Tiberius schreef:Dat vergat ik er nog bij te typen: het geloof van zichzelf is al rechtvaardigend van karakter. En nee, het genadeleven staat niet stil.
Maar ik denk dat er in zondag 5 aan Gods recht voldaan wordt. De zondaar kan nooit, statelijk noch standelijk, zondag 7 naspreken buiten Gods recht om.
Nee dat geloof ik niet.
In Zondag 5 wordt het ook een omkomen, dan weet de zondaar dat hij niet voor God kan bestaan.
Dan ziet hij ook hij niet kan voldoen, en dat niemand hem kan helpen.
Van zijn kant wordt het een verloren zaak, en hij gaat het ook toestemmen, en tegelijk zoeken:
Is er nog enig middel? Hij weet dat hij verloren ligt.
Maar openbaart hier de Christus Zich?
Hij leer dat de Middelaar een waarachtig mens en tegelijk waarachtig God moet zijn. Maar kent
hij daarmee die Persoon?
Die Persoon is dan nog verborgen.
Dan volgt Zondag 7 waar hij het geloof ingestort krijgt, als een genadige Gave Gods.
In dat geloofsleven zal er staan zijn naar verzekering.
Maar de zondaar komt door de ontdekking zo ver, dat hij ziet dat hij alles wat hij heeft
geleerd en ontvangen de schuld nog openstaat, en dat die niet anders dan door Recht
kwijt kan. Hij moet God billijken, en valt God in Zijn Recht toe.
Dan -wat een verborgenheid voor een natuurlijk mens!- wordt het een rechtvaardig
omkomen, en God wint hem ervoor in. Hij kan het niet anders als met God eens zijn
dat hij naar de hel moet, en verwacht in de dadelijkheid ook niet anders.
Als hij dan helemaal in Gods wil verslonden ligt, en hij God billijkt dat zijn plek
rechtvaardig in de hel is, en hij metterdaad weg denkt te zinken in de hel,
daar... van voor de poorten der hel, wordt de Middelaar geschonken: Ik wil niet
dat deze in het verderf nederdaalt. Ik heb verzoenig gevonden.
Deze verborgenheid is groot. Geen mens zal het kunnen bevatten, ook niet
beredeneren. Alleen de begenadigde die voor de poorten der hel is weggehaald
zal er God eeuwig in aanbidden en bewonderen.