Verfoeilijk beeld van de uitverkiezing! Ik houd het liever op de taal van de Dordtse Leerregels.gravo schreef:Wie reageert op postings over verkiezing en / of verwerping door God van eeuwigheid, zal zich ongetwijfeld sterk verbonden voelen met dit onderwerp. Hij of zij begrijpt de grote implicaties voor eigen leven, die elk antwoord op dit vraagstuk inhoudt.
Immers, wie onverkort kiest vóór de gereformeerde leer van de verkiezing, kan zich niet beperken tot een vinnige deelname aan deze discussie. Wanneer hij anderen (die een minder gereformeerd standpunt verdedigen dan hijzelf) aanvalt op dit punt, dient hij zich tegelijk te bedenken, dat de verkiezing ook als een zwaard boven eigen hoofd hangt. Wie de gereformeerde verkiezingsleer onverkort zijn hele leven verdedigt, heeft daardoor nog geen garantie, dat hij op grond van die overtuiging ook meer in aanmerking komt voor die uitverkiezing. Hij kan zich daarom op grond van zijn overtuiging maar moeilijk als ware gelovige presenteren. Daarmee zou het geheim van de uitverkiezing immers wel heel makkelijk en al te voor de handliggend worden ontsluierd. Het komt heel hoogmoedig over, wanneer je blijft volhouden, dat het alleen God is die vrijmachtig kiest, terwijl je tegelijk met zekerheid zegt, dat God uit velen jou gekozen heeft.
Aan de andere kant, iemand, die zich niet kan vinden in de gereformeerde verkiezingsleer en die de nadruk vooral legt op de mogelijkheid om de roepstem van God te beantwoorden, zo iemand kan eigenlijk met goed fatsoen deze stelling niet verdedigen, als hij zelf ook die verantwoordelijkheid niet genomen heeft. Die moet zich, kort gezegd, eigenlijk wel als een ware gelovige presenteren.
Kortom, het hele vraagstuk leidt van twee kanten tot zeer pijnlijke uitspraken, omdat men er niet on-persoonlijk over spreken kan.
Wanneer men er wel on-persoonlijk over spreekt (alsof het allemaal niet veel met de eigen persoon te maken zou hebben), is er angst in het spel.
Men durft de consequenties dan niet te noemen.
Men durft enerzijds (als voorvechter van de verkiezingsleer) niet te zeggen, dat men zich nauwelijks een kind van God durft te noemen.
Van de andere kant (wanneer men denkt zelf voor God te kunnen kiezen) durft men niet te zeggen, dat men misschien toch niet zo'n goede en voor-de-hand-liggende gelovige is.
Een echt waarachtig standpunt moet mijns inziens dan ook zijn, dat men zonder angst zijn overtuiging meedeelt. Dat wil zeggen, dat men persoonlijk en niet abstract spreekt, overtuigd, maar zonder angst.
Alleen de volgende uitspraken zijn naar mijn gevoel waarachtig:
1. Ik geloof vast in Gods verkiezing van eeuwigheid en ik heb geen enkele angst, dat God mij niet verkoren heeft.
(Helaas een zeldzame uitspraak in kringen, waarin de verkiezing wordt geleerd)
2. Ik geloof vast, dat de mens de verantwoordelijkheid, die hij van God krijgt, wanneer Hij de mens roept, aan kan; tegelijk zie ik in dat mijn keuze op hele wankele gronden gemaakt wordt en dat er veel twijfel en onzekerheid bij mij is.
(Helaas een zeldzame uitspraak in kringen, waar de menselijke verantwoordelijkheid wordt benadrukt)
Beide uitspraken zijn geloofsuitspraken en ze voldoen daarom aan de bijbelse leer, dat iemand slechts door het geloof zalig wordt.
gravo
Ik weet, dat mijn Verlosser leeft! Om de uitverkiezing!