ik vind het een mooie zin van Afgewezen. Zij laat ruimte voor geestelijk leven voor het duidelijk weten "in Christus te zijn". En tegelijkertijd laat zij ook zien dat het uiteindelijk moet gaan om het "in Christus zijn". Daar gaat het om en dat is niet iets wat onbewust langs je heen gaat. Maar tegelijkertijd is het ook zo dat de zondaar dan in Christus ook alles heeft!
Ik citeer uit een PB van mijn hand aan een RF'er het volgende:
"Er moet bloed zijn aan de posten van het hart, zeker! Maar ik ben huiverig voor prediking waar gezegd wordt: "Christus heeft u door het geloof mogen zien, maar nu staat uw schuld nog open." Dat kan niet! Door het geloof op Christus 'zien', al is het van verre, al is het toevluchtnemend geloof, dat is 'hebben'! En wat men reeds in Christus heeft, dat zal door de oefeningen van het geloof ook helderder moeten worden. Dan moet niet in de prediking gezegd worden: Nu staat uw schuld nog open. Nee, in Christus bent u verzoend! het bloed is toegepast, maar vraag de Heere of Hij er licht over geeft."

[PvS]

Dat is toch geen dorst naar God?

Ja hoor. Dat kun je zelf niet maken, dat doet de Heilige Geest.

Had Kain ook dorst?

[Afgewezen]

Eerst Christus na de afsnijding, dan dorst naar Christus.

Eerst dorst naar God, dan openbaring van Christus. En nee, dan is er geen dorst meer.

Een wenende maar ook dorstende verloste vrouw naar Jezus:
En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben. En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen, Joh. 20:13-15.

Zij weende wel, maar niet omdat zij naar Christus dorstte in heilsordelijke zin. Dat zou jij toch moeten weten, DWW.
Wat zegt Christus Zelf? "Wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.""Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven."

[Afgewezen]

Dat is toch geen dorst naar God?

Ja hoor. Dat kun je zelf niet maken, dat doet de Heilige Geest.

Had Kain ook dorst?

Dat is een onheilige vraag, die ik niet beantwoord.

[PvS]

Dat is toch geen dorst naar God?

Ja hoor. Dat kun je zelf niet maken, dat doet de Heilige Geest.

Had Kain ook dorst?

Dat is een onheilige vraag, die ik niet beantwoord.

Kain zocht een plaats des berouws, maar vond die niet.

[Afgewezen]

Kain zocht een plaats des berouws, maar vond die niet.

Je kent je Bijbel niet, het was Ezau.
Maar dat is niet waar ik het over heb en dat weet jij ook wel.

[Luther]

Eerst dorst naar God, dan openbaring van Christus. En nee, dan is er geen dorst meer.

Wat is dan deze geestelijke dorst naar God, volgens jou?

Dat je beseft dat je God kwijt bent en dat je niet meer zonder Hem kunt.

Dat is toch geen dorst naar God?

Ja, dat is nu dorst naar gaat.
Lees zondag 2: Daar staat: Waaruit kent gij uw ellende?
Ellendekennis is kennis van uitlandigheid, het leven zonder God en dat dát nu onverdragelijk is geworden!

[PvS]

Kain zocht een plaats des berouws, maar vond die niet.

Je kent je Bijbel niet, het was Ezau.
Maar dat is niet waar ik het over heb en dat weet jij ook wel.

Je hebt gelijk Afgewezen, ik noemde de verkeerde persoon.
Maar ik weet niet waar jij het dan over hebt.

[PvS]

Ja, dat is nu dorst naar gaat.
Lees zondag 2: Daar staat: Waaruit kent gij uw ellende?
Ellendekennis is kennis van uitlandigheid, het leven zonder God en dat dát nu onverdragelijk is geworden!

Dit kunnen we toch geen dorst naar God noemen!

[Jean le Fontain]

Ja, dat is nu dorst naar gaat.
Lees zondag 2: Daar staat: Waaruit kent gij uw ellende?
Ellendekennis is kennis van uitlandigheid, het leven zonder God en dat dát nu onverdragelijk is geworden!

Dit kunnen we toch geen dorst naar God noemen!

Hoe zou je dit dan willen noemen?
Of anders: wat is volgens jou dan dorst?

[Afgewezen]

Kain zocht een plaats des berouws, maar vond die niet.

Je kent je Bijbel niet, het was Ezau.
Maar dat is niet waar ik het over heb en dat weet jij ook wel.

Je hebt gelijk Afgewezen, ik noemde de verkeerde persoon.
Maar ik weet niet waar jij het dan over hebt.

Dat is dan jammer. Dan zijn we uitgepraat.