Herman schreef:Mr.A.A. Bart schreef:
Standenleer
Naar aanleiding van de recensie van het boek "Waar staan de Gereformeerde Gemeenten?" door ds W. Visscher (RD 20-06) enkele opmerkingen.
Anders dan de recensent stelt, heb ik in mijn boek nergens beweerd dat volgens ds. Kersten en ds. Moerkerken de levendmaking door de prediking van de wet geschiedt. Integendeel, ik heb juist aangegeven dat beide predikanten leren dat de levendmaking door het Evangelie plaatsvindt. Wel heb ik benadrukt dat dit slechts een theoretisch standpunt is, omdat het Evangelie in de wedergeboorte nog "een gesloten boek" is en er daarna, in de (vaak lange) toeleidende weg, eerst plaatsgemaakt moet worden voor de kennis van Christus. En dat is in strijd met Schrift (bijv. Ef. 1:13) en belijdenis. Ik acht het winst dat ds. Visscher erkent dat Boston anders oordeelt over wedergeboorte en daadwerkelijk geloof.
Even iets eruit lichten. Ik snap dat theorie tegenover praktijk staat. Ik snap ook dat de heer Bart een verschil ziet tussen het theoretische standpunt en de praktische uitwerking. De kerkelijke equivalenten zijn de theologie en wat ik nu noem de praktijk der godzaligheid. Nu is de theologie van zijn opponenten goed, maar de praktijk der godzaligheid zou daar niet mee in overeenstemming zijn. Dan is het mijn conclusie, het is niet meer dan logisch dat in de praktijk meer zaken aan bod komen, omdat het gehele werk van de Heilige Geest wat Hij in de praktijk uitvoerd niet in de leer is vast te leggen. Ofwel, wat is het probleem wat hij schetst? Hij ziet een tegenstelling, die er daadwerkelijk ook is, maar of die nu fout is?
Het is ook jammer dat de recensent de indruk wekt alsof ik niet genoeg duidelijk heb kunnen maken hoe kwalijk mensen als ds. Kersten zijn geweest voor Gods kerk op aarde. Dat is zeker niet zo. Laten we zaken van personen onderscheiden. Bovendien heb ik zeer positief geschreven over het feit dat in 1948 de verhouding tussen ds. Kok en ds. Kersten in theologisch opzicht geheel vlak was. En dat het voor ds. Kersten in de laatste weken van zijn leven heel duidelijk moet zijn geworden dat de Gereformeerde Gemeenten het algemene aanbod van het Evangelie aan alle hoorders dreigden te verliezen.
Het gevecht om Kersten is nog niet beslecht, zo te zien. Als je de uitspraak van Zwemer 'de GG pendelde in die tijd tussen Kok en Steenbok' ook van toepassing acht op Kersten, dan kan dat nog wel een tijdje doorgaan.
Beste Herman,
Het probleem wat Bart aanvoert in zijn terechte kanttekening bij de recensie van ds. Visscher voel ik heel goed aan. Ik denk daarom dat je het probleem wat onderschat wanneer je stelt "het is niet meer dan logisch dat in de praktijk meer zaken aan bod komen, omdat het gehele werk van de Heilige Geest wat Hij in de praktijk uitvoerd niet in de leer is vast te leggen. Ofwel, wat is het probleem wat hij schetst?"
Het gaat hier heel concreet om een tegenstelling. Die tegenstelling die hij signaleert is er vervolgens de oorzaak van dat de opvatting dat een wedergeborene Christus nog niet kent, in bepaalde gevallen 'gewoon' gevonden wordt, zelfs sterk verdedigd wordt.
En dat is nu juist het grote punt waar Bart zich tegen verzet.
Je kunt dan dogmatisch wel stellen dat de levendmaking plaats vind door middel van het Evangelie(je kunt ook moeilijk anders, omdat de DLR dat zeer uitdrukkelijk leren), maar die opmerking heeft alleen dogmatische waarde; omdat ik de praktijk van de bevinding (zoals die beschreven wordt) het Evangelie geen enkele inhoudelijke(!) betekenis (maar slechts een instrumentele functie) heeft in de levendmaking. Kenmerk van de levendmaking door het Evangelie is dan het leren kennen van ellende door de wet...
Dan onderschrijf je nog wel de letter van de DLR, maar in hoeverre het bevindelijk leven overeenkomstig de belijdenis beschreven wordt is dan voor mij een grote vraag. Of eigenlijk helemaal geen vraag meer.
Wat de positie van Kersten betreft heeft ds. Visscher overigens m.i. wel terecht een punt. Over hem is meer te zeggen dan alleen datgene wat Bart weergeeft. Het probleem is dat iedereen in de GG zo ontzettend graag wil zeggen dat hij in het voetspoor van Kersten gaat..Soms krijg je wel eens de indruk dat dat belangrijker is dan het spoort van de gereformeerde belijdenis.
Daarmee wil ik geen bewuste tegenstelling tussen Kersten en de belijdenis suggereren, maar je als gereformeerd noemend mens/kerkverband zich zo uitdrukkelijk richten op 1 persoon lijkt me niet gezond. En volgens mij zou Kersten dat in ieder geval wel onderschrijven.