Geplaatst: 19 apr 2006, 14:53
Volgens mij loochend hier op dit forum niemand de uitverkiezng, alleen gaan wij er verschillend mee om.
Dit is wat de Bijbel leert. Het klinkt simpel, maar het gaat hier over ontzaglijke dingen.Indien: uitverkoren
Dan: Kies je voor God, voor het leven, strijd je om in te gaan, volhard je, zet je je talenten in en dien je je naaste.
Indien: Niet uitverkoren
Dan: Kies je tegen God, voor de dood, of strijd je niet om in te gaan, volhard je niet, zet je je talenten niet in en dien je je naaste niet.
En dat is een versimpeling van wat de bijbel leert, een versimpeling zodat mensen kunnen begrijpen wat ze niet kunnen snappen.
Afgewezen, even een belangstellende vraag: is de uitverkiezing een leerstellig feit en een troost voor de gelovigen, of zou het ook een functie moeten hebben (los van het troost-element) in de prediking? Kortom, wat wil je moet de term en het leerstuk uitverkiezing in je boodschap van zonde en genade?Afgewezen schreef:Dit is wat de Bijbel leert. Het klinkt simpel, maar het gaat hier over ontzaglijke dingen.Indien: uitverkoren
Dan: Kies je voor God, voor het leven, strijd je om in te gaan, volhard je, zet je je talenten in en dien je je naaste.
Indien: Niet uitverkoren
Dan: Kies je tegen God, voor de dood, of strijd je niet om in te gaan, volhard je niet, zet je je talenten niet in en dien je je naaste niet.
En dat is een versimpeling van wat de bijbel leert, een versimpeling zodat mensen kunnen begrijpen wat ze niet kunnen snappen.
Overigens is dit niet alles wat de Bijbel hierover leert. De Bijbel leert ons ook dat het eigen schuld is als we verloren gaan.
En dát kunnen we niet rijmen met Gods uitverkiezing. Toch moeten we dat laten staan.
Wie dit loochent, leert misschien wel 'een' uitverkiezing, maar leert niet de bijbelse uitverkiezing.
Het is voor ons mensen moeilijk te accepteren dat God soeverein is; dat hij de een voorbijgaat en de ander niet.
Maar dat Hij heeft ook met hele volken gedaan (in het OT en de eeuwen door). Daar hoeft God ons geen verantwoording voor af te leggen. Wij hebben te buigen voor de Schrift.
De vraag is niet wat "ik wil". Dat is een fout uitgangspunt. Het gaat er om hoe de Bijbel ons God leert kennen: "Barmhartig, doordien Hij uit deze verderfenis (waarin het gehele geslacht van Adam is terechtgekomen) trekt en verlost degenen, die Hij in Zijn eeuwigen en onveranderlijken raad, uit enkele goedertierenheid, uitverkoren heeft in Jezus Christus onze Heere, zonder enige aanmerking hunner werken. Rechtvaardig, doordien Hij de anderen laat in hun val en verderf, waar zij zichzelf in geworpen hebben (Ned. Gel. Bel. art. 16)".Afgewezen, even een belangstellende vraag: is de uitverkiezing een leerstellig feit en een troost voor de gelovigen, of zou het ook een functie moeten hebben (los van het troost-element) in de prediking? Kortom, wat wil je moet de term en het leerstuk uitverkiezing in je boodschap van zonde en genade?
Het hele Woord van God moet gepredikt worden, zowel aan de gelovige als aan de ongelovige. We hoeven God niet te 'verfraaien' om Hem zo aantrekkelijker te maken voor de mens!M.i. heeft een ongelovige niets van doen met de uitverkiezing en mag dit daarom ook geen plaats hebben in de prediking, anders dan wanneer de troost benadrukt wordt op het moment dat de gelovige aangesproken wordt.
Het wagen van Gods Woord, met op de bok Dr Steenblok.Afgewezen schreef:Het hele Woord van God moet gepredikt worden, zowel aan de gelovige als aan de ongelovige. We hoeven God niet te 'verfraaien' om Hem zo aantrekkelijker te maken voor de mens!
God is God en zó komt Hij op ons toe ook in de prediking.
Volgens mij zegt NGB art. 16 niets over het functioneren van de uitverkiezing in de prediking.Afgewezen schreef:De vraag is niet wat "ik wil". Dat is een fout uitgangspunt. Het gaat er om hoe de Bijbel ons God leert kennen: "Barmhartig, doordien Hij uit deze verderfenis (waarin het gehele geslacht van Adam is terechtgekomen) trekt en verlost degenen, die Hij in Zijn eeuwigen en onveranderlijken raad, uit enkele goedertierenheid, uitverkoren heeft in Jezus Christus onze Heere, zonder enige aanmerking hunner werken. Rechtvaardig, doordien Hij de anderen laat in hun val en verderf, waar zij zichzelf in geworpen hebben (Ned. Gel. Bel. art. 16)".Afgewezen, even een belangstellende vraag: is de uitverkiezing een leerstellig feit en een troost voor de gelovigen, of zou het ook een functie moeten hebben (los van het troost-element) in de prediking? Kortom, wat wil je moet de term en het leerstuk uitverkiezing in je boodschap van zonde en genade?
Als deze dingen niet meer gezegd mogen worden, moeten we ons goed afvragen waar we mee bezig zijn.
Het hele Woord van God moet gepredikt worden, zowel aan de gelovige als aan de ongelovige. We hoeven God niet te 'verfraaien' om Hem zo aantrekkelijker te maken voor de mens!M.i. heeft een ongelovige niets van doen met de uitverkiezing en mag dit daarom ook geen plaats hebben in de prediking, anders dan wanneer de troost benadrukt wordt op het moment dat de gelovige aangesproken wordt.
Als de Bijbel ons zó God leert kennen, moet dit ook functioneren in de prediking. Dat wil helemaal niet zeggen dat de uitverkiezing altijd expliciet genoemd moet worden, en zeker niet dat daarop gehamerd moet worden, maar zij moet zeker als dragende grond van de prediking aanwezig zijn. Het is God Die ons zoekt, het is God Die verkiest.Volgens mij zegt NGB art. 16 niets over het functioneren van de uitverkiezing in de prediking.
Lees het befaamde Johannes 6 nog eens door. Trouwens, het hele Evangelie van Johannes staat in het teken van de verkiezing. Het begint al bij Joh. 1:12 en 13: “Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; welke niet uit den bloede, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn.”Uiteraard moeten we het hele Woord van God prediken, maar waar geeft Jezus de uitverkiezing een plaats in zijn prediking? Waar zegt Jezus dat Hij alleen maar op aarde is gekomen om de uitverkorenen te komen redden?
Dat gaat niet over uitverkiezing maar over bekering. Wie Hem hebben aangenomen hebben de macht gekregen Zijn kinderen te zijn, namelijk hen die in Zijn naam geloven... die niet uit vlees en bloed maar uit God geboren zijn. Zie wat de bijbel zegt over oude en nieuwe mensen, werken van het vlees en werken van de Geest en in 1 Kor 15:50 en Heb 2:14 bijvoorbeeld.Afgewezen schreef:Als de Bijbel ons zó God leert kennen, moet dit ook functioneren in de prediking. Dat wil helemaal niet zeggen dat de uitverkiezing altijd expliciet genoemd moet worden, en zeker niet dat daarop gehamerd moet worden, maar zij moet zeker als dragende grond van de prediking aanwezig zijn. Het is God Die ons zoekt, het is God Die verkiest.Volgens mij zegt NGB art. 16 niets over het functioneren van de uitverkiezing in de prediking.Lees het befaamde Johannes 6 nog eens door. Trouwens, het hele Evangelie van Johannes staat in het teken van de verkiezing. Het begint al bij Joh. 1:12 en 13: “Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; welke niet uit den bloede, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn.”Uiteraard moeten we het hele Woord van God prediken, maar waar geeft Jezus de uitverkiezing een plaats in zijn prediking? Waar zegt Jezus dat Hij alleen maar op aarde is gekomen om de uitverkorenen te komen redden?
Terwijl ook juist in het evangelie van Johannes heel duidelijk de schuld en het ongeloof van het volk getekend wordt, zie bijv. Joh. 1:11; 12:37-43.
Beide moeten we laten staan!
Over wederbaren (wedergeboren)wordt in 2 teksten in de bijbel gesproken,Afgewezen schreef:In deze tekst lezen we dat God Zelf er zorg voor draagt dat er mensen in Zijn Zoon zullen geloven. De mensen verwerpen Jezus; toch zullen er mensen in Hem geloven. Daar zorgt God Zelf voor. God schept niet alleen de mogelijkheid, nee hij wederbaart deze mensen daadwerkelijk.
Juist!Afgewezen schreef:In deze tekst lezen we dat God Zelf er zorg voor draagt dat er mensen in Zijn Zoon zullen geloven. De mensen verwerpen Jezus; toch zullen er mensen in Hem geloven. Daar zorgt God Zelf voor. God schept niet alleen de mogelijkheid, nee hij wederbaart deze mensen daadwerkelijk.
Wat is je punt?Dort schreef:Juist!Afgewezen schreef:In deze tekst lezen we dat God Zelf er zorg voor draagt dat er mensen in Zijn Zoon zullen geloven. De mensen verwerpen Jezus; toch zullen er mensen in Hem geloven. Daar zorgt God Zelf voor. God schept niet alleen de mogelijkheid, nee hij wederbaart deze mensen daadwerkelijk.
En dit vers gaat daaraan vooraf:
Joh. 1:5: En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
het Licht: Dat is, datzelfde Woord, hetwelk de mensen verlicht
In de duisternis: Dat is, in het verstand des mensen door den val en de zonde verduisterd
en de duisternis heeft: Dat is, de verdorven mensen hebben dat licht, hetwelk in hen overgebleven was, niet gebruikt om den Zoon Gods, den auteur van dit licht, recht te kennen, dienen en eren
En die wederbaring is door de werking van Gods Geest, (in orde, niet in tijd) na de vergeving der zonden. Zodat de lof daarvan niet is uit de mensen, maar uit God, Rom. 2, laatste vers, en dat het niet is desgenen die loopt, noch desgenen die wil, maar des ontfermenden Gods, Rom. 9:16, en wie heeft Hem eerder gegeven dat hem wedervergolden zou worden, want uit hem en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen, Rom. 11:36 Paulus plant, Apollos maakt nat, maar het God die de wasdom geeft. zo zie je dat de Schrift de mens alles afneemt, om het geheel aan God toe te schrijven, opdat wie roemt, niet in zichzelf, maar in den Heere alleen roeme.
En wat is dat voor geloof? Zie zondag 7. De vergeving van zonden en de toerekening van Christus en Zijne gerechtigheid aan de uitverkorene en (geloof =) de menselijke toeëigening van Christus' gerechtigheid en de inwoning van de Geest van Christus. Dat is hét Leven.
En dat is wel een ander leven dan wat de meesten zich heden ten dage inbeelden. Voor wie te vrezen is dat geldt: Gij hebt de naam dat gij leeft, (..)
Ik denk niet dat we een oordeel moeten vellen over andere mensen. Laten we alleen onszelf onderzoeken of we werkelijk met Hem leven. Wij kunnen immers niet in de harten van anderen kijken. Wij weten niet welke innerlijke strijd anderen voeren.Dort schreef: En dat is wel een ander leven dan wat de meesten zich heden ten dage inbeelden. Voor wie te vrezen is dat geldt: Gij hebt de naam dat gij leeft, (..)