Afscheid en intrede
Re: Afscheid en intrede
Ik weet niet of er kansels gesloten zijn voor bepaalde predikanten. Ik denk eerder dat de ouderling die de predikanten uitnodigt voor een predikbeurt een beetje (erg) eenzijdig is. Daarom is het goed dat de DKO gevolgd wordt en dat ambtsdragers na een beperkte periode automatisch eruit gaan.
Re: Afscheid en intrede
Ik zal voorbeeld van heel nabij geven. Wij hebben zelf tot en met in de jaren 80 heel vaak weekdiensten in een naburige vacante gemeente bezocht. Als het kon sloegen we nooit een dienst over. Dan was het er vaak goed toeven. Nu gaan er heel andere predikanten voor, en predikanten als onze predikant komt daar niet op de kansel. Terwijl het tot in de jaren 80, zoals ik al zei er zo goed toeven was.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Afscheid en intrede
Klopt, zo zie je dat in Barneveld en in Rotterdam-Zuidwijk vrij beperkt uitgenodigd wordt. Heeft niets met kanselsluiting te maken, maar puur met ligging.GJdeBruijn schreef:Zeer mee eens! Dat is een gezondere benadering dan de 'verdeel en heers' gedachten die hier rijkelijk worden rondgestrooid.eilander schreef:Het wordt m.i. te zwaar aangezet. Als je er met enige nuchterheid naar kijkt, zie je een kerkverband met verschillende accenten, waar de ene predikant beter bij de ene gemeente past, en wat minder bij de andere. Is het dan zo vreemd dat daar ook bij het uitnodigen naar gehandeld wordt?
Dat klinkt al anders dan: kansels zijn gesloten voor ds. X.
Re: Afscheid en intrede
Ik begrijp best dat dit niet zo'n makkelijke constatering is, maar ook hier zou ik zeggen: wees daar toch wel nuchter in. Ga je zelf dan nog wel steeds naar die weekdiensten?-DIA- schreef:Ik zal voorbeeld van heel nabij geven. Wij hebben zelf tot en met in de jaren 80 heel vaak weekdiensten in een naburige vacante gemeente bezocht. Als het kon sloegen we nooit een dienst over. Dan was het er vaak goed toeven. Nu gaan er heel andere predikanten voor, en predikanten als onze predikant komt daar niet op de kansel. Terwijl het tot in de jaren 80, zoals ik al zei er zo goed toeven was.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
Re: Afscheid en intrede
Lang volgehouden, maar sinds een vriend die me altijd meenam is overleden, een stuk minder, maar ik kan de diensten nog wel via de scanner volgen. Dat wil ik ook wel doen, want als ik hier wat over wil zeggen moet ik niet van 'horen zeggen' uitgaan. Ik heb meermalen gezegd, ook hier, dat je niet het recht hebt hier een reactie te geven zonder te weten waar je het over hebt. Ik heb hier ook af en toe wel een berichtje geplaatst als er een dienst was.eilander schreef:Ik begrijp best dat dit niet zo'n makkelijke constatering is, maar ook hier zou ik zeggen: wees daar toch wel nuchter in. Ga je zelf dan nog wel steeds naar die weekdiensten?-DIA- schreef:Ik zal voorbeeld van heel nabij geven. Wij hebben zelf tot en met in de jaren 80 heel vaak weekdiensten in een naburige vacante gemeente bezocht. Als het kon sloegen we nooit een dienst over. Dan was het er vaak goed toeven. Nu gaan er heel andere predikanten voor, en predikanten als onze predikant komt daar niet op de kansel. Terwijl het tot in de jaren 80, zoals ik al zei er zo goed toeven was.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Afscheid en intrede
Dit geldt ook voor leesdiensten. De ouderlingen zijn ook erg eenzijdig. De oudvaders die gelezen worden kun je op 1 hand tellen (per jaar). Wellicht goed dat DKO gevolgd wordt, na beperkte periode automatisch afscheid nemen (on-topic).-DIA- schreef:Ik zal voorbeeld van heel nabij geven. Wij hebben zelf tot en met in de jaren 80 heel vaak weekdiensten in een naburige vacante gemeente bezocht. Als het kon sloegen we nooit een dienst over. Dan was het er vaak goed toeven. Nu gaan er heel andere predikanten voor, en predikanten als onze predikant komt daar niet op de kansel. Terwijl het tot in de jaren 80, zoals ik al zei er zo goed toeven was.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
Re: Afscheid en intrede
Dat is goed, maar wat ik bedoel is: er zijn vast mensen die wel graag die "heel andere predikanten" horen, terwijl je zelf misschien liever een dienst van je eigen predikant luistert. Zeker bij een wat groter kerkverband is dat vrijwel onvermijdelijk, en dat lijkt me ook niet zo'n probleem. Breedte bewaart voor eenzijdigheid.-DIA- schreef:Lang volgehouden, maar sinds een vriend die me altijd meenam is overleden, een stuk minder, maar ik kan de diensten nog wel via de scanner volgen. Dat wil ik ook wel doen, want als ik hier wat over wil zeggen moet ik niet van 'horen zeggen' uitgaan. Ik heb meermalen gezegd, ook hier, dat je niet het recht hebt hier een reactie te geven zonder te weten waar je het over hebt. Ik heb hier ook af en toe wel een berichtje geplaatst als er een dienst was.eilander schreef:Ik begrijp best dat dit niet zo'n makkelijke constatering is, maar ook hier zou ik zeggen: wees daar toch wel nuchter in. Ga je zelf dan nog wel steeds naar die weekdiensten?-DIA- schreef:Ik zal voorbeeld van heel nabij geven. Wij hebben zelf tot en met in de jaren 80 heel vaak weekdiensten in een naburige vacante gemeente bezocht. Als het kon sloegen we nooit een dienst over. Dan was het er vaak goed toeven. Nu gaan er heel andere predikanten voor, en predikanten als onze predikant komt daar niet op de kansel. Terwijl het tot in de jaren 80, zoals ik al zei er zo goed toeven was.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
Re: Afscheid en intrede
Precies zolang er: schriftuurlijk/bevindelijk/volgens de leer/volgens de belijdenisgeschriften/serparerend gepreekt wordt is het prima. En dat gebeurt in jou kerkverband Dia overal. in Enter en in Rijssen en in Rotterdam Zuid en in Barneveld om de kerken te noemen die hier eerder werden genoemd. wees eens blij met de predikanten en het kerkverband die je gekregen hebt in plaats van dat geklaag (want zo komt het op mij toch wel over) over verschilletjes en wat er wel mist en wat er niet mist. een accentje hier, een accentje daar: dat gebeurde al bij de apostelen.
misschien nu weer ontopic gaan?
misschien nu weer ontopic gaan?
Re: Afscheid en intrede
Hier kan ik niets tegenin brengen omdat het toch niet verstaan wordt.mulder schreef:Precies zolang er: schriftuurlijk/bevindelijk/volgens de leer/volgens de belijdenisgeschriften/serparerend gepreekt wordt is het prima. En dat gebeurt in jou kerkverband Dia overal. in Enter en in Rijssen en in Rotterdam Zuid en in Barneveld om de kerken te noemen die hier eerder werden genoemd. wees eens blij met de predikanten en het kerkverband die je gekregen hebt in plaats van dat geklaag (want zo komt het op mij toch wel over) over verschilletjes en wat er wel mist en wat er niet mist. een accentje hier, een accentje daar: dat gebeurde al bij de apostelen.
misschien nu weer ontopic gaan?
Ik werd net naar Digibron geleid via een link hier in het topic over de GBS.
Daar stuitte ik op een interview met ds. P. Blok. En wat hij daar zegt is denk ik
alleen te verstaan als je deze dingen persoonlijk inleeft. Blijkbaar vond ook de
intervieuwer dit merkwaardig omdat hij juist dit met grote letter als kop
boven het interview zet: „Als de gangen in de prediking ontbreken, zit de Kerk
te sterven in de bank."
Ik zal ds. Blok dan zelf aan het Woord laten:
IN DE ZAAL DER ONVERBETERLIJKEN
Hij is 92, maar het had ook 82 kunnen zijn. Ds. P. Blok is wel klein en breekbaar geworden. Hij praat zacht, maar zeker als altijd, over de kerk die hem lief is, over vroeger, over het oude volk, over zijn zorgen ook: „Als de gangen in de prediking ontbreken, zit de Kerk te sterven in de bank.
Het leven heeft dit jaar zijn sporen getrokken. In het voorjaar overleed zijn pleegdochter, 67 jaar oud. In september kreeg hijzelf een hartinfarct. Een ingrijpende operatie aan de beide kransslagaders volgde. „Bij de opname in het ziekenhuis bepaalde de Heere me krachtig bij Psalm 23, over het dal van de schaduwen des doods. ‘Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden.’ Toen dacht ik: Hier ligt nog iets achter. Dit zal het einde niet zijn.”
Voor de operatie moest ds. Blok wel afscheid nemen van de kinderen. „Maar er was geen vrees. De schaduwen des doods vielen over mijn leven, maar de dood was er niet. God was er wel, in de totale verzoening van het Lam. Ik had God aan mijn zijde, Hij ondersteunde mij, en de dood was overwonnen. Ik had vooraf wel wat gerekend met de dood, maar moest toen toch weer terug het leven in. Sindsdien lees ik Psalm 23 wel met andere ogen.”
Wat de operatie hem ook leerde: „Wat is toch een mens! Er blijft op een operatiekamer echt niets meer van je over. Als je meent iets te zijn, kom je daar wel aan de weet dat je je bedriegt. Al die ballast van ons leven heeft geen enkele betekenis. Alleen de blanke gerechtigheid van Christus blijft dan over. Na de operatie moest ik opnieuw bekeerd worden. Met mijn 92 jaren moet dat blijven gebeuren, van dag tot dag.”
Brieven
Het is stil geworden in zijn hoekwoning in Dirksland. „Als je binnenkomt, is er niemand die je groet. En als je weggaat, is er niemand die je ‘gedag’ zegt. Als je zo oud wordt, is er een hele groep mensen weggevallen. De broeders met wie ik studeerde, met wie ik de gemeenten mocht dienen, de contacten met Gods kinderen. Dit is een eenzaam leven, de verbondenheid met velen ben je kwijt. Ik denk soms wel eens dat Gods kinderen elkaar zo weinig ontmoeten, spreken. We vervreemden van elkaar. Deze tijd is ook zo anders dan vroeger. Ja toch?”
Wie hij vooral mist? „Mijn broer Marien, het ouwe volk, opoetje Ruit, Jan Hardenberg uit Elspeet, Thona Melis. We schreven toen nog brieven. Ik had er een doos vol van. Op een gegeven ogenblik dacht ik in mijn godsdienstige dwaasheid: ‘Wat zouden ze met al die ontroerende brieven doen, als ik er eens niet meer ben?’ Toen heb ik ze allemaal versnipperd. Wel jammer.”
En dan, vast en zeker: „Maar ik ben niet zielig. Ik leef hier bij een open Woord. Bij het minste of geringste valt er een fluistering van het Woord in mijn ziel. Dat gaat niet gepaard met veel bijzonderheden. Het gaat niet door kracht of door geweld, maar soms door het luisteren van de wind. Het eenzijdige en soevereine werk van God, dat Hij volvoert, zonder ons en in ons, geeft een wonderlijke rust.”
Boekenziekte
De studeerkamer is nog steeds zijn “werkplaats”. De laptop staat meer aan dan uit. Op het scherm staat een hoofdstuk uit zijn vijfde deeltje over Elisa. Een overdenking over Gehazi. „Wel een bijzondere stof, hoor.” Maar het is bijna klaar.
Als ds. Blok tijd van leven krijgt, wil hij gaan schrijven over het leven van David. „Dat moeten zeven deeltjes gaan worden. Ik heb er in Kootwijkerbroek Bijbellezingen over gehouden, dus exegetisch ben ik daar al een keer helemaal doorheen gekropen. Ik probeer het nog een keer.”
In een ladeblok bewaart ds. Blok een paar duizend preekschetsen, geordend op vrije stofen, feeststoffen, catechismuspreken, rouwdiensten, trouwdiensten, bijzondere ogenblikken. „Daar staat vijftig jaar werk. Mijn preken heb ik in de voorbereiding zakelijk altijd helemaal uitgeschreven.”
Nog steeds staan de boeken keurig in het gelid, rug aan rug, gerangschikt, op tekst, thema of Bijbelboek. „Toen ik vanuit de Veluwe hierheen verhuisde, in 2007, moest ik wel veel boeken wegdoen, ik denk in totaal wel dertig meter. Vanaf mijn studententijd had ik al de boekenziekte. Dan is afstand doen van je boeken niet prettig.” Wijzend op zijn laptop met groot scherm: „Ik was denk ik een van de eerste predikanten in ons kerkverband die een pc aanschafte. Ik heb nog gewerkt met schijfjes en met ms-dos. Je moet met deze spullen wel met je tijd meegaan, anders kom je achter de geraniums terecht. Al mijn boeken staan ook in de pc. Ik weet met een handomdraai waar ik iets zoeken moet.”
Gezelschap
Het verleden is rijk aan herinneringen en gedachten. Vooral aan Flakkee, met zijn smalle polderwegen en brede sloten tussen akkers en weilanden, waar Piet Blok opgroeide in zijn geboortedorp Meneerse (Middelharnis), met om zich heen vrouwen in lange rokken en geruite schorten, en mannen op klompen. In Dirksland bediende ds. Blok 21 jaar lang het Woord. Op het eiland Goeree-Overlakkee had hij negen consulentgemeenten. „Het was een geïsoleerd bestaan hier. Het was bijna een wonder als je eens aan de overkant kwam. Als ik zondags ergens op het eiland preekte, ging ik op zaterdag weg en kwam ik op maandag terug. Dat deed ik niet zozeer uit wetticisme, alsof je op zondag geen auto mag rijden, maar om de verbondenheid met die kleine gemeenten te ervaren. Daar was op zaterdag- of op zondagavond vaak gezelschap. Dat is ook weg. Een verarming voor Nederland.”
Er was, vindt ds. Blok, ook wel veel uitwendige traditie. „Er is veel traditie die met godzaligheid wordt bekleed, maar die daar niets mee te maken heeft. Ik mag zeggen dat ik er meestal voor bewaard ben gebleven. Iedereen liep natuurlijk naar de kerk, dat is mooi. Fietsen mocht niet. Ooit hoorde ik een predikant scherp uithalen naar mensen die zondags op de iets kwamen. Tien jaar later stond er naast de kerk van die man een schuur vol met fietsen. Zo godzalig was die traditie kennelijk toch niet.”
Heuvel vol bezwaren
Ds. Blok is 53 jaar predikant. „Preken is iets wat je nooit leert. De kansel is, zegt Bunyan, een kleine heuvel vol bezwaren. Alles wat je ambtelijk doet, is hatelijk voor je vlees. Op de kansel kun je niets maken. Je draagt een grote verantwoordelijkheid, maar je kunt zelf niks.” Na de preek moet er wel nagepraat worden in de consistorie. „e maakt soms wel mee dat de broeders direct met de jas klaar staan. Dan zeg ik: ‘Hébben jullie niks te praten? Het is toch je opdracht om toe te zien op de leer die verkondigd is?’ Natuurlijk kan ik begrijpen die veel ouderlingen het moeilijk vinden om over de preek na te praten. Daarom begin ik zelf meestal maar met een beetje over de stof door te preken.”
Bijbel
Piet Blok groeide in Middelharnis op in een humanistisch gezin. „We wisten dat er ook nog zoiets als godsdienst was, maar het was wel dom als je daaraan meedeed.” In april 1944 liep het eiland onder water. „et was in die nacht dat de Heere me tegenkwam met de vraag: ‘Piet Blok, wie zijt gij?’ En ik had niets. Allemaal verkeerde bagage. Ik had wel wat bereikt in het leven, maar toen stond ik daar, zonder God voor mijn ziel. Daar heb ik grondig geleerd dat een leven zonder God alleen luchtballonnen en luchtkastelen oplevert.” Blok was onrustig gemaakt. In zijn eentje bezocht hij een kerkdienst in de Grote Kerk. „k dacht dat het allemaal bekeerde mensen waren die daar zaten. Vast meende ik dat al die mensen zonder zonde waren, dat ze de hele dag met de Heere leefden, en dat ze de wereld nooit meer aankeken. En daar zat ik tussen. Mijn vrienden was ik kwijt. Mijn verkering was na vier jaar uit. Ik was God kwijt. En tussen al die bekeerde mensen hoorde ik niet. Van de preek begreep ik geen twee centen, maar ik geloofde wel heilig dat het waar was wat die dominee zei.”
Voor het eerst in zijn leven bezocht Piet Blok een boekwinkel. Wat of hij hebben moest, vroeg de winkelier. „Een Bijbel”, zei Blok. „elke Bijbel?” „dat weet ik niet, maar ik moet een Bijbel hebben waar alles in staat.” Nu, op zolder ben ik door de bladzijden heen gekropen, van voren naar achteren, en weer terug. De Heere heeft het willen gebruiken.”
In de eenzaamheid van zijn oud geworden leven heeft ds. Blok nog wat zorgen: „Het is misschien gevaarlijk dat ik het zeg, maar ik ben zo bang dat de leiding die God met Zijn kinderen houdt steeds minder gepredikt wordt. Het onderwerpelijke wordt zo weinig benoemd, het voorwerpelijke voert de boventoon. En sommige mensen weten niet eens meer waar je het dan over hebt. Genade is geen bouwdoos van lego-stenen. Hij neemt het eerste weg om het tweede te stellen. Ik veroordeel geen mens, maar ik ben wel bang,”
De leeftijd van de zeer sterken is ds. Blok al lang voorbij. „Meer dan 92 jaren besla ik nu al deze aarde. Het was een kortstondig ongeneugt. Aan mijn kant hebben al die jaren nog nooit wat goeds opgeleverd. Ik woon nog steeds in de zaal der onverbeterlijken, zoals Pleun Klein zei. Maar God bleef, al die jaren door. Ja toch?”
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Afscheid en intrede
Hier kan ik niets tegenin brengen omdat het toch niet verstaan wordt.mulder schreef:Precies zolang er: schriftuurlijk/bevindelijk/volgens de leer/volgens de belijdenisgeschriften/serparerend gepreekt wordt is het prima. En dat gebeurt in jou kerkverband Dia overal. in Enter en in Rijssen en in Rotterdam Zuid en in Barneveld om de kerken te noemen die hier eerder werden genoemd. wees eens blij met de predikanten en het kerkverband die je gekregen hebt in plaats van dat geklaag (want zo komt het op mij toch wel over) over verschilletjes en wat er wel mist en wat er niet mist. een accentje hier, een accentje daar: dat gebeurde al bij de apostelen.
misschien nu weer ontopic gaan?
Ik werd net naar Digibron geleid via een link hier in het topic over de GBS.
Daar stuitte ik op een interview met ds. P. Blok. En wat hij daar zegt is denk ik
alleen te verstaan als je deze dingen persoonlijk inleeft. Blijkbaar vond ook de
intervieuwer dit merkwaardig omdat hij juist dit met grote letters als kop
boven het interview zet: „Als de gangen in de prediking ontbreken, zit de Kerk
te sterven in de bank."
Ik zal ds. Blok dan zelf aan het Woord laten:
IN DE ZAAL DER ONVERBETERLIJKEN
Hij is 92, maar het had ook 82 kunnen zijn. Ds. P. Blok is wel klein en breekbaar geworden. Hij praat zacht, maar zeker als altijd, over de kerk die hem lief is, over vroeger, over het oude volk, over zijn zorgen ook: „Als de gangen in de prediking ontbreken, zit de Kerk te sterven in de bank.
Het leven heeft dit jaar zijn sporen getrokken. In het voorjaar overleed zijn pleegdochter, 67 jaar oud. In september kreeg hijzelf een hartinfarct. Een ingrijpende operatie aan de beide kransslagaders volgde. „Bij de opname in het ziekenhuis bepaalde de Heere me krachtig bij Psalm 23, over het dal van de schaduwen des doods. ‘Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden.’ Toen dacht ik: Hier ligt nog iets achter. Dit zal het einde niet zijn.”
Voor de operatie moest ds. Blok wel afscheid nemen van de kinderen. „Maar er was geen vrees. De schaduwen des doods vielen over mijn leven, maar de dood was er niet. God was er wel, in de totale verzoening van het Lam. Ik had God aan mijn zijde, Hij ondersteunde mij, en de dood was overwonnen. Ik had vooraf wel wat gerekend met de dood, maar moest toen toch weer terug het leven in. Sindsdien lees ik Psalm 23 wel met andere ogen.”
Wat de operatie hem ook leerde: „Wat is toch een mens! Er blijft op een operatiekamer echt niets meer van je over. Als je meent iets te zijn, kom je daar wel aan de weet dat je je bedriegt. Al die ballast van ons leven heeft geen enkele betekenis. Alleen de blanke gerechtigheid van Christus blijft dan over. Na de operatie moest ik opnieuw bekeerd worden. Met mijn 92 jaren moet dat blijven gebeuren, van dag tot dag.”
Brieven
Het is stil geworden in zijn hoekwoning in Dirksland. „Als je binnenkomt, is er niemand die je groet. En als je weggaat, is er niemand die je ‘gedag’ zegt. Als je zo oud wordt, is er een hele groep mensen weggevallen. De broeders met wie ik studeerde, met wie ik de gemeenten mocht dienen, de contacten met Gods kinderen. Dit is een eenzaam leven, de verbondenheid met velen ben je kwijt. Ik denk soms wel eens dat Gods kinderen elkaar zo weinig ontmoeten, spreken. We vervreemden van elkaar. Deze tijd is ook zo anders dan vroeger. Ja toch?”
Wie hij vooral mist? „Mijn broer Marien, het ouwe volk, opoetje Ruit, Jan Hardenberg uit Elspeet, Thona Melis. We schreven toen nog brieven. Ik had er een doos vol van. Op een gegeven ogenblik dacht ik in mijn godsdienstige dwaasheid: ‘Wat zouden ze met al die ontroerende brieven doen, als ik er eens niet meer ben?’ Toen heb ik ze allemaal versnipperd. Wel jammer.”
En dan, vast en zeker: „Maar ik ben niet zielig. Ik leef hier bij een open Woord. Bij het minste of geringste valt er een fluistering van het Woord in mijn ziel. Dat gaat niet gepaard met veel bijzonderheden. Het gaat niet door kracht of door geweld, maar soms door het luisteren van de wind. Het eenzijdige en soevereine werk van God, dat Hij volvoert, zonder ons en in ons, geeft een wonderlijke rust.”
Boekenziekte
De studeerkamer is nog steeds zijn “werkplaats”. De laptop staat meer aan dan uit. Op het scherm staat een hoofdstuk uit zijn vijfde deeltje over Elisa. Een overdenking over Gehazi. „Wel een bijzondere stof, hoor.” Maar het is bijna klaar.
Als ds. Blok tijd van leven krijgt, wil hij gaan schrijven over het leven van David. „Dat moeten zeven deeltjes gaan worden. Ik heb er in Kootwijkerbroek Bijbellezingen over gehouden, dus exegetisch ben ik daar al een keer helemaal doorheen gekropen. Ik probeer het nog een keer.”
In een ladeblok bewaart ds. Blok een paar duizend preekschetsen, geordend op vrije stofen, feeststoffen, catechismuspreken, rouwdiensten, trouwdiensten, bijzondere ogenblikken. „Daar staat vijftig jaar werk. Mijn preken heb ik in de voorbereiding zakelijk altijd helemaal uitgeschreven.”
Nog steeds staan de boeken keurig in het gelid, rug aan rug, gerangschikt, op tekst, thema of Bijbelboek. „Toen ik vanuit de Veluwe hierheen verhuisde, in 2007, moest ik wel veel boeken wegdoen, ik denk in totaal wel dertig meter. Vanaf mijn studententijd had ik al de boekenziekte. Dan is afstand doen van je boeken niet prettig.” Wijzend op zijn laptop met groot scherm: „Ik was denk ik een van de eerste predikanten in ons kerkverband die een pc aanschafte. Ik heb nog gewerkt met schijfjes en met ms-dos. Je moet met deze spullen wel met je tijd meegaan, anders kom je achter de geraniums terecht. Al mijn boeken staan ook in de pc. Ik weet met een handomdraai waar ik iets zoeken moet.”
Gezelschap
Het verleden is rijk aan herinneringen en gedachten. Vooral aan Flakkee, met zijn smalle polderwegen en brede sloten tussen akkers en weilanden, waar Piet Blok opgroeide in zijn geboortedorp Meneerse (Middelharnis), met om zich heen vrouwen in lange rokken en geruite schorten, en mannen op klompen. In Dirksland bediende ds. Blok 21 jaar lang het Woord. Op het eiland Goeree-Overlakkee had hij negen consulentgemeenten. „Het was een geïsoleerd bestaan hier. Het was bijna een wonder als je eens aan de overkant kwam. Als ik zondags ergens op het eiland preekte, ging ik op zaterdag weg en kwam ik op maandag terug. Dat deed ik niet zozeer uit wetticisme, alsof je op zondag geen auto mag rijden, maar om de verbondenheid met die kleine gemeenten te ervaren. Daar was op zaterdag- of op zondagavond vaak gezelschap. Dat is ook weg. Een verarming voor Nederland.”
Er was, vindt ds. Blok, ook wel veel uitwendige traditie. „Er is veel traditie die met godzaligheid wordt bekleed, maar die daar niets mee te maken heeft. Ik mag zeggen dat ik er meestal voor bewaard ben gebleven. Iedereen liep natuurlijk naar de kerk, dat is mooi. Fietsen mocht niet. Ooit hoorde ik een predikant scherp uithalen naar mensen die zondags op de iets kwamen. Tien jaar later stond er naast de kerk van die man een schuur vol met fietsen. Zo godzalig was die traditie kennelijk toch niet.”
Heuvel vol bezwaren
Ds. Blok is 53 jaar predikant. „Preken is iets wat je nooit leert. De kansel is, zegt Bunyan, een kleine heuvel vol bezwaren. Alles wat je ambtelijk doet, is hatelijk voor je vlees. Op de kansel kun je niets maken. Je draagt een grote verantwoordelijkheid, maar je kunt zelf niks.” Na de preek moet er wel nagepraat worden in de consistorie. „e maakt soms wel mee dat de broeders direct met de jas klaar staan. Dan zeg ik: ‘Hébben jullie niks te praten? Het is toch je opdracht om toe te zien op de leer die verkondigd is?’ Natuurlijk kan ik begrijpen die veel ouderlingen het moeilijk vinden om over de preek na te praten. Daarom begin ik zelf meestal maar met een beetje over de stof door te preken.”
Bijbel
Piet Blok groeide in Middelharnis op in een humanistisch gezin. „We wisten dat er ook nog zoiets als godsdienst was, maar het was wel dom als je daaraan meedeed.” In april 1944 liep het eiland onder water. „et was in die nacht dat de Heere me tegenkwam met de vraag: ‘Piet Blok, wie zijt gij?’ En ik had niets. Allemaal verkeerde bagage. Ik had wel wat bereikt in het leven, maar toen stond ik daar, zonder God voor mijn ziel. Daar heb ik grondig geleerd dat een leven zonder God alleen luchtballonnen en luchtkastelen oplevert.” Blok was onrustig gemaakt. In zijn eentje bezocht hij een kerkdienst in de Grote Kerk. „k dacht dat het allemaal bekeerde mensen waren die daar zaten. Vast meende ik dat al die mensen zonder zonde waren, dat ze de hele dag met de Heere leefden, en dat ze de wereld nooit meer aankeken. En daar zat ik tussen. Mijn vrienden was ik kwijt. Mijn verkering was na vier jaar uit. Ik was God kwijt. En tussen al die bekeerde mensen hoorde ik niet. Van de preek begreep ik geen twee centen, maar ik geloofde wel heilig dat het waar was wat die dominee zei.”
Voor het eerst in zijn leven bezocht Piet Blok een boekwinkel. Wat of hij hebben moest, vroeg de winkelier. „Een Bijbel”, zei Blok. „elke Bijbel?” „dat weet ik niet, maar ik moet een Bijbel hebben waar alles in staat.” Nu, op zolder ben ik door de bladzijden heen gekropen, van voren naar achteren, en weer terug. De Heere heeft het willen gebruiken.”
In de eenzaamheid van zijn oud geworden leven heeft ds. Blok nog wat zorgen: „Het is misschien gevaarlijk dat ik het zeg, maar ik ben zo bang dat de leiding die God met Zijn kinderen houdt steeds minder gepredikt wordt. Het onderwerpelijke wordt zo weinig benoemd, het voorwerpelijke voert de boventoon. En sommige mensen weten niet eens meer waar je het dan over hebt. Genade is geen bouwdoos van lego-stenen. Hij neemt het eerste weg om het tweede te stellen. Ik veroordeel geen mens, maar ik ben wel bang,”
De leeftijd van de zeer sterken is ds. Blok al lang voorbij. „Meer dan 92 jaren besla ik nu al deze aarde. Het was een kortstondig ongeneugt. Aan mijn kant hebben al die jaren nog nooit wat goeds opgeleverd. Ik woon nog steeds in de zaal der onverbeterlijken, zoals Pleun Klein zei. Maar God bleef, al die jaren door. Ja toch?”
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Afscheid en intrede
Of je wilt het niet begrijpen. ik ga er verder niet meer op in, je blijft toch wel in je eigen denkwijze zitten. ik vind het een gevaarlijke en onchristelijke denkwijze. onderwerpelijke en voorwerpelijke prediking klinkt nog van elke kansel in jou kerkverband. de gangen van Gods volk hoor je ook overal. bij de een drie kwartier lang, de andere predikant zal er een paar minuten over praten. in de Bijbel wordt er in veel preken helemaal niets over de gangen gezegd. Dus wat je met dit interview wilt zeggen ontgaat me. misschien kan je mijn eerdere post nog eens lezen en dankbaar zijn met wat er allemaal voor goeds te vinden is in je kerkverband, door de Heere gegeven. maar ik ga er liever niet meer op in, misschien ook nu een goed moment om het hier weer over afscheid en intrede te hebben.-DIA- schreef: Hier kan ik niets tegenin brengen omdat het toch niet verstaan wordt.
Re: Afscheid en intrede
Waarop grondt u mijn onwil? Hebt u daar een reden voor om zoiets te veronderstellen? Graag een eerlijk antwoord. Niet suggereren, niet gissen, niet 'van horen zeggen' maar eerlijk wat u denkt. Een (waar) spreekwoord zegt: Eerlijk duurt het langst. Een ander eveneens waar bevonden spreekwoord luidt: Zo demulder schreef:Of je wilt het niet begrijpen. ik ga er verder niet meer op in, je blijft toch wel in je eigen denkwijze zitten. ik vind het een gevaarlijke en onchristelijke denkwijze. onderwerpelijke en voorwerpelijke prediking klinkt nog van elke kansel in jou kerkverband. de gangen van Gods volk hoor je ook overal. bij de een drie kwartier lang, de andere predikant zal er een paar minuten over praten. in de Bijbel wordt er in veel preken helemaal niets over de gangen gezegd. Dus wat je met dit interview wilt zeggen ontgaat me. misschien kan je mijn eerdere post nog eens lezen en dankbaar zijn met wat er allemaal voor goeds te vinden is in je kerkverband, door de Heere gegeven. maar ik ga er liever niet meer op in, misschien ook nu een goed moment om het hier weer over afscheid en intrede te hebben.-DIA- schreef: Hier kan ik niets tegenin brengen omdat het toch niet verstaan wordt.
waard is vertrouwt hij zijn gasten.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-
- Berichten: 2198
- Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37
Re: Afscheid en intrede
Mijns inziens bevestigt het interview met ds. Blok de opmerkingen van Eilander.
Er zijn ongetwijfeld verschillen in termen, in accenten, in culturele en plaatselijke gewoonten. Dat kan gevoelsmatig vervreemding doen ervaren. Ook de wijze van formuleren en voordracht van de nieuwere generatie predikanten kan anders zijn wat vooral voor de ouderen als minder oud-en-vertrouwd wordt ervaren. Begrijpelijk. Maar ook van alle tijden.
DIA, in de kern is men meer één dan jij ervaart en voelt; Daar ben ik van overtuigd.
Er zijn ongetwijfeld verschillen in termen, in accenten, in culturele en plaatselijke gewoonten. Dat kan gevoelsmatig vervreemding doen ervaren. Ook de wijze van formuleren en voordracht van de nieuwere generatie predikanten kan anders zijn wat vooral voor de ouderen als minder oud-en-vertrouwd wordt ervaren. Begrijpelijk. Maar ook van alle tijden.
DIA, in de kern is men meer één dan jij ervaart en voelt; Daar ben ik van overtuigd.
Re: Afscheid en intrede
Dit is ontegenzeggelijk waar. Mensen merken het ook, maar soms in hun naïviteit, of omdat de 'nieuwe prediking' minder 'scherp' overkomt. Een vriendin van een hele goede vriendin zei eens tegen haar: In Enter kan ik makkelijker bekeerd worden als in Rijssen. Natuurlijk is dit niet waar, en ze werd hierin onderwezen door die vriendin.eilander schreef:Dat is goed, maar wat ik bedoel is: er zijn vast mensen die wel graag die "heel andere predikanten" horen, terwijl je zelf misschien liever een dienst van je eigen predikant luistert. Zeker bij een wat groter kerkverband is dat vrijwel onvermijdelijk, en dat lijkt me ook niet zo'n probleem. Breedte bewaart voor eenzijdigheid.-DIA- schreef:Lang volgehouden, maar sinds een vriend die me altijd meenam is overleden, een stuk minder, maar ik kan de diensten nog wel via de scanner volgen. Dat wil ik ook wel doen, want als ik hier wat over wil zeggen moet ik niet van 'horen zeggen' uitgaan. Ik heb meermalen gezegd, ook hier, dat je niet het recht hebt hier een reactie te geven zonder te weten waar je het over hebt. Ik heb hier ook af en toe wel een berichtje geplaatst als er een dienst was.eilander schreef:Ik begrijp best dat dit niet zo'n makkelijke constatering is, maar ook hier zou ik zeggen: wees daar toch wel nuchter in. Ga je zelf dan nog wel steeds naar die weekdiensten?-DIA- schreef:Ik zal voorbeeld van heel nabij geven. Wij hebben zelf tot en met in de jaren 80 heel vaak weekdiensten in een naburige vacante gemeente bezocht. Als het kon sloegen we nooit een dienst over. Dan was het er vaak goed toeven. Nu gaan er heel andere predikanten voor, en predikanten als onze predikant komt daar niet op de kansel. Terwijl het tot in de jaren 80, zoals ik al zei er zo goed toeven was.
Het wordt ook niet zo openlijk gezegd dat de kansel voor bepaalde predikante gesloten is, maar de feiten zijn wel waar te nemen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-
- Berichten: 2198
- Lid geworden op: 09 mar 2010, 13:37
Re: Afscheid en intrede
DIA, goed daar je daar niet in meegaat (Natuurlijk is dit niet waar, en ze werd hierin onderwezen door die vriendin.). Dit soort keurmeesterij is verwoestend en wat mij betreft getuigt dat meer van degene die zo'n opmerking maakt, dan de predikant die de makkelijke bekering predikt.-DIA- schreef:In Enter kan ik makkelijker bekeerd worden als in Rijssen.
Een mens wordt altijd makkelijk bekeerd. Hij/zij hoeft er namelijk niets voor te doen.
Hoe moeilijker het gaat des te meer bewijst het de tegenwerking van de mens.
ds. Van Eckeveld heb ik het vaak horen zeggen: Geloven gaat als het ware vanzelf, of het gaat helemaal niet.