De kleine lettertjes van het Evangelie

[Geytenbeekje]

Dat mensen, als zij van goede wil zijn, tot volmaakte christenen kunnen uitgroeien, zoals bedoeld in de Bergrede.

Dat lijkt me toch niet moeilijk om uit de preek te halen? Hij zit heel duidelijk in elkaar.

Het wordt benoemd ja, maar daarmee is ook alles gezegd.

[Maanenschijn]

Voordat ds vd Brink voor de zoveelste maal in het remonstrantse bankje gezet wordt, lijkt het me voor alles goed om, voor degenen die hem daar graag zien, eerst te onderzoeken wat remonstrants inhoud.

Dus de Remonstranten in Rotterdam die dr. Van den Brink in het remonstrantenbankje plaatsen moeten eerst gaan onderzoeken wat remonstrants inhoud? Begrijp ik je zo goed?

Ja, lijkt mij uiterst nuttig voor deze Rotterdammers. Dan zullen ze grote verschillen ontdekken tussen hun remonstrantisme en datgene wat ds vd Brink zegt.

Ik denk dat de Rotterdamse Remonstranten dr vd Brink onterecht voor hun karretje (wensen te) spannen. Maar ik wacht af, mogelijk staat hij binnenkort op het preekrooster.

Welke verschillen zijn dit dan?

Verschillen in de leer van de predestinatie en de vrije wil van de mens.

[Thea]

Iemand kan ook bepaalde dingen van een stroming overnemen ipv alle. Het zegt toch wel veel dat de remonstrantse broeders uit Rotterdam zich herkennen in ds vd Brink. Dat vond ik wel onthutsend om te lezen.

[Johann Gottfried Walther]

Ds. Van den Brink,
Bladzijde 87; “De Remonstranten zeggen: God heeft mij uitverkoren omdat ik geloof heb. Dordt zegt: ik heb geloof omdat God mij uitverkoren heeft.
De Remonstranten zeggen: God heeft mij lief omdat ik over goede eigenschappen beschik. Dordt zegt: ik ontvang de goede eigenschappen omdat God mij liefheeft. De Remonstranten zeggen: Gods besluit van eeuwigheid volgt op mijn beslissing om te geloven. Dordt zegt: mijn beslissing om te geloven volgt op Gods besluit van eeuwigheid.”

Bladzijde 94: “God wil sommige mensen geloof en bekering geven, zodat zij ook daadwerkelijk gaan geloven en zich bekeren”

“God beslist wie Hij wel en wie Hij niet het geloof zal geven. Zelfs dit deel van de persoonspredestinatie is ons gedeeltelijk bekend. Want van álle gelovigen weten wij dat zij verkoren zijn: ‘Er geloofden er zovelen als er bestemd waren voor het eeuwige leven’ Handelingen 13:48. De kanttekening bij 2 Korinthe 13:5 zegt het als volgt: ‘Wie oprecht in Christus gelooft, die is wel verzekerd dat hij uitverkoren is (Johannes 6:37, 8:47 Romeinen 8:30…); maar wie de prediking van het evangelie door een waar geloof niet aanneemt, en de aangeboden genade verzuimt of veracht, is wel in gevaar van een verworpen mens te zijn.’ “

[Mannetje]

Als ik op de link klik, zie ik geen preek, maar een verhaaltje over Coornhert.

Het is wel degelijk een preek, dat zie je aan de vorm, met de drie punten zelfs, maar ook aan de verwijzing naar de zondagse eredienst. De vraag komt zelfs aan de orde waarom dit nu een onderwerp is voor een preek.

Dus je hebt het niet erg goed bestudeerd.

Wellicht mis je mijn niet verwoorde denkstappen, dat kan ik wel begrijpen.
Maar ik kan dit geen preek noemen.

Drie punten maakt iets nog geen preek en het feit dat iets in een zondagse bijeenkomst wordt verteld evenmin.

[Thea]

De laatste alinea begrijp ik niet. Het lijkt dat de volgorde wordt omgedraaid. 'Wie Christus niet aanneemt in het geloof, wordt verworpen. ' Dat vind ik nu zo gevaarlijk. Je kunt er alle kanten mee op. Zie je wel, het staat in de kanttekeningen. Maar je moet de bijbel lezen in zijn verband en niet losse kanttekeningen er uit pikken.

[Maanenschijn]

Wat ik vooral onthutsend vind is dat er zoveel mensen zonder zich zelf in te spannen (zoals de Bereers!) alles maar klakkeloos aannemen wat een derde roept. Het zou een goede tijdsbesteding zijn om morgen de DL eens helemaal te lezen, met de verwerping van de dwalingen er bij. Het is een prima bagage om dan onze eigen gehoorde prediking te beoordelen en al het andere geschrijf te boordelen. Of dat nu van ds. Schultink, ds. vd Brink of de Remonstrantse Broederschap komt (zomaar wat namen).

[Maanenschijn]

De laatste alinea begrijp ik niet. Het lijkt dat de volgorde wordt omgedraaid. 'Wie Christus niet aanneemt in het geloof, wordt verworpen. ' Dat vind ik nu zo gevaarlijk. Je kunt er alle kanten mee op. Zie je wel, het staat in de kanttekeningen. Maar je moet de bijbel lezen in zijn verband en niet losse kanttekeningen er uit pikken.

Wat vind je dan gevaarlijk? Ik kan je bijdragen wat moeilijk volgen, wat vooral aan mij zal liggen.

Als er sprake is van een gezond evenwicht tussen Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid, is er geen ‘gevaar’. Dat gevaar is dus aan twee kanten aanwezig. Als de kant van de mens (te) veel aandacht krijgt, geeft dat activisme die voorbij kan gaan aan de onmacht van de mens en de soevereiniteit van de Heere God. Als deze soevereiniteit (waar de uitverkiezing een belangrijk onderdeel van is) (te) veel aandacht krijgt, ontstaat er mogelijk lijdelijkheid en weinig doorbrekende genade. De verschillen en uitwerking hiervan raakt de kern van deze hele ‘kleine-lettertjes-discussie’.


Het lijkt dat de discussie je raakt, of misschien je in verwarring brengt. Ik heb dat ook wel eens gehad naar aanleiding van de discussie alhier. Een goede tip: pak er een leesbare puritein bij (Watson bijvoorbeeld) of Vader Brakel en neem wat afstand .

[Thea]

Wat me idd raakt is de de grootse dwalingen klakkeloos worden overgenomen. Terwijl er van verschillende kanten tegenwerpingen worden gegeven. Maar het is idd beter om afstand te nemen. Het is wat mij betreft vooral een wedstrijd in het gelijk willen halen.

[DDD]

Ik denk dan weer dat je geen onderscheid maakt waar het wel is en onderscheid maakt waar het niet is.

Ik zou zeggen, lees de Dordtse Leerregels in gewoon Nederlands er nog eens op na, en vergelijk het dan met de prediking in je kerk. Het kan haast niet anders of je zult zien dat links GG daar dichterbij staat dan rechts GG.

[Valcke]

Ds. Van den Brink,
Bladzijde 87; “De Remonstranten zeggen: God heeft mij uitverkoren omdat ik geloof heb. Dordt zegt: ik heb geloof omdat God mij uitverkoren heeft.
De Remonstranten zeggen: God heeft mij lief omdat ik over goede eigenschappen beschik. Dordt zegt: ik ontvang de goede eigenschappen omdat God mij liefheeft. De Remonstranten zeggen: Gods besluit van eeuwigheid volgt op mijn beslissing om te geloven. Dordt zegt: mijn beslissing om te geloven volgt op Gods besluit van eeuwigheid.”

Dit zal vast rechtzinnig bedoeld zijn, maar tegen de laatste zin maak ik toch bezwaar.
Dordt spreekt niet (niet in de Leerregels en bij mijn weten ook nergens in de Acta of andere geschriften) over "mijn beslissing om te geloven". Dat woordgebruik "mijn beslissing om te geloven" is modern, en zeker niet gereformeerd.
Wat zegt Dordt wel? Dit:

I.7. Deze verkiezing is een onveranderlijk voornemen Gods, door hetwelk Hij vóór de grondlegging der wereld een zekere menigte van mensen, niet beter of waardiger zijnde dan anderen, maar in de gemene ellende met anderen liggende, uit het gehele menselijk geslacht, van de eerste rechtheid door hun eigen schuld vervallen in de zonde en het verderf, naar het vrije welbehagen van Zijn wil, tot de zaligheid, uit louter genade, uitverkoren heeft in Christus, Denwelken Hij ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen, en tot een Fundament der zaligheid gesteld heeft. En opdat zij door Hem zouden zalig gemaakt worden, heeft Hij ook besloten hen aan Hem te geven, en krachtiglijk tot Zijn gemeenschap door Zijn Woord en Geest te roepen en te trekken, of met het ware geloof in Hem te begiftigen, te rechtvaardigen, te heiligen, en in de gemeenschap Zijns Zoons krachtiglijk bewaard zijnde, ten laatste te verheerlijken, tot bewijzing van Zijn barmhartigheid en tot prijs van de rijkdommen Zijner heerlijke genade.

En ook dit:

III/IV.14. Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort; ook niet daarom dat God alleen de macht om te geloven zou geven, en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven van den vrijen wil des mensen verwachten; maar omdat Hij, Die daar werkt het willen en het werken, ja, alles werkt in allen, in den mens teweegbrengt beide, den wil om te geloven en het geloof zelf.

[DDD]

Vergeet het citaat over de zelf werkende wil niet. Maar goed, ik denk met jou dat de gewraakte formulering niet helemaal in lijn is met de formuleringen in de DL.

[huisman]

Ds. Van den Brink,
Bladzijde 87; “De Remonstranten zeggen: God heeft mij uitverkoren omdat ik geloof heb. Dordt zegt: ik heb geloof omdat God mij uitverkoren heeft.
De Remonstranten zeggen: God heeft mij lief omdat ik over goede eigenschappen beschik. Dordt zegt: ik ontvang de goede eigenschappen omdat God mij liefheeft. De Remonstranten zeggen: Gods besluit van eeuwigheid volgt op mijn beslissing om te geloven. Dordt zegt: mijn beslissing om te geloven volgt op Gods besluit van eeuwigheid.”

Dit zal vast rechtzinnig bedoeld zijn, maar tegen de laatste zin maak ik toch bezwaar.
Dordt spreekt niet (niet in de Leerregels en bij mijn weten ook nergens in de Acta of andere geschriften) over "mijn beslissing om te geloven". Dat woordgebruik "mijn beslissing om te geloven" is modern, en zeker niet gereformeerd.
Wat zegt Dordt wel? Dit:

I.7. Deze verkiezing is een onveranderlijk voornemen Gods, door hetwelk Hij vóór de grondlegging der wereld een zekere menigte van mensen, niet beter of waardiger zijnde dan anderen, maar in de gemene ellende met anderen liggende, uit het gehele menselijk geslacht, van de eerste rechtheid door hun eigen schuld vervallen in de zonde en het verderf, naar het vrije welbehagen van Zijn wil, tot de zaligheid, uit louter genade, uitverkoren heeft in Christus, Denwelken Hij ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen, en tot een Fundament der zaligheid gesteld heeft. En opdat zij door Hem zouden zalig gemaakt worden, heeft Hij ook besloten hen aan Hem te geven, en krachtiglijk tot Zijn gemeenschap door Zijn Woord en Geest te roepen en te trekken, of met het ware geloof in Hem te begiftigen, te rechtvaardigen, te heiligen, en in de gemeenschap Zijns Zoons krachtiglijk bewaard zijnde, ten laatste te verheerlijken, tot bewijzing van Zijn barmhartigheid en tot prijs van de rijkdommen Zijner heerlijke genade.

En ook dit:

III/IV.14. Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort; ook niet daarom dat God alleen de macht om te geloven zou geven, en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven van den vrijen wil des mensen verwachten; maar omdat Hij, Die daar werkt het willen en het werken, ja, alles werkt in allen, in den mens teweegbrengt beide, den wil om te geloven en het geloof zelf.

Dank voor deze heldere bijdrage.

[MGG]

Ds. Van den Brink,
Bladzijde 87; “De Remonstranten zeggen: God heeft mij uitverkoren omdat ik geloof heb. Dordt zegt: ik heb geloof omdat God mij uitverkoren heeft.
De Remonstranten zeggen: God heeft mij lief omdat ik over goede eigenschappen beschik. Dordt zegt: ik ontvang de goede eigenschappen omdat God mij liefheeft. De Remonstranten zeggen: Gods besluit van eeuwigheid volgt op mijn beslissing om te geloven. Dordt zegt: mijn beslissing om te geloven volgt op Gods besluit van eeuwigheid.”

Dit zal vast rechtzinnig bedoeld zijn, maar tegen de laatste zin maak ik toch bezwaar.
Dordt spreekt niet (niet in de Leerregels en bij mijn weten ook nergens in de Acta of andere geschriften) over "mijn beslissing om te geloven". Dat woordgebruik "mijn beslissing om te geloven" is modern, en zeker niet gereformeerd.
Wat zegt Dordt wel? Dit:

I.7. Deze verkiezing is een onveranderlijk voornemen Gods, door hetwelk Hij vóór de grondlegging der wereld een zekere menigte van mensen, niet beter of waardiger zijnde dan anderen, maar in de gemene ellende met anderen liggende, uit het gehele menselijk geslacht, van de eerste rechtheid door hun eigen schuld vervallen in de zonde en het verderf, naar het vrije welbehagen van Zijn wil, tot de zaligheid, uit louter genade, uitverkoren heeft in Christus, Denwelken Hij ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen, en tot een Fundament der zaligheid gesteld heeft. En opdat zij door Hem zouden zalig gemaakt worden, heeft Hij ook besloten hen aan Hem te geven, en krachtiglijk tot Zijn gemeenschap door Zijn Woord en Geest te roepen en te trekken, of met het ware geloof in Hem te begiftigen, te rechtvaardigen, te heiligen, en in de gemeenschap Zijns Zoons krachtiglijk bewaard zijnde, ten laatste te verheerlijken, tot bewijzing van Zijn barmhartigheid en tot prijs van de rijkdommen Zijner heerlijke genade.

En ook dit:

III/IV.14. Zo is dan het geloof een gave Gods; niet omdat het aan den vrijen wil des mensen van God wordt aangeboden, maar omdat het den mens metterdaad wordt medegedeeld, ingegeven en ingestort; ook niet daarom dat God alleen de macht om te geloven zou geven, en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven van den vrijen wil des mensen verwachten; maar omdat Hij, Die daar werkt het willen en het werken, ja, alles werkt in allen, in den mens teweegbrengt beide, den wil om te geloven en het geloof zelf.

Dank voor deze heldere bijdrage.

+1. Valcke zijn bijdrage geven vaak stof tot na/overdenken.

[Johann Gottfried Walther]

Ds. Van den Brink zegt meer, dan het stukje wat Valcke citeert.

Bladzijde 94: “God wil sommige mensen geloof en bekering geven, zodat zij ook daadwerkelijk gaan geloven en zich bekeren”

“God beslist wie Hij wel en wie Hij niet het geloof zal geven. Zelfs dit deel van de persoonspredestinatie is ons gedeeltelijk bekend. Want van álle gelovigen weten wij dat zij verkoren zijn: ‘Er geloofden er zovelen als er bestemd waren voor het eeuwige leven’ Handelingen 13:48. De kanttekening bij 2 Korinthe 13:5 zegt het als volgt: ‘Wie oprecht in Christus gelooft, die is wel verzekerd dat hij uitverkoren is (Johannes 6:37, 8:47 Romeinen 8:30…); maar wie de prediking van het evangelie door een waar geloof niet aanneemt, en de aangeboden genade verzuimt of veracht, is wel in gevaar van een verworpen mens te zijn.’ “

De DL zegt ook:
De Heilige Geest werkt de wedergeboorte in een mens
En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing,
nieuwe schepping, opwekking van de doden, en levendmaking,
waarvan zo heerlijk in de Schriften gesproken wordt, a
dewelke God zonder ons in ons werkt.
En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen,
noch door aanrading, of zulke manier van werking,
dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft,
het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden
of niet wedergeboren te worden,
bekeerd te worden of niet bekeerd te worden.

Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige,
en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgene en onuitsprekelijke werking,
dewelke, naar het getuigenis der Schrift
(die van den Auteur van deze werking is ingegeven),
in haar kracht niet minder noch geringer is
dan de schepping of de opwekking der doden; b
alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt,
zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven.

En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd,
niet alleen van God gedreven en bewogen,
maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. c
Waarom ook terecht gezegd wordt, dat de mens,
door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.

Eerst had ik een meer kritische houding ten opzichte van Ds. Van den Brink, maar juist nu ik mij er meer in verdiep valt het mij op hoe zeer Ds. Van den Brink de DL belijdt en naspreekt en serieus neemt, en anderen, die zich als veel rechtzinniger uitgeven, problemen blijken te hebben met de DL.

Ik lees en koop vrijwel geen nieuwere boeken meer, maar steeds meer oudere boeken, vooral van Puriteinen, maar ik kan bij Ds. Van den Brink geen onbijbelse elementen vinden,
zijn formulering is soms ietsje anders, maar het gevaar is ook dat sommige blijven vasthouden aan 17de eeuwse taal omdat ze dat veiliger vinden,
Valcke sluit ik daar wel van uit, maar het blijkt steeds maar weer dat vele hier redeneren vanuit een systeem, en verder willen gaan dan de DL, en zelfs de DL niet volkomen serieus nemen.

Men leze het boek van Ds. Van den Brink, of luistere al zijn 7 lezingen, en ik zal stoppen met citaten stoppen, want die worden steeds willens en wetens anders uitgelegd en verdraaid,

Er zijn tal van predikanten die dit artikel niet serieus nemen, maar daar hoor je nooit iemand over:
DL 3/4: 8
Welmenend roept God iedereen die het evangelie hoort
Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden,
die worden ernstiglijk geroepen.
Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord
wat Hem aangenaam is,
namelijk dat de geroepenen tot Hem komen.
Hij belooft ook met ernst allen,
die tot Hem komen, en geloven,
de rust der zielen en het eeuwige leven